Akkoord over vroegpensioen bij zwaar beroep, maar belangrijke details ontbreken

Opinie  |  di 22 okt 2024  |  Bron: HR-kiosk  |  Auteur: Andries Bongers  |  Trefwoorden: , , , , , , , ,


Er ligt een akkoord voor het behoud van het vroegpensioen. Vakbonden, werkgevers en het kabinet zijn het eens geworden over een regeling waarmee mensen met een zwaar beroep eerder kunnen stoppen met werken.
Maar de belangrijkste vraagstukken (details) zullen nog komend jaar in de cao’s moeten worden afgesproken.
Een voorzetje van het Ministerie van Sociale zaken, dat de werknemer met vroegpensioen een uitkering van 1650 euro per maand tegemoet kan zien, zal zeker geen stimulans zijn om eerder op te stappen.
Dan maar de WIA in? En wordt er niet te vroeg gejuicht? En waren acties en stakingen niet wat voorbarig?

Voortzetting

In feite gaat het in de meeste gevallen om een voortzetting van een bestaande vroegpensioenregeling, die we voor het gemak maar een VPR gaan noemen.
Een aantal van deze regelingen o.a. in de “Bouw” en bij de Politie lopen nog tot en met 31-12-2025. Dat houdt in dat een werknemer nog t/m die datum nog kan worden aangemeld en de uitkering maximaal t/m 31-12-2028 doorloopt.

Permanent

Al sinds december 2023 werd er gediscussieerd over een nieuwe regeling voor vroegpensioen. De huidige regelingen voor vroegpensioen stoppen per 2026 en de vakbonden eisen een permanente en royalere regeling. Daar is geregeld voor gestaakt. De regeling moet het vooral voor mensen met een lager inkomen en een zwaar beroep makkelijker maken om eerder te stoppen. Of anders de WIA in?

Zwaar beroep

In de nieuwe, permanente regeling wordt het mogelijk om ook drie jaar eerder te stoppen met werken als het beroep wordt aangemerkt als zwaar. Al sinds december 2023 werd er gediscussieerd over een nieuwe regeling voor vroegpensioen. De huidige regeling voor vroegpensioen stopt per 2026 en de vakbonden eisten een permanente en royalere regeling. Daar is geregeld voor gestaakt.
Specifieke voorwaarden dienen per sector c.q. beroepsgroep binnen de cao te worden afgesproken. Wat een zwaar beroep is en hoe hoog de uitkering dan uiteindelijk wordt, beslissen werkgevers en vakbonden aan de cao-onderhandelingstafels van een specifieke sector.
Nu eist de vakbond dat de regeling permanent wordt, want juist mensen met een relatief laag salaris hebben vaak een zwaar beroep, redeneert de vakbond.
Omdat zwaar werk een discutabele definitie heeft, dient er voor gewaakt te worden, dat er een generieke regeling ontstaat.

