Inhoud
- Geen wettelijke pensioenplicht
- Witte vlek
- Collectieve pensioenvoorziening
- Werknemer blij met verplicht pensioen
- Collectief pensioen niet veel beter dan individueel
- Weggaan bij pensioenfonds dat slecht presteert?
- Nieuwe medewerkers een andere pensioenregeling
- Meer pensioen opbouwen met een excedentregeling
- Jongeren pleiten voor algemene pensioenplicht
- Automatische pensioenopbouw voor alle werkenden
- Pensioenfonds Zorg en Welzijn doet proef met verplicht ZZP-pensioen
- Is een pannenkoek een soort koek of niet?
- Tijdelijk contract uitsluiten van pensioenregeling?
- Booking.com is een reisagent en moet deelnemen in pensioenregeling, oordeelt hof
Geen wettelijke pensioenplicht
In Nederland bestaat géén wettelijke pensioenplicht. Maar als een pensioenregeling wordt afgesproken, valt deze wel onder allerlei wettelijke regels.
Iedere werkgever is in beginsel vrij om al of niet een pensioenregeling te treffen. Verder is in bijna alle bedrijfstakken en in veel grotere bedrijven een pensioenregeling via de
CAO verplicht* gesteld. Ook kan in de algemene arbeidsvoorwaarden van het arbeidsreglement of de individuele arbeidsovereenkomst deze verplichting staan. Deze regelingen kennen wel vaak de mogelijkheid om op individuele basis bovenop het basispensioen, dat voor alle deelnemers geldt, extra pensioen op te bouwen, de zogeheten vrijwillige excedentregeling.
* Werkgevers die onder de betreffende
CAO vallen, zijn verplicht om voor iedere medewerker pensioenpremie te betalen. De werkgever betaalt de hele premie en verhaalt deze (gedeeltelijk) op de werknemer.
Is pensioen verplicht voor alle werknemers?
De Pensioenwet gaat uit van de gedachte dat een werkgever de vrijheid heeft om zelf te bepalen of hij een werknemer een aanbod doet tot het sluiten van een Pensioenovereenkomst. Vervolgens heeft de werknemer dan de keuze of hij dit aanbod wil aanvaarden of niet. In eerste aanleg kunnen werkgever en werknemer dus gezamenlijk beslissen of de betreffende werknemer deelnemer wordt in de pensioenregeling.
Het kan echter ook zo zijn dat de werkgever in de Uitvoeringsovereenkomst met een verzekeringsmaatschappij heeft afgesproken dat alle werknemers verplicht zijn om deel te nemen aan de pensioenregeling. Bij het afsluiten van een pensioenregeling bij een verzekeringsmaatschappij zal een werkgever dus vooraf moeten bedenken of er sprake gaat zijn van een verplichte deelname. Indien hij hiervoor kiest, kunnen de werknemers geen afstand doen van de geldende pensioenregeling.
Indien een werkgever slechts voor een gedeelte van zijn werknemers een pensioenregeling wil treffen dan biedt de wetgeving hiervoor voldoende mogelijkheid. Hij zal dit dan wel goed moeten vastleggen in de Uitvoeringsovereenkomst.
Verder zal hij bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst duidelijk moeten aangeven of hij de deelnemer een aanbod tot het sluiten van een pensioenovereenkomst doet.
Staat het de werkgever nu vrij om naar willekeur te bepalen wie er wel en wie er geen deelnemer worden in de pensioenregeling? Nee, hij moet zich wel aan diverse wettelijke bepalingen houden.
- De Pensioenwet kent een zogenaamde groepsdefinitie op basis waarvan de werkgever de deelname aan de pensioenregeling kan beperken tot een groep van werknemers. Er zal dan sprake moeten zijn van een zuivere vaststelling wie er wel en niet tot de genoemde groep behoort. Het gaat hierbij dan niet om de functietitel maar om de inhoud van de werkzaamheden.
- Ook bestaat nog de mogelijkheid om iemand die tot de groep behoort toch uit te sluiten van de pensioenregeling indien dit van te voren maar heel goed is gecommuniceerd met de werknemer en er geen strijdigheid optreedt met de bepalingen uit de Wet Gelijke Behandeling.
- Het uitsluiten van werknemers mag volgens de Pensioenwet niet gebeuren vanwege het feit dat de werknemer parttime werkzaam is. Ook mag de opname niet achterwege blijven op grond van een leeftijd vanaf 21 jaar.
