Voor iedereen en in het bijzonder voor de werknemer die via zijn organisatie niet voor pensioen kan sparen of een pensioenbreuk heeft, bestaat uiteraard de mogelijk dit zelf ter hand te nemen. Dit kan hij doen door het afsluiten van een levensverzekering, koopsompolis, lijfrenteverzekering*** en andere namen voor veredelingsproducten. Als regel zal de deelnemer het jaarlijks gestorte bedrag niet op zijn inkomstenbelasting in mindering kunnen brengen. Daar staat tegenover dat hij over de uitkering van de verzekering die hij vanaf 65 jaar zal ontvangen geen inkomstenbelasting hoeft te betalen (mogelijk wel vermogensbelasting via box 3, zie rubriek Vermogensbelasting (tabellen)). Dit wordt aangeduid als saldo-methode.
*** Met een lijfrenteverzekering betaalt men maandelijks of jaarlijks een premie. Aan het einde van de verzekerde periode ontvangt de persoon een periodieke uitkering. Dat heet een lijfrente. Wordt het bedrag in één keer betaald, dan noemt men dat een koopsom.
Sinds 1 januari 2008 mag de werknemer zijn lijfrentepolis omzetten naar een lijfrentebankspaarrekening (ook wel banksparen genoemd), zodat hij geen beleggingsrisico meer loopt. De stortingen blijven fiscaal aftrekbaar.
De bancaire varianten van de lijfrenteverzekering sluiten grotendeels aan bij de bestaande verzekeringsvarianten: de levenslange oudedagslijfrente, de tijdelijke oudedagslijfrente en de nabestaandenlijfrente. Belangrijk verschil is echter, dat de bancaire lijfrentevormen levensonafhankelijk zijn in tegenstelling tot de lijfrenten bij een verzekeraar. De duur van de uitkering is dus niet afhankelijk van het leven van de rekeninghouder.
Andere bijzonderheden zijn:
Het grootste pensioenprobleem van Nederlandse multinationals is dat regels voor belasting en vrijstelling van pensioenpremies en pensioenuitkeringen tussen landen verschillen. Dat zei Gijs van Bussel, hoogleraar strategisch beloningsbeleid aan Nyenrode en partner bij PwC op het European Pension Debate (EPD) in Tilburg.
Hij baseerde zich op een enquête onder verantwoordelijken voor beloningsbeleid bij Nederlandse multinationals. Ook overdracht van pensioenkapitaal naar andere landen en verschillen in sociale zekerheid vinden zij problematisch. Het bedenken van nieuwe regels is volgens Van Bussel geen oplossing, omdat mensen altijd wegen zullen zoeken om die te omzeilen. Hij pleit voor flexibiliteit. (Bron: IP Nederland, 20 mrt. 2014)
Nederlandse bedrijven hebben het afgelopen decennium miljarden betaald om van de risico's op hun pensioenregelingen af te komen. Om niet langer op te draaien voor tegenvallers bij hun pensioenfonds, werd in totaal zo'n 3 miljard euro geïnvesteerd. Dat blijkt uit een berekening van het Financieele Dagblad. Onder meer ING, Philips en Akzo Nobel kochten risico's op pensioenfondsen af. Zij willen niet langer de rekening krijgen voor tegenvallende beleggingsrendementen of het feit dat mensen ouder worden dan verwacht.
Door de crisis is duidelijk geworden dat kosten voor pensioenregelingen fors op kunnen lopen als het economisch tegenzit. Sinds een paar jaar moeten bedrijven deze risico's op hun balans zetten. Om dit te voorkomen proberen steeds meer ondernemingen de risico's naar werknemers te verleggen. (Bron: De Telegraaf, 31 mrt. 2014)
Dick Sluimers, de topman van pensioenuitvoerder APG, verdient ruim zes ton. Dat is volgens staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken “een zeer hoog salaris”. Staatssecretaris Klijnsma zegt dat in een interview met
De Telegraaf, 29 dec. 2015. Met de uitspraak wil ze de discussie op gang brengen over de beloningen in de pensioensector.
