Veranderingen 2017

Datum laatste wijziging: 23 december 2016  |  Trefwoorden: , , ,

Onderstaand wordt in alfabetische volgorde een overzicht gegeven van veranderingen op het gebied van wetswijzigingen over arbeid die u in 2017 te wachten staan. Ook de wetsvoorstellen 2016 worden genoemd. Of die voorstellen in 2017 allemaal wetten worden hangt af van de politiek. Afwijzingen van belangrijke voorstellen en jurisprudentie uit 2016 komen eveneens aan bod.

Het inkomensbeleid in het Belastingplan 2017 bestaat uit het gedeeltelijk terugdraaien en corrigeren van enkele maatregelen uit het Belastingplan 2016. Zo wordt de verlenging van de derde tariefschijf in de loon- en inkomstenbelasting beperkt. De algemene heffingskorting en de ouderenkorting worden daarentegen verhoogd. De verhoging van de maximale arbeidskorting wordt beperkt en de afbouw van de arbeidskorting gewijzigd.

Inhoud

  1. 30% regeling onveranderd
  2. Aandelenopties
  3. Algemene heffingskorting
  4. Ambtenaren
  5. Arbeidskorting
  6. Algemene ouderdomswet (AOW)
  7. Arbeidsongeschiktheid
  8. Arbeidsomstandigheden (Arbo)
  9. Armoede
  10. Asielzoekers
  11. Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ)
  12. Auto
  13. Belastingdienst
  14. Belastingen
  15. Belonen
  16. Beschut werk
  17. Beslagvrije voet
  18. Bevallings- en Kraamverlof
  19. Boxen
  20. Bijstand
  21. Cafetariaregeling
  22. Commissaris
  23. Dagloon
  24. Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA)
  25. Directeur-grootaandeelhouder
  26. Eigenrisicodrager WGA
  27. Familiebedrijf
  28. Fictieve dienstbetrekking commissaris
  29. Gedragscode bedrijven
  30. Inhoudsverbod minimumloon vanaf 2017
  31. Inspectie SZW
  32. Kindregelingen
  33. Koopkracht
  34. Loonkostenvoordeel
  35. Midden- en kleinbedrijf
  36. Minimum loon
  37. Ondernemingsraad
  38. Onderzoek
  39. Opleidingen & stages
  40. Ouderenkorting
  41. Payroll
  42. Participatiewet
  43. Pensioen
  44. Premiekorting
  45. Premieloon werknemersverzekeringen
  46. Regeldruk
  47. Re-integratie en preventie
  48. Schulden
  49. Sociale verzekeringen
  50. Speur- en ontwikkelingswerk (S&O)
  51. Transitievergoeding
  52. Uitzendkrachten
  53. UWV
  54. Vakantie en verlof
  55. Veiligheid
  56. Werkhervattingsregeling voor Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA)
  57. Werkgelegenheid
  58. Werkkostenregeling
  59. Werkloosheid
  60. Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS)
  61. Wet Werk en Zekerheid (Wwz)
  62. Ziektewet
  63. Zorg
  64. ZZP-ers

30% regeling onveranderd

Dit is geen verandering: voorgesteld was om de 30%-regeling af te schaffen dan wel de toepassing van de 30%-regeling te maximeren. De Tweede Kamer heeft beide amendementen verworpen.

Uit jurisprudentie blijkt dat de tussentijdse toetsing aan het 150-kilometercriterium in de 30%-regeling is toegestaan.

Aandelenopties

Het derde amendement betreft een voordelige behandeling van aandelenopties voor werknemers van innovatieve startende bedrijven. Deze regeling gaat in per 1 januari 2018. Tot een bedrag van € 50.000 aan opties wordt slechts 75% daarvan als loon aangemerkt. De rest is vrijgesteld. De werknemer moet de aandelenopties hebben gekregen van een werkgever die op het moment van toekenning van de opties een S&O-verklaring voor starters had. De maatregel wordt gefinancierd door een verlaging van de EIA per 1 januari 2018 met 0,5%.

Algemene heffingskorting

Deze korting wordt met € 48 verhoogd en komt uit op maximaal € 2.254. Vanaf de AOW-leeftijd wordt de korting maximaal € 1.151.

Ambtenaren

Omdat het ambtenarenpensioenfonds ABP zwaar onder druk staat, wordt de pensioenpremie in 2017 structureel verhoogd. Het kabinet maakt 330 miljoen euro vrij om ambtenaren te compenseren voor de stijging van deze pensioenpremie. (Gemiddeld € 400 per ambtenaar)

Bijzondere rechtspositie ambtenaren komt mogelijk in 2020 ten einde voor de circa 800.000 ambtenaren, waarbij de meeste ambtenaren onder het arbeidsrecht komen te vallen. Belangrijke veranderingen zijn onder meer:·        
  • Vervangen eenzijdige door de tweezijdige arbeidsovereenkomst.
  • De wet geldt niet voor onder meer defensie en rechters.
  • Het ontslagrecht wordt vastgelegd in de Wet werk en zekerheid (WWZ). Voor ontslag moeten het UWV of de kantonrechter voortaan eerst toestemming geven  (de preventieve ontslagtoets).
  • De arbeidsvoorwaarden zullen in overleg van werkgevers en vakbonden worden besproken en worden vastgelegd in CAO’s. Net als in de marktsectoren zullen sociale partners van de overheid vrij zijn om te bepalen met welke werknemersverening(en) zij een CAO zullen sluiten.
  • Gezien de hoeveelheid werk zullen de nieuwe regels vermoedelijk niet voor 1 januari 2020 ingaan.
  • Wat niet verandert: de bestaande materiële arbeidsvoorwaarden van het overheidspersoneel, zoals salaris, eindejaarsuitkering of vakantie-uren.

Arbeidskorting

De arbeidskorting voor werkenden wordt € 46 lager en komt daarmee uit op € 3.223.

Voorgesteld wordt het startpunt van de afbouw van de arbeidskorting verder te verlagen met € 1.500. Daardoor zal het startpunt van de afbouw van de arbeidskorting in 2017 op een inkomen van € 32.444 komen te liggen.

Algemene ouderdomswet (AOW)

De invoering van de kostendelersnorm (huisgenoot van 21 jaar of ouder) in de AOW is opnieuw een jaar uitgesteld. De bezuiniging wordt (mogelijk) in 2019 doorgevoerd. Het kabinet laat een beslissing over wat ook wel de mantelzorgboete heet, over aan het nieuwe kabinet.

De AOW-leeftijd gaat verder omhoog. In 2021 is de pensioenleeftijd nog 67 jaar, in 2022 wordt dat 67 jaar en 3 maanden. Deze verhoging raakt iedereen die geboren is na 1954.