- De Wet Gelijke Behandeling verbiedt onderscheidt op basis van diverse grondslagen. Hierbij kan gedacht worden aan geslacht, nationaliteit en burgerlijke staat. Het gaat er dan wel slechts om dat gelijke gevallen gelijk behandeld worden. Ook is het mogelijk dat er in de betreffende casus sprake is van een geoorloofde discriminatie.
- De vraag of alle werknemers verplicht deelnemer zijn in de pensioenregeling kan in bepaalde situaties ontkennend worden beantwoord. Wel is het in deze situaties essentieel dat zaken goed worden vastgelegd en gecommuniceerd met de betreffende werknemer!
Witte vlek
Onder de witte vlek verstaan we de werknemers zonder een pensioenregeling die uitgaat van de werkgever (tweede pijler). Dit kunnen zowel werknemers zijn die wel werkzaam zijn bij een bedrijf dat een pensioenregeling aanbiedt maar die niet deelnemen aan deze pensioenregeling, als werknemers die werken bij een bedrijf dat geen pensioenregeling aanbiedt. De bedrijven die geen pensioenvoorziening kennen die van de werkgever uitgaat, worden witte werkgevers genoemd.
Collectieve pensioenvoorziening
Naar schatting heeft het overgrote deel van de organisaties in Nederland (90%) een collectieve pensioenvoorziening voor de medewerkers afgesloten. In zeven op de tien organisaties gaan medewerkers tussen de 60 en 65 jaar met pensioen. Opmerkelijk is dat in 21% van de organisaties het pensioen al vóór het 60e jaar kan beginnen. Maar in 11% van de organisaties wordt gewoonlijk doorgewerkt tot het 65e jaar. Werknemers die geen pensioenregeling hebben, werken vaak in een klein bedrijf met tien of minder werknemers.
Werknemer blij met verplicht pensioen
Drie van de vier Nederlandse werknemers zijn blij dat hun werkgever automatisch een pensioenregeling aanbiedt. Zij zijn het ermee eens dat ze verplicht pensioen opbouwen bij hun baas en dat niet zelf hoeven te regelen. Dat blijkt uit onderzoek van Aegon naar de pensioenvoorbereiding van mensen in loondienst.
Anders is dat bij de verplichting om het pensioen bij een specifiek pensioenfonds of verzekeraar op te bouwen. 'Ik zie vooral bij jongeren een groeiende behoefte om zelf uit te maken bij wie ze pensioen opbouwen. Veel werkgevers zijn nu verplicht om hun regeling te laten uitvoeren door een bedrijfstakpensioenfonds. Ik verwacht op den duur een stelsel waarin de keuze voor een pensioenuitvoerder vrij is.'
Een ander opvallende uitslag van het onderzoek is dat deeltijdpensioen - dat is op latere leeftijd eerst enkele dagen per week met pensioen gaan - de nieuwe norm lijkt te gaan worden. Meer dan de helft van de werknemers verwacht straks geleidelijk met pensioen te gaan of zelfs gewoon door te werken na hun 67ste.
Collectief pensioen niet veel beter dan individueel
Ongeveer 80% van de pensioenen in Nederland is collectief geregeld, omdat deelnemers beter af zouden zijn als ze samen risico’s delen. Het voordeel van collectief sparen ten opzichte van sparen met een individueel potje is echter helemaal niet meer zo groot, stellen het Centraal Planbureau (
CPB) en onderzoeksnetwerk Netspar in een rapport.
Het voordeel van een collectieve regeling op de jaarlijkse oudedagvoorziening (inclusief
AOW) ten opzichte van een goed ingerichte individuele regeling nog maar maximaal 3% is. Dit komt vooral door de vergrijzing. Hierdoor is de mogelijkheid kleiner om schokken op de markt te delen over verschillende generaties.
Weggaan bij pensioenfonds dat slecht presteert?
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (
SCP) deed onderzoek (2015) onder 1000 werknemers en zelfstandigen. Doel was te onderzoeken hoe werkenden denken over ons pensioenstelsel.