Ondernemingspensioenfondsen (OPF’n) in 10 jaar 60% gedaald
Ontwikkeling aantal pensioenfondsen in Nederland |
Soort/aantal
pensioenfondsen |
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
Ondernemingspensioenfonds |
643 |
597 |
543 |
474 |
414 |
359 |
323 |
292 |
279 |
246 |
Bedrijfstakpensioenfonds |
103 |
96 |
95 |
87 |
82 |
77 |
74 |
72 |
69 |
58 |
Beroepspensioenfonds |
12 |
12 |
12 |
13 |
12 |
12 |
12 |
12 |
11 |
11 |
In het overzicht is de daling goed te zien. De verwachting is dat er uiteindelijk 100
OPF'n zullen overblijven. (Bron: Pensioen Perspectief)
Pensioensector omarmt duurzaam beleggen
De Pensioenfederatie heeft aangekondigd om te gaan onderzoeken hoe meer tastbare resultaten kunnen worden bereikt in maatschappelijk verantwoord beleggen. Volgens de toekomstverkenning is er niet alleen momentum om de lat nu hoger te leggen, maar dient dit ook het belang van zowel de samenleving, de overheid als ook de pensioensector zelf. Dat betekent dat de overheid en de sector elkaar hierin moeten versterken, maar ook elkaar scherp moeten houden door monitoring van concrete resultaten bij voorkeur middels een onafhankelijke commissie.
Als pensioenfondsen samen een meer duurzaam beleggingsbeleid ontwikkelen, zou de sector aanzienlijk meer maatschappelijke en financiële waarde kunnen creëren. Dat is de kern van de toekomstverkenning van De Groene Zaak en Sustainable Finance Lab (SFL). De Pensioenfederatie stemt in belangrijke mate in met de toekomstverkenning en onderkent de noodzaak van duurzaam beleggen. (Bron: VVP, 12 mei 2016)
Gebrek aan kennis zorgt voor onnodig wantrouwen in pensioenstelsel
Het gebrek aan kennis dat het gebrek aan vertrouwen voedt, spitst zich volgens het onderzoek met name toe op de vraag wat er met de premie van de deelnemer gebeurt. Hierover blijken volgens de Pensioenfederatie een aantal misverstanden te bestaan. Onder meer: bijna 80% van de ondervraagden is er van overtuigd dat het Nederlandse pensioenstelsel een omslagstelsel is. Dat wil zeggen dat deze werknemers denken dat van hun pensioenpremie de pensioenen van de huidige gepensioneerden worden betaald. Door dit misverstand maken vooral veel jongeren zich zorgen of er straks nog wel pensioen voor hen is. Die zorgen zijn volgens de Pensioenfederatie onnodig, omdat de premie niet wordt uitbetaald aan de huidige gepensioneerden, maar apart gezet en belegd voor de pensioenen van straks.
Persoonlijke pensioenrekening voor alle Nederlanders
Een persoonlijke pensioenrekening voor elke Nederlander. Dat is een van de aanbevelingen uit het position paper voor een toekomstbestendig pensioenstelsel van de AFM.
Met een persoonlijke pensioenrekening is eenvoudig duidelijk te maken hoeveel pensioen een deelnemer heeft opgebouwd, stelt de AMF. "Ook kan een deelnemer zijn pensioen makkelijker meenemen bij het wisselen van baan. Dit zorgt voor meer inzicht in de eigen pensioenopbouw en flexibiliteit. Het opbouwen van pensioen vindt nog wel plaats binnen een collectief. Dit maakt het mogelijk om de kosten laag te houden en een aantal risico’s samen op te vangen." Bron: VVP, 24 jun. 2016)
Website governance pensioenfondsen
Swalef Pensioenjuristen en Academie heeft de informatie
website Governance gelanceerd voor bestuurders van pensioenfondsen. Monica Swalef: 'De Wet versterking bestuur pensioenfondsen trad op 1 juli 2014 in werking. In de twee jaar die volgden zijn er aanvullingen gekomen op de wet, maar er is ook veel geschreven en gediscussieerd over de wet. Erg belangrijk om overzicht te hebben en te behouden van deze ontwikkelingen. Ook de komende evaluatie van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen in 2017 wordt te zijner tijd uitvoerig belicht op deze website.' (Bron: VVP, 6 sep. 2016)
Draagvlak pensioenstelsel weg
Ruim zeven op de tien Nederlanders wil af van het huidige, collectieve pensioenstelsel, zo blijkt uit onderzoek van ABN Amro MeesPierson onder 1171 Nederlanders vanaf 18 jaar.