De AOW-leeftijd stijgt naar verwachting in 2030 door tot 68 jaar. Een stijging tot boven de zeventig wordt pas rond 2060 verwacht. Onder de nieuwe regels stijgt de AOW-leeftijd stapsgewijs tot 67 jaar in 2021.

Arbeidsongeschiktheid

Het kabinet stelt extra budget beschikbaar voor verbeteringen in de gehandicaptenzorg. In het kader van het programma Waardigheid en Trots wordt er vanaf 2017 een nieuw kwaliteitskader in gebruik genomen. Voor het meerjaren plan ‘Samen werken aan betere gehandicaptenzorg’ wordt 13,2 miljoen euro ingezet tot en met 2018.

Als een werknemer geen perspectief meer heeft op terugkeer in de arbeidsmarkt moeten zowel werkgevers als werknemers het initiatief kunnen nemen om een vervroegde WIA aanvraag te doen. Voordeel voor de werkgever is dat de toegekende IVA-uitkering in mindering kan worden gebracht op het loon van de werknemer. Deze maatregel wordt nog nader uitgewerkt.

Met ingang van 1 januari 2017 worden de WGA-vast en WGA-flex samengevoegd. Vanaf dit moment kunnen werkgevers alleen de samengevoegde WGA, privaat of publiek verzekeren.

Om de arbeidsparticipatie bevorderen start begin 2017 een experiment onder vangnetters zonder werkgever die de eerstejaarsziektewetbeoordeling bereiken. Het betreft een onderzoek met vervroegde inzet van de no-riskpolis - met deze polis hoeft de werkgever bij ziekte van de werknemer het loon niet door te betalen - indien een werkgever de betreffende werknemer in dienst neemt.

De no-riskpolis wordt per 1 januari 2017 voor onbepaalde tijd geldig. Dit was eerst 5 jaar. Met een no-risk polis hoeft de werkgever bij ziekte van een arbeidsgehandicapte werknemer het loon niet door te betalen.

De werkgeverspremies voor arbeidsongeschiktheid worden in 2017 verlaagd.

Vanaf 2017 vinden geen herkeuring meer plaats voor de 50-plussers in de Wajong.

Arbeidsomstandigheden (Arbo)

Veranderingen hebben vooral betrekking op de rol van de bedrijfsarts en de preventiemedewerker. Onder meer: Werknemers moeten de bedrijfsarts kunnen consulteren over gezondheidskundige vragen, betere toegang tot de bedrijfsarts en recht op second opinion.

Een second opinion bij een bedrijfsarts komt, anders dan het deskundigenoordeel, geheel voor rekening van de werkgever. Een advies van een andere bedrijfsarts is vele malen duurder dan een consult bij de eigen bedrijfsarts. Werkgevers zijn ook bang voor misbruik.

Nieuwe subsidieronde Duurzame inzetbaarheid: Staatssecretaris Klijnsma stelt vanaf 14 november 2016 een nieuw tijdvak open om arbeidsorganisaties te faciliteren hun werkenden langer en gezonder aan het werk te houden.

Vanaf 2017 gaat een speciaal team van het ministerie SZW bedrijven ondersteunen bij de aanpak van pesten en ander ongewenst gedrag op de werkvloer. Het team gaat leidinggevenden trainen, voorlichting geven en goede voorbeelden verspreiden. Minister Asscher trekt hier een half miljoen euro voor uit.

Bijna 2,7 miljoen werknemers in Nederland hebben te maken met een hoge werkdruk. Ongeveer een miljoen werknemers loopt het risico op een burn-out. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt dertien miljoen euro subsidie beschikbaar voor onder meer de aanpak van werkstress door werkgevers.

Arbocatalogi op branche, sectoraal of landelijk niveau kunnen door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden getoetst. Tot nu toe was toetsing en vermelding in de beleidsregel niet mogelijk voor arbocatalogi van individuele bedrijven. De wetswijziging van artikel 3 van de Beleidsregel arbocatalogi brengt hier verandering in.

Armoede

Voor het bestrijden van armoede onder kinderen komt 100 miljoen euro beschikbaar. Uit cijfers van twee jaar geleden bleek dat 400.000 kinderen wonen in een huishouden met een laag inkomen en dat 100.000 van hen al jaren in die situatie zitten. Het geld - dat in natura wordt verstrekt - is bedoeld voor zwemles, schoolreisjes, sportspullen, schoolspullen en kleding.

Mensen die diep in de schulden zitten krijgen de mogelijkheid om maximaal een half jaar gevrijwaard te blijven van deurwaarders en aanmaningen, aldus het wetsontwerp.

Asielzoekers

In 2017 worden 42.000 nieuwe asielzoekers in Nederland verwacht. Dat is 16.000 minder dan waar eerder begin 2016 op werd gerekend. De begroting valt daardoor lager dan voorgaande jaren uit. Om de asielinstroom aan te kunnen, wordt de capaciteit van de vreemdelingenketen* vergroot.

* De vreemdelingenketen bestaat uit het Centraal Opvang orgaan asielzoekers (COA), de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), de Koninklijke Marechaussee (KMar), de Nationale Politie (NP), het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

Driekwart van vluchtelingen kan na een screening worden geplaatst in een gemeente of regio waar hij of zij de grootste kans op een baan of geschikte opleiding heeft.

Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ)

Bedrijven worden verplicht de gebouwen voor mensen met een handicap toegankelijk te maken. Het gaat er om dat bedrijven eenvoudige aanpassingen moeten doen zodat gehandicapten overal toegang hebben.

Auto

In 2017 veranderen de CO₂-uitstootgrenzen en de bijbehorende bijtellingspercentages voor het privégebruik van personen- en bestelauto’s van de zaak. Het maakt niet uit op wat voor brandstof de auto rijdt: de uitstootgrenzen en bijbehorende bijtellingspercentages zijn in alle gevallen hetzelfde. Dat betekent dat de bijtelling voor auto’s die in 2017 of daarna voor het eerst op naam worden gesteld, 22% van de cataloguswaarde is.

Alleen voor auto’s zónder CO₂-uitstoot die in 2017 of daarna voor het eerst op naam worden gesteld, geldt een bijtelling van 4%. De uitstootpercentages en bijtellingen gelden voor 60 maanden. De termijn van 60 maanden start op de 1e dag van de maand na de maand van de datum 1e tenaamstelling.

De tarieven in de BPM gaan tot en met 2020 geleidelijk en met gemiddeld 12% omlaag ten opzichte van de tarieven voor 2016. De CO2-grenzen van de verschillende tariefschijven worden in de periode van 2017 tot en met 2020 met gemiddeld 3,7% per jaar verlaagd. Deze verlaging geldt ook voor de CO2-grens van de dieseltoeslag. De vaste voet in de BPM, dat is het bedrag dat voor iedere auto geldt ongeacht de uitstoot, wordt verhoogd van € 175 naar € 350. Voertuigen met een nihiluitstoot blijven tot en met 2020 vrijgesteld.

