Rekenrente

Datum laatste wijziging: 18 maart 2025  |  Trefwoorden: , , , , , ,

Inhoud

  1. DNB dwingt pensioenfondsen tot onjuiste balansen
  2. Aan het pensioenakkoord (WTP) ging een eindeloze discussie over de rekenrente vooraf.

DNB dwingt pensioenfondsen onjuiste balansen op te stellen

Voor het jaarverslag 2021 werden de pensioenfondsen verplicht een rekenrente van ca 0,6% gebruiken.
Wanneer 3% rekenrente gebruikt zou zijn zouden de pensioenvoorzieningen (berekening van noodzakelijk vermogen in de toekomst) 50% tot 60% kleiner zijn geweest dan bij de huidige 0,6%. En bij een rekenrente van 4,2% (die tot 2007 bijna standaard werd gebruikt) zouden de pensioenvoorzieningen zelfs 70% kleiner zijn geweest.

Pensioenvoorziening

De pensioenvoorziening (een reservering) van pensioenfonds PMT was volgens de balans eind 2021 ruim € 95 miljard. Bij 3% rekenrente zou deze slechts ca. € 46 miljard bedragen. Hij staat dus € 49 miljard te hoog in de balans. Een reservering gaat ten laste van het eigen vermogen en staat dus € 49 miljard te laag in de balans.
Bij een rekenrente van 4,2% zou de pensioenvoorziening van PMT ruim € 30 miljard bedragen maar hij staat voor ruim drie keer dat bedrag in de balans. Bij een rekenrente van 4,2% zou het eigen vermogen van PMT € 65 miljard hoger zijn geweest.
Vergelijkbare verhoudingen gelden ook voor PME en het pensioenfonds voor de Bouw. Alles bijeen heeft de door DNB afgedwongen rentetermijnstructuur de reserves (eigen vermogens) van de pensioenfondsen € 1.100 tot € 1.400 miljard gekost. Deze getallen worden elk jaar groter.
Om dit geld uit handen van de Nederlandse of andere overheden te houden hebben wij aan de Ondernemingskamer van het Amsterdamse Hof gevraagd de jaarrekeningen van genoemde pensioenfondsen , PMT. PME en pensioenfonds Bouw te vernietigen en opnieuw te laten opstellen. In feite vragen wij daarbij om een verbod om de rentetermijnstructuur van DNB toe te passen.
DNB maakt vele slachtoffers met haar dwaze rentetermijnstructuur. Niet slechts pensioengerechtigden en premiebetalers maar ook de ondernemingen die het grootste gedeelte van de premies betalen. Financieel zijn dat de grootste slachtoffers maar emotioneel zijn natuurlijk de pensioengerechtigden en de werknemers de grootste slachtoffers.

Pieter Lakeman, voorzitter Stichting SOBI


Redactie: De DNB is ingevolge de Pensioenwet toezichthouder op de pensioenfondsen. M.a.w. moet samen met de Minister van Financiën beoordelen of de wet wel juist wordt toegepast. De DNB heeft zich echter al jaren een functie als beheerder aangemeten en verplicht samen met het Ministerie van Financiën daarnaast om voor de verplichtingen naar de toekomst een veel lagere rekenrente te hanteren dan de gemiddelde jaarlijkse rendement van het vermogen van 7%.
Niet alleen dat het vermogen dus onnodig wordt verlaagd, maar met een te lage rekenrente worden ook de pensioenen jarenlang niet verhoogd.

Aan het pensioenakkoord (WTP) ging een eindeloze discussie over de rekenrente vooraf.

Uiteindelijk kwam er een pensioencontract ‘zonder rekenrente’. Einde discussie.

Maar als actuarissen weten we wel beter. Natuurlijk is er nog een rekenrente, hij is alleen verstopt. En dat maakt het pensioenakkoord nodeloos ingewikkeld.

Waar is de rekenrente dan gebleven? Hij heeft plaats gemaakt voor vijf projectierendementen:
  1. Voor het berekenen van verwachte pensioenuitkeringen in goed, normaal en slecht weer.
  2. De premie nodig om de pensioendoelstellingen te halen, hangt af van het veronderstelde rendement.
  3. Berekend op een reëel rendement van 1,5%, wat neerkomt op een maximale premiegrens van 33%.
  4. Een hoger projectierendement geeft een hoger pensioen bij aanvang. Er komt een wettelijk maximum.
  5. Omzetten opgebouwd pensioen naar de nieuwe regeling begint bij de risicovrije rekenrente.
Wilde je de consument net voorbereiden op slechtere tijden, moet je verplicht communiceren dat het ‘beter’ gaat.
Deze projectierendementen zijn verschillend, maar kennen allemaal de ‘uniforme rekenmethodiek’ als basis. Daarin rekenen we tienduizend economische scenario’s door. Binnen pensioencommunicatie gebruiken we die methodiek al, en dat leidde dit jaar tot onuitlegbare resultaten.
De voorgeschreven rendementsverwachtingen en rentes gingen omlaag. Slecht nieuws voor verwacht pensioen. Maar volgens de uniforme rekenmethodiek ging het verwacht pensioen tot wel 10% omhoog. De omgekeerde wereld. Wilde je de consument net voorbereiden op slechtere tijden, moet je verplicht communiceren dat het ‘beter’ gaat.

Voorbode

Een voorbode wat ons straks te wachten staat. De discussie over de rekenrente is nu even voorbij, maar de prijs hiervoor is minder transparantie en uitlegbaarheid. Zou het niet slim zijn om nu nog één keer de discussie over de rekenrente op te pakken. Om gewoon één nieuwe rekenrente af te spreken. Want anders hebben we zo meteen vijf discussies, over de vijf nieuwe rekenrentes. En zoals we allemaal weten: goede verstopplekjes zijn, als je het spel vaker speelt, steeds moeilijker te vinden.

Artikel geschreven door drs. Agnes Joseph AAG