Zowel in de oude situatie als onder de Werkkostenregeling zijn vergoedingen voor schade onder en tijdens het werk onbelast
Uitkeringen wegens schade of verlies van persoonlijke zaken (bijvoorbeeld kleding) zijn vrijgesteld van loonheffing. Voorwaarde is dat de schade of verlies moet zijn ontstaan door een bijzondere gebeurtenis die samenhangt met de dienstbetrekking.
Voor zover de vergoeding wegens verlies van persoonlijke zaken tijdens diensttijd wél tot het loon behoort (bijvoorbeeld diefstal van geld), moet de werkgever eindheffing toepassen.
Uitkeringen aan werknemers ter vergoeding van schade die in het algemeen niet wordt verzekerd, behoren tot het loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen en de Zvw, maar niet tot het loon voor de werknemersverzekeringen. Over deze uitkeringen moet eindheffing plaatsvinden. Het gaat bijvoorbeeld om vergoedingen voor schade bij overstromingen of aardbevingen
Volgens de wet moet de werkgever de schade vergoeden die zijn werknemer (en ook niet-ondergeschikten zoals freelancers) lijdt bij de uitoefening van zijn werkzaamheden. De werkgever ontloopt zijn aansprakelijkheid alleen als hij bewijst dat hij aan al zijn veiligheidsverplichtingen heeft voldaan, of dat er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Onder dit wetsartikel vallen niet alleen bedrijfsongevallen, maar ook beroepsziekten, zoals RSI. Ook kan de werkgever aansprakelijk worden gesteld voor schade die bijvoorbeeld ontstaat tijdens een kantooruitje.
Een werkgever heeft de plicht ervoor te zorgen dat de werknemer zijn arbeid onder zo veilig mogelijke omstandigheden kan verrichten, we noemen dit de zorgplicht. Van de werkgever worden alle inspanningen verwacht die redelijkerwijs van hem mogen worden verwacht voor een veilige werkplek.
De zorgplicht houdt ook in dat de werkgever verplicht is de schade opgelopen tijdens de werkzaamheden te vergoeden, tenzij hij kan aantonen dat:
NB: In veel gevallen is de verantwoordelijkheid van de werkgever en werknemer geregeld in een PersoneelsGids of afzonderlijke reglementen.
In 2011 heeft de Hoge Raad in een arrest gewezen op de verhouding tussen de zorgplicht van de werkgever op grond van artikel 7:658 BW en mogelijke eigen schuld van de werknemer bij bedrijfsongevallen (Hoge Raad 24 juni 2011, JAR 2011/192).
Dezelfde Hoge Raad heeft in uitspraken (zie bijv. 1 februari 2008, JAR 2008/57) aangegeven dat de werkgever er voor zorg dient te dragen dat de werknemer behoorlijk is verzekerd indien diens werkzaamheden ertoe kunnen leiden dat hij betrokken raakt bij een verkeersongeluk tijdens het werk.
En als klap op de vuurpijl oordeelt de Hoge Raad dat op een werkgever niet slechts een zorgverplichting rust ten aanzien van de plaats waar de werknemer zijn werkzaamheden verricht, maar ook ten aanzien van andere plaatsen waar de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden komt en die niet als arbeidsplaats kunnen worden aangemerkt, zoals bijvoorbeeld de openbare weg in het geval waarin de werknemer deelneemt aan het verkeer. Zie voor meer informatie de site van burgers-schade.nl.
Gerichte vrijstelling
Vergoedingen en verstrekkingen wegens schade aan of verlies van persoonlijke zaken van de werknemer (bijvoorbeeld kleding) zijn geen loon. Voor deze vrijstelling geldt een voorwaarde: de schade of het verlies moet zijn ontstaan door een bijzondere gebeurtenis die samenhangt met de dienstbetrekking. Zie Werkkostenregeling, Gerichte vrijgestelde kosten.
Voor zover de vergoeding of verstrekking wegens verlies van persoonlijke zaken tijdens diensttijd wél tot het belastbaar loon behoort, kan de werkgever deze vergoeding of verstrekking ook als eindheffingsloon onderbrengen in het forfait. Het voornoemde geldt ook voor uitkeringen aan werknemers ter vergoeding van schade die in het algemeen niet wordt verzekerd. Zie Werkkostenregeling, Overige kosten en voordelen in geld of natura onder forfait.