Vragen

Per cao zullen allerlei varianten ontstaan en blijven er nu nog veel vragen openstaan, die het komende jaar per sector c.q. cao moeten worden ingevuld.
  1. Er wordt gesproken over een permanente regeling, dus langer dan 3 jaren en loopt deze gewoon door totdat er bij afloop van de cao opnieuw wordt onderhandeld?
  2. Hoe wordt een zwaar beroep vastgesteld?
  3. A. Op basis van het aantal jaren dat een werknemer dat beroep heeft uitgeoefend?
  4. B. Stel dat een werknemer 40 jaar een zwaar beroep heeft uitgeoefend en op zijn 58ste een administratieve functie gaat vervullen?
  5. C. Kan een korpschef bij de politie zich ook kwalificeren voor de VPR?
  6. D. En blijft de RVU voor ambtenaren gewoon bestaan?
  7. Worden de uitkeringen (via de werkgever) uit een sectorfonds betaald en vindt er een omslag plaats over alle werkgevers, die zich binnen die sector bevinden?
  8. Welke instantie betaalt de bedragen uit?
  9. Kan een werknemer die ziek is, binnen de loondoorbetalingsverplichtingsperiode zich ook aanmelden?
  10. Wordt het kiezen tussen de WIA of vroegpensioen?
  11. Is de VPR in principe een recht of moet een werknemer nadrukkelijk door de werkgever worden aangewezen?
  12. Is er een beroepsmogelijkheid?
  13. Komt er een onafhankelijke toezichthouder, die rapporteert aan het Ministerie? Wordt dat een persoon of een heel instituut? En waarover wordt dan gerapporteerd? En wat zijn de bevoegdheden?
  14. Wordt tijdens de VPR-periode pensioen opgebouwd? M.a.w. tellen de 2 of 3 jaren van vroegpensioen mee voor het vaststellen van de grondslag voor het pensioen?
  15. Zijn er fiscale voordelen indien de werkgever de VPR uitbetaalt?
  16. Wat is een zwaar beroep? Dat een stratenmaker een zwaar beroep is, zal niemand betwijfelen. Dat vele stratenmakers ook in hun vrije tijd nog bijklussen, zorgt ook voor een versnelde slijtage.
  17. Hebben we het over sectoren of specifieke beroepen. M.a.w. gaat het over bouwondernemingen of over metselaars? Bij een bouwonderneming werken ook medewerkers, die geen zwaar beroep hebben. Wanneer de werkgever een werknemer aanmeldt voor vroegpensioen, is er dan een instantie die de aanmelding valideert?
  18. Over welke beroepen gaat het nog meer? Bijvoorbeeld onderwijzers op een basisschool?
  19. Wanneer een werknemer 40 jaar zwaar werk heeft verricht en nu administratief werk doet, kwalificeert deze werknemer zich dan toch voor de regeling.
  20. Mag een werknemer die met vroegpensioen gaat nog voor een paar uren per week doorwerken of bij een andere werkgever als conciërge gaan werken?

Armoede

Er wordt gesuggereerd door het Ministerie van Sociale Zaken dat een werknemer bij een VPR een bedrag vergelijkbaar met een netto AOW-uitkering voor een alleenstaande, zo'n 1500 euro krijgt en dat er ook nog eens extra ruimte is voor een uitkering van bruto 300 euro .
Netto komt dat neer op totaal ongeveer 1650 euro, laat het ministerie van SZW weten. Die uitkering ontvangt iemand tot aan de pensioendatum.
Maar 1650 euro is toch net boven de armoedegrens? Er van uitgaande dat de VPR-er er niet bij mag werken?
Wat een zwaar beroep is en hoe hoog de uitkering dan uiteindelijk wordt, beslissen werkgevers en vakbonden aan de cao-onderhandelingstafels.

Niet te vaak

Omdat de arbeidsmarkt krap is, wil het kabinet er wel voor waken dat er te veel werknemers met vroegpensioen gaan. Werkgevers en werknemers moeten er samen naar streven dat er jaarlijks niet meer dan 15000 werknemers met vroegpensioen gaan om een 'cultuur van vroegpensioen' te voorkomen. Elke drie jaar wordt de regeling geëvalueerd.
De regeling moet het vooral voor mensen met een lager inkomen en een zwaar beroep makkelijker maken om eerder te stoppen. Aan cao-tafels wordt ook per sector bekeken of er een inkomensgrens komt. Dat moet voorkomen dat werknemers met een te hoog inkomen ook van de regeling gebruik gaan maken.

Reacties van cao-partijen en andere betrokkenen

Waarom horen we vooral de politieagenten over vroegpensioen is de vraag aan Ramon Meijerink. "We zijn gewoon heel goed georganiseerd," verklaart de waarnemend voorzitter van politievakbond ACP. "Daarnaast hebben wij aan de CAO-tafel gedetailleerde afspraken gemaakt over het vroegpensioen."
Zo hanteert de politie een puntensysteem voor wat wel of niet als zwaar beroep wordt gezien. Onregelmatigheid, fysieke zwaarte en emotionele belasting zijn zaken die meetellen. Van de 90 politiefuncties zijn er 58 bestempeld als zwaar. Daar zitten agenten bij, maar ook beveiligers, korpschefs en directeuren.