Honderdduizenden automobilisten betalen jaarlijks te veel belasting over hun auto van de zaak. Dat komt omdat de fiscus voor de bijtelling de verkeerde autowaarde gebruikt. De benadeling ontstaat omdat de fiscus rekent met de adviesverkoopprijs van merkenimporteurs, ofwel een brutoprijs. In de praktijk geven autodealers echter forse kortingen op nieuwe modellen. Vooralsnog geeft de Belastingdienst niet thuis. 

De MRB-tarieven worden verlaagd met gemiddeld 2%.

Vanaf 2017 worden de subsidies voor plug-in hybrides verder afgebouwd. Er komt voor de periode van 2017 tot en met 2020 een vast tarief voor de elektriciteit die geleverd wordt aan laadpalen met een zelfstandige verbinding met het net. Zie verder

Belastingdienst wijzigt bezwaar privégebruik auto voor BTW. Wie al bezwaar heeft gemaakt tegen het aangegeven privégebruik auto voor de BTW over 2011, 2012, 2013, 2014 of 2015, hoeft dat voor 2016 niet opnieuw te doen.

Belastingdienst

Harry Paul wordt project-plaatsvervangend secretaris-generaal bij het ministerie van Financiën. Hij moet de positionering van de Belastingdienst onder het ministerie van Financiën onder het ministerie van Financiën versneld aanpassen. De benoeming volgt op de uit de hand gelopen reorganisatie bij de Belastingdienst.

Er heerst grote onrust binnen de Belastingdienst. Onrust over de financiele situatie van de Belastingdienst en onrust over de gevolgen voor de personele bezetting hiervan. De continuiteit van de Belastingdienst is in gevaar.

De Belastingdienst kan de werkgever jaarlijks vragen om loongegevens uit het voorgaande kalenderjaar aan te leveren, de zogeheten Jaaruitvraag. Met ingang van 1 januari 2017 vervalt deze regeling.

Bij de definitieve berekening van de Toeslagen 2015 met een datum van 18 november 2016 kloppen de bedragen mogelijk niet, meldt de Belastingdienst. De mensen die het betreft, krijgen een brief van de fiscus met meer informatie.

Belastingen

Het belastingtarief in derde schijf gaat van 40,4% naar 40,8%. Voor de tweede schijf geldt voor mensen onder de AOW-leeftijd dezelfde tarieven. Voor AOW'ers stijgt het tarief in de tweede schijf met 0,5% naar 22,9%.

De derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting wordt met € 400 euro minder verhoogd, de bovengrens wordt dan € 67.072.

Tarieven inkomstenbelasting 2017 (niet AOW-gerechtigden):
 
Schijven
1 - € 19.982 36,55%
2 € 19.982 € 33.791 40,8%
3 € 33.791 € 67.072 40,8%
4 € 67.072 - 52%

Het kabinet streeft naar een eenvoudiger stelsel van belastingen en toeslagen. Voor de voorbereidingen op het Belastingplan 2017 heeft het ministerie van Financiën een aantal organisaties gevraagd naar oplossingen voor bestaande knelpunten uit de praktijk.

Via de jaarloonuitvraag kan de Belastingdienst na het kalenderjaar bij werkgevers de jaarloongegevens van de werknemers opvragen. Dat gebeurt als de aangiftegegevens onjuist of incompleet blijken te zijn. Vanaf 1 januari 2017 kan de Belastingdienst geen jaarloonuitvraag meer doen, omdat dit door verbeteringen in de loonaangifte geen toegevoegde waarde meer heeft.

Komt een werknemer van een buitenlands concern in Nederland werken en is het buitenlandse concern inhoudingsplichtig? Dan kan het Nederlandse onderdeel van dit concern de loonheffingen inhouden en betalen. De verleggingsregeling geldt alleen in uitzendsituaties, in 2017 wordt dat uitgebreid.

Verhoren belastingontwijking na verkiezing. Het gaat om de eerste zogenoemde parlementaire ondervragingscommissie die de Tweede Kamer in het leven heeft geroepen. Deze mini-enquête is, na een parlementaire enquête, het zwaarste onderzoeksmiddel dat de Kamer kan inzetten. Getuigen zijn verplicht op te komen dagen en worden onder ede gehoord.

Belonen

Jaarlijks worden de maximum inkomens publieke en semipublieke sector aangepast bij ministeriële regeling. In 2017 is het algemene maximum 181.000 euro, inclusief belaste kostenvergoedingen en pensioenbijdrage werkgever. De komende jaren zal de bezoldiging van diverse topfunctionarissen conform het overgangsrecht worden afgebouwd. Voor de eerste topfunctionarissen start de afbouw op 1 januari 2017.

Vrachtwagenchauffeurs hebben regelmatig te maken met achterstallig loon. Maar dit is binnenkort wellicht verleden tijd. Bij achterstallig loon kunnen de chauffeurs niet alleen de eigen opdrachtgever, maar voortaan ook diens opdrachtgever aansprakelijk stellen.

Uit rechtspraak is gebleken dat werkgevers in de zorg vaak niet of nauwelijks ontkomen aan na- en doorbetaling van de (gemiddelde) onregelmatigheidstoeslag aan hun werknemers tijdens perioden van vakantie. Claims kunnen tot wel vijf jaar terug gaan. 

Beschut werk

In 2017 worden gemeenten verplicht om mensen die niet in een gewone werkomgeving kunnen werken beschut werk aan te bieden.

Er wordt 100 miljoen euro uitgetrokken voor beschutte werkplekken voor kwetsbare groepen.

Beslagvrije voet

Om de schuldenproblematiek terug te dringen wordt er gewerkt aan een vereenvoudiging van de beslagvrije voet per 2017. Het moet makkelijker worden om de beslagvrije voet uit te rekenen. Ook het proces van beslaglegging wordt aangepast, zodat betrokkenen niet met een beslag worden overvallen. Zie Loonbeslag.

Bevallings- en Kraamverlof

Als de partner van een werkneemster van uw organisatie bevalt van een kind, heeft die partner recht op 2 dagen verlof. Er komt ook een wetsvoorstel dat partners van net bevallen vrouwen ook nog eens 5 dagen betaald verlof extra krijgen.

Boxen

In 2017 geldt in box 2 een belastingtarief van 25% over het inkomen uit aanmerkelijk belang.

