Armoede

Datum laatste wijziging: 9 juli 2021  |  Trefwoorden: , , ,

Inhoud

  1. Begrip armoede
  2. Definities armoede
  3. Historie armoede
  4. Armoedesignalement
  5. Kortingspas ingenomen
  6. Kortingspas weer terug van weggeweest
  7. Meer kinderen groeien op met kans op armoede
  8. Kindpakket
  9. Lage inkomens laatste decennia op achteruit gegaan
  10. Koopkrachttegemoetkoming
  11. Steeds meer huurders in geldnood
  12. Begroting 2015
  13. Ruim miljoen huishoudens komen moeilijk rond
  14. Kamer maant Klijnsma tot haast bij bestrijding armoede
  15. Vaststellen beslagvrije voet moet eenvoudiger
  16. Belastingplan 2016
  17. Eenmaal arm betekent vaak blijvend arm
  18. 8 miljoen voor strijd tegen armoede en schulden
  19. Vijf miljoen voor activiteiten Jeugdsportfonds
  20. Meer dan 400 duizend kinderen met risico op armoede
  21. Schuldenaar krijgt half jaar respijt
  22. EU-landen committeren zich aan armoedeaanpak
  23. SER-advies Opgroeien zonder armoede
  24. Armoede daalt onder ouderen maar jongeren komen moeilijker rond
  25. 100 miljoen structureel extra voor kinderen uit arme gezinnen
  26. Armoede loopt sinds 2014 langzaam terug
  27. 4 miljoen euro voor strijd tegen armoede en schulden
  28. Duizenden mensen leven in totaal isolement
  29. Armste landen in de wereld
  30. Nog eens 40 miljoen voor armoedige kinderen
  31. Nieuwe subsidie om kinderen in armoede mee te laten doen
  32. Stichting Financieel Paspoort zorgt voor financiele APK
  33. Subsidieregeling armoede en schulden verlengd naar 2018 en 2019
  34. Ongelijkheid neemt wereldwijd extreme vormen aan
  35. Langdurige armoede verder toegenomen in 2016
  36. Hongerjaren tussen 63ste en 65ste
  37. Roer moet radicaal om in Rotterdam
  38. Creditcard meteen geblokkeerd bij wanbetaling
  39. Als werk weinig opbrengt
  40. Gelijke kansen en voorkomen van armoede centraal in nieuw sociaal contract
  41. Armoede in Nederland
  42. Meer huishoudens met risico op armoede in 2017
  43. Aanpak kinderarmoede hoger op de agenda van gemeenten
  44. Geld voor armoede besteed aan andere zaken
  45. Van werkenden loopt ZZP’er meeste risico op armoede
  46. AWVN neemt deel aan Alliantie kinderarmoede
  47. Kinderarmoede onacceptabel in welvarend Nederland
  48. Extra geld voor Kinderombudsman
  49. UWV stapt af van laagste beslagvrije voet bij meerdere beslagleggers
  50. Rotterdam: van tweedeling naar meerdeling
  51. Aanpak armoede kinderen per gemeente anders
  52. Cijfers armoede 2018
  53. Landelijke campagne kinderarmoede
  54. Armoede is geen puur financiële kwestie
  55. School kan bijdragen aan terugdringen van kinderarmoede
  56. Lage sociaal-economische status, minder lange levensverwachting
  57. Verminderen van armoede mogelijk maar kost geld en banen
  58. Boterhammenman zorgt voor Nederlandse kinderen die honger hebben
  59. Extra geld voor versterken gemeentelijke aanpak schulden en armoede
  60. Nederlanders onderschatten hoeveel kinderen in armoede leven
  61. SEO publiceert kansenatlas voor Nederland
  62. Corona treft Amsterdammers met migratieachtergrond zwaarder
  63. Gemeenten en maatschappelijke organisaties bereiken meer kinderen in armoede
Zie ook de verwante subrubrieken: 'Voedselbank' en 'Schuldenpreventie'

Begrip armoede

Onder armoede verstaat men dat het inkomen lager is om te kunnen voorzien in de basisbehoeften c.q. minimale voorwaarden die nodig zijn om menswaardig te kunnen leven: kleding, goed drinkwater, voldoende voedsel, goede huisvesting, goed onderwijs en goede gezondheidszorg). Bij een inkomen gelijk aan de armoedegrens gaat het inkomen geheel op aan noodzakelijke uitgaven. Er is dan geen vrij te besteden inkomen ("discretionary spending") over (Bron: Wikipedia).

Historie armoede en ontwikkeling sociale wetgeving

Lees dit artikel  van het CBS

Definities armoede

De Wereldbank onderscheidt drie categorieën van armoede: minder dan 5,50 dollar per dag, minder dan 3,20 per dag en minder dan 1,90 per dag te besteden. In 1990 leefde 36 procent van de wereldbevolking op vrijwel niets. in 2018 is dat nog maar zo'n 10 procent. Ook in absolute zin leven er minder mensen in extreme armoede. In 1990 waren dat er nog bijna 1,9 miljard, inmiddels is dat aantal geslonken tot 736 miljoen.

Wat Nederland betreft, valt op dat er verschillende definities en bedragen zijn:
  • allereerst het minimumloon dat twee maal per jaar wordt verhoogd. In de tweede helft van 2019 is het minimumloon € 1.635,60 bruto per maand voor werknemers van 21 jaar en ouder die full-time werken, zie tabel Minimumloon.
  • in de politiek maakt men gebruik van de beleidsmatige inkomensgrens als armoedegrens. De norm voor een paar met uitsluitend minderjarige kinderen, bijvoorbeeld, is gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een paar, aangevuld met de kinderbijslag en kindertoeslag (c.q. kindgebonden budget). Voor ouderen vanaf het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd is de armoedegrens gelijk aan het AOW-pensioen. Gehuwden ontvangen € 1.637,10 bruto per maand (2e helft 2019). Zie tabel AOW;
  • het sociaal minimum is het minimale bedrag dat mensen nodig hebben om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. De overheid heeft hiervoor een normbedrag opgesteld, dat ieder half jaar wordt aanpast. Gehuwden krijgen € 1.635,00 (2e helft 219). Zie tabel Sociaal minimum;
  • het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) stelt het niet-veel-maar-toereikend criterium centraal. Het bedrag van de grens is de optelsom van de minimaal vereiste uitgaven voor voedsel, kleding, woning en sociale participatie* die het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) hanteert: € 1.135 voor een alleenstaande en € 2.315 voor een paar met een kind (2019);
  • het CBS rapporteert over een lage-inkomensgrens, € 1.040 per maand voor een eenpersoons huishouden. Een alleenstaande ouder met een kind ontvangt € 1.380 en een paar met twee kinderen € 1.960 (bedragen netto per maand, jaar 2017);
  • voedselbanken kijken hoeveel er te besteden is aan voedsel, nadat de vaste lasten zijn betaald. Als mensen minder dan € 175 per maand of € 14,90 per dag (bedragen 2019) te besteden hebben aan levensmiddelen komen zij in aanmerking voor een voedselpakket;
  • FNV gebruikt het begrip laagbetaalden, waaronder ook mensen vallen die in armoede leven. Laagbetaalden verdienen niet meer dan € 10 bruto per uur (2008). Het aantal laagbetaalden is volgens het FNV in de afgelopen dertig jaar verdubbeld tot 1,25 miljoen.
* Redactie: opmerkelijk, de hoogte van de huur, afbetalingen, leningen et cetera worden in de berekening niet meegenomen.