Al eerder was duidelijk dat het pensioenstelsel, gebaseerd op onderlinge solidariteit, op losse schroeven staat. Daar zijn een aantal redenen voor;
- de flexibilisering van de arbeidsmarkt is wijd verbreid. Kortere arbeidsovereenkomst maken dat de onderlinge binding met de andere werknemers niet meer vanzelfsprekend is;
- de vergrijzing werkt niet in het voordeel van jongeren, zij profiteren minder dan ouderen van de deelname aan een pensioenfonds. Denk hierbij aan het verlagen van de belastingvrije premies voor jongeren, met als gevolg t.z.t. lagere pensioenen;
- jongeren gaan steeds later met pensioen. Omdat de pensioenleeftijd gekoppeld is aan de levensverwachting ligt het voor de hand dat de pensioenleeftijd over een aantal jaren ruim boven 67 jaar uitkomt;
- vanwege de problemen van menig pensioenfonds met de dekkingsgraad zullen jongeren kiezen voor dat fonds dat structureel beter presteert.
Nieuwe medewerkers een andere pensioenregeling
Het College van de rechten van de Mens oordeelde dat er geen verboden onderscheid werd gemaakt door een organisatie, die voor nieuwe werknemers, die op of na 1 juli 2013 in dienst traden een beschikbare premieregeling invoerde. Voor de zittende werknemers bleef de oude regeling gehandhaafd, zij het dat deze werd omgezet van een eindloonregeling naar een middelloon regeling. (College voor de rechten van de Mens 3-10-2016)
Meer pensioen opbouwen met een excedentregeling
De werkgever kan werknemers met een hoger inkomen als arbeidsvoorwaarde een excedentregeling bieden. Hiermee kunnen ze pensioen opbouwen boven het maximum dat voor het ‘gewone’ aanvullende pensioen geldt.
Bij een excedentregeling kan het zowel om ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen als arbeidsongeschiktheidspensioen gaan. Een excedentregeling kan worden ondergebracht bij een pensioenuitvoerder. Dat hoeft niet dezelfde uitvoerder te zijn als degene die de basisregeling uitvoert.
Meestal heeft een excedentregeling de vorm van een beschikbare premieregeling. Daarbij ligt de premie vast en hangt het uiteindelijke pensioen af van de beleggingsopbrengsten en de rentestand op de pensioendatum. (Bron en meer: PW,
16 aug. 2017)
Jongeren pleiten voor algemene pensioenplicht
Volgens de jongerenorganisaties van de coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie dreigt de hervorming te verzanden nu de deadline die het kabinet aan sociale partners had gesteld is verstreken zonder dat er resultaat is geboekt. De jongerenorganisaties hebben elkaar gevonden in een pleidooi voor de invoering van een algemene pensioenplicht, persoonlijke potten met behoud van solidariteit en beëindiging van de eenzijdige inkomensoverdracht van oud naar jong via de doorsneepremie.
In hun gezamenlijke verklaring stellen de partijen dat aanpassing van het stelsel nodig is omdat niet meer helder is wie waar aanspraak op kan maken, Nederland demografisch is veranderd en de aansluiting van het stelsel met de arbeidsmarkt is zoekgeraakt. “Belangrijke solidariteit moet gehandhaafd worden, maar aan onduidelijke anonieme potten moet een einde komen ’’. (Bron: VVP,
11 apr. 2018)
Automatische pensioenopbouw voor alle werkenden
Alle werkenden moeten automatisch een aanvullend pensioen opbouwen om te voorkomen dat er straks een grote groep pensioneerden met geldproblemen is. Dat zegt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) in het rapport ‘Rondkomen na pensionering, nu en in de toekomst’. Het Nibud voorziet in de toekomst een groeiende groep gepensioneerden die moeite heeft met rondkomen.
Volgens het instituut is het voor de consument moeilijk om vooruit te kijken en geld voor later apart te zetten. Ook verhuizen gepensioneerden niet zo makkelijk. Daarom pleit het instituut voor een verplichte pensioenopbouw voor alle werkenden, ook voor
ZZP’ers. Deze voorziening moet aan een aantal kwaliteitseisen voldoen zodat iedereen kan vertrouwen op een redelijke pensioenuitkering. (Bron en meer: Nibud,
4 okt. 2018)
Pensioenfonds Zorg en Welzijn doet proef met verplicht ZZP-pensioen
Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (
PFZW) heeft in haar jaarverslag aangekondigd een proef te gaan doen met verplicht pensioen ZZP’ers in de kunst- en cultuursector.
In 2018 is er een start gemaakt met een proef voor een verplicht pensioen voor iedereen in de kunst- en cultuursector, dus ook voor ZZP’ers. Het is een van de doelen van het
PFZW dat iedereen die werkt in de zorg en welzijn zich aansluit bij het pensioen. Kunst en cultuur is een klein onderdeel van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn, daarom kan er nu eerst met deze sector geëxperimenteerd worden. Er komt een pilot waar kunst- en cultuur-ZZP’ers verplicht pensioen opbouwen. Als de ZZP’ers toch op een andere manier al pensioen opbouwen, kunnen ze gebruikmaken van de zogenaamde opt out en hoeven ze toch niet verplicht pensioen af te dragen bij het
PFZW.
