Eindloon- of final-payregeling

Datum laatste wijziging: 28 december 2019  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Wijziging pensioengrondslag
  2. Backservice en comingservice
  3. Eindloonregeling duur
  4. Onzuiver pensioen
  5. Verlaging maximale opbouwpercentage
  6. Versobering van de fiscaal aftrekbare pensioenopbouw
  7. Nieuwsbrief Loonheffingen 2015
  8. Naslag
  9. Verzekerde eind- en middelloonregelingen worden onbetaalbaar
  10. Maximum opbouwpercentages 2018
  11. Militaire bonden slepen ABP voor rechter om pensioen

Wijziging pensioengrondslag

Bij de eindloonregeling wordt het pensioen gegarandeerd over het laatst verdiende salaris voor de pensioendatum. In deze regeling worden bij een salarisverhoging alle vorige pensioengrondslagen (pensioengevend salaris minus de franchise) vervangen door nieuwe, loonsverhogingen zijn dus van grote invloed op de uiteindelijke pensioenuitkering. Een voorbeeld van een eindloonberekening is aan het einde van het volgende onderwerp ‘Middelloon’ te vinden. De eindloon- en middelloonregelingen noemt men ook wel salarisdiensttijdstelsels.

NB: Uit het Nationaal Beloningsonderzoek 2014 bleek dat 91% van de deelnemende organisaties een pensioenregeling heeft. Te verdelen in middelloonsysteem 44%, premiebasissysteem 43% en eindloon 4%.

Backservice* en comingservice

Een verhoging van de pensioengrondslag heeft zowel een verhoging van het opgebouwde pensioen (backservice) als een verhoging van het op te bouwen pensioen (comingservice) tot gevolg. Dat dit tot hoge pensioenkosten voor de werkgever en werknemer kan leiden, moge duidelijk zijn. Om pensioenpromoties in de nadagen van een loopbaan te voorkomen, sluit de werkgever vaak individuele salarisverhogingen na een bepaalde leeftijd, bijvoorbeeld 60 jaar, uit van de backservice. Dit noemt men een gemitigeerde of gematigde eindloonregeling.

*Backservice is een verhoging van pensioenaanspraken over de verstreken dienstjaren als - als gevolg van een salarisverhoging - de pensioengrondslag van de eindloonregeling wordt verhoogd.

De eindloonregeling sluit door toepassing van de back- en comingservice het best aan bij de gedachte dat het laatste salaris en het pensioen niet te erg mogen verschillen. Bij een eindloonregeling is dus de kans op een inkomensdaling het geringst. De eindloonregeling biedt voorts voordelen voor degene die aan het eind van de carrière forse salarisverhogingen verkrijgen. Dit voordeel slaat logischerwijs om in een nadeel als salarisverlaging optreedt.

Eindloonregeling duur

De eindloonregeling is duur, duurder dan de middelloonregeling. Het zal dan ook niet verbazen dat het aantal eindloonregelingen in de afgelopen jaren is teruggelopen en in 2004 zette deze daling juist erg sterk door. Het aantal actieve deelnemers dat pensioen opbouwde volgens een eindloonregeling nam in 2004 met ruim 2,2 miljoen (40%) af tot 750.000, slechts 1 op de 8 actieve deelnemers bouwde in 2004 nog pensioen op volgens een eindloonregeling. Deze verschuiving werd in grote mate veroorzaakt door enkele grote bedrijfstakpensioenfondsen die met ingang van 1 januari 2004 zijn overgestapt van een eindloonregeling naar een middelloonregeling met indexatie.

Voor een pensioenfonds heeft de overgang van eindloon naar middelloon twee belangrijke voordelen: er is geen sprake van backservice waardoor de kosten doorgaans beter te voorspellen zijn en het biedt het pensioenfonds de mogelijkheid om een (eventuele) beperking van de indexatie ook door te laten werken op pensioenen van actieve deelnemers.

NB: Het eindloonstelsel treft men regelmatig aan bij de directeur-grootaandeelhouder (DGA), reden is dat dit stelsel als regel tot het hoogste pensioen leidt. In de collectieve sector treft men daarentegen het middelloonstelsel en het beschikbare premiestelsel aan; kort gezegd, omdat dit stelsel voor de werkgever goedkoper is.
Voor zowel het eindloon- en middelloonstelsel geldt hoe meer dienstjaren, des te meer pensioen. Alleen bij het overheidspensioen (AOW) gaat dit niet op, daar tellen de jaren dat iemand vanaf zijn 15e jaar in Nederland heeft gewoond.

NB: Afhankelijk van iemands leeftijd kan de overgang van eindloon naar middelloon leiden tot maximaal 16% minder pensioen. Hoe hoger de leeftijd en duur van de Eindregeling en de mate van indexering, kan het verschil lager zijn.

Onzuiver pensioen

Een extreme verhoging van het salaris binnen een termijn van vijf jaar voor de ingangsdatum van het pensioen, kan door de Belastingdienst als een onzuivere pensioenregeling worden beschouwd. Is dit het geval dan zal de betrokkene over de gehele pensioenaanspraak belasting moeten betalen.

