Inhoud
- Ontslaggevolgen voor pensioen
- Slapers
- Berekening volgens tijdsevenredige methode
- Waardeoverdracht
- Afkoop
- Ontslag en toch voortzetting pensioenregeling
- Betere inkomensbescherming bij baanwissel
- Partnerpensioen bij ontslag
- Nieuwsbrief Loonheffingen 2015
- Naslag
- Afkoopsom salaris is loonbestanddeel
Ontslaggevolgen voor pensioen
Het is anno 2020 eerder uitzondering dan regel dat een werknemer zijn leven lang bij dezelfde werkgever blijft werken. Al dan niet gedwongen wisselen de meeste werknemers één of meerdere malen van baan. Beëindiging van dienstverband heeft gevolgen voor de toekomstige pensioenuitkeringen van de werknemer.
Slapers
Beëindiging van het dienstverband leidt ertoe dat de werknemer niet langer deelneemt aan de pensioenregeling en dus ook geen premies meer verschuldigd is. Dit betekent niet dat de in het verleden opgebouwde pensioenrechten komen te vervallen. Op grond van de Pensioenwet heeft de werknemer recht op een premievrije pensioenaanspraak. De pensioenaanspraken blijven 'slapen' bij de oude werkgever, de ex-werknemers noemt men daarom ‘slapers’.Te kleine pensioenaanspraken, op jaarbasis kleiner dan € 497,27 (2020) kunnen tot juli 2020 worden afgekocht zonder instemming van de slaper. Vanaf juli 2020 kan dit alleen na instemming van de slaper. Zonder instemming kan de oude pensioenuitvoerder op basis van de Wet waardeoverdracht kleine pensioen wel de waarde overdragen naar een nieuwe pensioenuitvoerder. Als de werknemer een nieuwe baan heeft gevonden.
Berekening premievrij pensioen
Rogier Lutmers is op dertigjarige leeftijd opgenomen in een pensioenregeling die een pensioenrichtleeftijd kent van 68 jaar.
Hij is deelnemer in een premieovereenkomst. De tot ontslagdatum betaalde premie is door rendementen aangegroeid tot € 40.000. Vanaf ontslagdatum wordt de pensioenovereenkomst premievrij gemaakt. Het saldo blijft staan en groeit door rendement verder aan……of neemt af door verlies (want rendementen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst).
Berekening volgens tijdsevenredige methode
Volgens de Pensioenwet zijn er drie pensioenkarakters:
- Uitkeringsovereenkomst (middelloon- of een eindloonregeling);
- Kapitaalovereenkomst; en
- Premieovereenkomst.
De eerste twee dienen op de ontslagdatum tijdsevenredig te zijn gefinancierd. Daarmee wordt bedoeld dat de beloofde uitkering bij een middelloonregeling die jaarlijks op wordt gebouwd qua financiering op ontslagdatum volledig bij is.
Bij een premieovereenkomst vindt er geen tijdsevenredige opbouw plaats. De kosten worden wel tijdsevenredig in rekening gebracht. De uitkering is immers bij een premieovereenkomst nog niet zeker.
Meer informatie over de verschillen tussen een premie- en een uitkeringsovereenkomst.
Waardeoverdracht
Treedt iemand na ontslag in dienst van een andere organisatie, en deze organisatie heeft een pensioenregeling, dan is er een wettelijk recht tot waardeoverdracht van pensioenrechten, zie subrubriek
Waardeoverdracht.
Afkoop
Afkoop of afkoopwaarde is de vervanging van de premievrije pensioenaanspraken door een eenmalige uitkering. Op grond van de Pensioenwet (PW) mag sinds 2007 de pensioenuitvoerder een klein pensioen afkopen, zie subrubriek
Pensioen (afkopen).
Ontslag en toch voortzetting pensioenregeling
Een werknemer kan na ontslag op vrijwillige basis nog maximaal drie jaar blijven sparen voor zijn pensioen*.
Als zelfstandige zelfs soms tien jaar en indien hij een loongerelateerde uitkering ontvangt (bijvoorbeeld een
WIA-uitkering) kan de voortzetting nog langer voortduren.
Voormalige werknemers, die pensioenopbouw voortzetten, kunnen de bijdrage voor de voortgezette pensioenopbouw (als negatief loon) in aftrek brengen op het inkomen uit werk en woning als de pensioenregeling in fiscaal opzicht kwalificeert als zuivere pensioenregeling. In voorkomende gevallen kwalificeren de bijdragen niet als negatief loon, maar als ‘uitgaven voor inkomensvoorzieningen’ (daartoe behoren onder meer lijfrentevoorzieningen). Ook in dat geval zijn de bijdragen onder voorwaarden aftrekbaar. Het besluit geldt vanaf 1 januari 2012.
