Toezicht op pensioenen

Datum laatste wijziging: 1 april 2021  |  Trefwoorden: , , , , , , , ,

Inhoud

  1. Toezicht van overheidswege op pensioenverzekeringen
  2. Uitstel tot ten minste 2015
  3. Het nieuwe pensioencontract of op naar individueel DC?
  4. Toegenomen arbeidsmobiliteit vraagt om eenvoudig pensioenstelsel
  5. Kamer pikt pensioenplan Brussel niet
  6. Onbenutte schaal- en efficiëntievoordelen bij kleine pensioenfondsen
  7. Ombudsman pensioenen
  8. Pensioenfondsen te weinig transparant over kosten

Toezicht van overheidswege op pensioenverzekeringen

Pensioenregelingen bieden de werknemer zekerheid op een gegarandeerd inkomen over het algemeen vanaf de dag/maand waarop hij de 65-jarige leeftijd bereikt tot de dag van overlijden. Bij de meeste fondsen was er anno 2006 een grote mate van zekerheid over de nominale uitkering, de indexatie hangt af van de ontwikkelingen op de financiële markten. Afhankelijk van de regeling men ook inkomenszekerheid bieden aan de nabestaanden, voor het geval de werknemer eerder overlijdt. De nieuwe, strengere regels voor het vaststellen van de vermogens van pensioenfondsen zijn vervat in het Financiële Toetsingskader (FTK). Het toetsingskader stelt eisen aan de financiële positie van pensioenfondsen, waardoor werknemers en gepensioneerden meer zekerheid verkrijgen over de (toekomstige) uitbetaling van hun pensioen. Pensioenfondsen moeten bovendien deelnemers beter informeren over hun opgebouwde pensioenrechten en over de aanpassing van pensioenen.

Uitstel tot ten minste 2015

Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken gaf aan dat de nieuwe regels, die in 2014 zouden moeten ingaan, zo complex zijn dat zij meer tijd nodig heeft om ze uit te werken.

"De uitwerking van de nieuwe wetgeving kost meer tijd dan aanvankelijk werd gedacht. Het gaat om zeer complexe materie en een belangrijk onderwerp waar ik graag zorgvuldig mee wil omgaan", verklaart de staatssecretaris. Klijnsma doet haar best om de regels in 2015 in te laten gaan.

Het doel van de nieuwe pensioenregels is dat de pensioenfondsen ook in de toekomst nog aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. De fondsen kunnen anders door de vergrijzing en de malaise op de financiële markten in de problemen komen.

Het uitstel valt niet bij iedereen in goede aarde. D66-Tweede Kamerlid Steven van Weyenberg is bezorgd over het uitstel: "Duidelijkheid over pensioenen is hard nodig om het vertrouwen van mensen te herstellen. De huidige economische krimp komt vooral door onzekerheid." Het kabinet moet volgens hem juist knopen doorhakken, dan weet iedereen waar hij aan toe is. (Bron: PowNed.tv)

Het nieuwe pensioencontract of op naar individueel DC?

Vanaf 1 januari 2015 wordt het huidige Financieel Toetsingskader (FTK) aangepast. De mogelijkheid bestaat dan om over te gaan naar een nieuw pensioencontract, het zogenaamde reële contract, met een geïndexeerde uitkering als uitgangspunt. Daarbij worden uitkeringen niet onvoorwaardelijk toegezegd. Bij tegenvallende beleggingsopbrengsten of langer leven dan voorzien zal de uitkering bijvoorbeeld lager uitvallen. Velen vragen zich af of het nieuwe contract wel toegevoegde waarde heeft, omdat de risico’s expliciet naar de fondsdeelnemers worden overgedragen. Een individuele Defined Contribution (DC)-regeling, ofwel een beschikbare premieregeling, lijkt immers een veel eenvoudigere oplossing, met uiteindelijk dezelfde pensioenuitkomsten. (Bron: Mercer, 17 apr. 2013)

Defined Benefit pensioenregeling ('DB-regeling')

Dit is een internationale aanduiding voor een pensioenregeling waarbij de pensioenuitkering vooraf al vastligt. In Nederland gaat het dan om eindloon- en middelloonregelingen. Daarin is de hoogte van het pensioen gekoppeld aan het salaris en aantal dienstjaren. De verschuldigde premie ligt in tegenstelling tot de DC-regeling dus bij aanvang van de overeenkomst niet vast, anders gezegd zijn de kosten onzeker. 

Toegenomen arbeidsmobiliteit vraagt om eenvoudig pensioenstelsel

Het pensioenstelsel is voor flexibele arbeidskrachten, ZZP-ers en bedrijven complex en ondoorzichtig. De pensioenregelgeving lijkt niet goed toegesneden op de toenemende mobiliteit op de arbeidsmarkt en de toename van flexibele arbeidsrelaties. Pensioenwet- en regelgeving, die voor de traditionele arbeidsovereenkomst is geschreven, gaat steeds meer knellen. Dat schrijft Actal (het Adviescollege toetsing regeldruk) na onderzoek in een advies aan de Minister en Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De complexiteit en regeldruk voor werknemer, ZZP-er en bedrijf kan met behulp van een aantal maatregelen fors worden verminderd. (Bron: Actal, 2 okt. 2013)

Kamer pikt pensioenplan Brussel niet

Nederland moet in verzet komen tegen de plannen van de Europese Commissie om zich te bemoeien met pensioenfondsen van lidstaten. De Tweede Kamer ging akkoord met een voorstel van Pieter Omtzigt van het CDA om 'de gele kaart te trekken'.