8 september 2016 Uit het onderzoek blijkt dat 42% de voorkeur geeft aan een individuele pensioenopbouw en 33% aan een combinatie van collectieve en individuele opbouw. Een kwart van de respondenten wil het collectieve pensioenstelsel in stand houden.
Masha Bril, pensioenexpert bij ABN Amro MeesPierson: "Uit het onderzoek blijkt dat onze maatschappij steeds meer op het individu gericht is. Dat solidariteit in ons pensioenstelsel door slechts weinigen nog belangrijk wordt gevonden, is daar een treffend voorbeeld van. Tegelijkertijd wil wel een overgrote meerderheid verplichtstelling van pensioenopbouw. Daarin lijkt een tegenstelling verborgen. Of wellicht ook weer niet, want mogelijk wil het individu juist verplichtstelling uit eigenbelang. Als iedereen pensioen moet opbouwen, wordt voorkomen dat het individu financieel opdraait voor de latere lasten van anderen. Aan de andere kant - hoewel de cijfers op het eerste oog dus anders lijken te beweren - is het niet per definitie ieder voor zich. Want van de ondervraagden wil 25% een collectief stelsel en 33% een deels collectief stelsel om pensioen op te willen bouwen." (Bron: VVP, 8 sep. 2016)
Redactie: Het blijkt dat veel betrokkenen reageren op onjuiste en onvolledige berichten van zogenaamde experts. Zou men de feiten beter kennen, dan zou het onderzoek vermoedelijk heel andere resultaten geven. Lees bijvoorbeeld een eerdere publicatie en vraagt u zich dan af, wie er belang bij heeft om de Pensioenfondsen te privatiseren. https://www.hr-kiosk.nl/hoofdstuk/pensioen/we-hebben-helemaal-geen-pensioenprobleem-maar-ook
In pensioensector wordt steeds duurzamer belegd
De groei manifesteert zich op verschillende vlakken, aldus DNB. "Het aantal pensioenfondsen dat duurzaam belegt neemt toe, het aanbod in duurzame beleggingsproducten groeit en de manieren waarop fondsen invulling geven aan hun (duurzame) beleggingsbeleid is aan het verbreden."
Duurzaamheid is op de agenda gekomen als onderdeel van de risicobeheersing én als goede en kansrijke investering. (Bron: DNB, 26 sep. 2016)
Aegon lanceert uitkerend beleggingspensioen
Aegon speelt op de nieuwe situatie in met het Uitkerend Beleggingspensioen. De hoogte van het pensioen wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld en is afhankelijk van het beleggingsrendement, de rente en de levensverwachting. Het pensioenkapitaal wordt belegd in een mix van drie beleggingsfondsen, waarbij ongeveer twee derde wordt belegd in zakelijke waarden, zoals aandelen en onroerend goed. Zakelijke waarden zijn risicovoller, maar bieden tegelijk meer kans op een hoger rendement.
Aegon kiest voor risicovoller beleggen om klanten een kans op een hoger pensioen te bieden. Bovendien geldt voor de meeste werknemers dat zij AOW en ander gegarandeerd pensioen krijgen. Van het totale inkomen na pensionering is dus maar een relatief klein deel afhankelijk van beleggingen. (Bron: VVP, 30 nov. 2016)
Wat als uw pensioenfonds wordt opgeheven?