Onder volgende (de verruimde) voorwaarden kan de vrijwillige voortzetting nu plaatsvinden:
- voortzetting is niet mogelijk als al pensioenopbouw plaatsvindt via een andere pensioenregeling of vorming van een oudedagsvoorziening via de fiscale oudedagsreserve (voor ondernemers);
- het pensioengevend loon voor de eerste drie jaren van vrijwillige voortzetting is gemaximeerd op het laatstverdiende loon. Vanaf het vierde jaar geldt een extra maximum, waarbij het gezamenlijke bedrag van diverse andere inkomensbronnen van het box 1-inkomen (winst uit onderneming, resultaat uit overige werkzaamheden, periodieke uitkeringen en verstrekkingen) bepalend is voor de hoogte van de aftrek. Het gaat daarbij om inkomen in het tweede kalenderjaar vóór het betreffende kalenderjaar;
- als de belastingaanslag over het tweede kalenderjaar vóór het betreffende kalenderjaar nog niet is vastgesteld op het moment dat de pensioenpremie definitief moet worden betaald, mag de voormalige werknemer vanaf het vierde jaar het gezamenlijke bedrag bepalen van de ingediende belastingaangifte.
- als het voornoemde gezamenlijke bedrag zodanig laag is dat geen pensioengrondslag overblijft, mag de pensioenuitvoerder dat jaar nog wel als dienstjaar in aanmerking nemen, maar mag daarbij slechts een symbolisch bedrag (maximaal € 1) als pensioenbijdrage in aanmerking nemen. De pensioenpremie voor het verzekerde nabestaandenpensioen blijft onder voorwaarden aftrekbaar.
* De werknemer heeft volgens de wet dan wel afhankelijk van de situatiede mogelijkheid om vrijwillig maximaal tien jaar door te gaan met pensioen opbouwen, maar veel pensioenreglementen sluiten deze optie uit. Bijvoorbeeld het
ABP dat de vrijwillige voortzetting voor een zelfstandig ondernemer maximeert op 5 jaar (contractueel).
Zeker bij het
ABP is het ook verstandig het voorwaardelijk pensioen in de gaten te houden. Dit voorwaardelijk pensioen is pas onvoorwaardelijk zodra zij is gefinancierd. Bij de meeste fondsen is de uiterste financieringsdatum 2021, bij het
ABP 2023. Voor meer informatie over dit onderwerp:
https://www.pensioenlogica.nl/publicaties/artikel-behoud-voorwaardelijk-pensioen-bij-ontslag
Betere inkomensbescherming bij baanwissel
Werknemers met een gezondheidsbeperking die van baan willen wisselen, behouden inkomensbescherming op basis van de pensioenregeling waarin ze deelnemen. Dat zijn het Verbond van Verzekeraars en de Pensioenfederatie met elkaar overeengekomen. Daarmee wordt volgens beide organisaties de arbeidsmobiliteit van mensen die geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn, verder verbeterd. (Bron en meer informatie:
Verbond van Verzekeraars, 23 jan. 2013)
Partnerpensioen bij ontslag
Wat er na ontslag met een eventueel partnerpensioen gebeurt, hangt af van het type regeling:
- Bij een partnerpensioen op opbouwbasis wordt er geld gespaard, zodat het pensioen daadwerkelijk wordt opgebouwd. Ook als het dienstverband eindigt, blijft het opgebouwde partnerpensioen van kracht.
- Bij een partnerpensioen op risicobasis vervalt het recht op partnerpensioen bij beëindiging van de dienstbetrekking van de werknemer. Als er tijdens de looptijd geen gebruik van de verzekering is gemaakt (er is gelukkig niemand overleden), komt de verzekering zonder waarde te vervallen. Als de werknemer na zijn ontslag een WW-uitkering krijgt, blijft er nog wel wat partnerpensioen verzekerd voor de duur van de WW-uitkering.
- Een ANW-hiaat verzekering is altijd op risicobasis en komt dus na ontslag te vervallen.
Nieuwsbrief Loonheffingen 2015
Op 11 november 2014 is de Nieuwsbrief Loonheffingen 2015, Uitgave 1, verschenen. In deze
Nieuwsbrief gaat de Belastingdienst in op 'Pseudo-eindheffing backservices pensioenen vervalt', blz 12.
Naslag
Afkoopsom salaris is loonbestanddeel
Bij moeizame ontslagprocedures wil de ontslagen werknemer nog wel eens een bedrag ontvangen waarmee de werkgever zijn resterende verplichtingen afkoopt. Zeker als het om een hoog bedrag gaat, moet de werkgever zich realiseren dat (in ieder geval een deel van) de afkoopsom belast loon vormt. Houdt de werkgever niets in, dan riskeert hij een naheffingsaanslag en boete. Dit blijkt eens te meer uit een uitspraak van de Rechtbank Arnhem, gepubliceerd op
6 juni 2017)