In box 3 komen er 3 vermogensschijven met een opklimmend belastingpercentage. Het heffingsvrije vermogen gaat omhoog naar € 25.000 per persoon. In schema:
 
Belasting op box 3 vermogen (2017) forfaitair rendement 30% belasting
schijf vermogen uit sparen en beleggen percentage 1,63% percentage 5,39% effectief
0 tot en met € 25.000

 
vrijstelling 0,00%
1 vanaf € 25.001 tot en met

€ 75.000
67% 33% 0,86%
2 van € 75.001 tot en met

€ 975.000
21% 79% 1,38%
3 vanaf € 975.001           

 
0% 100% 1,62%
 

Bijstand

Voor mensen waarvan de leenbijstand voor 1 januari 2017 is omgezet in een gift, en door het terugbetalen van toeslagen buiten hun schuld in de schuldsanering terecht zijn gekomen, moeten de schulden, die hen niet zijn aan te rekenen, worden kwijtgescholden.

Gehuwden, waarvan beide ouder zijn dan 21 jaar en de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt, ontvangen € 1.403,98 netto per maand. Het maximum toegestane vermogen voor samenwonenden of gehuwden bedraagt € 11.880.

Er komt per 2017 een verdere verbetering van het model om de budgetten voor bijstandsuitkeringen tussen gemeenten te verdelen. Ook het vangnet voor gemeenten die beduidend meer uitgeven aan bijstand dan ingeschat, past het kabinet aan.

Cafetariaregeling

Per 1 januari 2017 past iedere gemeente in Nederland de cafetariaregeling toe. Iedere gemeenteambtenaar krijgt een zogenaamd (bruto) individueel keuzebudget (IKB) ter beschikking. Dit budget kunnen zij vervolgens aanwenden, ofwel uitruilen, voor een belaste of onbelaste personeelsvoorziening.  

Commissaris

Staatssecretaris van Financiën Wiebes heeft op 14 maart 2016 een besluit gepubliceerd waarin wordt goedgekeurd dat de arbeidsverhouding van een commissaris na 1 mei 2016 niet wordt aangemerkt als een fictieve dienstbetrekking. De staatssecretaris loopt met dit besluit vooruit op een wetswijziging per 1 januari 2017. Dit betekent onder meer dat organisaties geen loonbelasting meer zullen inhouden op wat een commissaris verdient. De commissaris betaalt voortaan belasting via de inkomstenbelasting.

Corporate Governance Code bepaalt dat een commissaris wordt benoemd voor een periode van vier jaar en kan daarna éénmalig voor een periode van vier jaar worden herbenoemd. De commissaris kan nadien wederom worden herbenoemd voor een benoemingstermijn van twee jaar die daarna met maximaal twee jaar kan worden verlengd.   

De fictieve dienstbetrekking voor commissarissen en toezichthouders wordt per 1 januari 2017 afgeschaft. De loonbelasting en premie volksverzekeringen hoeft voor deze personen niet meer worden ingehouden. In de meeste gevallen is een vrijwillige voortzetting van het fictieve dienstbetrekkingsregime nog wel mogelijk volgens de opting-in regeling.

Dagloon

Het maximumdagloon is per 1 januari 2017 vastgesteld op € 205,77 per dag, en € 53.705,97 op jaarbasis.

Deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA)

De wet DBA is niet uitgesteld, maar de overgangsperiode is verlengd en de handhaving wordt uitgesteld tot 1 januari 2018.

Het kabinet komt niet vóór april 2017 met voorstellen over de status van ZZP-ers. Ondanks de onzekerheid hoeven zowel opdrachtgevers als ZZP-ers tot die tijd niet te vrezen dat ze risico lopen op boetes of naheffingen. Dit geldt niet voor 'kwaadwilligen'. Zie ook ZZP-ers

Directeur-grootaandeelhouder

Directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) werden geacht in 2016 een loon te genieten van ten minste € 44.000 (Gebruikelijk loon).  In 2017 wordt het minimumbedrag van € 44.000 voor start-ups verlaagd tot het wettelijke minimumloon (circa € 20.000). Deze regeling geldt in principe tot 1 januari 2022.

Registratie wordt verplicht voor grootaandeelhouders met een belang van meer dan 25% in een personenvennootschap (zoals een VOF) of een rechtspersoon (BV of NV). Dit register wordt vrij toegankelijk voor autoriteiten en hun financiële onderzoeksafdelingen, maar ook voor bijvoorbeeld banken die wettelijk verplichte controles uitvoeren. Ook gewone burgers met een ‘legitiem belang’ kunnen toegang krijgen.

In een nota van wijziging wordt aan de praktijk meer tijd gegeven om de noodzakelijke aanpassingen aan de pensioentoezegging van de Dga’s te regelen. Voor het tijdig stopzetten van de toezegging wordt nu een termijn gegeven tot 31 maart 2017.

Vanaf 1 januari 2017 is het niet meer mogelijk een pensioen op te bouwen via de BV (pensioen in eigen beheer). Dga’s met een bestaande pensioenregeling in hun BV hebben drie mogelijkheden: afkopen met belastingkorting, omzetten in een spaarregeling of de pensioenregeling in de BV laten waarbij niets nieuws meer wordt opgebouwd. (Lees ook onderstaande linea)

Om een mogelijke miljardenstrop te voorkomen, heeft staatssecretaris Wiebes (Financiën) in allerijl de Eerste Kamer verzocht de stemming over het pensioenwetsvoorstel uit te stellen. Reden is dat het omzetten van pensioen in eigen beheer in een oudedagsverplichting de dga’s een flinke aftrekpost op de vennootschapsbelasting kan opleveren.

Eigenrisicodrager WGA

Het eigenrisicodragerschap WGA was tot 1 januari 2017 alleen mogelijk voor werknemers met een vast contract. Vanaf 1 januari 2017 is het eigenrisicodragerschap uitgebreid met flexkrachten. Er zijn twee opties: eigenrisicodrager WGA voor alle werknemers of in het geheel geen eigenrisicodrager WGA.  

Familiebedrijf

Familiebedrijven vrezen de invoering volgend jaar van het UBO-register. Het register zal volgens het voornemen van minister Dijsselbloem van Financiën deels openbaar zijn, waardoor die gegevens in handen van criminelen kunnen vallen. Het UBO-register moet Nederland op last van Europa invoeren in de strijd tegen belastingontduiking, witwassen en de financiering van terrorisme.

Een wetswijziging van staatssecretaris Eric Wiebes maakt het veel duurder om een familiebedrijf aan de volgende generatie over te dragen. Het gaat om een aanpassing van de zogenoemde Bedrijfsopvolgingsregeling.

Fictieve dienstbetrekking commissaris

De fictieve dienstbetrekking voor commissarissen en toezichthouders wordt per 1 januari 2017 afgeschaft. De loonbelasting en premie volksverzekeringen hoeft voor deze personen niet meer worden ingehouden. In de meeste gevallen is een vrijwillige voortzetting van het fictieve dienstbetrekkingsregime nog wel mogelijk volgens de opting-in regeling.

