Premiekorting is mogelijk wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Bij een dienstverband van minder dan 36 uur per week wordt de korting evenredig minder.
Voor de premiekorting in dienst nemen oudere werknemers maakt het niet uit of de werknemer een tijdelijk of een vast contract heeft. En ook de hoogte van de uitkering die de werknemer had voordat hij in dienst kwam, is niet van belang: het mag ook een gedeeltelijke uitkering zijn.
Wil de werkgever deze premiekorting toepassen, dan moet hij kunnen bewijzen dat de werknemer voor indiensttreding een werkloosheidsuitkering (WW, wachtgeld of IOW), arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, Wajong, Waz, Wamil*) of bijstandsuitkering (WWB, WIK, IOAW, IOAZ) kreeg. De werknemer kan daarvoor een zogeheten doelgroepverklaring bij het UWV aanvragen waarin staat dat hij recht had op een uitkering voor hij bij de werkgever in dienst trad. Deze verklaring moet bij de loonadministratie worden bewaard.
De premievrijstelling oudere werknemers vervalt per 1 juli 2015. Per die datum vallen namelijk de laatste oudere werknemers voor wie de overgangsregeling nog geldt, niet meer in de doelgroep. Tot 1 juli hoeft geen basispremie WAO/IVA/WGA voor deze werknemers te worden af te dragen.
In 2008 had een werkgever voor bepaalde werknemers recht op premievrijstelling. Als u deze vrijstelling in het verleden voor deze werknemers toepaste, mag u dat voor hen blijven doen tot 1 juli 2015. Hiervoor geldt dat de betreffende werknemers:
De premievrijstelling oudere werknemers is per 2009 vervangen door de premiekorting voor oudere werknemers. Drie jaar lang kan een korting op de premies werknemersverzekeringen worden toegepast wanneer u een uitkeringsgerechtigde van 56 jaar of ouder in dienst neemt of heeft genomen. Deze leeftijdsgrens was tot 1 januari 2015 50 jaar, maar is voor nieuwe gevallen verhoogd naar 56.
Alleen als u de premievrijstelling vóór 2009 al toepaste en de betreffende werknemer nog steeds aan de eisen voldoet, kunt u de premievrijstelling bij wijze van overgangsregeling blijven toepassen. Op 1 juli 2015 eindigt de overgangsregeling definitief. Alle werknemers die in 2008 in de doelgroep vielen, zijn dan namelijk 62 jaar of ouder.
* Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Militairen (Wamil)
Op 11 november 2014 is de Nieuwsbrief Loonheffingen 2015, Uitgave 1, verschenen. In deze Nieuwsbrief gaat de Belastingdienst in op 'Veranderingen in de premiekortingen jongere werknemers en in dienst nemen oudere werknemers', blz 12.
Werkgevers maken soms misbruik van een belastingmaatregel die bedoeld is om oudere werklozen weer aan de slag te helpen. Ze ontslaan een oudere werknemer en nemen hem vervolgens weer aan, soms al na één dag. Daardoor strijken ze een premiekorting op. Minister Asscher van Sociale Zaken noemt deze praktijken “evident onwenselijk'' en gaat maatregelen nemen.
Van de premiekorting die bedrijven kunnen krijgen als ze een oudere werkloze in dienst nemen, was in augustus 2013 ruim 35.000 keer gebruik gemaakt. (Bron: Oversalarisadministratie, jan. 2015)
Het wordt aantrekkelijker voor kleine werkgevers om, via een premiekorting, werkloze jongeren, ouderen en arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Op dit moment kunnen kleine werkgevers nog niet optimaal van de premiekorting profiteren. Dat komt doordat de af te dragen premies vaak lager zijn dan de zevenduizend euro aan premiekorting, waardoor men geen recht heeft op het volledige bedrag. De ministerraad heeft ingestemd met een brief van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarin de aanpassing wordt aangekondigd. Een aanpassing in de uitvoering zorgt ervoor dat werknemers uit kwetsbare groepen meer kans maken op werk, doordat zowel kleine als grote werkgevers in gelijke mate van de regeling gebruik kunnen maken.
