De derde dinsdag in september (Prinsjesdag) is een feit. Eerder lekte traditioneel al het nodige uit en gelukkig is er nog wat bijgekomen, in alfabetische volgorde:
De afbouw van deze korting voor hogere inkomen wordt voortgezet.
De Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd moet het meer aantrekkelijk maken om werknemers na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd in dienst te houden. De Eerste Kamer moet het wetsontwerp nog goedkeuren.
Eerder is besloten dat de AOW-leeftijd versneld wordt verhoogd naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Een ruimere overbruggingsregeling in de AOW voorkomt dat mensen die zich niet konden voorbereiden, tegen een grote inkomensachteruitgang aanlopen. Bijvoorbeeld als zij gebruikmaken van een regeling die afloopt voordat zij hun nieuwe AOW-leeftijd bereiken. In 2016 is de AOW leeftijd 65 jaar plus 6 maanden.
Voor de allerzwaksten onder de mensen met een arbeidsbeperking krijgen voor gemeenten 100 miljoen om voor hen banen te creëren.
Wordt voor inkomens tot ongeveer € 50.000 verhoogd met enkele honderden euro's. Meer dan de helft van de door het Kabinet beloofde 5 miljard lastenverlichting (2,6 miljard euro) gaat naar deze verhoging.
Bedrijven en bedrijfsbranches moeten zelf initiatief nemen om blijvend aandacht te besteden aan gezond en veilig werken. De ketenaanpak gezond en veilig werken stimuleert opdrachtgevers aandacht te schenken aan een goede werkomgeving. De nieuwe regelgeving gaat in 2016 in.
Het kabinet gaat de regels rond de beslagvrije voet (het bedrag van het inkomen waar schuldeisers niet aan mogen komen) vereenvoudigen. De regeling is op dit moment te ingewikkeld, waardoor de beslagvrije voet soms te laag wordt vastgesteld. Hierdoor houden mensen te weinig geld over om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.
Het kabinet heeft € 100 miljoen per jaar vrijgemaakt om armoede en schulden te bestrijden. Het grootste deel hiervan gaat naar gemeenten. Zij kunnen hiermee maatwerk leveren aan mensen die in de problemen zijn gekomen. Het kabinet wil preventie en vroeg signaleren van armoede- en schuldenproblematiek stimuleren.
Speciale aandacht gaat uit naar de positie van kinderen. Het kabinet brengt de ervaringen met (vormen van) een kindpakket in kaart. Hierin zitten bijvoorbeeld vouchers voor kleding en zwemlessen. Het kabinet wil zo gemeenten ondersteunen bij de vormgeving van het armoedebeleid.
Voor de toegenomen asielstroom komt 649 miljoen extra ter beschikking. Hiervan gaat 110 miljoen extra naar opvang van vluchtelingen in de eigen regio.
Voorstellen om het belastingstelsel te vereenvoudigen mogen worden verwacht, dit betreft onder meer de verschillende tarieven, toeslagen, heffingen en vele uitzonderingen die thans nog gelden.
Vanaf 2017 mag iedereen 100.000 euro schenken. Voorwaarden zijn 1. de ontvanger is jonger dan 40 jaar en ouder dan 17 jaar en 2. het geld moet worden gebruikt voor aankoop van een woning of aflossing van de hypotheek.
Er komt 100 miljoen extra voor research en onderzoek, 50 miljoen voor start-ups en het midden- en kleinbedrijf.
Er komt extra geld om investeringen in milieuvriendelijke technieken te stimuleren.
Vanaf 2016 vervalt de zogeheten voordeelregel en vervangen door een inkomensafhankelijke opbouw van de arbeidskorting die in de tabel bijzondere beloningen wordt verwerkt.
Het kabinet zet de verhoging van 6% naar 21% (bloemen, kapper, taxi, fietsenmaker et cetera) door. Het btw-tarief voor schilderen, stukadoren en isoleren voor woningen die ouder zijn dan 2 jaar blijft in 2017 misschien 6% in plaats van 21%.
Werknemers in de EU moeten gelijk loon krijgen als zij hetzelfde werk doen op dezelfde werkplek. Verschillen in loonkosten tussen gedetacheerde en nationale werknemers moeten kleiner worden. Het kabinet zet zich in om dit vast te leggen in de Detacheringsrichtlijn.
Belastingontwijking door DGA’s zal verder worden bestreden.
