In een brief van staatssecretaris Klijnsma (SZW) aan de Tweede Kamer noemde zij vier doelen voor een toekomstige inrichting van het stelsel van aanvullende pensioenen in Nederland. In het Belastingplan 2016 werd dat nog eens bevestigd.
De vier doelen zijn:
Werknemers moeten voldoende pensioen kunnen opbouwen. Dit ook voor flexwerkers en zelfstandigen.
Overgang naar een nieuwe op actuarieel correcte systematiek van de pensioenopbouw, de voorlopige voorkeur gaat uit naar een systeem van degressieve pensioenopbouw. Het kabinet zal in overleg met sociale partners en de pensioensector de mogelijkheden van een evenwichtige transitie* verkennen. Daarbij gelden onder andere budgettaire, juridische, fiscale en institutionele randvoorwaarden en zijn ook de inkomens- en arbeidsmarkteffecten van belang.
Het nieuwe systeem moet ervoor zorgen dat de premie in verhouding staat tot de pensioenaanspraken en dat er geen herverdeling is tussen leeftijdsgroepen.
Er moeten moderne pensioenovereenkomsten komen die de sterke punten van bestaande uitkering- en premieovereenkomsten combineren. En er moeten meer keuzemogelijkheden komen, zodat de pensioenregeling beter aansluit bij de wensen van de deelnemer.