Pensioenleeftijd omhoog naar 68 jaar: neem tijdig de juiste maatregelen
Opinie | ma 14 aug 2017 | Auteur: Pieter Marres | Trefwoorden: Pensioen, Pensioenleeftijd, Waardeoverdracht, Beleggingsprofiel
Designed by Freepik
Uw organisatie heeft een bedrijfspensioen en daarom heeft u onlangs een bericht ontvangen van uw pensioenverzekeraar. En was het allemaal duidelijk? Met ingang van 1 januari 2018 gaat de pensioenrichtleeftijd van uw pensioenvoorziening omhoog van 67 naar 68 jaar. Wat betekent dit voor u als werkgever? In dit artikel leest u daar meer over. Tevens geven wij u tips waarmee u deze arbeidsvoorwaardelijke aanpassing de komende maanden tot een goed einde kunt brengen.
Wat zijn de gevolgen?
Met het verhogen van de pensioenleeftijd wordt een belangrijke (en kostbare) arbeidsvoorwaarde van uw medewerkers aangepast. Dit betekent meestal dat u instemming nodig heeft van uw ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. Door de aanpassing ontstaat er een groter “gat” tussen de (standaard) ingangsdatum van uw bedrijfspensioenregeling enerzijds en de
AOW-leeftijd anderzijds. In 2017 is dit “gat” 15 maanden (bedrijfspensioen 67 jaar minus
AOW 65,75 jaar), in 2018 wordt dit “gat” zelfs vergroot naar 24 maanden (bedrijfspensioen 68 jaar minus
AOW 66 jaar).
Tips: algemeen
Tip 1: Begin nu
De ervaring leert dat dit soort wijzigingstrajecten tijd vergen. Pensioen is voor uw ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging geen dagelijkse kost. Verschaf tijdig inzicht wat de wijziging betekent voor de oudedagsvoorziening van uw personeel, zowel qua opbrengsten als qua kosten.
Als er dan toch weer wat moet wijzigen, dan is nu het moment om dat te doen!
Tip 2: Sla twee vliegen in 1 klap
Was u toch al van plan om uw pensioenregeling vanuit strategisch perspectief tegen het licht te houden? Was u toch al bezig met het ontwikkelen van een visie hoe u uw werknemers vitaal houdt tot de pensioendatum? Als er dan toch weer wat moet wijzigen, dan is nu het moment om dat te doen!
Tips als u een garantiepensioen heeft
U heeft een garantiepensioen (jargon: "
DB-regeling") als uw medewerkers elk jaar een deel van hun pensioenuitkering opbouwen, bijvoorbeeld 1.875% van het salarisdeel boven de franchise.
Tip 3: Check de kosten
Verschuift alleen de pensioenleeftijd en blijft de regeling verder gelijk? Dan zou de premie met ca. 4% moeten dalen. Uw verzekeraar keert immers een jaar later uit.
Tip 4: Communiceer
Leg uw medewerkers uit dat de verhoging van de pensioenleeftijd alleen geldt voor de pensioenen die vanaf 2018 worden opgebouwd. Voor de pensioenen die daarvoor zijn opgebouwd blijft de oorspronkelijke ingangsdatum in principe in tact. Dit betekent dat veel van uw medewerkers vanaf 2018 geconfronteerd worden met maar liefst 4 verschillende pensioenleeftijden: 65 jaar, de
AOW-leeftijd, 67 jaar en 68 jaar! Door middel van omrekening wordt alles uiteindelijk omgezet naar 1 pensioenleeftijd.
Voorbeeld: stel dat een 67 jarige medewerker heeft besloten om met pensioen te gaan met 67 jaar en 3 maanden. De
AOW is al ingegaan op 65,75 jaar maar met de 3 opgebouwde bedrijfspensioenen is geschoven om deze naar één leeftijd te brengen: deze medewerker stelt de pensioenen die hij/zij heeft opgebouwd op 65 jaar en 67 jaar uit (met resp. 2,25 jaar en 0,25 jaar). De pensioenen hij/zij heeft opgebouwd op 68 jaar worden juist met 0,75 jaar vervroegd. Op die manier gaat het volledige bedrijfspensioen (excl.
AOW!) in op de gewenste leeftijd van 67,25 jaar. In algemene zin levert uitstellen een hoger pensioen op, terwijl vervroegen het pensioen juist verlaagt.
Tips als u een beleggingspensioen heeft
U heeft een beleggingspensioen (jargon: "
DC-regeling") wanneer uw medewerkers voor hun pensioen sparen in een eigen beleggingspotje. De pensioenuitkering die uw medewerkers daar uiteindelijk voor ontvangen is onzeker en hangt o.a. af van de marktomstandigheden, zowel tijdens het werkzame leven als op de pensioendatum.
Tip 5: Check de kosten
Verschuift alleen de pensioenleeftijd en blijft de regeling verder gelijk? Dan zouden de kosten niet veel meer dan 2% mogen stijgen. Dit heeft te maken met aanvullende verzekeringen die door het verschuiven van de pensioenleeftijd 1 jaar langer moeten doorlopen.
Tip 6: Let op de gevolgen voor bijsparen.
Kunnen uw medewerkers in de huidige regeling zelf (bruto) bijsparen voor een hoger pensioen? Dan kan het zijn dat deze bijspaarruimte wijzigt.
Tip 7: Let op eventuele aanpassing van het beleggingsprofiel
Ook bij een beleggingspensioen heeft de aanpassing gevolgen die veel van uw medewerkers niet direct zullen doorzien. Het verhogen van de pensioenrichtleeftijd kan bijvoorbeeld leiden tot een aanpassing van het beleggingsprofiel. Medewerkers die uit dienst gaan lopen een (beperkt) risico dat hun gespaarde kapitaal bij een waardeoverdracht door de nieuwe verzekeraar wordt afgeroomd. Ook op de pensioendatum is dit (beperkte) risico aanwezig. Tevens kunnen zij een deel van hun kapitaal opnieuw doorbeleggen. Dat kan gunstig uitpakken, maar brengt ook risico’s met zich mee.