Mede of juist door het afstoten of privatiseren van de eerdergenoemde sociale verzekeringen kwam de primaire verantwoordelijkheid voor het dichten van de gaten te liggen bij de individuele werknemer. Het zijn de werknemers die keuzes moeten maken voor vervroegd uittreden (denk bijvoorbeeld aan de Flexibel Pensioen en Uittredenregeling van het ABP), extra sparen voor pensioen, deelname aan een systeem van flexibele arbeidsvoorwaarden en het afsluiten van verzekeringen. De wettelijke bepalingen en CAO’s beperken zich steeds meer tot het stellen van randvoorwaarden, het is de werknemer die ja of nee moet zeggen.
Individualisering versus solidariteit
Individualisering houdt in dat de werknemer op zichzelf is aangewezen, zelf keuzes moet maken en de gevolgen ervan tot lust of last moet nemen. Tegenover individualisering staan de begrippen collectiviteit en solidariteit. Solidariteit houdt in dat de sterkeren meebetalen aan de zwakkeren. Dit geldt voor de zorgverzekering, voor de meeste (vroeg)- pensioenregelingen en verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid en overlijden.