Belastingplan 2019

Datum laatste wijziging: 15 december 2019  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

Prinsjesdag 2018

Prinsjesdag 2018

Belangrijkste nieuws volgens het kabinet: 'Iedereen gaat er op vooruit'. Iedereen nu blij!?
Nee, onder meer het Centraal Planbureau (CPB) niet, dat fundamenteel anders over de gezondheid van de overheidsfinanciën denkt. Het CPB schrijft dat het kabinet-Rutte III 'expansief begrotingsbeleid' voert. In gewoon Hollands 'potverteren'.
En nog een kritisch geluid: De Raad van State is kritisch op de kabinetsplannen zoals gepresenteerd op Prinsjesdag. Het draagkrachtbeginsel komt verder onder druk te staan, plannen zijn onvoldoende onderbouwd en de fiscale wetgeving wijzigt veel te snel.

Naslag: Prinsjesdag 2018: Miljoenennota 2019, Belastingplan 2019, Prinsjesdagstukken
en Schriftelijke beantwoording WGO I - pakket Belastingplan 2019.

30% regeling

Met ingang van 1 januari 2019 kunnen werknemers uit het buitenland maximaal vijf jaar in aanmerking komen voor de forfaitaire regeling die ervoor zorgt dat zij 30% van hun loon onbelast mogen ontvangen ter compensatie van hun extraterritoriale kosten (tool), aldus het wetsvoorstel. Dus ook  voor expats die hier al zijn gaat de regeling zonder overgangsperiode naar 5 jaar, terwijl bij ingang hiervan hen 8 jaar is beloofd.
In 2012, toen de looptijd van de 30 procentregeling werd teruggebracht van 10 naar 8 jaar, was er wel zo’n overgangsregeling.

Werknemers voor wie de werkgever het schoolgeld van een internationale school onbelast vergoedt of verstrekt, kunnen dit recht gedurende de oorspronkelijke looptijd van de 30%-regeling houden. Het wegvallen hiervan zou anders te grote financiële gevolgen voor hen hebben.

Adoptie- en pleegzorgverlof

Vanaf 1 januari 2019 hebben beide ouders recht op zes weken adoptieverlof- en pleegzorgverlof, een verruiming van twee weken.  

Aftrekposten

Het kabinet verlaagt voor de hogere inkomens het tarief van een aantal aftrekposten. Dit geldt bijvoorbeeld voor de hypotheekrenteaftrek en de ondernemersaftrek.

Algemene heffingskorting

De komende drie jaar (gaat de maximale heffingskorting omhoog met in totaal € 358. Dat moet ervoor zorgen dat ook werknemers met een laag inkomen de vruchten plukken van de invoering van het tweeschijvenstelsel.

Arbeidsmarkt

Het kabinet stelt een onafhankelijke commissie in die zal onderzoeken of ons huidige stelsel nog aansluit op de arbeidsmarkt van nu en de toekomst. De arbeidsmarkt en de manier waarop mensen werken, veranderen snel. Het kabinet wil daarom fundamenteler bezien of op de lange termijn de verschillende stelsels van het arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit nog aansluiten bij een veranderende economie en arbeidsmarkt.

Arbo

Beroepsziekten staan centraal in veel campagnes van de overheid die zijn gericht op ondernemers. Veilig werken met gevaarlijke stoffen krijgt daarbij nu de nadruk.

Vanaf 2019 staat een nieuw onderwerp in de spotlights: het voorkomen van gezondheidsschade door fysieke belasting tijdens het werk.

De Inspectie SZW ziet onder meer toe op gezond en veilig werk. Om de handhaving en fraudebestrijding te versterken, investeert het kabinet extra geld in de inspectiedienst. Deze extra investering loopt jaarlijks op en bedraagt uiteindelijk (in 2022) 50 miljoen euro per jaar.

In 2019 zullen onderzoeken plaatsvinden naar de effectiviteit van de nieuwe Arbowet, zodat deze in 2020 kan worden geëvalueerd.

Auto

De Tesla-tax wordt op 1 januari 2019 ingevoerd. Een nul-emissie auto krijgt dan nog maar over de eerste € 50.000 korting op de bijtelling, tenzij het een waterstofauto is. Over het meerdere geldt de normale bijtelling van 22%. Met ingang van 1 januari 2019 zijn er geen auto’s meer met 0% bijtelling.