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) legt de armoedegrens op de helft van het inkomen dat in het midden ligt van de inkomensverdeling in het betreffende land. De armoede in Nederland nam afgelopen jaren toe, in 2007 leefde volgens de OESO 6,7 procent van de Nederlanders onder de armoedegrens, in 2011 gold dat voor 7,8 procent.

Binnen Europa is het gangbaar te spreken over Europese armoede en/of sociale uitsluiting. Volgens de Europese Commissie worden armen gedefinieerd als : 'mensen, gezinnen of groepen mensen wier middelen (materieel, cultureel en sociaal) zo beperkt zijn dat zij uitgesloten zijn van de minimaal aanvaardbare leefpatronen in de lidstaat waarin zij leven' (Raad van de Europese Gemeenschappen, 1985). De armoede is relatief omdat zij gedefinieerd wordt in verhouding tot het algemeen welvaartspeil van een land. In cijfers: er is sprake van armoede als deze gelijk is aan 60 procent van het mediane inkomen van de bevolking (bij het mediaan inkomen verdient 50 procent van de bevolking meer en 50 procent minder dan de mediaan).

Armoedesignalement

In 2012 nam de armoede net als in 2011 in Nederland opnieuw sterk toe. De stijging was het grootst bij bijstandsontvangers en niet-westerse allochtonen. Ramingen duiden op een verdere toename in 2013. De uitkomsten staan beschreven in deze vierde editie van het Armoedesignalement, waarin het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) verslag doen van de meest actuele cijfers. (Bron: CBS/SCP, 2 dec. 2013)

Kortingspas ingenomen

Tienduizenden huishoudens met een laag inkomen hebben de kortingskaarten van hun gemeente moeten inleveren. Deze passen geven minima korting op sportclubs, muziekles en musea. Dat is het gevolg van de aangescherpte grens voor armoedebeleid.

In Den Haag raken in 2012 elfduizend gebruikers hun Ooievaarspas kwijt, in Utrecht moeten bijna twaalfduizend mensen hun U-Pas teruggeven. In Zoetermeer hebben ongeveer 1.750 minder inwoners recht op de Zoetermeer pas. Voorheen mochten deze kortingspassen worden verstrekt aan inwoners met een inkomen tot 130 procent van het bijstandsniveau. In 2012 is die norm verlaagd tot 110 procent. Het kabinet vindt dat de passen de prikkel wegnemen om (meer) te werken. De norm geldt voor alle lokale armoedebeleid. Zo hebben mensen minder snel recht op bijzondere bijstand of korting op ziektekostenverzekeringen.

Kortingspas weer terug van weggeweest

Gemeenten krijgen met onmiddellijke ingang ruimere mogelijkheden om kortingspassen te verstrekken aan inwoners met een laag inkomen. Staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dit laten weten in antwoord op Kamervragen over het ‘armoedesignalement’ 2012 van het CBS en SCP.

Met haar besluit draait staatssecretaris Klijnsma een beperking terug die het vorige kabinet aan gemeenten had opgelegd bij het categoriaal aanbieden van stadspassen. Het kabinet Rutte I stond de verstrekking daarvan nog slechts toe aan mensen met een inkomen tot maximaal 110% van het sociaal minimum.

Gemeenten kunnen, indien zij dit wensen, passen voor culturele, maatschappelijke of sportvoorzieningen ook verstrekken aan mensen uit huishoudens die een inkomen hebben boven 110% van het sociaal minimum. (Bron: Rijksoverheid, 12 dec. 2012)

Meer kinderen groeien op met kans op armoede

In 2011 groeiden 371 duizend minderjarige kinderen op in een huishouden met kans op armoede. Dat is ruim 55 duizend meer dan in 2010. Het aandeel minderjarige kinderen dat opgroeit in armoede is 11 procent in 2011, bijna 2 procentpunt meer dan een jaar eerder. De stijging deed zich vooral voor onder kinderen die jonger zijn dan 12 jaar.

Minderjarige kinderen die opgroeien in armoede hebben vaak te maken met financiële beperkingen. Bij ruim 60 procent van deze kinderen is onvoldoende geld in het gezin om jaarlijks op vakantie te gaan en regelmatig nieuwe kleren zit er voor 40 procent van hen niet in. Ook een warme maaltijd met vlees, kip of vis en een deugdelijk verwarmd huis is voor kinderen die met armoede worden bedreigd veel minder vanzelfsprekend dan voor kinderen zonder armoederisico. (Bron: CBS, 26 mrt. 2013)

Kindpakket

De Kinderombudsman adviseert (2013) gemeenten een zogenoemd kindpakket samen te stellen met tegoedbonnen voor lessen voor zwemdiploma, een set winter- en zomerkleren en een bibliotheekpasje.

Lage inkomens laatste decennia op achteruit gegaan

De onderste tien procent van de inkomenspiramide van Nederland is er de laatste decennia, sinds 1977, qua reëel inkomen met dertig procent op achteruitgegaan. Het onderzoek toont aan dat het verschil tussen arm en rijk in Nederland steeds groter wordt. De andere inkomens gingen er wel op vooruit. De op een na armste en de rijkste bijvoorbeeld, gaan er respectievelijk zes procent en 23 procent op vooruit. Terwijl in 1977, toen het onderzoek begon, de rijkste tien procent in de inkomenspiramide 5,1 keer zo veel meer te besteden had als de onderste tien, is dit in 2011 al 8,2 keer zo veel. (Bron: Nu, 27 sep. 2013)

Koopkrachttegemoetkoming

De laagste inkomensgroepen krijgen in 2014 een extraatje. Een echtpaar krijgt eenmalig €100, een alleenstaande ouder € 90 en een alleenstaande € 70. In deze financieel zware tijden staat de koopkracht van minima onder druk. Daarom heeft het kabinet eenmalig € 70 miljoen gereserveerd voor een koopkrachttegemoetkoming.
Eenmaal arm betekent vaak blijvend arm”, constateren de onderzoekers. Ze hebben verspreid over een langere periode gekeken of mensen drie jaar op rij onder de armoedegrens verkeerden. Het aantal armen in Nederland bestaat al jaren voor ruwweg de helft uit mensen die langdurig arm zijn.

Op 17 oktober 2014 gaf staatssecretaris Klijnsma het startschot voor de campagne ‘koopkrachttegemoetkoming’. De campagne is opgezet om mensen met een laag inkomen erop te attenderen dat ze dit jaar recht hebben op extra geld van de gemeente. In sommige gevallen stort de gemeente het geld automatisch, maar vaak moet iemand zelf een aanvraag indienen.

