Ja, een waarheid als een koe, dat eerder stoppen gezond is, alhoewel . .
In meerdere artikelen heb ik al eens geschreven dat het niet makkelijk is om vast te stellen wat een zwaar beroep is, daar heeft de hoogleraar gelijk in. Natuurlijk, de stratenmaker, de bouwvakker en de grondwerker dat zijn zware beroepen, vooral als deze beroepsgroep in de weekenden er lekker bijklust en dan juist de Arboregels niet meer gelden.
En wanneer oefen je dat zware beroep uit. In de eerste 30 jaar, dat de slijtage zich al voordoet of voorafgaand aan je pensioen? Of is een controller bij een financieel zwak bedrijf geen zwaar beroep? Een onzinnige discussie, waar de brief van ex-minister Henk Kamp in 2011 aan de Tweede Kamer (wie kent die toezegging nog?) en het zoveelste pensioenakkoord ook geen echte oplossing bieden.
En lekker eerder met pensioen gaan is ook een financiële kwestie. Wie zal dat betalen, wie heeft zoveel geld?
De oplossing zou kunnen zijn, dat voor iedere periode dat iemand tijdens zijn arbeidzame leven een zwaar beroep uitoefent of dat zelf vindt, meer pensioenpremie wordt ingelegd. Wie moet dat betalen: de opdrachtgever. Nu is het uurloon voor een versleten rug veel te laag.
Maar er zijn ook jongelieden, die als ze op de jeugdige leeftijd van 28 jaar met een baan beginnen, al in de cao gaan kijken wanneer ze met pensioen kunnen. Ook voor die mensen moet er een mogelijkheid zijn om eerder met pensioen te gaan.
De oplossing is niet de pensioenleeftijd op 60 jaar te stellen, maar iedereen heeft de gelegenheid om met 60 jaar met pensioen te gaan, maar ook tot 80 jaar door te werken.
Eerder met pensioen is meer sparen of veel minder aan pensioen ontvangen.
Daar is een makkelijke factor voor door ieder jaar dat je eerder gaat dan je 66ste lever je 6,5 % in van je AOW. (Overigens stelde Professor Jan van Ours dat ook al in 2017 voor)
O ja, ook nog: vanaf je 60ste kom je niet meer in aanmerking voor toeslagen. Had je maar moeten sparen!
Andries F. Bongers (79 jaar)
Lees ook al weer een pensioenakkoord
Beheerskosten pensioenen