Het
PFZW wil in 2021 van start gaan met dit verplichte pensioen.
Is een pannenkoek een soort koek, of niet?
Die vraag heeft de rechtbank Rotterdam beziggehouden. Aanleiding was een conflict tussen het pensioenfonds voor de zoetwaren (waarbij werknemers in de zoetwarenindustrie verplicht zijn aangesloten) en een producent van pannenkoeken en poffertjes. Het fonds eiste ruim 8,5 miljoen euro aan achterstallige premie van de pannenkoekenfabrikant, die elders een pensioenregeling had getroffen. De fabrikant vindt dat hij niets te zoeken heeft bij zoetwaren.
Een pannenkoek is heel iets anders!
Want hij maakt geen koek maar pannenkoek, en dat is iets heel anders.
Het bedrijfsfonds haalde de Van Dale en Wikipedia aan om te onderbouwen dat pannenkoek wel degelijk onder ‘koek’ valt. De fabrikant liet een marktonderzoek doen, waaruit blijkt dat ongeveer 85 procent van de mensen pannenkoeken en poffertjes níet als koek beschouwt. Ingrediënten en bereidingswijzen gingen over en weer.
De kantonrechter besloot zelf te gaan kijken bij de pannenkoekenproducent en een koekfabriek. Hij concludeert dat er overeenkomsten zijn, maar de verschillen zijn toch groter. Pannenkoeken maak je bijvoorbeeld van vloeibaar beslag in plaats van deeg, je bakt ze in een pan en niet in de oven, je eet ze als zacht en warm gerecht, niet als iets lekkers bij de koffie en je koopt ze niet bij de banketbakker. Het pensioenfonds kreeg geen miljoenen toegewezen, maar draaide op voor de proceskosten van duizenden euro’s.
Meer weten?
Tijdelijk contract en uitsluiting pensioenregeling
De werkgever moet vaste en tijdelijke werknemers zoveel mogelijk gelijke arbeidsvoorwaarden bieden. Hoe zit dat dan bij een tijdelijk contract? Dan mag de werkgever niet uitsluiten van deelname aan een pensioenregeling. Wel kan hij ervoor kiezen geen pensioen aan seizoen werkers uit het buitenland aan te bieden. Zij kunnen dit pensioen niet meenemen naar land van herkomst. De werkgever moet dan wel een alternatieve regeling treffen, zoals extra loon betalen.
Booking.com is een reisagent en moet deelnemen in pensioenregeling, oordeelt hof
Reissite Booking.com moet zich aansluiten bij een pensioenfonds voor de reisbranche. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag bepaald. Het bedrijf verzette zich ertegen omdat het zich vooral als een internetbedrijf beschouwt.
Het hof oordeelt echter dat de site voor het boeken van accommodaties en hotelovernachtingen vooral een online reisagent is.
De zaak was aangespannen door pensioenfonds Bpf Reisbranche. Dat was het oneens met het standpunt van Booking.com dat ze niet deel hoefden te nemen in een fonds voor de reisbranche.
Bpf Reisbranche stelde dat Booking.com actief bemiddelt voor reizigers en daarmee een reisagent of reisorganisator is. Dan zou het ook verplicht mee moeten doen met het pensioenfonds van dit soort bedrijven.
Booking.com voerde aan dat het zelf niet actief betrokken zou zijn bij de overeenkomst tussen hoteliers en toeristen.
Het gerechtshof in Den Haag maakt uit de statuten, website, jaarstukken en algemene voorwaarden van Booking.com op dat het bedrijf wel degelijk betrokken is bij het bemiddelen over een overnachtingsplek voor reizigers. Daar valt voor het gerechtshof ook de software van Booking.com onder.
De zaak over deelname aan een pensioenfonds duurt al jaren.
In eerdere uitspraken kreeg Booking.com gelijk. Nu het gerechtshof de boekingssite na jaren ongelijk geeft, geldt de uitspraak met terugwerkende kracht vanaf 1999.
Het moederbedrijf van Booking.com schat dat de uitspraak leidt tot een extra kostenpost van 405 miljoen euro
Ga terug naar Pensioen (inleiding).