Er komt een durfkapitaalregeling voor het MKB en startups, die het fiscaal aantrekkelijk moet maken voor private investeerders om geld te lenen. Hiervoor wordt vanaf 1 januari 2017 50 miljoen euro vrijgemaakt. De regeling geldt niet alleen voor directe investeringen door bijvoorbeeld familie of vrienden in een startende onderneming, maar ook voor investeringen via intermediaire fondsen.
Er zijn afgelopen periode diverse hervormingen doorgevoerd voor de zorg, onderwijs, sociale voorzieningen en een solide pensioenstelsel. De regering gaat de uitwerking van deze hervormingen nauwlettend in de gaten houden en bijstellen waar dat nodig is (zoals bij het persoonsgebonden budget).
Het hoger onderwijs krijgt er zo’n 4.000 docenten bij en extra onderzoekers met een onderwijstaak. Deze docenten moeten het onderwijs intensiever en kleinschaliger maken, talentprogramma’s faciliteren en de relatie tussen hoger onderwijs en onderzoek versterken. Ook worden er meer lectoren en onderzoekers vanuit de beroepspraktijk aangetrokken.
Studenten krijgen meer persoonlijke aandacht, intensievere begeleiding en een betere entree op de arbeidsmarkt. Dit wordt betaald uit geld dat vrijkomt door de invoering van het studievoorschot voor studenten.
De komende twee jaar zullen met honderd werkgevers afspraken worden gemaakt om jongeren, waaronder migrantenjongeren, te helpen met banen, stages en leerwerkplekken. De aanpak jeugdwerkloosheid met onderwijsinstellingen, het UWV, gemeenten en werkgevers(organisaties) loopt door in 2016.
Het wordt voor bedrijven makkelijker om hoogopgeleiden van buiten de Europese Unie naar Nederland te laten komen voor tijdelijke werkzaamheden.
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (fiscale tegemoetkoming voor kosten door combineren werk en zorg voor kinderen) wordt verhoogd en de kinderopvangtoeslag wordt met € 25 à € 50 euro per maand verhoogd voor werkenden met kinderen tot 12 jaar, kosten 290 miljoen. Gezinnen die ongeveer 50.000 euro per jaar verdienen krijgen maandelijks 108 euro meer als zij twee kinderen hebben die drie dagen per week naar de dagopvang gaan. Ouders met lage inkomens krijgen een meevaller doordat het kindgebonden budget hoger uitvalt. Allemaal maatregelen die het gemakkelijker maken om een betaalde baan te combineren met de zorg voor kinderen.
Werknemers maar ook ouderen en uitkeringsgerechtigden gaan er op vooruit. Enkele cijfers: alleenstaanden met een minimumloon krijgen er 5,3 procent bij. Een alleenstaande ouder met een minimumloon kan rekenen op 4,4 procent extra. Bij de werkenden gaan vooral de tweeverdieners met een salaris van anderhalf keer modaal én kinderen er fors op vooruit: 3,5 procent. Als beide ouders modaal verdienen, gaan ze er samen 2,7 procent op vooruit. Voor gepensioneerden is de doorsnee stijging + 0,2 procent.
Vaders en moeders krijgen na de geboorte van hun kind vijf dagen betaald verlof (is in 2015 twee).
De inkomstenbelasting gaat omlaag. Dit moet de consumptie en dus ook de werkgelegenheid stimuleren. De tabel bijzondere beloningen wordt aangepast. Dit moet leiden tot een betere aansluiting tussen de loon- en inkomstenbelasting. Met ingang van 1 januari 2016 zal de inkomensafhankelijke opbouw van de arbeidskorting in de tabel bijzondere beloningen worden verwerkt. Dit heeft gevolgen voor werknemers met een inkomen tot circa € 20.000.
Belastingschijven tot AOW-leeftijd 2015 en 2016 zijn/worden:
2015 | 2016 | |||||
Schijf 1 | € 0 t/m € 19.822 | 36,5% | Schijf 1 | € 0 t/m € 19.922 | 36,55% | |
Schijf 2 | € 19.823 t/m € 33.589 | 42% | Schijf 2 | € 19.923 t/m € 33.715 | 40,15% | |
Schijf 3 | € 33.590 t/m € 57.585 | 42% | Schijf 3 | € 33.716 t/m € 66.421 | 40,15% | |
Schijf 4 | € 57.586 of meer | 52% | Schijf 4 | € 66.422 of meer | 52% |
De regels voor loondoorbetaling van twee jaar bij ziekte blijven bestaan.
