Inhoud
- Pensioen afhankelijk van alle verdiende salarissen
- Gemiddeld opbouwpercentage
- Verlaging maximale opbouwpercentage
- Versobering van de fiscaal aftrekbare pensioenopbouw
- Nieuwsbrief Loonheffingen 2015
- Naslag 2016
- Verzekerde eind- en middelloonregelingen onbetaalbaar
- Levensverwachting 65-jarige 5 jaar hoger sinds AOW-wet
- DC-regeling maakt kwalitatieve inhaalslag
- Vanaf 18 jaar pensioenopbouw per 1-1-2024
Pensioen afhankelijk van alle verdiende salarissen
Bij de middelloon- of opbouwregeling vormt het toekomstige pensioen eveneens het uitgangspunt voor de berekening van de premie. Bij aanvang van de dienstbetrekking of op de startdatum van de regeling wordt een pensioengrondslag (jaarsalaris verminderd met een
AOW-franchise) vastgesteld. Op grond van het aantal dienstjaren wordt vervolgens een percentage bepaald dat de jaarlijkse opbouw aangeeft. Wordt nadien het salaris verhoogd op grond van een CAO dan wel een promotie, dan zal de pensioengrondslag voor de toekomstige opbouw aangepast worden (coming service). Gevolg is dat over de salarisverhoging pensioen wordt opgebouwd vanaf de datum van de verhoging. Bij een sterke loonontwikkeling zullen de pensioengrondslagen uit de beginperiode dan ook veel minder bijdragen aan het pensioenresultaat dan die uit latere jaren. Het op de pensioendatum uit te keren pensioen berekent men over het gemiddelde van alle pensioengrondslagen gedurende de diensttijd.
NB: Uit het Nationaal Beloningsonderzoek 2014 bleek dat 91% van de deelnemende organisaties een pensioenregeling heeft. Te verdelen in middelloonsysteem 44%, premiebasissysteem 43% en eindloon 4%. De franchise bedroeg gemiddeld € 14.550. Het premiepercentage bedroeg totaal 23,40%, te verdelen in werkgever 65% en werknemers 35%.
Gemiddeld opbouwpercentage
Voor iets minder dan de helft van de middelloonregelingen ligt het gemiddelde opbouwpercentage ca 2 procent per jaar. De ontwikkeling naar een hoger opbouwpercentage kan men zien als compensatie voor het verlies aan pensioeninkomen bij overgang van het eindloon- naar het middelloonstelsel. Indien men van mening is dat het laatst verdiende salaris en het pensioeninkomen niet te ver uiteen mogen liggen, dan kan de middelloonregeling tot teleurstellingen leiden. Dit kan men deels ondervangen door indexatie van de pensioengrondslagen uit het verleden. Voor loon- en prijsinflatie kan dit weliswaar compensatie bieden, echter niet voor loopbaanontwikkelingen. De voordelen van deze regeling zijn dat salarisverlagingen in een later stadium van de carrière geen al te grote invloed uitoefenen op de hoogte van het pensioen. Ook de goed in te schatten kosten kunnen voor een werkgever een pluspunt vormen (in pensioenjargon: de backservicelasten zijn beperkter dan bij een eindloonregeling).
Verlaging maximale opbouwpercentage
Het maximale jaarlijkse opbouwpercentage bij een middelloonregeling, dat in 2013 2,25% bedraagt, zal met ingang van 1 januari 2014 worden verlaagd naar 2,15%.
Rekenvoorbeeld eindloon en middelloonregeling
Data:
Aanstelling op 25 jaar, laatste werkdag vlak voor 65 jaar, dus 40 jaar dienstjaren
Pensioenopbouw is 2% van jaarsalaris minus franchise per gewerkt jaar
Echtpaar, man en vrouw geboren in 1945
Franchise/AOW* gehuwden: € 17.000 per jaar (naar boven afgerond)
Berekening: |
Inkomensgroei per jaar |
Berekening volgens eindloon |
Berekening volgens middelloon |
Sal. 25-35 jr: € 20.000
Sal. 35-45 jr: € 25.000
Sal. 45-55 jr: € 30.000
Sal. 55-65 jr: € 35.000 |
AOW
Gem. sal.: € 35.000;
40 x 2% van
(35.000 – 17.000) = |
€ 17.000
€ 14.400 |
AOW
Gem. sal.: € 27.500;
40 x 2% van
(27.500 – 17.000) = |
€ 17.000
€ 8.400 |
|
|
------------ |
|
------------ |
Ouderdomspensioen + AOW |
€ 31.400 |
|
€ 25.400 |
* Voor het gemak zijn de franchise en
AOW in dit rekenvoorbeeld wat bedrag betreft gelijkgesteld, in de praktijk zijn er verschillen.