Omtzigt vindt dat het Nederlandse pensioenstelsel onze zaak moet blijven, vooral omdat het hier een vorm van sociale zekerheid is, die geregeld wordt via de arbeidsvoorwaarden. Ook hebben de Nederlandse pensioenfondsen samen gespaard als geen ander en moeten we zelf het beheer over die pot houden.

Daarbij vallen van de Europese plannen allemaal extra regels te verwachten. Een gevolg is volgens Omtzigt ook dat pensioenfondsen gemakkelijker uit ons land zouden kunnen verhuizen, waardoor er minder zicht op komt. Dat kan negatieve gevolgen hebben voor de zekerheid van het pensioen van de deelnemers en voor de heffing van Nederlandse belasting op de uitkeringen aan de verzekerden. (Bron: De Telegraaf, 14 mei 2014)

Onbenutte schaal- en efficiëntievoordelen bij kleine pensioenfondsen

Kleine pensioenfondsen kennen onbenutte schaalvoordelen in hun administratieve en
beleggingsactiviteiten. De optimale schaal van de administratie van pensioenfondsen is in de loop van de jaren sterk toe genomen, terwijl bij beleggen juist een omgekeerde trend is waar te nemen. Tussen de types pensioenfondsen lopen kostenniveaus uiteen. Binnen de grootteklassen komen grote onverklaarde verschillen in efficiëntie voor. (Bron: DNB, maart 2017)

Een goed functionerende pensioensector is van groot belang voor de huidige en toekomstige pensioen-uitkeringsgerechtigden evenals voor de werkgevers en werknemers die de pensioenpremies betalen. Het goed presteren van pensioenfondsen hangt in de eerste plaats af van haar beleggingsopbrengsten, maar ook de operationele kosten spelen een rol door dat zij jaarlijks terugkeren.

Eerder onderzoek – dat tot en met 2004 liep – duidde voor Nederland op omvangrijke ongebruikte schaalvoordelen bij kleine en middelgrote pensioenfondsen. Schaalvoordelen voor grote pensioenfondsen ontstaan onder meer doordat vaste kosten worden verdeeld over meer deelnemers. De hogere kosten van kleine pensioenfondsen zijn wel toegeschreven aan voordelen zoals meer dienstverlening en maatwerk, maar deze gedachtegang is weerlegd. Het aantal pensioenfondsen is in het afgelopen decennium gehalveerd, zodat de vraag rijst of de inefficiëntie inmiddels is verminderd. (Bron: Docplayer.nl, mrt. 2017)

Pensioenfondsen lopen miljarden mis door strenge regels

Pensioenfondsen lopen jaarlijks zeker 7 miljard euro mis, doordat ze gedwongen zijn te beleggen in Nederlandse en Duitse staatsleningen. Daardoor raakt verhoging van de pensioenen steeds verder buiten beeld.
Door de lage rente leveren Nederlandse en Duitse staatsleningen nauwelijks rendement op. De rente op een tienjarige Duitse staatslening staat op dit moment op 0,1 procent. ,,Zelfs de dertigjarige rente ligt onder het inflatieniveau'', zegt Eloy Lindeijer, beleggingsspecialist bij pensioenuitvoerder PGGM in een blog. PGGM belegt honderden miljarden namens pensioenfondsen, waaronder pensioenfonds PFZW. Kortlopende leningen hebben zelfs een negatieve rente.

