Uitkeringen en verstrekkingen uit fondsen die aan de dienstbetrekking zijn verbonden, behoren onder bepaalde voorwaarden niet tot het loon. Voorbeeld is het sociaal ondersteuningsfonds voor werknemers in financiële moeilijkheden.
Voorwaarden
voor de loonheffingen mag het niet gaan om uitkeringen en verstrekkingen voor adoptie en overlijden. Voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de bijdrage Zvw geldt bovendien dat het niet mag gaan om uitkeringen en verstrekkingen voor ziekte, invaliditeit en bevalling;
de werknemer heeft geen vrijgestelde aanspraak* op de uitkeringen of verstrekkingen;
de bij het fonds betrokken werknemers hebben de laatste vijf kalenderjaren minstens evenveel moeten hebben bijgedragen aan de middelen van het fonds als de werkgever. Heeft de werkgever tijdens de laatste vijf kalenderjaren meer bijgedragen dan de werknemers, dan geldt de vrijstelling niet.
* Uit jurisprudentie valt op te maken dat de werknemer wel een netto uitkering mag 'verwachten'.
Red.: Het komt er op neer, dat de werknemers minstens zoveel aan het fonds moeten bijdragen als de werkgever en er ook geen uitdrukkelijk recht op een uitkering mag bestaan. Iedere aanvraag zal opnieuw door het fondsbestuur moeten worden beoordeeld, waarbij de omstandigheden van de aanvrager bepalend kunnen zijn.
Personeelsfonds
De uitkeringen van een personeelsfonds kunnen het karakter hebben van het voornoemde, zie subrubriek Personeelsfonds.
Naslag
Meer informatie is te vinden in Handboek Loonheffingen. Ga naar subrubriek Loon- en inkomstenbelasting en klik bij Handboeken Loonheffingen op het door u gewenste jaar.