Het aantal pensioenfondsen slinkt snel, in 1997 telde Nederland nog 1.060 pensioenfondsen, begin 2017 nog slechts 290. En van die 290 fondsen zijn er 30 financieel gezond. Honderdduizenden Nederlanders zijn noodgedwongen naar een ander pensioenfonds verhuisd, kort samengevat antwoorden op een aantal vragen over wat er dan met uw pensioen kan gebeuren:
- Waarom stoppen pensioen? Als regel vanwege financiële problemen. Hoe groter hoe beter, in verhouding drukken de kosten van personeel, ict, huisvesting en administratie dan minder.
- Wat zijn de gevolgen voor de pensioenen als een pensioenfonds wordt opgeheven? De pensioenregeling zal als beginsel ongewijzigd doorlopen.
- Waar gaat mijn pensioen heen als een pensioenfonds stopt? Tot voor kort naar een verzekeraar of een ander (groter) pensioenfonds. Gezien de strenge financiële eisen moesten verzekeraars hogere reserves aanhouden dan pensioenfondsen. Sinds 2016 kunnen verzekeringsmaatschappijen de beheerkosten op een andere manier beperken, namelijk door samen te werken in een algemeen pensioenfonds. Dat fonds verzorgt de beleggingen, de administratie en de uitvoering van meerdere pensioenregelingen.
- Zijn er nog andere opties als een pensioenfonds het niet meer kan bolwerken? Een fonds kan zich ook aansluiten bij een groter fonds, maar het is vaak niet zonder problemen. De financiële situatie van de twee fondsen moet min of meer gelijk zijn bij een fusie. In de praktijk houdt dat meestal in dat het fonds dat er het slechtste voor staat moet bijbetalen. Soms past het bedrijf dat zijn fonds laat fuseren met een groter fonds het verschil bij. Maar vaak ook niet en dan moeten de werknemers dat zelf doen.
- Nog een mogelijkheid? De aantrekkelijkste, dus favoriete, manier voor werkgevers om de financiële problemen van hun pensioenfonds op te lossen is het versoberen van de pensioenregeling. Dat kan door er een zogenoemde 'beschikbare premieregeling' van te maken. Steeds meer bedrijven met kwakkelende fondsen stappen daarom over op een 'beschikbarepremiepensioen' dat geheel afhankelijk is van beleggingsresultaten. Vallen die tegen, dan hebben de werknemers pech en krijgen ze later gewoon minder pensioen. De werkgever is niet langer (mede)verantwoordelijk voor het aanvullen van tekorten. (Bron en meer uitgebreid: De Volkskrant, 27 jan. 2017)
Behoefte aan Europees pensioen?
EU-burgers moeten op eigen houtje een pensioen kunnen opbouwen, ongeacht hun woonplaats in de Europese Unie. Om daarvoor te zorgen, lanceert de Europese Commissie het Pan-Europese Persoonlijke Pensioenproduct (PEPP).
Het PEPP moet het aantrekkelijker maken voor Europeanen om zelf een aanvullend pensioen op te bouwen, in de derde pijler. Dat betekent dat
EU-burgers naast de pensioenvoorziening van de staat (zoals de
AOW in Nederland) en naast de pensioenopbouw van een werknemer met zijn werkgever, ook vaker zelf voor extra pensioen moeten zorgen.
Omdat de EU sterk vergrijst, komt de pensioenvoorzieningen in de Unie onder druk te staan, zegt Euro-commissaris Dombrovskis. Het PEPP moet daar een oplossing voor bieden. Het product moet een aanvulling worden op de bestaande pensioenproducten, ook die in de derde pijler. Dombrovskis onderstreept dat PEPP niet als doel heeft pensioenregelingen op nationaal niveau, via werkgevers op of individueel niveau te vervangen of gelijk te trekken.