Steeds meer huurders in geldnood

In meer dan een half miljoen Nederlandse huishoudens komt niet genoeg geld binnen om de maandelijkse woonlasten en de dagelijkse uitgaven te betalen. Dit aantal is tussen 2002 en 2012 verdubbeld. De financiële nood onder huurders is veel sterker gestegen dan die onder eigenaar-bewoners, aldus het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

Dat steeds meer huishoudens moeite hebben hun woonlasten te betalen, is niet alleen het gevolg van huurverhogingen, stelt het PBL. Ook inkomensdalingen (door stijgende werkloosheid) en algemene prijsstijgingen (vooral van voedsel en energie) hebben hieraan bijgedragen.

Begroting 2015

Voor de bestrijding van armoede en schulden komt € 100 miljoen extra ter beschikking.

Ruim miljoen huishoudens komen moeilijk rond

In 2015 gaf 15 procent van de Nederlandse huishoudens aan moeilijk of zeer moeilijk rond te komen. Dit zijn bijna 1,1 miljoen huishoudens. Van de (geraamde) 718 duizend huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens* kwamen vier op de tien moeilijk rond. Dit uitte zich in het uitstellen of achterwege laten van reguliere uitgaven zoals verwarming of het kopen van kleding.

* Bron: CBS, 20 jan. 2016)

Kamer maant Klijnsma tot haast bij bestrijding armoede

De Tweede Kamer (maart 2015) wil dat staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken) met meer urgentie werk maakt van de hulp voor mensen onder de armoedegrens. Zo willen onder andere PvdA, SP, CDA, D66 en ChristenUnie dat ze direct aan de slag gaat om schuldenaars niet onder het bestaansminimum te laten vallen.

Een belangrijk kritiekpunt van de partijen is dat de overheid blijft innen bij mensen die onder het bestaansminimum vallen, de zogeheten beslagvrije voet. Dit is de ondergrens waarbij er door schuldeisers geen beslag meer kan worden gelegd. Overheidsinstanties als de gemeente en de Belastingdienst houden hier volgens de partijen onvoldoende rekening mee.

Vaststellen beslagvrije voet moet eenvoudiger

Het vaststellen van de zogeheten beslagvrije voet van mensen met schulden moet eenvoudiger. Het bedrag van het inkomen waar schuldeisers niet aan mogen komen - de beslagvrije voet - is van belang voor schuldenaren om in hun eigen levensonderhoud te voorzien en moet voorkomen dat ze nog verder in de financiële problemen komen. Volgens de staatssecretarissen Klijnsma van Sociale Zaken en Dijkhoff van Veiligheid en Justitie is het nu te ingewikkeld om die beslagvrije voet vast te stellen.

Belastingplan 2016

Het kabinet gaat de regels rond de beslagvrije voet (het bedrag van het inkomen waar schuldeisers niet aan mogen komen) vereenvoudigen. De regeling is op dit moment te ingewikkeld, waardoor de beslagvrije voet soms te laag wordt vastgesteld. Hierdoor houden mensen te weinig geld over om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.

Het kabinet heeft € 100 miljoen per jaar vrijgemaakt om armoede en schulden te bestrijden. Het grootste deel hiervan gaat naar gemeenten. Zij kunnen hiermee maatwerk leveren aan mensen die in de problemen zijn gekomen. Het kabinet wil preventie en vroeg signaleren van armoede- en schuldenproblematiek stimuleren.

Speciale aandacht gaat uit naar de positie van kinderen. Het kabinet brengt de ervaringen met (vormen van) een kindpakket in kaart. Hierin zitten bijvoorbeeld vouchers voor kleding en zwemlessen. Het kabinet wil zo gemeenten ondersteunen bij de vormgeving van het armoedebeleid.

Eenmaal arm betekent vaak blijvend arm

In een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) staat geschreven dat langdurige armoede een veel groter probleem is dan vaak wordt aangenomen. Bijna 600.000 Nederlanders leven al drie jaar of langer in armoede.

Wie eenmaal arm is, blijft vaak arm. Van de ruim 1,25 miljoen mensen die in 2015 in armoede* leefden, was ongeveer de helft langdurig arm.

* De armoedegrens ligt bij het SCP voor een alleenstaande bij een besteedbaar inkomen € 1.020 per maand, voor een echtpaar is de grens hoger. Zie ook alinea 2 'Definities armoede'.

8 miljoen voor strijd tegen armoede en schulden

Staatssecretaris Klijnsma stelt in 2016 twee maal 4 miljoen euro beschikbaar voor projecten die armoede en schulden bestrijden. “Er wordt zulk fantastisch werk verricht door vrijwilligers en medewerkers van organisaties die mensen in de financiële problemen bijstaan. Ik geef hen graag een steuntje in de rug door projecten te ondersteunen die landelijke betekenis hebben en die een duurzame bijdrage leveren aan het tegengaan van armoede en schulden.”

De projecten moeten zich richten op kwetsbare groepen. Klijnsma noemt daarbij met name kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen, jongeren met financiële problemen, alleenstaande oudergezinnen, huishoudens met een langdurig laag inkomen en niet-westerse huishoudens. (Bron: Rijksoverheid, 25 mrt. 2016)

Vijf miljoen voor activiteiten Jeugdsportfonds

Om meer kinderen uit arme gezinnen de kans te geven om aan sport te doen, komt er dit jaar en volgend jaar in totaal vijf miljoen euro extra beschikbaar. Deze impuls is bestemd voor het Jeugdsportfonds (JSF), een organisatie die zich richt op kinderen wiens ouders te weinig geld hebben om een lidmaatschap voor een sportvereniging te kunnen betalen. Staatssecretaris Klijnsma maakte dit besluit van de ministeries van SZW en VWS bekend. (Bron: Rijksoverheid, 15 apr. 2016)

Meer dan 400 duizend kinderen met risico op armoede

In 2014 groeiden 421 duizend minderjarige kinderen op in een huishouden met een laag inkomen. Dit komt neer op 12 procent. 131 duizend minderjarige kinderen leefden al vier jaar of langer in een huishouden met een laag inkomen.

Het aantal kinderen met risico op armoede was in 2014 even groot als tien jaar geleden. Tussen 2005 en 2010 was sprake van een daling. Daarna is het aantal kinderen met risico op armoede tijdens de economische crisis gestegen. Zo liep de werkloosheid op na 2010, nam het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering toe en nam de koopkracht jaren achtereen af. (Bron: CBS, 9 mei 2016)

Schuldenaar krijgt half jaar respijt

Mensen die diep in de schulden zitten krijgen de mogelijkheid om maximaal een half jaar gevrijwaard te blijven van deurwaarders en aanmaningen. Dat maken staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) en minister Ard van der Steur (Justitie) 24 mei 2016 bekend. Met de adempauze wil het kabinet de schuldenaars de mogelijkheid bieden orde te scheppen en een plan te maken om de schulden af te lossen. In deze periode van maximaal een half jaar worden inkomsten boven de minimumnorm wel al apart gezet om de schulden uiteindelijk te kunnen aflossen.