De Wet uitwerking Autobrief II voorziet in een fijnstoftoeslag in de Wet MRB 1994. Deze toeslag geldt voor dieselauto’s met een fijnstofuitstoot van meer dan  5 milligram per kilometer. Op 16 april 2018 is de Tweede Kamer per brief geïnformeerd dat de hiervoor noodzakelijke automatisering bij de Belastingdienst naar verwachting pas per 1 januari 2020 gereed zal zijn. Als gevolg hiervan kan deze toeslag niet per 1 januari 2019 in werking treden. De Wet uitwerking Autobrief II wordt zodanig aangepast dat deze toeslag geldt met ingang van een bij koninklijk besluit nader te bepalen tijdstip.

Nb: Elektrische auto, zie onder.

Asielzoekers

Voor asielzoekers moet het duidelijk zijn wat de kansen zijn op een succesvolle asielaanvraag. Wie een kansloze herhaalde aanvraag indient, wordt niet meer gehoord. Het kabinet maakt afspraken met herkomstlanden over terugkeer van eigen onderdanen.   

Bedrijfsleven

Nederland wil aantrekkelijk zijn als vestigingsplaats voor bedrijven die een echte bijdrage leveren aan de economie. Het kabinet presenteert daarom een ambitieus pakket aan maatregelen voor het bedrijfsleven.

Het pakket bevat naast de verlaging van de vennootschapsbelasting en de afschaffing van de dividendbelasting ook de invoering van een bronbelasting op dividenden naar laag belastende jurisdicties en in misbruiksituaties. Zo wordt voorkomen dat Nederland wordt gebruikt voor doorstroomactiviteiten naar belastingparadijzen.

Voor het MKB wordt per 2020 structureel € 100 miljoen beschikbaar gesteld.

Belastingontwijking

De Belastingdienst krijgt de komende jaren 17 miljoen euro extra van het kabinet. Dat geld is bedoeld voor uitbreiding van de opsporingscapaciteit bij de bestrijding van belastingontwijking.

Box 3

Het heffingsvrije vermogen wordt verhoogd tot 30.360 euro per persoon. Het forfaitaire rendement van de vermogensschijven wijzigt naar 1,94 procent (30.360 - 102.010 euro), 4,45 procent (102.010 - 1.020.096 euro) en 5,60 procent (meer dan 1.020.096 euro).

Bijstand

Er zal een abonnement worden ingevoerd voor het gebruik van algemene voorzieningen in de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). Daarmee wil men de regeling goedkoper maken voor mensen die er gebruik van maken.

Brexit

Om Nederland zo goed mogelijk voor te bereiden op de Brexit wordt ruim € 90 miljoen uitgetrokken voor onder meer extra capaciteit bij de Douane en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA). De heroprichting van het nieuwe ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en EZK vergt voor 2019 eenmalig ruim € 60 miljoen voor extra personeel, ICT en materiële kosten.

Het kabinet neemt maatregelen voor als het misloopt met de Brexit en er op 29 maart 2019 geen akkoord is gesloten met het VK. In dat geval moet de toegang van VK-werknemers in Nederland worden geregeld. Om goed voorbereid te zijn wordt een wijziging in het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen voorbereid. Ook wordt bekeken of aanpassing van sociale verzekeringswetten nodig is.

BTW

Het lage btw-tarief gaat omhoog van 6 naar 9%. Duurder worden voedingsmiddelen, water, alles wat bij de boer vandaan komt en boeken. Maar ook de schoenmaker, de kapper of een zwembad wordt in 2019 duurder.

Cybercriminaliteit

In 2019 komt voor het MKB extra € 30 miljoen vrij om cybercriminaliteit te bestrijden.

Directeuren-grootaandeelhouders

Directeuren-grootaandeelhouders met een schuld bij hun eigen bv, groter dan 500.000 euro moeten hierover belasting gaan betalen. Het kabinet ziet vanaf 2022 dat bedrag niet als schuld waarover geen belasting betaald hoeft te worden, maar als winstuitkering.

Elektrische auto

Per 1 januari 2019 gaat de bijtelling van 22% ook gelden voor elektrische auto’s met een catalogusprijs van meer dan € 50.000. Organisaties krijgen volgend jaar dus te maken met een bijtelling van 4% voor elektrische auto’s tot € 50.000 en 22% voor duurdere elektrische auto’s voor zover de grondslag boven het bedrag van € 50.000 uitkomt.

Nb: Vanaf 2021 gaat ook voor elektrische auto’s gelden dat over de gehele cataloguswaarde 22% bijtelling verschuldigd is. Eigenaren van een elektrische auto hebben dan dus geen fiscaal voordeel meer van hun auto.