Gedragscode bedrijven

Op 8 december 2016 heeft de Monitoring Commissie Corporate Governance Code de herziene Corporate Governance Code gepubliceerd. Onder meer: beursgenoteerde bedrijven moeten in hun jaarverslag melden hoeveel de top verdient ten opzichte van de werkvloer (loonkloof), en of dat verschil het afgelopen jaar groter of kleiner is geworden.

Inhoudsverbod minimumloon vanaf 2017

Vanaf 1 januari 2017 geldt de regel dat u geen bedragen meer mag inhouden op het loon van uw werknemer als dit betekent dat u minder dan het minimumloon uitbetaalt, op de verplichte inhoudingen zoals loonheffing en pensioenpremies na.

Inspectie SZW

De Inspectie SZW richt zich meer op de maatschappelijke effecten van haar werk en maakt deze zichtbaar. Tot nu toe werd de effectiviteit van de Inspectie vooral beoordeeld aan de hand van het aantal uitgevoerde inspecties en de boetes die werden opgelegd.

Kindregelingen

De kinderopvangtoeslag stijgt voor alle ouders. Onder meer:
  • Ouders blijven zelf ook een eigen bijdrage betalen. Ouders met de laagste inkomens hoeven slechts 6% van de kosten te betalen, of wel een eigen bijdrage van € 0,43 per uur voor dagopvang. De hoogste inkomens zullen in 2017 € 4,79 per uur betalen voor dagopvang.
  • De toeslagpercentages in de eerste kindtabel en de maximale toeslagpercentages in de tweede kindtabel worden verhoogd. De vaste voet van de eerste kindtabel wordt verhoogd naar 33,3 procent. Tevens worden de inkomensklassen in de toeslagtabel geïndexeerd.
  • De maximaal te vergoeden uurprijzen (=maximum uurprijzen) worden met 2,5% verhoogd in verband met het uitblijven van de jaarlijkse indexatie in 2012. Ook wordt in dit ontwerpbesluit de jaarlijkse indexatie van de maximum uurprijzen voor 2017 geregeld. De maximum uurprijzen worden voor 2017 met 4,2 procent verhoogd.
  • Bij werkloosheid behoudt iemand gedurende zes maanden het recht op de kinderopvangtoeslag.Door hervormingen van kindregelingen kunnen een kwart miljoen huishoudens geen beroep meer doen op de aftrek levensonderhoud kinderen. Dit treft onder meer alleenwonende mannen die kinderalimentatie betalen.
De kwaliteit van de kinderopvang en de peuterspeelzalen moet verder omhoog en er komt voor werkende ouders één financieringssysteem (kinderopvangtoeslag) voor zowel kinderopvang als peuterspeelzaalwerk. Dat staat in twee wetsvoorstellen

Koopkracht

Iedereen gaat er in 2017 een beetje in koopkracht* op vooruit, gemiddeld met 1,1 procent. Het kabinet zet 1,1 miljard euro opzij voor een 'evenwichtig koopkrachtbeeld'. Dat betekent dat onder meer de zorgtoeslag, de huurtoeslag, de ouderenkorting en het kindgebonden budget omhoog gaan**.

* Internationale ontwikkelingen kunnen roet in het eten gooien, waarschuwt minister Dijsselbloem. Als voorbeelden noemt hij onverwachte stijging van de olieprijs, de brexit, spanning in Turkije of terreuraanslagen.

** Het ziet er naar uit dat een groot aantal pensioenfondsen opnieuw de pensioenen niet zal kunnen indexeren. Hoewel het niet de rol is van de overheid om gepensioneerden hiervoor te compenseren, is besloten om mede daarom vanaf 2017 de zorgtoeslag, huurtoeslag en het kindgebonden budget te verhogen. Ook de algemene heffingskorting en de ouderenkorting gaan omhoog. De verhogingen gelden voor circa 80% van de gepensioneerden. Zie verder

Loonkostenvoordeel

De Wet Tegemoetkoming Loondomein (WTL)  bestaat uit twee nieuwe regelingen

Het lage-inkomensvoordeel (LIV): een loonkostenvoordeel voor werkgevers die werknemers met een relatief laag loon in dienst hebben, per 1 januari 2017.

En een loonkostenvoordeel (LKV) voor het in dienst nemen van oudere uitkeringsgerechtigden en mensen met een arbeidsbeperking. Dit nieuwe systeem moet per 1 januari 2018 van kracht worden. Werkgevers die werknemers in dienst hebben met een loon tussen de 100% en 125% (was oorspronkelijk 120%) van het wettelijk minimumloon hebben vanaf 2017 een lage inkomensvoordeel. Dit voordeel kan oplopen tot € 1,01 per verloond uur. Er geldt een maximum van € 1.000 tot € 2.000 per jaar. Zie verder

Midden- en kleinbedrijf

Het MKB wordt fiscaal geholpen door een verlenging van de eerste tariefschijf in de vennootschapsbelasting. Hierdoor valt een groter deel van de winst in het tarief van 20 procent.

De subsidie WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) komt voor het MKB te vervallen. Voor 2017 kunnen nog wel aanvragen WBSO worden ingediend. Daarnaast zal de premie Borgstelling voor het MKB (BMKB) worden verhoogd. 

Het ministerie EZ maakt 50 miljoen euro vrij voor de stimulering van startups en het midden- en kleinbedrijf.

De premie voor het gebruik van de Borgstelling voor het MKB, de zogeheten BMKB, wordt verhoogd. Bij de BMKB staat de overheid borg voor bedrijfsfinanciering. Banken geven eerder een lening als de overheid voor een deel garant staat. Ondernemersorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland zijn hier niet blij mee.

Het wetsontwerp wil voor uiterste betaaltermijn 60 dagen. De regering heeft de wens van de Kamer naast zich neergelegd. Dit is de aanleiding voor de initiatiefnemers geweest om zelf met een wetsvoorstel te komen. Het wetsvoorstel is een verdere uitwerking van de Europese richtlijn late betalingen (Richtlijn 2011/7/EU).