Voor de korting wordt vanaf 2016 niet meer alleen gekeken naar de werkgeverspremies, maar naar de totale loonbelasting die een werkgever afdraagt. Kleine bedrijven komen daardoor makkelijker aan het bedrag van 7.000 euro. (Bron: Rijksoverheid, 6 feb. 2015)
Het ziet ernaar uit dat de premiekortingen in hun huidige vorm hun langste tijd hebben gehad. Staatssecretaris Wiebes van Financiën en minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid willen het aannemen van bepaalde groepen werknemers niet meer via de loonaangifte stimuleren.
De huidige premiekortingen zijn bedoeld om het financieel aantrekkelijker te maken voor werkgevers om werknemers uit kwetsbare groepen aan te nemen, zoals ouderen, arbeidsgehandicapten en jongeren. Het voordeel kan oplopen tot € 7.000 per werknemer per jaar. Kleine werkgevers kunnen hier echter niet altijd optimaal van profiteren. In de praktijk blijkt namelijk dat het bij een loonsom tot zo’n € 70.000 meestal niet mogelijk is om alle premiekorting te benutten, aangezien de premies werknemersverzekeringen die de onderneming moet afdragen dan lager uitvallen dan de premiekorting.
Volgens de bewindslieden is dit probleem binnen het systeem van premiekortingen – waarbij de werkgever het voordeel claimt via zijn loonaangifte – niet op te lossen. Het is wel uit de wereld als de premiekortingen worden vervangen door een systeem waarbij de Belastingdienst na afloop van het kalenderjaar een tegemoetkoming aan werkgevers uitbetaalt. UWV kan dit voordeel berekenen op basis van gegevens uit de polisadministratie.
Dit systeem zou ook meteen de administratieve lasten voor werkgevers verminderen, aangezien uw onderneming dan niet langer verantwoordelijk is voor de verrekening van de premiekorting via de loonaangifte. Bovendien is het minder fraudegevoelig. De Belastingdienst zal de tegemoetkoming alleen uitbetalen voor zover de onderneming geen openstaande belastingschulden heeft.
De nieuwe stimuleringsmaatregel mag de overheid geen extra geld kosten. Dit betekent dat het financiële voordeel per werknemer per jaar omlaag moet. Er is al gesproken over een mobiliteitsbonus van € 1.800 per werknemer per jaar, bijvoorbeeld in het bericht ‘Voorzieningenpakket Participatiewet aangepast’. Het voornemen is om het nieuwe systeem per 1 januari 2016 te laten ingaan. Maar voordat meer bekend wordt over de invulling van de maatregel, moeten UWV en de Belastingdienst eerst onderzoeken of deze oplossing voor hen uitvoerbaar is. (Bron: SalarisRendement, 12 feb. 2015)
De werkgever die een uitkeringsgerechtigde kort in dienst neemt, kan vrijstelling van de premieplicht krijgen. Men noemt dat premievrijstelling marginale arbeid. De regeling is voor sectoren met veel korte arbeidsovereenkomsten tijdens piekperioden, zoals bij het oogsten in de land- en tuinbouw.
De voorwaarden zijn:
De aanvraag voor deze vrijstelling moet bij de Belastingdienst worden ingediend. Belangrijk is dat deze aanvraag vóór het einde van de dienstbetrekking moet zijn gedaan.
Meer informatie is te vinden in Handboek Loonheffingen. Ga naar subrubriek Loon- en inkomstenbelasting en klik bij Handboeken Loonheffingen op het door u gewenste jaar.
De premiekortingen zijn tijdelijke regelingen die per 1 januari 2018 worden vervangen door de loonkostenvoordelen beschreven in de met het Belastingplan 2016 aangenomen Wet tegemoetkomingen loondomein.