Energie

Belasting op aardgas gaat fors omhoog, die op elektriciteit omlaag. Ook de energiebelasting per elektriciteitsaansluiting wordt verlaagd. De verwachting is dat een gemiddeld huishouden ongeveer € 130 per jaar meer aan energiebelastingen kwijt zal zijn dan dit jaar.

Fiets

De forfaitaire bijtelling voor het privé gebruik van een zakelijke fiets, bijvoorbeeld bij lease, wordt vastgesteld op 7% van de nieuwwaarde. Het percentage maakt deel uit van een vereenvoudiging van de fiscale fietsregeling. De regeling gaat in per 1 januari 2020.

Nt als bij de auto van de zaak betekent de bijtelling een vaste verhoging van het belastbaar inkomen voor degene met een fiets van de zaak. Over de bijtelling moet de werkgever belasting inhouden. Hoeveel de werknemer aan extra belasting betaalt, hangt af van de prijs van de fiets en van het inkomen van de werknemer. Hogere inkomens betalen dus meer voor het fietsgebruik.

De bijtelling gaat gelden als de werknemer de ter beschikking gestelde fiets voor zijn woon-werkverkeer kan gebruiken. Het doet er niet toe of dat voor het volledige woon-werkverkeer is of een gedeelte ervan. Ook maakt het niet uit wat voor soort fiets de werknemer ter beschikking gesteld heeft gekregen. Voor een stadsfiets, bakfiets, elektrische fiets en een zogenoemde speed pedelec met elektrische trapondersteuning gaat allemaal hetzelfde bijtellingstarief van 7% van de aanschafprijs gelden.

Deze regeling wijkt sterk af van de leaseauto, waarvoor, indien er niet privé mee gereden wordt, geen bijtelling volgt. Ook voor de fiets geldt dat woon-werk verkeer als zakelijke kilometers moet worden beschouwd. En, mag aan de werknemer nog steeds € 0,19 aan reiskosten worden betaald?

Heffingskortingen

De algemene heffingskorting wordt verhoogd in 2019, 2020 en 2021. In 2019 komt de maximale algemene heffingskorting uit op € 2.477 (2018: € 2.265).

De maximale arbeidskorting wordt verhoogd. Tevens wordt voorgesteld om de arbeidskorting over een langer inkomenstraject op te laten lopen en steiler af te bouwen. In 2021 zal de maximale arbeidskorting € 3.945 zijn en dit wordt bereikt bij een inkomen van ongeveer € 36.000. Vanaf dat inkomen wordt de arbeidskorting met 6% afgebouwd, zodat het bij een inkomen van iets meer dan € 100.000 op nihil uitkomt. De maximale arbeidskorting in 2019 wordt € 3.399 (2018: € 3.249). 

Voorgesteld wordt de opbouw van de IACK gelijkmatiger te laten plaatsvinden. De opbouw verloopt vanaf het drempelinkomen geleidelijk vanaf nihil. Het opbouwpercentage stijgt naar 11,45%, maar de maximale IACK blijft gelijk, waardoor de maximale IACK al bij een lager inkomen wordt bereikt. De maximale IACK in 2019 wordt € 2.835 (2018: € 2.801).

De jonggehandicaptenkorting, de ouderenkorting voor lagere inkomens en de alleenstaande-ouderenkorting stijgen in 2019 ten opzichte van 2018.

De ZW-uitkering telt niet langer mee voor hoogte arbeidskorting en Inkomensafhankelijke aanvullende combinatiekorting (IACK) voor zieken zonder werk.

De maximale ouderenkorting zal worden verhoogd met 178 euro naar 1.596 euro (na indexatie). Ook wordt een afbouwpercentage van 15 procent geïntroduceerd.

Vanaf 1 januari 2019 hebben alleen inwoners van Nederland recht op het belastingdeel van de loonheffingskorting. Niet-inwoners hebben daar geen recht meer op. Zij hebben alleen nog recht op het premiedeel, als ze in Nederland verzekerd zijn voor de volksverzekeringen. Als gevolg van deze maatregel komen er met ingang van 1 januari 2019 meer loonbelastingtabellen.

Inkomstenbelasting

De inkomstenbelasting (voor mensen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd) kent vanaf 2021 nog maar twee in plaats van vier belastingschijven. Het basistarief van 37,05% geldt dan tot een inkomen van € 68.507. Daarna geldt het toptarief van 49,5%. De huidige tarieven van 36,55%, 40,85% en 51,95% worden in 2019 aangepast naar 36,65%, 38,10% en 51,75%.