Volgens het Verbond van Verzekeraars is de Nederlandse pensioenmarkt al zo volwassen dat consumenten hier weinig behoefte zullen hebben aan het pan-Europese pensioenproduct. (Bron: Elsevier,
29 jun. 2017)
Fusies mogelijk voor bedrijfstakpensioenfondsen
Het kabinet wil het verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen makkelijker maken om te fuseren. Daarom krijgen deze pensioenfondsen de ruimte om hun pensioenvermogen na een fusie tijdelijk gescheiden te houden. Dat mag nu nog niet. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van staatssecretaris Klijnsma.
Bedrijfstakpensioenfondsen zijn op zoek naar schaalvergroting om hun uitvoeringkosten omlaag te brengen. Dat levert een beter pensioenresultaat op voor de deelnemers. Nu is fuseren voor bedrijfstakpensioenfondsen waar werknemers verplicht bij zijn aangesloten niet toegestaan als de dekkingsgraden van de fondsen ten tijde van de fusie te veel verschillen. Het kabinet wil deze hobbel wegnemen. verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen die willen fuseren krijgen daarom de mogelijkheid om alvast te fuseren met tijdelijk financieel afgescheiden vermogens en geleidelijk de dekkingsgraden naar elkaar toe te brengen, mits aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan ter bescherming van de deelnemers.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. (Bron: Rijksoverheid, 7 jul. 2017)
Verzekeraars tekenen akkoord over verantwoord beleggen
De Nederlandse verzekeraars hebben na twee jaar onderhandelen afspraken met maatschappelijke organisaties en de overheid gemaakt om problemen met mensenrechten en het milieu met hun beleggingen tegen te gaan. De afspraken zijn vastgelegd in een convenant. Deelname aan het convenant is in principe vrijwillig, maar de overheid heeft als stok achter de deur in het Regeerakkoord opgenomen dat dwingende maatregelen genomen kunnen worden als een convenant niet toereikend blijkt te zijn. Een twistpunt in de onderhandelingen waren de internationale activiteiten van de bedrijven. In het compromis dat is bereikt tekenen de houdstermaatschappijen van de verzekeraars met activiteiten in het buitenland, zoals NN Group en Aegon, niet het convenant maar een intentieverklaring.
Het pensioenadviesproces bestaat uit vier wettelijk verplichte fases:
- Inventariseren: inventariseren van het profiel van de werkgever, waaronder de financiële positie, kennis & ervaring en doelstellingen & risicobereidheid.
- Analyseren: vertalen van de inventarisatie naar een pensioenregeling en pensioenproduct.
- Adviseren: adviseren van een passend pensioenproduct op basis van de inventarisatie en analyse.
- Nazorg geven: tijdig informeren over wezenlijke wijzigingen in de informatie die tijdens het adviesproces is verstrekt aan de werkgever.
(Bron; PwC,
aug. 2018)
Fors minder pensioenfondsen
Aan het einde van de vorige eeuw telde Nederland nog zo’n duizend pensioenfondsen. Nu, bijna 20 jaar later, zijn er nog 230 fondsen over. Dat bleek uit cijfers van De Nederlandsche Bank (juli 2019). Van de huidige 230 fondsen hebben er al bijna 30 aangekondigd ook te gaan stoppen, om in pensioentaal te spreken "zijn in liquidatie".
Een van de belangrijkste redenen waarom pensioenfondsen stoppen, is dat het runnen van een pensioenfonds steeds ingewikkelder is geworden. De economie is complexer geworden, en daarmee ook beleggen en het beheren van de risico’s die daarbij horen.
Een andere oorzaak van de afname van het aantal pensioenfondsen is de toenemende wens om de kosten van pensioenuitvoering laag te houden. Bij kleine pensioenfondsen zijn de kosten per deelnemer vaak hoger dan bij grote fondsen.
Eigen tarieven en eigen levensverwachting verzekeraar bij pensioenaanbod
Een pensioenverzekeraar mag voor zijn pensioenaanbod afwijken van levensverwachting
CBS. Twee consumenten hebben afzonderlijk bij Kifid geklaagd over de verschillen die ze van de pensioenverzekeraar kregen voor een levenslang ouderdomspensioen. Tevergeefs, zie twee recente afspraken, GC
2019-596 en
597.