Minimumloon

De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 januari 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro’s, exclusief vakantietoeslag):
 
Maand Week Dag
vanaf 23 jaar € 1.551,60 € 358,05 € 71,61
22 jaar € 1.318,85 € 304,35 € 60,87
21 jaar € 1.124,90 € 259,60 € 51,92
20 jaar € 954,25 € 220,20 € 44,04
19 jaar € 814,60 € 188,00 € 37,60
18 jaar € 701,00 € 162,90 € 32,58
17 jaar € 612,90 € 141,45 € 28,29
16 jaar € 535,30 € 123,55 € 24,71
15 jaar € 465,50 € 107,40 € 21,48

Het minimumjeugdloon zal in etapppes worden aangepast, uiteindelijk zullen 21- en 22-jarigen minimaal evenveel verdienen als 23-jarigen en ouder. In schema:
 
Leeftijd Minimumjeugdloon tot 1 juli 2017 Minimumjeugdloon vanaf tot 1 juli 2017 Minimumjeugdloon eindbeeld
15 jaar 30% 30% 30%
16 34,5% 34,5% 34,5%
17 39,5% 39,5% 39,5%
18 45,5% 47,5% 50%
19 52,5% 55% 60%
20 61,5% 70% 80%
21 72,5% 85% 100%
22 85% 100% 100%
23 100% 100% 100%

Vanwege de wijziging van het minimumjeugdloon worden werkgevers gecompenseerd via de 'Subsidieregeling lage inkomensvoordeel'. Deze zogeheten Liv krijgen werkgevers na 2016 voor de laagstbetaalden, waarmee € 100 miljoen extra is gemoeid. Dat betalen werkgevers overigens zelf want het komt uit de kas voor arbeidsongeschikten.

Vanaf 1 januari 2017 is de Wet Aanpak Schijnconstructies van kracht, er mogen geen bedragen op het loon van de werknemer worden ingehouden als het loon daardoor onder het minimumloon uitkomt. Uitzonderingen wordt gemaakt voor verplichte inhoudingen, zoals loonheffing en pensioenpremies of vorderingen. Zie verder

Ondernemingsraad

De Wet aanpassing instemmingsrecht ondernemingsraden bij pensioenregelingen houdt in dat ondernemingsraden (al per 1 oktober 2016) instemmingsrecht hebben op aanpassingen van pensioenregelingen.

Het instemmingsrecht van de OR richt zich op de inhoud van de arbeidsvoorwaarde pensioen. De OR heeft geen instemmingsrecht ten aanzien van de keuze van de pensioenuitvoerder, omdat de werkgever daarvoor verantwoordelijk is. Daarop bestaat één uitzondering. De OR heeft wel instemmingsrecht als het een buitenlandse pensioenuitvoerder betreft. Het overbrengen van een pensioenregeling naar een buitenlandse pensioenuitvoerder kan namelijk ook gevolgen hebben voor de arbeidsvoorwaarde pensioen.

Onderzoek

Er komt vanaf 2017 extra budget voor onderzoek en ontwikkeling via de WBSO (afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk) beschikbaar. Het gaat om 33 miljoen euro. Het totaal komt hiermee op 1,2 miljard euro.

Research- en Development Aftrek (RDA) wordt geintegreerd in de S&O-afdrachtvermindering (WBSO). Door de integratie van de RDA in de WBSO kunnen ondernemers het fiscale voordeel op de R&D-niet-loonkosten eerder en beter verzilveren. Zie verder

Opleidingen & stages

De vier technische universiteiten gaan een numerus fixus instellen voor acht studies. Het probleem is dat het kabinet de geldkraan heeft dichtgedraaid, terwijl het aantal technische studenten in tien jaar tijd met 50 procent is toegenomen. Jammer, want voor techneuten is veel belangstelling.

Mbo-scholieren uit gezinnen met lage inkomens krijgen een hogere tegemoetkoming voor de schoolkosten. Het gaat onder meer om uitgaven aan werkkleding, gereedschap en software.

Het kabinet wil investeren in het voor leerlingen makkelijker maken van de overstap van MBO naar HBO. De overstap blijkt voor veel studenten nu namelijk nog een (te) grote stap. De investering maakt het eenvoudiger om meerdere diploma’s te ‘stapelen’ en zal de uitval onder MBO’ers die doorstuderen aan het HBO moeten verminderen.

(Oud) studenten betalen vanaf 2017 geen rente over hun studieschuld. De oude rente was 0,01 procent.

Er komt een einde aan fiscaal voordelig bijscholen. Uit analyse van het CPB bleek dat de aftrekpost bijna alleen gebruikt wordt door mensen die zich ook zonder het fiscale voordeel zouden hebben bijgeschoold. De aftrekpost zal waarschijnlijk worden vervangen door een regeling die gericht is op het bestrijden van de kloof tussen hoger- en lager opgeleiden.

Via de Subsidieregeling praktijkleren stelt het ministerie van OCW ook in 2017 subsidie beschikbaar voor praktijkleerplaatsen. De maximum subsidie voor een volledige praktijkleerplaats is t.o.v. 2016 gelijk, € 2.700.

Leven Lang Leren-krediet wordt beschikbaar. Dat is bedoeld voor iedereen tot 55 jaar die wil blijven studeren, maar geen recht meer heeft op studiefinanciering. Geïnteresseerden kunnen tegen gunstige voorwaarden geld lenen als zij een opleiding willen volgen.

De regeling stagefonds zorg wordt gecontinueerd tot 1 augustus 2021. Ook in de miljoenennota zijn de budgetten voor deze regeling opgenomen. OAZ geeft tot 2021 ondersteuning.

Het kabinet trekt de komende jaren 30 miljoen euro uit om scholieren beter te begeleiden bij het maken van een studiekeuze. Studenten haken nu nog te vaak af, en zijn zich er niet genoeg van bewust of ze wel een baan kunnen vinden.

Migrantenjongeren moeten meer moeite doen om een stageplek te krijgen dan autochtone leeftijdsgenoten, bleek onlangs uit onderzoek. De discriminatie is niet altijd bewust en richt zich veelal op meisjes met een hoofddoek en jongeren waarvan werkgevers denken dat ze ‘risicovol’ zijn. Leerbedrijven die discrimineren komen daar te makkelijk mee weg. Minister Bussemaker vindt de stagediscriminatie onacceptabel en kondigt maatregelen aan.

Als allochtone jongeren eenmaal een stageplek hebben gevonden, blijkt de kans dat ze daarna bij de werkgever in dienst kunnen treden even groot als die van autochtone mbo-studenten. Daarom maakt Bussemaker budget beschikbaar om in 2017 een proefproject te starten met bliksemstages en bedrijfsbezoeken, zodat jongeren en werkgevers elkaar al eerder leren kennen. Verder is in september 2016 bij een aantal onderwijsinstellingen een project gestart om MBO-4 studenten en nieuwe MBO-2 stagiairs op een goede manier te introduceren en te coachen bij leerbedrijven.

Er wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van de docenten in het onderwijs. In 2017 zullen de eerste ‘Comeniusbeurzen’ worden uitgereikt; beurzen voor de meest veelbelovende docenten in het hoger onderwijs. Met deze beurs kunnen docenten hun werk weer verder ontwikkelen.