De derde belastingschijf wordt met € 8.000 verlengd en de tarieven in de tweede en derde schijf van de loon- en inkomstenbelasting gaan circa 2%-punt omlaag. Werknemers moeten volgens deze plannen vanaf 2016 netto meer geld overhouden.
Het kabinet komt met een aanzienlijke uitbreiding van de subsidies en kortingen:
Vanaf 2017 krijgen werkgevers een tegemoetkoming van maximaal € 2.000 per jaar voor elke werknemer die rond het minimumloon zit, het zogenoemde lage inkomensvoordeel (LIV). Dat maakt het voor werkgevers financieel aantrekkelijker om deze werknemers in dienst te nemen en/of te houden. Het CPB heeft berekend dat de verlaging van lasten op arbeid met 5 miljard euro al binnen 2 jaar in totaal 21.000 banen oplevert. Op de langere termijn leidt de lastenverlichting tot 35.000 extra banen.
Najaar 2015 stuurt het kabinet een verkennende notitie over het minimum loon op dag-, week- of maandbasis naar de Tweede Kamer. Ook het minimumjeugdloon, stukloon en reikwijdte van het minimumloon komen aan de orde.
Startende bedrijven kunnen rekenen op € 155 miljoen extra, zodat het MKB kredietmogelijkheden kan uitbreiden. Daarnaast worden de twee belangrijkste fiscale regelingen om onderzoek en ontwikkeling te stimuleren in 2016 samengevoegd. Het gaat hier om de Research en Development Aftrek (RDA) en de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO). Het kabinet wil hiermee de regeling effectiever maken en de aanvraagprocedure eenvoudiger maken. Het budget wordt in 2016 verhoogd met 100 miljoen en vanaf 2017 met 115 miljoen.
Om de koopkracht van gepensioneerden in 2016 te repareren wordt de ouderenkorting eenmalig met 222 euro verhoogd, tot een inkomen van circa € 35.000. In 2016 bedraagt de ouderenkorting daarmee 1187 euro.
Mogelijk wordt het betaalde ouderschapsverlof voor partners van de moeder verlengd van twee naar vijf dagen.
De stimuleringsmaatregelen die daarbij door het UWV en gemeenten ingezet kunnen worden verschillen van elkaar. Met gemeenten en sociale partners zijn in de Werkkamer afspraken gemaakt om deze maatregelen voor de gehele doelgroep van de banenafspraak zoveel mogelijk te harmoniseren. De afspraken zijn uitgewerkt in een wetsvoorstel tot Harmonisatie van Instrumenten in de Participatiewet
Dit najaar presenteert de regering een werkprogramma waarin zij de plannen voor het toekomstige pensioenstelsel verder uitwerkt. Het stelsel moet transparanter, eenvoudiger en persoonlijker worden.
Het onderzoek naar een vereenvoudiging van pensioen in eigen beheer wordt met minimaal één jaar uitgesteld.
De Wijziging Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) moet er voor zorgen dat de arbeidsvoorwaarden van werknemers die via een payrollbureau werken gelijk zijn aan arbeidsvoorwaarden van de werknemers die rechtstreeks bij de onderneming in dienst zijn. De gelijke arbeidsvoorwaarden betreft ook het pensioen en de opleidingsmogelijkheden.
Het bedrag van de premiekorting arbeidsgehandicapten wordt verhoogd van € 1.800 naar € 2.000 euro. De regeling geldt niet voor arbeidsgehandicapte werknemers die in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) volledig gesubsidieerd zijn.
Het wordt aantrekkelijker voor kleine werkgevers om, via een premiekorting, werkloze jongeren, ouderen en arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Kleine werkgevers kunnen nog niet optimaal van de premiekorting profiteren. Dat komt doordat de premies die zij moeten afdragen vaak lager zijn dan de premiekorting, waardoor zij geen recht hebben op het volledige bedrag.
Het kabinet wil de regeldruk terugdringen om het ondernemen makkelijker te maken. Daar werd in 2015 al 1,35 miljard euro voor uitgetrokken, dit bedrag zal in 2016 verder toenemen tot ongeveer 2 miljard euro.
De Wet aanpak schijnconstructies (WAS) is deels al ingegaan (1 juli 2015), maar een deel gaat op 1 januari 2016 in. Dit betreft het verbod op inhoudingen op en verrekeningen met het wettelijk minimumloon, de verplichte girale betaling van minimaal het wettelijk minimumloon en de specificatie van de onkostenvergoedingen op de loonstrook.
Het vaderschapsverlof wordt verlengd van twee naar vijf dagen, kosten 75 miljoen.