Het voorstel is opgesteld na overleg met de belangenbehartigers van schuldhulpverleners (NVVK), de gerechtsdeurwaarders, de gemeentekoepel VNG en de vier grote steden.
Het kabinet streeft ernaar om de maatregel per 1 januari 2017 in te laten gaan. (Bron: Volkskrant e.a.)

EU-landen committeren zich aan armoedeaanpak

Meer inzet op de bestrijding van armoede en leren van elkaars aanpak: dat is de inzet van de lidstaten van de EU. Op 16 juni 2016 stemden alle EU-landen in met de Raadsconclusies waarin dit is afgesproken. Daarbij wordt een boekje verspreid met praktische voorbeelden van armoedebestrijding in Europa.

Over 4 jaar moet het aantal mensen dat in armoede leeft in Europa met 20 miljoen zijn afgenomen in vergelijking met 2008. Staatssecretaris Klijnsma heeft deze afspraak uit 2010 weer onder de aandacht gebracht tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU. Met het aannemen van de Raadsconclusies is er een hernieuwd commitment van de lidstaten aan dit streven.

SER-advies Opgroeien zonder armoede

Kinderen die opgroeien in een gezin met een inkomen dat zo laag is dat ze bijvoorbeeld niet mee kunnen doen met sociale activiteiten, hebben een grotere kans zelf later ook in de armoede te belanden. Daarom verzoekt het kabinet de SER om advies te geven over hoe samenhangend beleid tot stand kan worden gebracht om armoede en sociale uitsluiting onder kinderen verregaand terug te dringen.

Het kabinet stelt nu al jaarlijks 100 miljoen euro extra beschikbaar voor het bestrijden van armoede en schulden en sinds januari zijn er belastingmaatregelen genomen waardoor de laagste inkomens er op vooruit zijn gegaan. Het gevraagde advies kan het kabinet helpen om nog gerichter beleid te ontwikkelen. Daarbij is het verzoek aan de Sociaal Economische Raad om nauw samen te werken met het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Met de adviesaanvraag geeft het kabinet uitvoering aan een motie van senator Van Apeldoorn van de SP. (Bron: Rijksoverheid, 30 jun. 2016)

Hoofdpunten SER-advies ‘Opgroeien zonder armoede’

De SER heeft het advies Opgroeien zonder armoede op 17 maart 2017 vastgesteld. Een aantal belangrijke aanbevelingen uit het advies zijn:

  • Er moet een kwantitatieve overheidsdoelstelling komen om het aantal arme kinderen jaarlijks met een bepaald percentage omlaag te brengen. Dat zorgt voor een stok achter de deur om goede bedoelingen waar te maken en stimuleert monitoring van de effectiviteit van beleid.
  • Met name kinderen van werkende minima moeten beter worden bereikt.
  • Gemeente en maatschappelijk middenveld moeten goed op de hoogte zijn van elkaars aanbod, naar elkaar doorverwijzen en goede praktijken uitwisselen.
  • Scholen moeten alert(er) zijn op verborgen armoede bij kinderen en met gemeenten afspraken maken over signalering zodat beschikbare regelingen beter worden gebruikt.
  • Een gemeentelijke armoederegisseur kan zorgen voor lokale afstemming, een beter gebruik van regelingen, preventie, vroeg signalering en het monitoren van de effectiviteit van lokale maatregelen.
  • Arme kinderen moeten, onafhankelijk van hun woonplaats, kunnen rekenen op een basispakket (kindpakket) met compenserende maatregelen.
  • Rijk, gemeenten en maatschappelijk middenveld moeten samen inzicht krijgen in de effectiviteit van armoedebestrijding onder kinderen en hun beleid daarop aanpassen.

Armoede daalt onder ouderen, maar jongeren komen moeilijker rond

Ouderen hebben de afgelopen jaren het meest moeten inleveren, stelt lijsttrekker Henk Krol van 50PLUS. Maar uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt een ander beeld.

Het aantal 55-plussers dat financieel onafhankelijk is, is sinds de eeuwwisseling hard gestegen. Wel zijn de cijfers enigszins vertekend door het optrekken van de AOW-leeftijd naar 67 jaar. Onder geen enkele leeftijdsgroep is de armoede deze eeuw zo sterk afgenomen als bij 65-plussers.

Jongeren staan er financieel slechter voor dan vijftien jaar geleden. Waar rond de eeuwwisseling nog 45 procent van de mensen tussen 20 en 25 jaar financieel onafhankelijk was, is dat nu gedaald naar een kwart. Ook bij de 25- tot 30-jarigen daalde het vermogen om zelf de eigen broek op te houden. (Bronnen: CBS & Z24, 9 sep. 2016)

100 miljoen structureel extra voor kinderen uit arme gezinnen

Kinderen moeten mee kunnen doen. Sociaal, met sport, cultuur en op school. Daarom stelt het kabinet elk jaar 100 miljoen euro extra beschikbaar om álle kinderen kansen te geven. Om er zeker van te zijn dat het geld terecht komt bij de kinderen, komt hier een onorthodoxe aanpak voor: kinderen worden in natura geholpen, bijvoorbeeld met zwemlessen, voetbalschoenen of een fiets.

Het kabinet en de gemeenten hebben afgesproken dat;
  • gemeenten de aanwezige infrastructuur benutten en optimaliseren;
  • gemeenten met relevante partners samenwerken zoals scholen en fondsen;
  • het belangrijk is om kinderen ook zelf te betrekken;
  • de extra middelen dienen als aanvullende impuls bovenop de reeds bestaande financiële middelen;
  • Rijk en VNG in de gaten houden in hoeverre de ambities worden gehaald
(Bron: Rijksoverheid, 20 sep. 2016)

Armoede loopt sinds 2014 langzaam terug

In 2014 was 7,6 procent van de Nederlandse bevolking arm volgens de zogenoemde niet-veel-maar-toereikend maatstaf van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Naar verwachting daalt dat percentage in 2016 naar 7 procent. Het SCP voorziet dat de daling in 2017 doorzet naar 6,8 procent, mits de door het kabinet toegezegde koopkrachtmaatregelen doorgaan.

Niet-westerse migranten, bijstandontvangers en zelfstandigen hebben het zwaarst. Waar het landelijk gemiddelde in 2014 op 7,6 procent lag, leeft in deze groepen respectievelijk 44, 19 en 12 procent in armoede. Het aandeel armen onder ouderen ligt op 3 procent. (Bron: ANP, Business Insider Nederland, 27 sep 2016)

4 miljoen euro voor strijd tegen armoede en schulden

De afgelopen twee jaar heeft Klijnsma overal in het land vrijwilligers en medewerkers gesproken van organisaties die mede geholpen werden met het subsidiegeld dat ze voor die jaren ter beschikking stelde. ”Vooral de vele vrijwilligers hebben diepe indruk op me gemaakt”, zegt Klijnsma, “zij kunnen net het beslissende steuntje in de rug geven om mensen er bovenop te helpen of te houden.”