AOW-gerechtigden krijgen in het vernieuwde stelsel van 2021 aangepaste tarieven, namelijk 19,15%, 37,05% en 49,5%.

Inspectie SZW

Beroepsziekten staan centraal in veel campagnes van de overheid die zijn gericht op ondernemers. Veilig werken met gevaarlijke stoffen krijgt daarbij nu de nadruk.

Vanaf 2019 staat een nieuw onderwerp in de spotlights: het voorkomen van gezondheidsschade door fysieke belasting tijdens het werk.

Kinderen

Bijna alle ouders zullen van de fiscus een hogere kinderopvangtoeslag ontvangen. In de tabel voor het eerste kind gaat het maximumvergoedingspercentage voor de laagste inkomens omhoog van 94% naar 96%. De inkomensgrens waarbij ouders voor het eerste kind kinderopvangtoeslag krijgen ter hoogte van de vaste voet van 33,3% wordt per 2019 verhoogd naar € 123.920.

De maximum uurprijs van de dagopvang wordt met € 0,27 verhoogd, en die van de buitenschoolse opvang met € 0,34.

Per 2019 gaat het budget voor de kinderbijslag met structureel € 250 miljoen omhoog (€ 88,75 extra basiskinderbijslag per jaar). En vanaf 2020 stijgt het kindgebonden budget voor paren met middeninkomens met bijna € 500 miljoen. De inkomensgrens waar de afbouw van het kindgebonden budget begint voor paren, wordt verhoogd met €16.500.

In 2019 wordt de kwaliteit van de kinderopvang verder verbeterd door onder andere aanpassing van de beroepskracht-kindratio van 1 beroepskracht per 4 baby’s naar 1 beroepskracht per 3 baby’s en de introductie van de pedagogisch beleidsmedewerker. Hiermee zet het kabinet in op de ontwikkeling van kinderen.

Koopkrachtberekeningen

De uitkomst van alle maatregelen is volgens het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) dat de meeste huishoudens in 2019 jaar meer te besteden hebben - gemiddeld € 35 per maand.

Kraamverlof

Werknemers die fulltime werken krijgen per 1 januari 2019 recht op vijf dagen verlof. Bij parttimers geldt het aantal dagen verlof naar rato. Aldus de kabinetsvoorstellen.

Per 1 juli 2020 komt hier nog het aanvullend geboorteverlof bij. Dit aanvullend geboorteverlof duurt maximaal vijfmaal de arbeidsduur per week. Tijdens dit verlof ontvangt de werknemer een uitkering van UWV ter hoogte van 70% van zijn (maximum)dagloon.

Leven lang ontwikkelen (LLO)  

Om een Leven Lang Ontwikkelen te bevorderen en een positieve en sterke leercultuur tot stand te brengen stelt het kabinet in 2019 1,5 miljoen euro beschikbaar. Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen kunnen een beroep doen op deze middelen.

Loondoorbetaling bij ziekte voor kleine werkgevers

De verkorting van de loondoorbetalingsplicht bij ziekte voor kleine werkgevers is nog niet van de baan. In de begroting SZW is budget voor de maatregel gereserveerd.

Loonkostenvoordeel

Als een organisatie in aanmerking wil komen voor een loonkostenvoordeel (LKV) voor een werknemer uit de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden, is daar per 2020 geen maximumduur meer aan verbonden. De tegemoetkoming geldt zolang de werknemer aan de voorwaarden voldoet.

Meer- en overwerk 

Afspraken kunnen in een CAO zijn opgenomen. Is dat niet het geval dan moeten die uren worden uitbetaald. Is er bij een organisatie geen CAO van toepassing, dan moet voor werknemers met een minimum loon dan moeten de uren worden uitbetaald. Overwerk te compenseren met vrije tijd is niet toegestaan.

Minimumloon

Eerder was al beslist dat per 1 juli 2019 voor 18-, 19-, 20-jarigen het vaste percentage van het wettelijk minimumloon verder omhoog gaat naar 50%, 60% en 80%. Voor 21-jarigen gaat dit naar 100%. Zij hebben dan recht op een volledig wettelijk minimumloon.

Onderwijs

Naast de al bestaande 700 miljoen extra voor het primair onderwijs komt er komend jaar 130 miljoen vrij voor het tegengaan van onderwijsachterstand en 70 miljoen voor het versterken van het technisch vmbo.