De Verklaring arbeidsrelatie (VAR) wordt vervangen door modelovereenkomsten die de Belastingdienst gaat beoordelen, voor opdrachtnemers heeft dit gevolgen. De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties moet nog wel door de Eerste Kamer worden aangenomen.
In de oude situatie moest iemand vanaf € 21.000 betalen over zijn vermogen, dat wordt opgetrokken naar € 25.000. Over het vermogen tussen € 25.000 en € 125.000 moet 0,87% belasting (Box 3) worden betaald (was 1,2%). Over het vermogen vanaf € 125.000 gaat men 0,87% betalen en over het vermogen meer dan € 1.025.000 zelfs 1,65%. Dat rijkere mensen meer moeten betalen komt doordat dat zij met zoveel vermogen ook veel meer rendement kunnen maken en dus meer belasting kunnen betalen, aldus de uitleg van het kabinet.
De vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting voor (semi-)elektrische auto's en de bijtellingscategorie van 4 procent verdwijnen. Hiervoor in de plaats wordt voor volledig elektrische auto's de bijtelling 7%. Voor semi-elektrische/hybride leaseauto's (uitstoot van maximaal 50 gram) wordt de bijtelling 14%. De bijtelling voor leaseauto’s gaat geleidelijk naar 22 procent.
Het tarief van de motorrijtuigenbelasting daalt in 2017 met 2 procent voor alle personenauto’s.
Tot en met 2020 wordt de aanschafbelasting BPM met 12 procent afgebouwd. Volledig elektrische auto’s blijven hun BPM-vrijstelling houden.
Volgens het gebruikelijkheidscriterium, zoals dit met de wijziging opnieuw wordt geformuleerd, mag de omvang van de als eindheffingsbestanddeel aangewezen vergoedingen en verstrekkingen niet in belangrijke mate groter zijn dan de omvang van de vergoedingen en verstrekkingen die in de regel in overeenkomstige omstandigheden als eindheffingsbestanddeel worden aangewezen. Op deze wijze is een maximum gesteld aan de omvang van de vergoedingen zonder dat deze werknemer hierover loonbelasting verschuldigd is.
Het moet gebruikelijk zijn dat de werknemer vergoedingen of verstrekkingen van een bepaalde omvang belastingvrij ontvangt, doordat de werkgever de vergoedingen of verstrekkingen heeft aangewezen als eindheffingsbestanddeel. Het gaat er dus om dat het gebruikelijk is dat de werkgever de eventueel verschuldigde heffingen over de vergoedingen of verstrekkingen via eindheffing voor zijn rekening neemt.
Om werkloze ouderen aan een baan te helpen maakt het kabinet ruim 100 miljoen euro vrij. Verder spraken twintig grote werkgevers en de overheid af om zich in te zetten voor meer diversiteit op de werkvloer. Ook alle ministeries gaan deze overeenkomst tekenen. Het kabinet verlengt voor ouderen het actieplan 50pluswerkt. Het blijft ook in 2016 van kracht. Het doel is ouderen aan werk te helpen. Onder meer via scholingsvouchers, netwerktrainingen en een vergoeding voor begeleiding naar werk.
In 2016 stelt het kabinet € 182 miljoen beschikbaar voor sectorplannen om de arbeidsmarkt te verbeteren. Door de sectorplannen kunnen werknemers die hun baan verliezen eerder geholpen worden aan een nieuwe baan. Voordat zij eerst werkloos worden. Ook kunnen meer jongeren aan werk geholpen worden. De goedgekeurde sectorplannen bevatten maatregelen voor ruim 400.000 werknemers.
Per 1 januari 2017 worden de premies voor WGA-vast en -flex samengevoegd en gaan werkgevers aan het UWV één premie betalen. Deze samenvoeging kan in sommige gevallen leiden tot een forse stijging van de premie.
De bezuinigingen op de huurtoeslag en de zorgtoeslag worden uitgesteld. Er komt structureel € 210 miljoen beschikbaar om de zorg in de verpleeghuizen te verbeteren en ruimte te maken voor meer persoonlijke aandacht.
ZZP-ers moeten een pensioen kunnen opbouwen. Tot nu toe moesten ZZP-ers vaak eerst hun pensioen opmaken als ze een beroep deden op de bijstand. Het kabinet bereidt een wetsvoorstel voor waarin onder voorwaarden vrijlating van het pensioenvermogen plaatsvindt.
Zie ook de Miljoenennota 2016.