Zo heeft Klijnsma verschillende projecten bezocht waarbij mensen laagdrempelig worden geholpen met hun administratie. Zag ze de waarde van mensen die gezamenlijke maaltijden organiseren waardoor mensen uit hun isolement komen. En sprak ze met kinderen die dankzij de subsidies mee kunnen doen met hun leeftijdsgenoten.

Vanaf 1 februari 2017 kunnen belangstellenden projecten indienen die het komende jaar gaan lopen. De projecten moeten ook op de lange termijn armoede en schulden tegengaan en op het hele land effect hebben, bijvoorbeeld doordat ze uit te rollen zijn naar andere plaatsen. Ze worden op volgorde van binnenkomst behandeld. (Bron: Rijksoverheid, 25 jan. 2017)

Duizenden mensen leven in totaal isolement

Ze zijn eenzaam, vervuild, arm en vaak verstoken van gas, water en licht. Volgens Antes, één van de grote instellingen voor de geestelijke gezondheidzorg, leven duizenden mensen in Nederland in totaal isolement. "We zijn enorm geschrokken."

Antes startte vier maanden geleden een project in Rotterdam, samen met Woonbron. De wooncorporatie stuit steeds vaker op mensen die het niet redden en wil voorkomen dat kwetsbare mensen op straat gezet worden. Achter zeker honderd voordeuren troffen ze 'een heel ernstige situatie' aan. Mensen die vervuild in armoede leven en geen hulp krijgen. Mensen die al vijf jaar zonder gas, water en licht zaten en zelfs een vrouw met acht kinderen die in tweekamerflat woonde met gaten in de vloer en overal ongedierte.

Het project van Antes en Woonbron loopt nog tot april 2017 en wordt bekostigd door Antes zelf. Het is nu in gesprek met de gemeente en zorgverzekeraars over een vervolg. Burgerhout: "Onze werkwijze heeft veel huisuitzettingen voorkomen en daarmee veel geld bespaard. We hopen dat het project voortgezet kan worden." (Bron: RTL, 11 feb. 2017)

Armste landen in de wereld

Afrika is opnieuw prominent aanwezig op de lijst van armste landen ter wereld, zo blijkt uit een analyse van Global Finance Magazine. De ranglijst kwam afgelopen maand uit en is gebaseerd op gegevens van het Internationaal Monetair Fonds.

De meeste landen op de lijst hebben gemeen dat ze autoritair worden geleid en dat corruptie alom aanwezig is. Dat schrikt buitenlandse investeerders af, zelfs als het gaat om landen met grote grondstofvoorraden.

Nederland is 78 keer zo rijk als het land dat het armst is. (Bron: Global Finance, 13 feb. 2017)

Nog eens 40 miljoen voor armoedige kinderen

Stichting Leergeld, het Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds, Nationaal Fonds Kinderhulp en Stichting Jarige Job krijgen de komende vier jaar 10 miljoen per jaar voor het bestrijden van armoede onder kinderen.

Er komt één digitaal aanvraagsysteem met daarachter één gezamenlijk registratiesysteem, waarmee met één druk op de knop te zien is welk aanbod voor kinderen in welke gemeente beschikbaar is om zo de drempels voor de aanvraag drastisch te verlagen. (Bron: Rijksoverheid, 10 mrt. 2017)

Voedselbanken tonen noodzaak van een armoedebeleid

Aan de vooravond van de verkiezingen worden de voedselbanken door politici zowel een zegen als een schande genoemd. Wat ze in iedere geval zijn: een signaal voor de urgentie van een structureel armoedebeleid.

En we waren toch een van de welvarendste landen? Ja, maar niet iedereen deelt in die welvaart, de geschiedenis kent altijd armen en rijken (l'histoire se répète). En heel vaak werden de handen uit de mouwen gestoken.

Anno 2017 zijn voedselbanken niet meer weg te denken uit Nederland. In totaal zetten ruim tienduizend vrijwilligers zich in bij de voedselbanken. Zij voorzien wekelijks meer dan 90.000 mensen van voedsel. Dit zijn niet langer en alleen uitkeringsgerechtigden, maar ook werkende armen (waaronder ZZP’ers en tweeverdieners) en mensen met hypotheekschulden. Voedselbanken zijn inmiddels geëvolueerd tot professionele vrijwilligersorganisaties, met een stevige organisatiestructuur en een landelijke vereniging die richtlijnen voorschrijft. Ze zijn actief bezig met sponsorwerving en gaan partnerschappen aan met grote bedrijven en fondsen.

In het landschap van voedselbanken zien we de laatste jaren meer variaties en nieuwe vormen ontstaan. Sommige voedselbanken hebben het klassieke model van de uitgifte van voedselpakketten vervangen door of aangevuld met een supermarktformule. In Amsterdam is er de ‘sociale kruidenier’ waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en waar de klant een maandelijks tegoed krijg en een deel van de producten zelf betaalt. En recent is een gaarkeuken opgericht voor mensen die bij andere voedselbanken zijn afgewezen omdat hun inkomen boven de norm ligt. (Bron: Sociale vraagstukken.nl, 11 mrt. 2017)

Nieuwe subsidie om kinderen in armoede mee te laten doen

Maatschappelijke organisaties kunnen binnenkort subsidie aanvragen voor steun aan kinderen in Nederland die het thuis niet breed hebben. De subsidie kan worden ingezet voor voorzieningen (zoals materialen en abonnementen) die er voor zorgen dat alle kinderen mee kunnen doen. De subsidieregeling is op 2 mei 2017 gepubliceerd.

Meer informatie over de subsidieregeling: www.dus-i.nl.

Bij voedselbank-de-luxe geen voorgekauwd mandje

Meer keuze en minder vernedering: een nieuw model dat supermarkten omarmen richt zich op klanten die weinig te besteden hebben. 'Let wel: het is hier niet gratis.'

Een winkel met een kok die verse maaltijden staat te bereiden, dat moet wel een chique delicatessenzaak zijn, of een van die luxe aandoende vlaggenschipwinkels van Jumbo of Albert Heijn. Maar Hokke staat klanten culinair te verwennen in een buurtsuper zonder veel opsmuk. Een supermarkt bovendien, die zich niet richt op klanten met een goedgevulde portemonnee, maar juist op mensen die elk dubbeltje moeten omdraaien.

Super van Lopik is de eerste 'sociale supermarkt' van Vlaardingen. Iedereen met een uitkering kan er een kortingspas aanvragen die recht geeft op 50 procent korting op alle boodschappen. Een maand na de opening, begin april, hebben al 700 gezinnen een pas aangevraagd. (Bron: Volkskrant, 2 jun. 2017)

Stichting Financieel Paspoort zorgt voor financiële APK

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft in haar wetgevingsbrief in 2016 het belang van een financieel overzicht voor de consument benadrukt. Stichting Financieel Paspoort (SFP) biedt consumenten de mogelijkheid om met een digitale tool, een zogeheten financiële APK, overzicht te krijgen van een groot deel van hun financiële situatie.