Het kabinet investeert 248 miljoen extra in wetenschappelijk onderzoek, o.a. via de Nationale Wetenschapsagenda (108 miljoen) en via vrij onderzoek.

De afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven wordt uit het wetsvoorstel fiscale maatregelen rijksmonumenten en scholing geschrapt.

Pensioenen

Na jaren van onderhandelen zijn vakbonden en werkgevers het eens over de pensioenen. De stijging van de AOW-leeftijd moet worden afgeremd. Ook moet er ruimte komen voor vervroegde uittreding van oudere werknemers 'als het niet langer gaat'. Het idee van een persoonlijk pensioenpotje wordt losgelaten. De AOW-voorstellen gaan de regering miljarden kosten. Wordt zeker vervolgd.

Pensioenopbouw over zwangerschapsperiode zelfstandig ondernemer wordt mogelijk. Door deze wetswijziging wordt het fiscaal mogelijk dat een zelfstandig ondernemer ook over de periode van afwezigheid wegens zwangerschap of bevalling pensioen opbouwt in een verplichte beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling.

Scholingskosten

De fiscale aftrekpost voor scholingskosten wordt per 2020 vervangen door een individuele leerrekening voor alle Nederlanders die een startkwalificatie hebben behaald.

Subsidiebedrag voor praktijkleren in 2019 omlaag

Werkgevers die een praktijk- of werkleerplaats aanbieden, kunnen komend schooljaar hiervoor maximaal € 2.500 ontvangen. Afgelopen schooljaar bedroeg dit maximum nog € 2.700.

Vergroening

De belasting op aardgas gaat omhoog, die op elektriciteit omlaag. Verhuurders die huurwoningen energiezuinig verbouwen zullen vanaf volgend jaar in aanmerking komen voor een heffingsvermindering.

Vrachtauto

Het kabinet stelt voor om zware vrachtauto’s uit binnen- en buitenland per 1 juli 2019 zwaarder te belasten. Hiervoor zal de Wet belasting zware motorrijtuigen worden geactualiseerd. Het tarief voor de schoonste vrachtauto’s zal niet wijzigen.

Vrijwilliger

Per 1 januari 2019 gaat de onbelaste vrijwilligersvergoeding met € 200 omhoog. Vrijwilligers kunnen daardoor een maximale onbelaste vergoeding krijgen van € 170 per maand en € 1.700 per kalenderjaar.

Werkkostenregeling

Geen nieuws. Dit betekent dat het kabinet niet van plan is de WKR (op eerder in 2018 besproken punten, w.o. invoering normrente bij de personeelslening) aan te passen.

Werkloosheid

De werkloosheid daalt in 2019 naar verwachting naar 320 duizend mensen.

Het kabinet kondigt in de begroting van het Ministerie SZW aan dat het tot en met 2020 jaarlijks 35 miljoen euro steekt in een betere matching van werklozen en vacatures.

Sinds 1 januari 2016 neemt de maximale duur van de WW af van 38 maanden naar 24 maanden in 2019. Dit gebeurt stapsgewijs met een maand per kwartaal. In 2018 ging de maximale WW-duur omlaag van 29 naar 26 maanden en in 2019 is de duur nog 2 jaar.

Een werkgever die werknemers een vast contract geeft, gaat een lagere WW-premie dan voor flexibele arbeid.

Wet arbeidsmarkt in balans (WAB)

In de WAB zijn onder meer wijzigingen in het ontslagrecht, de transitievergoeding, flexibele arbeid en de financiering van de Werkloosheidswet (WW) geregeld. Uit de begroting SZW (pdf) blijkt dat dit wetsvoorstel dit najaar nog bij de Tweede Kamer komt te liggen. De beoogde ingangsdatum van het wetsvoorstel is – zoals eerder ook werd aangekondigd – 1 januari 2020.

