Inhoud
- Ondersteuning
- Belastingplan 2014 (september 2013)
- Actieplan 55-plus Werkt
Ondersteuning
Om meer ouderen aan het werk te krijgen en te houden, biedt de overheid ondersteuning in de vorm van wet- en regelgeving die prikkels bevat voor ouderen en werkgevers om de arbeidsdeelname van ouderen te vergroten. Voorbeelden zijn:
- WW-vervolguitkering vervalt: de uitkering die volgt op de WW-uitkering vervalt voor werknemers die op of na 11 augustus 2003 werkloos worden. Hiermee komt ook een einde aan de uitzonderingspositie van werknemers die 57,5 jaar en ouder zijn als ze werkloos worden. De afschaffing van deze uitkering maakt de werkloosheidsuitkering minder aantrekkelijk als afvloeiingsregeling en stimuleert oudere werklozen opnieuw aan het werk te gaan;
- werkgever betaalt geen WAO/WIA-basispremie voor oudere werknemer: per 1 januari 2004 hoeven werkgevers geen basispremie voor de WAO/WIA te betalen voor werknemers van 55 jaar en ouder. Ze hoeven deze premie ook niet te betalen als ze werknemers van 50 jaar en ouder in dienst nemen;
- sollicitatieplicht ouderen: met ingang van 1 januari 2004 geldt er een sollicitatieplicht voor uitkeringsgerechtigden van 57,5 jaar en ouder, die nog een reële kans hebben op de arbeidsmarkt. Voor personen die op 31 december 2003 langer dan een jaar werkloos zijn, geldt deze sollicitatieplicht niet;
- Wet tegen leeftijdsdiscriminatie: in 2004 wordt de wet Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid) van kracht. Alleen als het stellen van de leeftijdsgrens objectief gerechtvaardigd is, is onderscheid naar leeftijd wel toegestaan;
- geen fiscaal voordeel VUT en prepensioen: de fiscale facilitering van VUT en prepensioenregelingen is vanaf 2005 afgeschaft;
- inschrijf- en acceptatieplicht voor werklozen van 57,5 jaar: sinds 1 mei 1999 zijn personen die vanaf de leeftijd van 57,5 jaar werkloos worden, verplicht zich als werkzoekende in te laten schrijven bij het UWV. Bovendien zijn zij verplicht om passend werk te aanvaarden als dat hen wordt aangeboden;
- hoger WAO en WW-recht voor ouderen bij een lager salaris: oudere werknemers (vanaf 55 jaar) die bij hun eigen werkgever minder gaan verdienen, houden bij werkloosheid of arbeidsongeschiktheid recht op een WW- of WAO-uitkering op basis van hun eerder verdiende, hogere loon. Oudere werknemers die binnen een jaar na ontslag bij een andere werkgever een lager betaalde baan vinden, behouden hun oude, hogere WW-recht;
- extra arbeidskorting voor oudere werknemers: werknemers die 57 jaar of ouder zijn, komen in aanmerking voor een extra arbeidskorting die leeftijdsgewijs oploopt.
Van meer recente datum zijn de volgende maatregelen van kracht:
- werkgevers die werknemers in dienst nemen die 50 jaar of ouder zijn en die direct voor indiensttreding een werkloosheidsuitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering of bijstandsuitkering kregen, hebben bij een dienstverband van ten minste 36 uur per week recht op een premiekorting van € 6.500 per jaar. Deze korting kan men toepassen zolang de dienstbetrekking (ander woord voor dienstverband) bestaat, maar maximaal drie jaar;
- heeft een werkgever een werknemer van 62 jaar of ouder in dienst, dan heeft de werkgever bij een dienstverband van ten minste 36 uur per week recht op een premiekorting van maximaal € 2.750 per jaar;
- werkgevers krijgen de loonkosten vergoed van oudere en langdurig zieke werknemers die voor ze in dienst kwamen minstens 52 weken werkloos waren. De Compensatieregeling loonkosten bij ziekte van oudere en voormalig langdurig werklozen ging in op 1 juli 2009 en geldt voor werknemers die op deze datum 55 jaar of ouder zijn. De regeling is tijdelijk en loopt tot 1 juli 2019;
- voor werknemers wordt het aantrekkelijker gemaakt om langer te blijven werken. Vanaf 2009 krijgen 62-jarigen die besluiten toch door te werken, een belastingvoordeel. Dit voordeel geldt ook als ze na hun 65e nog aan de slag zijn en kan afhankelijk van hun inkomen oplopen tot maximaal € 4591 per jaar. De doorwerkbonus bedraagt van een 62-jarige 5 procent van zijn inkomen, bij 63 jaar 7 procent en iemand van 64 krijgt 10 procent. De doorwerkbonus geldt ook als ze doorwerken na hun 65ste, zie ook onder.
Belastingplan 2014 (september 2013)
Het kabinet heeft 600 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de medefinanciering van plannen van werkgevers en werknemers die bijdragen aan behoud van werk. Daarnaast wordt speciale aandacht besteed aan de arbeidsmarktpositie van ouderen en jongeren.
Er komt een subsidieregeling om oudere werklozen aan een baan te helpen. 55-plussers kunnen hiermee een aanvraag indienen voor scholingsvouchers. De subsidieregeling is één van de maatregelen om de werkloosheid onder ouderen aan te pakken.
Actieplan 55-plus Werkt
Een aantal grote uitzendorganisaties gaat de komende 2 jaar samen met
UWV 22.500 werkloze 55-plussers aan de slag helpen. Dat is in aanwezigheid van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgesproken bij de presentatie van het Actieplan 55-plus Werkt op een Werkplein in Amsterdam.
Het kabinet kondigde eerder aan 67 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de aanpak van werkloosheid onder ouderen. Daarvan is 39 miljoen euro bedoeld om netwerkbijeenkomsten en inspiratiedagen voor oudere werklozen te organiseren en gaat 28 miljoen euro naar scholingsvouchers¹ en plaatsingsbonussen². Werklozen en werkgevers kunnen per direct aanspraak maken op deze regelingen.
¹ Werkgevers en werkzoekenden kunnen een scholingsvoucher voor maximaal 750 euro aanvragen voor om- en bijscholing. Voorwaarde is dat er concreet uitzicht moet zijn op een baan.
²
UWV en de uitzendbranche willen met de plaatsingsbonus meer 55-plussers aan het werk krijgen. De bonus wordt hoger naarmate het uitzendbureau de werknemer langer plaatst. De bonus is 300 euro bij een plaatsing van minimaal 3 maanden. Daar komt 700 euro bovenop bij een plaatsing van minimaal zes maanden. Bij plaatsing van minimaal een jaar bedraagt de bonus in totaal 1500 euro. Voorwaarde is dat de 55-plusser voor minimaal de helft van het aantal uren waarvoor hij een uitkering ontvangt, aan de slag gaat. Daarbij geldt een minimum van gemiddeld 12 uur per week.
Ga terug naar Vergrijzing.