In het hoger onderwijs wordt in 2017 een begin gemaakt met het experiment ‘Flexstuderen’. Dit experiment moet het mogelijk maken voor studenten om hun studie beter te combineren met andere activiteiten. Naar rato van het onderwijs dat ze volgen, betalen zij dan collegegeld.

De ´Tijdelijke regeling subsidie scholing richting een kansberoep´biedt de mogelijkheid zich via scholing te kwalificeren voor kansberoepen; beroepen waarin de kans op werkgelegenheid meer dan gemiddeld is. Het maximale subsidiebedrag van de voucher is 2.500 euro.

Na een uitgebreide evaluatie is door de minister van VWS besloten om de subsidieregeling Stagefonds voor zorgstudenten te verlengen tot en met het schooljaar 2020-2021. Ook zijn er een aantal wijzigingen aangebracht in de regeling.

Voor verdere ondersteuning van het vinden van werk gaat het kabinet 30 mln besteden aan ‘scholingsvouchers’. Met deze vouchers kunnen werkzoekenden zich omscholen naar een beroep met een beter perspectief op werk. Zie verder

Ouderenkorting

Pensioengerechtigden met een inkomen van niet meer dan € 36.057 wordt de ouderenkorting van € 1.187 (2016) verhoogd naar € 1.292 (2017), zij betalen dus minder belasting.

Payroll

De Hoge Raad oordeelde dat voor een uitzendovereenkomst geen allocatiefunctie (het bijeenbrengen van kandidaten - aanbod - en opdrachtgevers - vraag -) is vereist. Met het oordeel van de Hoge Raad vallen detacheringsbureaus en payrollbedrijven onder de soepele flexregels van uitzendbureaus.

Er komt voorlopig geen reparatiewetgeving om de groei van de payrollbranche af te remmen, Zie verder

Participatiewet

De no-riskpolis geldt voor alle werknemers die onder de doelgroep van de Participatiewet vallen. Zie verder

Pensioen

Pensioen gaat in op de dag dat iemand de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, dus op de verjaardag en niet op de eerste dag van de maand. Een vergelijkbaar probleem is de ingangsdatum van het partnerpensioen bij overlijden van de deelnemer. Dat wordt direct na het overlijden.

Wetgeving bepaalt nu dat het pensioen nooit meer mag bedragen dan 100 % van het laatste loon. Wordt die grens al voor de pensioendatum overschreden? Dan moet op dat moment de verdere pensioenopbouw stoppen. Er zijn al 8 uitzonderingen op die 100 % grens, zoals waardeoverdracht en indexatie. Daarom, de 100 % grens volledig geschrapt.

Pensioen mag nu alleen worden uitgesteld als wordt doorgewerkt. Dat uitstel komt vaak voor. Bijvoorbeeld omdat het al opgebouwde pensioen ingaat op het 65e jaar en de AOW op 65 jaar en 6 maanden (2016). Die doorwerkvereiste wordt geschrapt. Eén voorwaarde blijft overeind: het pensioen moet ingaan uiterlijk 5 jaar na je AOW-leeftijd. (Bron: Rijksoverheid)

Op hoofdlijnen is er door het kabinet een toekomstbestendiger pensioenstelsel gepresenteerd. Dit zal de komende jaren verder worden uitgewerkt.

Mensen met een pensioen in de vorm van een premie- of kapitaalregeling  kunnen nog tot 1 juli 2017 een tijdelijke uitkering voor maximaal twee jaar aankopen. Hierdoor kunnen ook mensen die begin 2017 met pensioen gaan zelf kiezen wat voor soort pensioen zij willen, vast of variabel.

De gemiddelde dekkingsgraad van de pensioenfondsen steeg volgens onderzoeksbureau Aon Hewitt in november van 99 procent naar 101 procent. De beleidsdekkingsgraad die bepalend is voor kortingen of indexatie bleef gelijk op 98 procent. Het moment waarop gepeild wordt of er in 2017 gesneden moet worden in de pensioenen komt steeds dichterbij. Alles hangt af van de mate waarin de fondsen per 31 december in staat zijn om aan hun verplichtingen te voldoen. Bij veel fondsen schommelden de graadmeters de laatste maanden rond de 90 procent. Dat is dichtbij de kritische grens waarbij volgens de regels aan kortingen niet valt te ontkomen.

DNB wil niet dat er bij de overgang naar een nieuw pensioencontract meteen al mogelijkheden komen zoals pensioenpremies inzetten voor de aflossing van de hypotheek. Wat wel: een persoonlijk pensioenvermogen en een individueel leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid.

De 100%-grens houdt in dat het ouderdomspensioen (inclusief de AOW) niet hoger mag zijn dan 100% van het laatstverdiende pensioengevende loon. En, een werknemer kon zijn ouderdomspensioen alleen uitstellen na de pensioendatum als hij bleef doorwerken in dienstbetrekking (doorwerkvereiste). Beide regelingen worden in 2017 afgeschaft.

Voor het aanvullend pensioen geldt een haalplicht, geen brengplicht. U moet dus zelf achter uw pensioenaanspraken aan. In de praktijk valt dat niet altijd mee. Dankzij de moderne informatietechnieken doen veel pensioenfondsen wel hun best om gepensioneerden op te sporen. Meestal lukt dit, maar in honderden gevallen per jaar ook niet.

Als gevolg van de gestegen levensverwachting zal de pensioenrichtleeftijd met ingang van 1 januari 2018 worden verhoogd van 67 naar 68 jaar. De pensioenrichtleeftijd is een rekenleeftijd die wordt gebruikt voor de berekening van de jaarlijkse maximaal toegestane fiscale pensioenopbouw. Zie verder

Premiekorting

Bij het vaststellen van de uurloongrenzen voor het lage-inkomensvoordeel (LIV) wordt uitgegaan van een 40-urige werkweek in plaats van een 38-urige werkweek. De bovengrens van het uurloon wordt verhoogd van 120% naar 125% van het minimumloon.

Premieloon werknemersverzekeringen

Het maximumpremieloon werknemersverzekeringen is per 1 januari 2017 vastgesteld op € 206,54 per dag, en € 53.701 op jaarbasis.

Regeldruk

Het kabinet wil in 2017 de regeldruk voor bedrijven, burgers en professionals met 2,5 miljard euro verminderen. Zie verder

Re-integratie en preventie

Goed werk betekent volgens het kabinet dat ook kritisch wordt gekeken naar de loondoorbetaling en re-integratie bij ziekte. Het kabinet wil de beoordeling van re-integratietrajecten begrijpelijker en voorspelbaarder maken, zodat wordt voorkomen dat een re-integratietraject slechts wordt gestart ter voorkoming van een loonsanctie.