Belangrijkste maatregelen uit de WAB
  • Werknemers krijgen vanaf het begin van hun arbeidsovereenkomst recht op een transitievergoeding bij ontslag. De vereiste dat zij hiervoor minimaal twee jaar in dienst moeten zijn, vervalt.
  • De opbouw van de transitievergoeding wordt soberder: voortaan telt elk dienstjaar voor een derde maandsalaris.
  • Werknemers krijgen weer na drie jaar recht op een vast contract in plaats van de huidige twee jaar. De ketenbepaling wordt weer verlengd.
  • Tegelijkertijd wordt de mogelijkheid voor flexibiliteit uitgebreid voor terugkerend tijdelijk (seizoens-)werk dat maximaal negen maanden in een jaar kan worden verricht. In dat geval komt er meer ruimte om af te wijken van de ketenbepaling.
  • Er komt een nieuwe ontslaggrond bij: de i-grond. Hierdoor kan een werkgever verschillende ontslagredenen met elkaar combineren in een ontbindingsverzoek.
  • Een werkgever kan een proeftijd van maximaal vijf maanden afspreken in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In een tijdelijk contract van twee jaar of langer mag de werkgever straks een proeftijd van maximaal drie maanden met de werknemer overeenkomen.
  • Er komen strengere regels voor de beschikbaarheid van oproepkrachten. Een oproepkracht wordt verplicht om gehoor te geven aan een oproep als de werkgever hem minimaal vier dagen van tevoren heeft opgeroepen.
  • Payrollwerknemers krijgen recht op dezelfde primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden als werknemers die rechtstreeks bij de opdrachtgever in dienst zijn.
  • Werkgevers gaan een hogere WW-premie betalen voor werknemers met een flexibel contract dan voor werknemers met een vast contract. 
Met dit wetsvoorstel wil het kabinet het voor werkgevers gemakkelijker en aantrekkelijker maken om mensen in vaste dienst te nemen. Bijvoorbeeld door premies te verlagen wanneer sprake is van een vast contract.

Wet bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk

Het budget en de voorwaarden van de WBSO blijven in 2019 gelijk aan 2018. De voordeelpercentages en schijflengtes blijven, evenals de voorwaarden en het aanvraagprogramma ongewijzigd.

Ziektewetuitkering

Het kabinet stelt voor dat voor werklozen, die op of na 1 januari 2020 recht krijgen op een Ziektewetuitkering, de ZW-uitkering niet meer meetelt voor de hoogte van de arbeidskorting en de Inkomensafhankelijke aanvullende combinatiekorting (IACK). Dat kan veel effect op hun inkomen hebben.

Voor werknemers die bij ziekte recht krijgen op de ZW-uitkering, geldt de wijziging niet. Voor hen blijft de ZW-uitkering meetellen als inkomen dat bepalend is voor de hoogte van de arbeidskorting en de IACK. Dit geldt eveneens voor ZW-gerechtigden met een fictieve dienstbetrekking.

Zorg

De werkgeversheffing Zorgverzekeringswet stijgt in 2019 naar 6,95% (was 6,90%) van het loon. Het maximumbijdrageloon voor de ZVW wordt in 2019 € 55.923 (was € 54.614).

De inkomensafhankelijke bijdrage ZVW - voor werknemers die de zorgverzekering zelf moeten betalen - wordt 5,7% (was 5, 65%) van hun brutoloon tot aan het hierboven genoemde maximumbijdrageloon.

Per 1 januari 2019 wordt het basispakket van de zorgverzekering uitgebreid. Mensen met ernstig overgewicht krijgen hulp met de zogeheten Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI). Oefentherapie bij COPD wordt voortaan vanaf de eerste sessie direct vergoed, maar er komt wel een maximum op het aantal behandelingen. Ook komt er een ruimere vergoeding voor zittend ziekenvervoer bij noodzakelijk onderzoek. Daarnaast komt er een maximum van € 250 aan de eigen bijdrage die mensen voor geneesmiddelen moeten betalen. 

ZZP

Van het kabinet zijn maatregelen te verwachten die duidelijkheid geven over het al dan niet bestaan van een dienstbetrekking c.q. ervoor te zorgen dat werkenden om de juiste redenen kiezen voor het ZZP-schap. De nieuwe maatregelen moeten niet alleen schijnzelfstandigheid en concurrentie op arbeidsvoorwaarden tegengaan, maar ook zekerheid bieden aan ZZP’ers en opdrachtgevers.

Om aan de onderkant van de arbeidsmarkt zelfstandigen vaker bescherming te bieden, is in de toekomst in bepaalde gevallen verplicht sprake van een arbeidsovereenkomst. Tegelijkertijd wordt aan de bovenkant van de arbeidsmarkt meer zekerheid gegeven aan zelfstandige ondernemers die werken tegen een hoog uurtarief.

Het is belangrijk dat ZZP’ers zich kunnen verzekeren tegen bijvoorbeeld arbeidsongeschiktheid en daar een bewuste keuze over maken. Het kabinet is daarom met verzekeraars in gesprek om een beter verzekeringsaanbod te bevorderen.