Risicoloos

De Nederlandse pensioenfondsen beheren een gezamenlijk vermogen van zo'n 1400 miljard euro. Daarvan is gemiddeld een kwart belegd in risicoloze obligaties, Nederlandse en Duitse staatsleningen en renteswaps, instrumenten die beschermen tegen een lagere of juist hogere rente. ,,Op die beleggingen wordt soms maar 0,25 procent rendement gemaakt'', zegt een woordvoerder van PGGM.
Dat is bij lange na niet voldoende om de pensioenen te kunnen laten meestijgen met de inflatie. En hoe langer de rente laag blijft, hoe groter het probleem wordt. Oudere nog wel renderende staatsleningen worden steeds meer vervangen door nieuwe, waarover nauwelijks of geen rente wordt betaald.
De beleggingen in de vrijwel waardeloze leningen zijn geen vrije keuze van de pensioenfondsen. Zij moeten daarin beleggen op basis van afspraken in het Financieel Toetsings Kader (FTK), de rekenregels voor de pensioenfondsen. In het huidige stelsel zijn de pensioenaanspraken nog min of meer gegarandeerd. Om die garantie waar te maken, moet een deel van het pensioengeld risicovrij worden belegd. ,,Deze aanpak leidt ertoe dat het FTK alleen swaps en staatsleningen uit landen als Duitsland en Nederland beschouwt als 'risicoloze' belegging'', schrijft Lindeijer.
En dat kost de pensioenfondsen goud geld. Een ruwe berekening van PGGM laat zien dat pensioenfondsen jaarlijks 7 miljard euro mislopen. De Europese Centrale Bank heeft al laten weten dat de rente nog lang laag blijft, dus voorlopig zit er geen verbetering in voor de pensioenfondsen.
Sterker, de kans dat de pensioenen alleen maar meer koopkracht inleveren, wordt op deze manier steeds groter. ,,Pensioenfondsen missen zo niet alleen rendement op de korte termijn, ze hebben ook minder ruimte om op de lange termijn hun indexatieambitie te realiseren'', merkt Lindeijer op.
De beleggingsspecialist stelt dat er goede alternatieven zijn voor de pensioenfondsen; alternatieven die weinig risico en goede rendementen opleveren. Hij denkt aan investeringen in tolwegen en huurhuizen. ,,De energietransitie biedt ook nieuwe kansen, bijvoorbeeld bij de opslag van CO2'', voegt de woordvoerder toe.
Dergelijke investeringen leveren een veel beter rendement dan staatsleningen. Bovendien zijn het langjarige opbrengsten, en dat past goed bij pensioenfondsen. Die moeten over vele jaren pensioenen uitkeren. Dan is het prettig te weten hoe hoog de rendementen zijn. ,,En aan huurhuizen en tolwegen zitten nauwelijks risico's'', meent Lindeijer.
PGGM pleit niet voor een tussentijdse aanpassing van de regels. Het huidige FTK ziet erop toe dat pensioenfondsen niet te risicovol beleggen en dat is een goede zaak, zegt Lindeijer. Bovendien is het niet opportuun steeds de regels aan te passen.

Nieuw pensioenstelsel

De aanpassingen moeten komen als er een akkoord is over een nieuw pensioenstelsel. De bedoeling is dat in een nieuw stelsel de pensioenen minder gegarandeerd worden. Als het goed gaat met de rendementen, kunnen de pensioenen sneller omhoog. Als het tegenzit, wordt erop ook sneller gekort. In zo'n situatie kan een pensioenfonds ook minder risicoloos beleggen.
Daarmee gooit PGGM een nieuw argument in de strijd om de aanpassing van het pensioenstelsel: vasthouden aan het huidige stelsel zal onherroepelijk tot meer kortingen op de pensioenen leiden.
MN Services, dat zo'n 130 miljard euro belegt voor de metaalfondsen, kent het probleem. ,,De situatie wordt eerder erger dan beter'', zegt Hans Copini, hoofd obligatiebeleggingen. MN heeft zo'n 20 miljard in slecht renderende Duitse en Nederlandse staatsleningen zitten. ,,Als de regels veranderen, passen wij de beleggingen aan'', zegt Copini. (2019)

Ombudsman pensioenen

In 1995 ontstond de behoefte aan een onafhankelijke instelling om geschillen over pensioenen te behandelen. De Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) en Stichting Ondernemingspensioenfondsen (Opf) hebben toen gezamenlijk de Ombudsman Pensioenen in het leven geroepen. VB en Opf zijn met de Unie van Beroepspensioenfondsen gefuseerd in de Pensioenfederatie. Inmiddels zijn ook verzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI’s) bij de Ombudsman Pensioenen aangesloten.

In 2020 is mr. Henriëtte de Lange Ombudsman Pensioenen. Zij is benoemd voor 2 dagen in de week per 1 januari 2019. Vanwege de volstrekte onafhankelijkheid heeft zij al haar functies bij pensioenfondsen op 15 december 2018 neergelegd. (Bron: Ombudsmanpensioenen, 2020)

Hieronder vindt u enkele voorbeelden van zaken die bij de Ombudsman Pensioenen binnenkomen. Deze voorbeeldzaken geven een goed beeld van het soort zaken dat de Ombudsman Pensioenen behandelt. Ze geven consumenten maar ook pensioenfondsen en verzekeraars inzicht in de mogelijke uitkomsten van hun geschillen en klachten:
  • Afkoop
  • Arbeidsongeschiktheid
  • Communicatie
  • Nabestaandenpensioenen (partner en wezenpensioen)
  • Navordering
  • Ouderdomspensioen
  • Uitbetaling
  • scheiding
  • Waardeoverdracht
  • Indexering

Pensioenfondsen te weinig transparant over kosten

Meer dan de helft van de pensioenfondsen rapporteert in het jaarverslag niet op correcte wijze over de gemaakte kosten. Daarnaast is de toelichting op de kosten soms erg beperkt. Dat maakt het lastig te duiden waarom het ene fonds beduidend hogere kosten maakt dan het andere. Dit blijkt uit analyse door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) van 166 jaarverslagen. (Bron: AFM, 1 apr. 2021



Ga terug naar Pensioen (inleiding).