De aanvraag voor een WIA-uitkering als de zieke werknemer echt niet meer op de arbeidsmarkt zal kunnen terugkeren, moet zowel door werkgevers als werknemers kunnen worden aangevraagd.

De onafhankelijke positie van de bedrijfsarts wordt versterkt en de toegankelijkheid beter geborgd.

Schulden

Er komt een fiscale vereenvoudigingswet die een einde moet maken dat mensen met schulden verschillende soorten afbetalingsregelingen hebben bij de Belastingdienst.

Wie diep in de schulden zit en hier middels een gewoon schuldhulptraject niet uit komt, moet de mogelijkheid krijgen om maximaal een half jaar een adempauze te krijgen. In die periode mogen deurwaarders, incassobureaus en de overheid geen beslag leggen op goederen, inkomen of uitkering. De adempauze is alleen bedoeld voor mensen die via de reguliere weg geen oplossingen vinden.

Het wetsvoorstel vereenvoudiging beslagvrije voet, het minimum aan inkomen waar over iemand moet kunnen blijven beschikken voor zijn basale levensonderhoud, is aan de Tweede Kamer aangeboden. Kern van het systeem is dat deze gegevens uit bestaande registraties kunnen worden gehaald, en niet langer door de schuldenaar zelf hoeven te worden verstrekt.

Sociale verzekeringen

De (voorlopige) premies 2017 zijn bekend gemaakt:
  • Anw: premiepercentage wordt verlaagd naar 0,10%. Sectorfondspremies: de gemiddelde premie komt uit op 1,45%, in werkelijkheid verschilt de premie per sector.
  • De Algemeen Werkloosheidsfondspremie: voorlopig vastgesteld op 2,60%.
  • Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo): hetzelfde niveau als in 2016.
  • Premieopslag kinderopvang: gelijk (0,50%) als 2016.
  • Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof): voorlopig hoger vastgesteld op 6,03% om lastenverlichtingen op andere werkgeversterreinen te compenseren.
  • Werkhervattingskas (Whk): inschatting UWV op rekenpremie 1,10%.
Zie verder

Speur- en ontwikkelingswerk (S&O)

De ontvanger van de S&O-verklaring heeft een mededelingsplicht over het kalenderjaar voor het aantal bestede S&O-uren en gerealiseerde kosten en uitgaven per S&O-verklaring. Blijft de ontvanger in gebreke, dan wordt er een boete opgelegd.

Transitievergoeding

Het maximum voor de transitievergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd, bedragen worden afgerond op duizendtallen. Op 1 januari 2017 gaat het bedrag van € 76.000 naar € 77.000.

Werknemers die langdurig ziek zijn, houden recht op een transitievergoeding, maar de werkgever wordt gecompenseerd uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Hier zal een verhoging van de (uniforme) premie tegenover staan, te betalen door de werkgevers.

Het wetsvoorstel Compensatie transitievergoeding is echter tot 1 januari 2019 uitgesteld. Het plan om de regeling met terugwerkende kracht in werking te laten treden, blijft echter onveranderd. Dit betekent dat werkgevers die vanaf 1 juli 2015 een transitievergoeding hebben moeten betalen, na ontslag vanwege langdurige ziekte, hiervoor zullen worden gecompenseerd, maar dus nog een extra jaar daarop moeten wachten. Dat kan inhouden, dat werkgevers een aanzienlijk bedrag gedurende maximaal 3,5 jaar moeten voorfinancieren.

Bij CAO kunnen afspraken worden gemaakt over transitievoorzieningen bij een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen, zoals omscholing.

Bij bijna de helft van de in 2016 afgesloten sociale plannen werd de transitievergoeding als uitgangspunt genomen. AWVN verwacht dat de  kantonrechtersformule de komende twee jaar helemaal zal verdwijnen. De redactie is deze mening zeker niet toegedaan.

Uitzendkrachten

Werkgevers kunnen over uitzendkrachten die bij hen werken informatie uit het doelgroepregister opvragen bij UWV.

UWV

De dienstverlening van het UWV moet persoonlijker, waarvoor het budget wordt verhoogd naar 160 mln.

Werkgevers en werknemers kunnen bezwaar tegen een genomen beslissing indienen. De bezwaarprocedure kent de volgende stappen: heroverweging, de hoorzitting en medische beslissing.

Vakantie en verlof

Partners van vrouwen die net zijn bevallen, kunnen drie dagen langer bij hun baby blijven. Het betaalde kraamverlof voor vaders wordt daardoor uitgebreid naar vijf dagen. Dit is een uitbreiding van de Wet WAZO.

Werknemers bij het Rijk kunnen bij wijze van proef bovenwettelijke verlofdagen met collega’s gaan delen. Op die manier kunnen mensen die bovenwettelijke verlofdagen over hebben hun collega’s helpen die tijd nodig hebben voor bijvoorbeeld mantelzorg.

Volgens de regeling van 2016 kunnen vrouwen die zwanger zijn van een meerling 4 weken eerder od wel 10 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum met zwangerschapsverlof te gaan. Nu blijkt dat deze vrouwen vaak minder verlof genieten dan voorheen wil minister Asscher de wet nogmaals aanpassen.

De partner krijgt recht op kraamverlof voor een periode van 5 dagen (eerste twee betaald). Daarnaast recht op (betaald) ouderschapsverlof gedurende 3 dagen. De regeling gaat 1 januari 2019 in.

Veiligheid

Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu wil appen op de fiets verbieden, blijkt uit een brief aan de Tweede Kamer. Bellen blijft wel toegestaan, maar alleen handsfree met oortjes in. Met de hand appen in de auto is al verboden.

Werkhervattingsregeling voor Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA)

Ten opzichte van 2016 wordt de WGA-premie gemiddeld 0,03 procent hoger.

Werkgelegenheid

Het aantal banen stijgt, maar de werkloosheid daalt vooralsnog langzaam. De stijging van het aantal banen vindt vooral plaats in de marktsectoren Uitzendbureaus en Bouwnijverheid. De verwachting is dat de werkgelegenheid in de zorg (op termijn) weer zal toenemen, maar dat de werkgelegenheid bij de overheid zal blijven dalen. Dat de werkloosheid langzaam daalt heeft vooral te maken met dat er, naast dat er banen bij komen, ook werkzoekenden bijkomen. De kansen op de arbeidsmarkt nemen op dit moment ook toe voor (voormalig) werklozen en vijftigplussers.

Redactie: Mede door de wijziging van de definitie van een baan (was 12 uur werk per week en nu minstens 1 uur werk per week) en de dubieuse telling van het aantal werklozen (bijstandswet wordt niet meegeteld) moet er kritisch gekeken worden naar de mededelingen van CBS en Kabinet.

Het aantal medewerkers dat hun huidige werkgever wil verlaten is verdubbeld.