Doel van zo’n ‘financiële APK’ is consumenten allereerst inzicht te geven in hoeverre zij onder andere na pensionering voldoende inkomen hebben. En hen ten tweede tot actie te laten overgaan als blijkt dat er een mogelijk financieel tekort is, om voorzienbare teleurstellingen te voorkomen.

Naast de opbouw van het werkgeverspensioen kan hierbij ook worden gekeken naar vaste lasten zoals een hypotheek, en naar bezittingen zoals spaargeld en beleggingen. Het initiatief van Stichting Financieel Paspoort biedt consumenten de mogelijkheid om met een digitale tool een overzicht te krijgen van een groot deel van hun financiële situatie. Stichting Financieel Paspoort kent geen winstoogmerk. (Bron: AFM en SFP, 2017)

Subsidieregeling armoede en schulden verlengd naar 2018 en 2019

Goede initiatieven die armoede en schulden tegengaan kunnen ook de komende twee jaar mogelijk worden gemaakt. Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de subsidieregeling armoede en schulden verlengd naar 2018 en 2019.

Het gaat om ondersteuning van mensen die moeite hebben mee te doen in de maatschappij en om het bereiken en motiveren van moeilijk bereikbare groepen met financiële problemen. Er kan ook subsidie worden aangevraagd voor projecten die er voor zorgen dat er meer aandacht komt voor armoede en schulden in het sociaal domein, onder meer in de wijkaanpak. En tot slot bij begeleiding van jongeren die vanaf hun 18e financieel zelfstandig moeten zijn, maar daar nog vaak moeite mee hebben. (Bron: Staatscourant, 25 aug. 2017)

Voedselbankklanten eten ongezond

Sommige producten in de gigantische hal van de Voedselbank Amsterdam zouden niet misstaan op een hip lunchmenu: biologische bieten en linzensoep in zak liggen opgestapeld in blauwe plastic kratten.

Maar uit onderzoek dat de Vrije Universiteit Amsterdam woensdag publiceerde, blijkt dat voedselbankklanten ongezonder eten dan de gemiddelde Nederlander. Een gevolg van sociale klasse, niet van aanbod, volgens de Voedselbank Amsterdam. Bij sommige uitgiftepunten in Amsterdam zie je dat mensen chips prefereren boven bloemkool. (Bron: De Volkskrant, 5 okt. 2017)

Ongelijkheid neemt wereldwijd extreme vormen aan

De ongelijkheid neemt wereldwijd extreme vormen aan. Weliswaar is de mondiale economie sinds 1980 fors gegroeid, maar van dat extra inkomen heeft de rijkste 0,1 procent van de wereldbevolking net zo'n groot deel naar zich toe weten te trekken als de armste 50 procent. Daarmee wordt de vrees bevestigd dat vooral een kleine groep de vruchten plukt van de globalisering.

Dat blijkt uit het eerste World Inequality Report dat gepresenteerd is door onder ander de Franse econoom Thomas Piketty. De monsterstudie, waarvoor ruim honderd onderzoekers gegevens verzamelden op alle continenten, verschijnt vier jaar nadat diens bestseller Kapitaal in de 21ste eeuw de groeiende ongelijkheid op de kaart heeft gezet.

Nederland komt er goed af. Qua inkomensgelijkheid is het volgens een van de grafieken in het rapport zelfs koploper, nipt vóór de Scandinavische landen. Dit wil overigens niet zeggen dat de Nederlander in het Piketty-paradijs leeft. Daarvoor zijn de vermogens - van spaargeld tot onroerend goed tot aandelen - veel te ongelijk verdeeld.

Het zorgwekkendst is de situatie in de Verenigde Staten. Ook in India, Rusland en het relatief egalitaire China is de inkomensongelijkheid sinds 1980 razendsnel toegenomen. Deze landen schuiven op naar het recordniveau van het Midden-Oosten. Daar strijkt de rijkste 10 procent van de inwoners 61 procent van het nationale inkomen op. In Europa is dat veel minder: 37 procent. (Bron: De Volkskrant, 14 dec. 2017)

Langdurige armoede verder toegenomen in 2016

Het aantal huishoudens dat vier jaar of langer van een laag inkomen moest rondkomen is verder toegenomen. In 2016 hadden 224 duizend huishoudens langdurig een laag inkomen, 15 duizend meer dan in 2015. Het risico op armoede was het hoogst in Rotterdam, Groningen en Amsterdam. Dit meldt het CBS in het rapport Armoede en sociale uitsluiting 2018.

In 2016 moesten 224 duizend huishoudens al ten minste vier jaar op rij rondkomen van een laag inkomen. Dat komt neer op 3,3 procent van alle huishoudens. In 2014 had nog 2,7 procent van de huishoudens een langdurig laag inkomen. De toename komt voornamelijk doordat meer huishoudens langdurig afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering.

Eens in de twee jaar verzorgt het CBS op verzoek van SZW een uitgebreide rapportage over de ontwikkelingen in het armoederisico van huishoudens en personen in Nederland. Het risico op armoede wordt afgebakend aan de hand van de lage-inkomensgrens van het CBS. Het armoederisico wordt ook bezien in relatie tot sociale factoren zoals meedoen in de samenleving, gezondheid, de woonsituatie en slachtoffer- en daderschap van criminaliteit. Daarmee plaatst het CBS de armoedeproblematiek in een breed maatschappelijk perspectief. (Bron: CBS, 17 jan. 2018)

Hongerjaren tussen 63ste en 65ste

Laagopgeleide Nederlandse ouderen hebben het zwaar in de periode voorafgaand aan hun pensioen. In geen enkele leeftijdsgroep is het aantal lage inkomens zo groot als onder de groep 63 tot 65-jarigen.

Terwijl de armoede onder de Nederlandse bevolking als geheel niet toenam de afgelopen jaren, was dat bij 55-plussers wel het geval. Zo rond hun zestigste worden steeds meer Nederlanders door werkloosheid of ziekte afhankelijk van een uitkering. Ze vallen tussen wal en schip omdat ze door werkgevers ‘te oud’ worden bevonden, maar nog te jong zijn voor de AOW. Zodra zij echter de pensioengerechtigde leeftijd bereiken komt er direct een einde aan de zogenoemde ‘hongerjaren’, want onder gepensioneerden bevinden zich veruit de minste armen van alle Nederlanders. De meeste ouderen ontvangen namelijk niet alleen AOW, maar ook een aanvullend pensioen.

CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen in de Volkskrant: In geen enkele leeftijdsgroep is de armoede de afgelopen twintig jaar zo hard gedaald (bedoeld wordt toegenomen) als onder gepensioneerden’, zegt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen. (Bron: BNNVARA, 17 jan. 2018)

Roer moet radicaal om in Rotterdam

Rotterdam investeert de komende jaren miljarden in het wegwerken van taalachterstand, armoedebestrijding en de energietransitie in de haven. Ook steekt het stadsbestuur geld in een nieuwe Maasbrug en in de bouw van 4500 nieuwe woningen. Verder komen er duizenden nieuwe banen bij. Een deel van het geld moet komen uit de verkoop van aandelen Eneco.