Als de werkgever zelf bepaalt wat een zwaar beroep is, kan een korpschef of directeur bij de politie dat zelf bepalen? Maar dreigt het dan juist een generieke regeling te worden? Waarom ik niet? Is er een beroepsmogelijkheid?

Vakbond FNV pleit voor een vergelijkbare puntensysteem bij andere sectoren. Hoogleraar economie Marike Knoef ook verbonden aan de SER en pensioendenktank Netspar, vindt het een goed idee dat wordt geprobeerd om een "zwaar beroep" te definiëren. Toch ziet ze nadelen: "We moeten juist nadenken over hoe we het werk minder langdurig zwaar kunnen maken. Zo'n predicaat "zwaar beroep", kan er juist voor zorgen dat je langer blijft hangen als dat een voordeel met zich meebrengt."

Willen mensen eigenlijk wel eerder met pensioen?

Het ontmoedigen van het vroegpensioen is gelukt, want de gemiddelde pensioenleeftijd loopt sinds het afschaffen van de VUT op. Sterker nog, het aantal mensen dat doorwerkt na het bereiken van hun AOW-leeftijd neemt zelfs toe.
Willen mensen langer doorwerken omdat het werk nog steeds uitdagend is of minder vermoeiend wordt. Of is de hogeren pensioenleeftijd niet juist een gevolg van het afschaffen van de VUT?
Daar heeft de tijdelijke, fiscaal aantrekkelijke RVU geen verandering in aangebracht. Van 2021 tot 2024 maakten 27.000 mensen gebruik van de regeling, meldt het ministerie van Sociale Zaken.
Dat de regeling niet zo veel wordt gebruikt zegt niet zo veel, denkt Knoef. Het betekent niet dat er geen behoefte is aan eerder stoppen met werken. "Het kan ook betekenen dat het voor mensen met een relatief laag inkomen nog steeds niet financieel haalbaar is om drie jaar te moeten leven van een uitkering ter hoogte van een AOW."

Inzetbaarheid

Ze maakt zich zorgen mensen met een zwaar beroep en wijst op UWV-cijfers over toenemend verzuim bij 60-plussers. Ook het feit dat de gezonde levensverwachting van rijkere en armere Nederlanders steeds verder uit elkaar loopt, baart haar zorgen.
Toch denkt zij aan een andere oplossing: "Werkgevers moeten samen met werknemers op zoek naar passend werk en duurzame inzetbaarheid."

Maximaal inkomen?

Lang was er in de onderhandelingen sprake van een maximum inkomen van 74000 euro per jaar voor de vroegpensioen-regeling. Die is er uiteindelijk niet gekomen. "Wij hebben gestaakt om dit mogelijk te maken", zegt Piet Rietman van vakbond FNV.
Volgens hem zijn er allerlei werknemers met zware beroepen die aan het einde van hun loopbaan meer dan dat verdienen door bijvoorbeeld toeslagen voor zwaar werk. Rietman: "maar hun ruggen en knieën slijten net zo hard."
Toch zou er wel in sommige specifieke sectoren een maximum kunnen komen. Het is een optie voor werkgevers en de vakbonden tijdens onderhandelingen aan cao-tafels.

De partijen willen waken dat niet te veel mensen met vroegpensioen gaan.

"Massaal met vroegpensioen, zoals vroeger met de VUT, kan de samenleving niet aan door de vergrijzing", zegt Ingrid Thijssen van werkgeversorganisatie VNO NCW.
Het streven is daarom dat jaarlijks niet meer dan 15.000 werknemers met vroegpensioen gaan om een 'cultuur van vroegpensioen' te voorkomen. Elke drie jaar wordt de regeling geëvalueerd.
"Die 15.000 is geen maximum", zegt Piet Rietman van vakbond FNV. "Iedereen met een zwaar beroep heeft toegang tot de regeling. Maar als de groep zo groot is, is het wel een moment om weer in gesprek te treden om te kijken hoe we zwaar werk minder zwaar kunnen maken."