Kifid benadrukt ook dat het de consumenten vrij stond om elders een pensioenuitkering aan te kopen. “Anders dan bij een pensioen gebaseerd op een middelloon- of eindloonregeling, kunnen deze consumenten bij meerdere verzekeraars een offerte opvragen en op die manier kiezen voor een verzekeraar met het voor hen meest gunstige pensioen. Hiertegenover staat de vrijheid van de verzekeraar om een aanbod te doen op basis van door hemzelf vastgestelde tarieven en uitgangspunten.”
Redactie: voortaan dus vragen of de verzekeraar afwijkt van de levensverwachting van het CBS en waarom.
Minister stelt zelf commissie in voor nieuwe evaluatie Kifid
Minister Hoekstra stelt zelf de commissie in die de nieuwe evaluatie van Kifid gaat doen. Hoekstra tijdens het vragenuur in de Tweede Kamer in antwoord op vragen van SP-Kamerlid Alkaya. (Bron: VVP, jan. 2020)
ABP belegt in ‘corona-obligatie’
ABP belegt € 13 miljoen in een obligatie waarvan de opbrengst wordt gebruikt voor bestrijding van de corona-crisis. Daarbij gaat het onder andere om het verbeteren van de gezondheidszorg en de ondersteuning van mensen en bedrijven die getroffen worden door de (gedeeltelijke) lockdown van de economie.
Beleggingen in (semi-)overheidsobligaties vormen voor pensioenfondsen als
ABP de hoeksteen van de beleggingsportefeuille. Ze zorgen voor stabiliteit en spreiding in de portefeuille en zijn goed te verhandelen. Belangrijk is dat voor obligaties met een duurzame of sociale doelstelling dezelfde eisen gelden op het gebied van rendement, risico en kosten als voor alle andere beleggingen. (Bron:
ABP, 31 mrt. 2020)
ABP wil de CO2-voetafdruk van de aandelenportefeuille verder verminderen
Het is best een pittige doelstelling, want het wordt steeds moeilijker. De afgelopen vijf jaar konden we sneller voortgang boeken door minder te beleggen in CO
2-intensieve bedrijven. De komende vijf jaar gaan we de bedrijven die we nog over hebben aanspreken op hun CO
2-uitstoot. Die transitie breng je minder snel tot stand. Wel komen we in 2022 met nieuwe doelstellingen, in lijn met het nationale klimaatakkoord. Dan gaan we naast onze aandelenportefeuille de CO
2-uitstoot verminderen van de andere zaken waarin we beleggen, zoals leningen aan bedrijven, vastgoed of infrastructuur. Zo werken we stapje voor stapje toe naar ons einddoel: CO
2-neutraal in 2050.’ (Bron:
ABP,
6 mei 2020)
Streefcijferregeling geldt niet voor pensioenfondsen
Minister Van Engelshoven heeft op 19 mei 2020 naar aanleiding van een vraag van de vaste commissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bevestigd dat pensioenfondsen niet onder de nieuwe streefcijfersregeling vallen die het kabinet voorstelt in zijn reactie op het advies 'Diversiteit in de top. Tijd voor versnelling' (deel 1 en deel 2) van de
SER. Deze streefcijferregeling betreft grote naamloze vennootschappen (nv’s) en besloten vennootschappen (bv’s), ongeveer 5.000 bedrijven.
De meeste Nederlandse pensioenfondsen gebruiken de stichting als rechtsvorm, aldus de minister. Dit betekent dat de regeling op de meeste pensioenfondsen niet van toepassing is. De minister merkt daarbij op dat pensioenfondsen een eigen streefcijferregeling voor gender- en leeftijdsdiversiteit hebben. Op grond van de Code Pensioenfondsen geldt de comply-or-explain norm dat elk bestuur ten minste één vrouw en tenminste één man in het bestuur moet hebben en ten minste één iemand jonger dan 40 jaar oud en één iemand ouder dan 40 jaar oud. (Bron: Pensioen Federatie,
25 mei 2020)
Ga terug naar Pensioen (inleiding).