Als er sprake is van een onzuiver pensioen op 1 januari 2015, dan wordt het opgebouwde pensioen gezien als loon voor de werknemer, dat wordt belast, zie rekenvoorbeeld.
 

Rekenvoorbeeld onzuiver pensioen

Werknemer x heeft in 20 jaar € 700 per jaar pensioen opgebouwd. Vanaf het 67ste jaar ontvangt hij elk jaar 20 x € 700 = € 14.000. Om dit bedrag te kunnen uitbetalen, moet de pensioenverzekeraar een zogeheten contante waarde in kas hebben. In dit geval bedraagt de contante waarde € 117.000. In het geval van een onzuiver loon wordt deze € 117.000 in een keer als loon belast. Stel, werknemer x valt qua belasting in schijf 3: hij moet dan 42% over € 117.000 betalen, is € 49.140. Daarbij komt nog de revisierente (soort boete) van 20%: 20% van € 117.000 = € 23.400. In totaal betaalt werknemer x dus € 49.140 + € 23.400 = € 72.540. En als klap op de vuurpijl: het pensioenbedrag ad € 117.000 wordt jaarlijks meegeteld in box 3.
Er is ook een voordeel: over het pensioen dat vanaf de pensioendatum wordt uitgekeerd wordt geen belasting meer betaald.
Conclusie: Onzuiver loon kost altijd extra geld.

Volledige pensioenaanspraak blijft belast: Recent heeft de Belastingdienst aangegeven gewoon de waarde van de volledige pensioenaanspraak in de heffing te blijven betrekken als de pensioenregeling niet aan de fiscale regels voldoet. De fiscus neemt het standpunt van Rechtbank Gelderland, die concludeerde dat in dat geval slechts het bovenmatige deel van de pensioenaanspraak belast is, niet over. (Bron: Rendement, 30 jul. 2015)

Verlaging maximale opbouwpercentage

Het maximale jaarlijkse opbouwpercentage bij een eindloonregeling dat in 2013 2,00% bedroeg, is per 1 januari 2014 is verlaagd naar 1,90%.

Versobering van de fiscaal aftrekbare pensioenopbouw

De Eerste Kamer heeft op 27 mei 2014 de twee wetsvoorstellen aangenomen die leiden tot een versobering van de fiscaal aftrekbare pensioenopbouw per 2015. Het betreft de ‘Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioeninkomen’ en de ‘Novelle Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioeninkomen en het Belastingplan 2014′. De maximale opbouwpercentages voor middel- en eindloonregelingen worden:

  • Ouderdomspensioen 1,875% - 1,657%
  • Partnerpensioen 1,313% - 1,160%
  • Wezenpensioen 0,263% - 0,232%

Zie voor meer, subrubriek Pensioenwetten.

Nieuwsbrief Loonheffingen 2015

Op 11 november 2014 is de Nieuwsbrief Loonheffingen 2015, Uitgave 1, verschenen. In deze Nieuwsbrief gaat de Belastingdienst in op 'Pseudo-eindheffing backservices pensioenen vervalt', blz. 12.

Naslag

Meer informatie over de 30%-regeling is te vinden in Handboek Loonheffingen. Ga naar subrubriek Loon- en inkomstenbelasting en klik bij Handboeken Loonheffingen op het door u gewenste jaar.

Verzekerde eind- en middelloonregelingen worden onbetaalbaar

Een contractverlenging van een eind- of middelloonregeling bij een pensioenverzekeraar staat anno 2015 synoniem met een zeer forse stijging van de pensioenlasten. De belangrijkste oorzaken: de lage rentestand en de toegenomen levensverwachting.

Bij de huidige marktrente (0,2%)* komt het voor dat de premie nagenoeg verdubbelt. Een dergelijke stijging wordt door de meeste werkgevers niet voorzien en kan zelfs tot financiële problemen leiden. Om in overleg met de werknemers iets aan deze stijging te kunnen doen is het belangrijk om vroegtijdig (minimaal 1 jaar van tevoren) te beginnen met het contractverlengingstraject. (Bron: CM, 8 jun. 2015)

* In 2016 bedraagt de marktrente 0,2%.

Maximum pensioengevend loon

Zie subrubriek Maximum pensioengevend loon (tabellen).

Militaire bonden slepen ABP voor rechter om pensioen

De defensiebonden ACOM, AFMP, Marver en VBM slepen pensioenfonds ABP voor de rechter. De zaak draait om de pensioenregeling voor militairen.

De vakbonden verwijten het ambtenarenpensioenfonds dat het eenzijdig afspraken over de pensioenen voor defensiepersoneel heeft gewijzigd, terwijl de sociale partners over de regeling gaan. Ze willen met de gang naar de rechter voorkomen dat ABP per januari 2019 de huidige eindloonpensioenregeling omzet naar een middelloonpensioen. (Bron: Limburger, 14 dec. 2018)

Ga terug naar rubriek Pensioen.