Opzegging voor aanvang van de werkzaamheden

Datum laatste wijziging: 14 november 2018  |  Trefwoorden: ,

Inhoud


Hoge Raad 1917

In HR 19 oktober 1917, NJ 1917, p. 1108 heeft de Hoge Raad aangegeven dat sommige bepalingen uit het arbeidsrecht al van toepassing kunnen zijn nadat de arbeidsovereenkomst is gesloten maar voordat er feitelijk arbeid wordt verricht. Die lijn is daarna in diverse arresten van de Hoge Raad herhaalt.

De ratio is dat sommige situaties zich al kunnen voordoen voordat de arbeid feitelijk is aangevangen en het onlogisch en onpraktisch zou zijn als men zou moeten wachten met het daaraan verbinden van gevolgen tot het moment dat met de arbeid aangevangen is.

Onrechtmatige daad

Een opzegging voorafgaand aan de proeftijd kan een onrechtmatige daad zijn als de opzegging door de werkgever is gebaseerd op gronden die niets met de werknemer te maken hebben. Is dit het geval dan kan de werknemer schadevergoeding eisen in het geval hij daadwerkelijk schade heeft geleden: mogelijke reiskosten, kosten van advies, verhuiskosten en inkomensderving.

Werknemer zegt baan op voordat hij heeft gewerkt

Een (nieuwe) werknemer zegt telefonisch zijn baan op voordat de arbeidsovereenkomst is ingegaan. De werkgever wendt zich tot de kantonrechter i.v.m. het aanspraak maken op een gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging.

In zijn beslissing zoekt de kantonrechter aansluiting bij de hierboven aangehaalde redenering van de Hoge Raad en veroordeelt de werkgever tot het betalen van de proceskosten. Zie de jurisprudentie d.d. 11 juli 2018)