Lichter werk

Ook dat is namelijk onderdeel van het akkoord: zwaar werk lichter maken. "We willen het liefst dat werknemers fit hun aow-leeftijd halen", zegt Ingrid Thijssen van werkgeversorganisatie VNO NCW. "Door te zorgen dat mensen met zwaar werk op tijd een andere baan krijgen als ze ouder worden. En het zware werk zelf lichter te maken door bijvoorbeeld het inzetten van een tilhulp."
De komende maanden gaan werkgeversorganisaties en vakbonden met elkaar om de tafel. Ze willen een model ontwikkelen dat het mogelijk maakt te definiëren wat zwaar werk is en wat niet. Dat model moet in mei volgend jaar gereed zijn en zal worden getoetst door een onafhankelijke partij, uitgekozen door het kabinet.

Er mogen niet te veel werknemers vroeger met pensioen

Des te opmerkelijk is de afspraak in dit akkoord dat de sociale partners de nieuwe vroegpensioenregeling elke drie jaar onder de loep zullen nemen. Zijn vakbonden, werkgevers en het kabinet tijdens zo’n ‘ijkmoment’ het erover eens dat er te veel werknemers onterecht gebruikmaken van de vroegpensioenregeling, dan kan er worden bijgestuurd, licht Minister Van Hijum toe. In het uiterste geval, beaamt de minister desgevraagd, kan het kabinet tijdens zo’n ijkmoment ook besluiten de stekker uit de regeling te trekken.
Maar, haast Van Hijum zich te zeggen, hij gaat er niet van uit dat dit geval zal zijn. “Ik zie de welwillendheid van de sociale partners. Niemand wil een nieuwe Vut”, zegt hij wijzend op de zeer prijzige uittredingsregeling uit de jaren tachtig en negentig. De afspraak roept wel de vraag op hoe permanent het nieuwe vroegpensioen voor mensen met zwaar werk daadwerkelijk is.
Waar Van Hijum met de zogeheten ijkmomenten probeert te voorkomen dat de kosten van de nieuwe regeling uit de klauwen lopen, heeft het kabinet toch ook de portemonnee getrokken. Zo krijgen mensen met een laag inkomen 300 euro boven op de reguliere vroegpensioenuitkering, die nu zo’n 1570 euro bedraagt.

Afgezien dat dit bedrag nauwelijks voldoet, is ook de vraag: uit welk potje komt dat bedrag dan? En zijn er nog fiscale voordelen? Kennelijk niet want in de berekening wordt het ook als 150 euro netto voorgesteld.

Ook middeninkomens mogen meedoen

Ook kunnen middeninkomens met een zwaar beroep gebruikmaken van de regeling. In een eerder voorstel van het kabinet mochten mensen met een jaarinkomen van meer dan 74.000 euro geen gebruikmaken van de regeling. Dat was tegen het zere been van de vakbonden.
“Ik ben zeker blij”, zegt CNV-voorzitter Piet Fortuin daarom desgevraagd. Nu al krijgt hij van zijn achterban te horen “Joh! Top gedaan”. Hij gaat ervan uit dat zijn leden dit akkoord met applaus zullen ontvangen.
Ook werkgevers reageren opgetogen. Een overwinning voor voorzitter Ingrid Thijssen van VNO-NCW is dat de vroegpensioenregeling voortaan alleen in een cao wordt opgenomen als vakbonden en werkgevers afspraken maken over hoe het werk minder zwaar te maken. “Al zou je soms denken”, grapt ze, “dat wij onderhandelaars die dit soort akkoorden sluiten een zwaar beroep hebben.”

In ieder geval zullen het per sector komend jaar moeizame onderhandelingen worden, want hoe de oplossingen er ook uit zullen zien, het zal veel geld gaan kosten en wie gaat dat betalen?


 

Andries Bongers

Andries Bongers Meer info