Versobering van de fiscaal aftrekbare pensioenopbouw
De Eerste Kamer heeft op 27 mei 2014 de twee wetsvoorstellen aangenomen die leiden tot een versobering van de fiscaal aftrekbare pensioenopbouw per 2015. Het betreft de ‘Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioeninkomen’ en de ‘Novelle Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen en maximering pensioeninkomen en het Belastingplan 2014′. De maximale opbouwpercentages voor middel- en eindloonregelingen worden:
- Ouderdomspensioen 1,875% - 1,657%
- Partnerpensioen 1,313% - 1,160%
- Wezenpensioen 0,263% - 0,232%
Nieuwsbrief Loonheffingen 2015
Op 11 november 2014 is de Nieuwsbrief Loonheffingen 2015, Uitgave 1, verschenen. In deze
Nieuwsbrief gaat de Belastingdienst in op 'Pseudo-eindheffing backservices pensioenen vervalt', blz 12.
Naslag 2017
Verzekerde eind- en middelloonregelingen onbetaalbaar
Een contractverlenging van een eind- of middelloonregeling bij een pensioenverzekeraar staat anno 2015 synoniem met een zeer forse stijging van de pensioenlasten. De belangrijkste oorzaken: de lage rentestand en de toegenomen levensverwachting.
Bij de huidige marktrente (0,8%)* komt het voor dat de premie nagenoeg verdubbelt. Een dergelijke stijging wordt door de meeste werkgevers niet voorzien en kan zelfs tot financiële problemen leiden. Om in overleg met de werknemers iets aan deze stijging te kunnen doen is het belangrijk om vroegtijdig (minimaal 1 jaar van tevoren) te beginnen met het contractverlengingstraject. (Bron: CM,
8 jun. 2015)
* In 2016 bedraagt de marktrente 0,2%.
Levensverwachting 65-jarige 5 jaar hoger sinds AOW-wet
Nederlandse mannen en vrouwen van 65 jaar oud leven gemiddeld nog 19,7 jaar. Deze levensverwachting is in 2015 ruim vijf jaar hoger dan in 1956, het jaar waarin de Algemene Ouderdomswet (
AOW) inging. Vrouwen worden nog altijd ouder dan mannen, maar het verschil is kleiner geworden. De kans van 65-jarigen om honderd te worden is in zestig jaar tijd ongeveer verzesvoudigd.
De resterende levensverwachting van een 65-jarige in 2015 is 18,2 jaar voor mannen en 20,9 jaar voor vrouwen. Zestig jaar geleden konden mannen nog 13,9 jaar en vrouwen 14,9 jaar verwachten te leven. (Bron: CBS, 30 mei 2016)
DC-regeling maakt kwalitatieve inhaalslag
Pensioenopbouw op basis van een beschikbare premieregeling (
DC) kan tegenwoordig kostenneutraal een middelloonregeling vervangen.
In de eerste plaats kon in
DC-regelingen minder fiscaal aftrekbare premie worden ingelegd. Maar door de introductie van marktrentestaffels, in combinatie met de langdurig lage rente, kon een
DC-regeling met de kostprijs van een middelloonregeling op de markt worden gebracht, stelt Jeroen Koopmans van Lane Clark & Peacock in het artikel.
Ten tweede heeft de Wet Verbeterde Premieregeling ervoor gezorgd dat er na de pensioendatum kan worden door belegd. In een gemiddeld scenario leidt dit tot een 15 tot 20% hogere pensioenuitkering, stelt Paul Kullen van Willis Towers Watson.
En tot slot zijn gemiddeld genomen de uitvoeringskosten van een
DC-regeling sterk afgenomen door de introductie van de ppi, waar inmiddels bijna 600.000 werknemers nu een pensioen opbouwen. (Bron: Findinet,
3 mei 2018)
Vanaf 18 jaar wettelijk pensioen opbouwen
Werknemers starten vanaf 1 januari 2024 eerder met pensioen opbouwen. Een werknemer bouwt dan vanaf 18 jaar pensioen op.
Nu is dat nog vanaf 21 jaar. De overheid wil graag dat zoveel mogelijk werkenden pensioen opbouwen. Deze verandering heeft gevolgen voor werkgevers en werknemers.
Heb je als werkgever werknemers in dienst die jonger zijn dan 21 jaar in dienst en meer dan € 15.202 (in 2023) verdienen? Dan ga je pensioenpremie voor hen afdragen. Het is belangrijk dat je jouw salarispakket en (externe) salarisadministratie daarop inricht. Vanaf 1 januari 2024 ben je verplicht hun gegevens aan te leveren bij het pensioenfonds.
Niet alle jonge werknemers gaan pensioen opbouwen. Ze bouwen pas pensioen op als hun salaris boven de franchise (€ 15.202 in 2023 bij voltijd) uitkomt. Bij een deeltijdbaan wordt de franchise naar rato berekend.
Het is verstandig jouw medewerkers van 18 jaar en ouder die meer verdienen dan € 15.202 (in 2023 bij voltijd) uit te leggen dat zij pensioen gaan opbouwen en dat daarvoor premie zal worden ingehouden van het brutosalaris. Hoeveel dat zal zijn, is te zien op hun loonstrook.
Het recht op pensioenopbouw is echter praktisch zeer beperkt. Immers alleen over het loon boven de
AOW-franchise wordt pensioen opgebouwd.
De
AOW-franchise van artikel 18a, derde lid, Wet LB per 1 januari 2024 is voorlopig vastgesteld op
€ 17.545