Inhoud
- Inleiding
- Hoge Raad
- Jurisprudentie 2015
- Alleen terugbetalen als werknemer zelf dienstverband beëindigt?
- Voortijdige beëindiging cursus: volledig cursusgeld verschuldigd?
Inleiding
Het is belangrijk schriftelijk - in een arbeidsovereenkomst of anderzins - vast te leggen dat de werknemer (een deel van) het cursusgeld moet terugbetalen, als hij/zij binnen een bepaalde periode de onderneming verlaat, het zogenoemde opleidingsbeding.
Onderdeel van het studiekostenbeding is de terugbetalingsverplichting. Een geleidelijke afbouwregeling van bijvoorbeeld 2 of 3 jaar is gebruikelijk. Voor duurdere studies komen ook termijnen van 5 jaar voor. Uit de jurisprudentie is gebleken dat studiekosten veelal niet kunnen worden teruggevorderd als de werkgever het initiatief tot beëindiging van het dienstverband heeft genomen.
Hoge Raad
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het systeem van de wet zich “niet zonder meer” tegen een financiële regeling tussen werkgever en werknemer verzet, mits het gaat om een regeling die:
- de tijdspanne vaststelt gedurende welke de werkgever geacht wordt baat te hebben van de door de werknemer tijdens diens studie verworven kennis en vaardigheden;
- bepaalt dat de werknemer, indien de dienstbetrekking tijdens of onmiddellijk na afloop van de studieperiode eindigt, de studiekosten over die periode aan de werkgever zal moeten terugbetalen; en
- deze terugbetalingsverplichting vermindert naar evenredigheid van het voortduren van de dienstbetrekking gedurende de onder bedoelde tijdspanne.
Daarnaast heeft de Hoge Raad in dit arrest nog een drietal nadere eisen gesteld:
- er mag geen strijd bestaan tussen het studiekostenbeding en (bijzondere) wettelijke bepalingen zoals de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WMM);
- de voor de werknemer ernstige consequenties van de verplichting tot terugbetaling moeten duidelijk aan hem zijn uiteengezet vóór het tot stand komen van de regeling;
- redelijkheid en billijkheid kunnen onder omstandigheden met zich meebrengen dat de werkgever geen studiekosten kan terugvorderen indien hij zelf het initiatief tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst heeft genomen.
Jurisprudentie 2015
Een adviesbureau houdt een medewerker aan zijn terugbetalingsverplichting op basis van een opleidingsbeding. Maar de werknemer weigert te betalen. Het hof vernietigt uiteindelijk het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van het adviesbureau af: nr.
ECLI:NL:GHSHE:2015:202
Als partijen van mening verschillen over hoe een studiekostenbeding moet worden uitgelegd, geldt veelal de Haviltex maatstaf*. Dit houdt in dat de rechter niet alleen kijkt naar de tekst van het studiekostenbeding, maar ook kijkt naar wat partijen hebben bedoeld met de bepalingen uit het studiekostenbeding en onderling van elkaar mochten verwachten. Zie uitspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 sept. 2015, nr
ECLI:NL:GHARL:2015:6643
* Zie
Wikipedia over meer informatie van de Haviltex maatstaf uit 1981.;
Alleen terugbetalen als werknemer zelf dienstverband beëindigt?
Al eerder hebben diverse rechters vastgesteld, dat de werknemer alleen studiekosten hoeft terug te betalen, wanneer de werknemer zelf het dienstverband beëindigt. Dus er hoeft ook niet terugbetaald te worden (bruto), wanneer het tijdelijke dienstverband niet door de werkgever wordt verlengd.
In dit verband - terugvordering als een tijdelijk dienstverband niet wordt verlengd - is
jurisprudentie van september 2015 illustratief. Maar in deze zaak gaat het ook om een onduidelijke formulering die de werkgever duur komt te staan.
Red.: Doet een werkgever, die niet/weinig over juridische kennis beschikt, er verstandig aan zich in soortgelijke gevallen voortaan te laten bijstaan door een ervaren jurist(e) recht? Wat de kosten betreft nee, want de kosten van de advocaat - zeker bij een gerenommeerd bureau - zijn veelal in het kwadraat hoger dan totale de kosten van de rechterlijke uitspraak plus het gemis van de terugvordering.
Voortijdige beëindiging cursus: volledig cursusgeld verschuldigd?
Uit een studieovereenkomst volgde dat de cursist enerzijds de overeenkomst te allen tijde kon opzeggen, maar dat hij anderzijds wel het cursusgeld volledig verschuldigd was.
Dit annuleringsbeding is strijdig met de geest van de wetsartikelen die van dwingend recht zijn die bepalen dat een consument een overeenkomst te allen tijde kan opzeggen en dat bij een voortijdig einde van een overeenkomst in beginsel slechts een redelijk loon verschuldigd is.
(Bron en meer: Rechtblog,
24 nov. 2017)