De tekst in deze subrubriek geeft (deels) de situatie vóór 1 juli 2015 aan. Vanaf 1 juli 2015 is de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) van toepassing, zie deze subrubriek.
Opsomming
In de afgelopen jaren hebben kantonrechters en overheid regelmatig een andere zienswijze gehad betreffende de hoogte van ontslagvergoedingen, we noemen onder meer:
Oude kantonrechtersformule tot 2009 (en soms daarna): de vergoeding wordt berekend volgens de formule A x B x C (factor A = aantal gewogen dienstjaren, B = beloning en C = correctiefactor). Voor de berekening van factor A gelden tot 2009 de dienstjaren tot en met 39 jaar mee voor een maandsalaris, de dienstjaren tussen 40 tot en met 49 jaar voor anderhalf en vanaf 50 jaar voor twee maandsalarissen. Factor C (correctiefactor) is als regel maximaal 2;
Nieuwe kantonrechtersformule vanaf 2009: voor factor A (gewogen dienstjaren) tellen dienstjaren tot 35 jaar mee voor een half maandsalaris, tussen 35 en 45 voor één maandsalaris, tussen 45 en 55 jaar anderhalf en gewerkte jaren vanaf het 55ste jaar tellen dubbel mee. In factor C houden de kantonrechters meer rekening met de arbeidsmarktpositie van de werknemer en de financiële positie van de werkgever;
het Gerechtshof 's-Gravenhage nam vanaf oktober 2008 de oude kantonrechtersformule over verminderd met 30% als uitgangspunt bij 'kennelijk onredelijk' ontslagzaken, door de Hoge Raad eind 2009 als onjuist beoordeeld;
de Hoge Raad noemde de per 1 januari 2009 ingevoerde nieuwe kantonrechtersformule ‘een vergissing, de ontslagvergoedingen het best kunnen worden vastgesteld aan de hand van de oude kantonrechtersformule ABC zoals deze gold vóór 1 januari 2009'. De kern van deze uitspraak van de Hoge Raad is de vraag of een ontslag kennelijk onredelijk is, dit hangt af van de omstandigheden. Het enkele feit dat de werkgever geen ontslagvergoeding heeft aangeboden, maakt een ontslag nog niet kennelijk onredelijk. De Hoge Raad heeft onder meer de beslissing van het hof ’s-Gravenhage vernietigd;
Formule XYZ, de Gerechtshoven van Amsterdam, Den Bosch en Leeuwarden kiezen in maart 2010 voor een eigen aanpak: X (aantal ‘gewogen’ dienstjaren) x Y (laatstverdiende maandsalaris) x Z (correctiefactor). T.o.v. de oude kantonrechtersformule is bij een kennelijk onredelijke opzegging de correctiefactor gemaximeerd tot 0,5, slechts in bijzondere gevallen kan deze factor hoger uitvallen; •
de Hoge Raad stelt dat kantonrechters een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag niet mogen vaststellen aan de hand van een vaste formule, maar aan de hand van de specifieke omstandigheden van de zaak. De ontslagvergoedingen kunnen het best kunnen worden vastgesteld aan de hand van de oude kantonrechtersformule ABC zoals deze gold vóór 1 januari 2009;
Regeerakkoord 29 okt 2012: de ontslagvergoeding (wordt nu transitievergoeding* genoemd) bedraagt maximaal een half maandsalaris per dienstjaar. Er is geen mogelijkheid tot hoger beroep.