De haven is goed voor 20 procent van de CO2-uitstoot in Nederland. Door de haven duurzamer te maken, komen er duizenden nieuwe banen bij. Verder zet Rotterdam fors in op aardgasvrij bouwen en 10.000 bestaande woningen moeten van het aardgas af. Voor al deze maatregelen wordt een Rotterdams Energie- en Klimaatakkoord gesloten (mei 2018).

Creditcard meteen geblokkeerd bij wanbetaling

De creditcard van mensen die een betalingsachterstand hebben, wordt vanaf 1 november 2018 meteen geblokkeerd. De creditcardmaatschappij ICS wil hiermee voorkomen dat betalingsachterstanden van klanten verder oplopen. In de oude situatie kregen mensen die na 21 dagen niet hadden betaald, kregen tot voor kort een boete van 2 procent opgelegd. Na dertig dagen volgde opnieuw een boete van 2 procent, de boetes werden op 1 mei 2018 al geschrapt. Nieuws is dat de kaart nu meteen geblokkeerd.

De nieuwe maatregel geldt voor ICS-creditcards zonder de mogelijkheid tot gespreid betalen. Nadat klanten het uitstaande saldo betaald hebben, kunnen zij hun creditcard weer gebruiken.
ABN Amro-dochter ICS beheert de Mastercards en creditcards van Visa van onder meer de ABN Armo, Volksbank, de ANWB en de Bijenkorf. (Bron: DvhN, 25 aug. 2018)

Als werk weinig opbrengt

Op 3 oktober 2018 is de publicatie 'Als werk weinig opbrengt' van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) verschenen. Vanaf pagina 53 wordt ingegaan aan het werken vanuit de bijstand.. Enkele passages:
  • De groep werkende armen bestaat voor een deel uit mensen die vanuit de bijstand naar betaald werk zijn uitgestroomd of die naast het werk een bijstandsuitkering hebben. Zo bepaalt de kostendelersnorm dat het uitkeringsbedrag afhankelijk is van het aantal volwassenen in het huishouden: een hoger aantal volwassenen leidt tot een lagere uitkering per persoon. Daarnaast is de gemeentelijke toeslag voor alleenstaande werkende armen en het gemeentelijk beleid ouders vervangen door een zogenoemde alleenstaandeouderkop in het kindgebonden budget.
  • De voorwaarden om voor een uitkering in aanmerking te komen zijn eveneens aangescherpt. Hoewel bijstandsgerechtigden ook onder de Wet werk en bijstand al arbeidsverplichtingen hadden, zijn deze in de Participatiewet uitgebreider omschreven en staan er ook strengere maatregelen tegenover als men niet aan de verplichtingen voldoet.
  • De genoemde aanscherpingen hebben mede tot doel dat mensen minder vanzelfsprekend een beroep op de bijstand doen, zodat de bijstand weer meer het karakter van een laatste vangnet krijgt. Een onbedoeld gevolg kan echter zijn dat mensen – teneinde instroom in de bijstand te voorkomen of zo snel mogelijk uit de bijstand te geraken – in onzekere, laagbetaalde banen terechtkomen en tot de categorie ‘werkende armen’ gaan behoren.

Gelijke kansen en voorkomen van armoede centraal in nieuw sociaal contract

Op 6 september was Simeon Djankov, hoofdeconoom van de Wereldbank, te gast bij de SER om over het World Development Report 2019 te spreken. Djankov was eerder vice-premier en minister van Financiën in Bulgarije. In zijn werk voor de Wereldbank heeft hij onder andere onderhandeld over handelsakkoorden in Afrika en regelgeving herzien in de hele wereld.

Het rapport beschrijft de invloed van technologie op ons werk. In sommige sectoren worden mensen vervangen door robots. In andere sectoren verhogen robots de productiviteit van mensen. En in weer andere sectoren creëert technologie banen omdat er vraag naar nieuwe goederen en diensten ontstaat. Deze verschillen zorgen voor veel onrust, vooral bij mensen die routinematig werk doen en vrezen dat hun baan verloren zal gaan.

Onderdeel ven de nieuwe beleidsstrategie is een nieuw sociaal contract tussen overheden, werkgevers en werknemers. Djankovs ontwerp voor een nieuw sociaal contract gaat uit van bestaanszekerheid voor iedereen. (Bron en meer informatie: SER, 7 sep. 2018)

NB: Lees ook '17 oktober - Wereld Armoededag: Samen Armoede te lijf' van Panteia

Armoede in Nederland

Hoewel Nederland tot de rijkste landen van Europa behoort, is ook hier steeds meer armoede. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat eenoudergezinnen, bijstandsontvangers en alleenstaanden onder de 65 jaar een grote kans op ernstige armoede hebben. De armoede uit zich onder meer in (zeer) beperkte financiële middelen, sociale uitsluiting, gezondheidsproblematiek en beperkte toegang tot onderwijs.

Er is veel ‘stille’ armoede: het is vaak niet zichtbaar dat mensen hun huur niet meer kunnen betalen of kinderen zonder ontbijt de deur uit moeten. Van de ruim 7,2 miljoen huishoudens in 2016 moesten 590.000 huishoudens rondkomen van een laag inkomen. Het sociale vangnet in Nederland wordt steeds kleiner. Steeds meer mensen moeten een beroep doen op maatschappelijk werk, ouderenzorg, sociale uitkeringen, jeugdzorg, studiefinanciering, ondersteuning van kerken enz. Door de voortdurende bezuinigingen worden deze voorzieningen steeds minder toegankelijk. (Bron en meer: Armoede Fonds, okt. 2018)

Meer huishoudens met risico op armoede in 2017

In 2017 hadden 599 duizend van de ruim 7,3 miljoen huishoudens een inkomen onder de lage-inkomensgrens, 27 duizend meer dan in 2016. Het aandeel huishoudens met een armoederisico steeg daarmee van 7,9 naar 8,2 procent. Ook het aandeel huishoudens dat vier jaar of langer van een laag inkomen moest rondkomen nam toe, van 3,2 naar 3,3 procent.

In 2017 lag de lage-inkomensgrens op 1 040 euro per maand voor een alleenstaande, 1 380 euro per maand voor een alleenstaande ouder met één kind en 1 960 euro per maand voor een paar met twee kinderen. De stijging van het aantal huishoudens met een inkomen onder deze grens, en daarmee van het aantal met risico op armoede, komt voor ruim een derde voor rekening van vooral Syrische vluchtelingen. Zij hebben een verblijfsvergunning ontvangen, maar zijn merendeels afhankelijk van een bijstandsuitkering.

Relatief veel huishoudens waarvan de hoofdkostwinner binnen afzienbare tijd met pensioen gaat, hebben een langdurige periode achter de rug met kans op armoede. Dit komt doordat in de leeftijd van 50 tot zo’n 65 jaar een steeds groter deel wegens arbeidsongeschiktheid of werkloosheid afhankelijk wordt (en blijft) van een uitkering. Met de pensionering verbetert de inkomenssituatie voor velen doordat het (volledige) AOW-pensioen boven de lage-inkomensgrens uitkomt. Bovendien hebben de meeste ouderen naast de AOW nog aanvullend pensioen en inkomsten uit vermogen. De 65-plussers lopen van alle leeftijdsgroepen dan ook het minst risico op (langdurige) armoede. (Bron: CBS, 12 nov. 2018)

Aanpak kinderarmoede hoger op de agenda van gemeenten

Kinderen horen niet op te groeien met geldzorgen. Ze moeten zich in vrijheid kunnen ontwikkelen, los van de financiële draagkracht van hun ouders. Het kabinet heeft aandacht voor armoede onder kinderen en stelt sinds 2017 extra geld ter beschikking aan gemeenten en maatschappelijke organisaties voor de aanpak ervan. Uit een eerste evaluatie blijkt dat zij hier stappen in zetten. Gemeenten besteden het merendeel van het geld direct aan beleid gericht op kinderen in armoede. Negen van de tien gemeenten bieden voorzieningen aan in natura, zoals een sportabonnement of deelname aan een schoolreisje. Ze weten daarbij meer kinderen in armoede te bereiken dan het jaar ervoor. Staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de evaluatie op 21 november 2018 naar de Tweede Kamer gestuurd.

Een op de negen kinderen leeft in een gezin dat het niet breed heeft. Het kabinet trekt sinds 2017 jaarlijks € 100 mln. extra uit om de armoede onder kinderen aan te pakken. Ook als er thuis weinig geld is moeten kinderen namelijk kunnen meedoen, met sport, muziek of een schooluitje.
Gemeenten zijn lokaal verantwoordelijk voor het armoedebeleid en krijgen het grootste deel van het geld, € 85 mln. De rest van de middelen gaat naar landelijke armoedeorganisaties (€ 10 mln) en naar projecten gericht op kinderen in arme gezinnen, zowel in Europees Nederland als in Caribisch Nederland (€ 5 mln.).

Geld voor armoede besteed aan andere zaken

Noord-Hollandse gemeenten gebruiken geld dat ze van het Rijk krijgen om jongeren in armoede te ondersteunen massaal voor andere zaken. Dat blijkt uit onderzoek van NH Nieuws. Bovendien blijft er ook nog eens voor ruim 2 miljoen euro ongebruikt op de plank liggen.

De Noord-Hollandse gemeenten ontvingen in totaal zo'n 15 miljoen euro. Daarvan bleef ruim twee miljoen euro onbesteed, waarvan het meeste werd doorgeschoven naar 2018. Zoals in Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland die ambtelijk samenwerken. Daar bleef het budget ongebruikt omdat er te weinig ambtenaren waren om beleid te maken. En Bergen schoof 72.000 euro door naar 2018, maar weet met 13.000 euro daarvan nog steeds niet wat ze gaat doen. (Bron: NH, 29 nov. 2018)

Voedselbanken actiever met zoeken naar mensen met honger

De voedselbanken gaan in 2019 actief op zoek naar mensen die honger hebben en die nu geen beroep doen op voedselbanken. Enkele voedselbanken die al in 2018 daartoe initiatieven ontplooiden, zagen hun klantenaantal flink toenemen. Niet iedereen die voldoet aan de toelatingsnormen weet de weg naar de voedselbank nu al te vinden. Onbekendheid, schaamte, en laaggeletterdheid zijn enkele oorzaken daarvan.

Ook wordt de toelatingsnorm iets verruimd nu de BTW op basis producten van 6 naar 9 % is gegaan. De voedselbanken durven deze stappen aan, nu er een steeds groter gedeelte van het voedsel dat anders verspild zou worden, bij hen terecht komt. (Bron: Voedselbanken.nl, 10 jan. 2019)

Schaamte over armoede vergroot vaak de armoede

Schaamte komt meer voor bij mensen die het financieel moeilijk hebben en gaat ook vaak samen met gedrag dat armoede juist in stand kan houden. Geld wordt bijvoorbeeld uitgegeven aan zaken die statusverhogend werken in plaats van eerste levensbehoeften, en mensen krijgen minder sociaal contact. Zo dreigt een vicieuze cirkel van armoede. Dat blijkt uit onderzoek van Arnoud Plantinga in zijn proefschrift Poor Psychology: Poverty, Shame, and Decision Making.

Arm zijn betekent meer dan te weinig geld hebben. Armoede beïnvloedt iemands doen en laten, wat men denkt en voelt. Onderzoek naar de emotionele kant en effecten van armoede is nog niet veel gedaan. Vooral de rol van schaamte daarin is onderbelicht. Plantinga brengt daar nu verandering in. (Bron: Blik op nieuws, 1 feb. 2019)

Van werkenden loopt ZZP’er meeste risico op armoede

In dit onderzoek is gekeken naar personen met vooral inkomen uit werk die al dan niet deel uitmaken van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. In prijzen van 2017 kwam de grens van dit (netto) inkomen voor alleenstaanden uit op 1 040 euro per maand, voor een alleenstaande ouder met één kind op 1.380 euro en voor een paar met twee kinderen op 1.960 euro.

Van de werkenden in de leeftijd van 15 tot 75 jaar maakte 2,5 procent deel uit van een huishouden met een inkomen onder de kritische grens oftewel met risico op armoede. Dat komt neer op 188 duizend personen. Het aandeel werkenden met een armoederisico is vrijwel onveranderd ten opzichte van 2016. Onder zelfstandigen zonder personeel nam het armoederisico wel toe. (Bron en meer cijfers: CBS, 5 mrt. 2019)

AWVN neemt deel aan Alliantie kinderarmoede

De Alliantie kinderarmoede wil dat in 2030 kinderen niet meer de dupe zijn van armoede en er geen nieuwe gezinnen bijkomen, die in armoede vervallen. Partners van de Alliantie komen uit alle domeinen in de samenleving: o.a. gemeenten, zorgorganisaties, belangenorganisaties en bedrijven. Iedereen die het vraagstuk een warm hart toedraagt, kan meedoen. AWVN meldde op 28 maart 2019 nu partner in deze alliantie te zijn.

AWVN roept haar leden op, om zich aan te sluiten bij de Alliantie. 

Kinderarmoede onacceptabel in welvarend Nederland

Staatssecretaris Van Ark zal elke twee jaar een breed beeld geven van kinderarmoede aan de hand van de gepresenteerde ambities. Zij zal hierover het gesprek aangaan met de betrokken bewindspersonen, de VNG en andere relevante partijen. Ze gaat met kinderen die zelf te maken hebben met armoede in gesprek over de belemmeringen die zij ervaren en over mogelijke oplossingen.

Voor het terugdringen van kinderarmoede heeft het kabinet een aantal participatie-ambities. In de eerste plaats dat ieder kind dat in een gezin met een laag inkomen opgroeit, kan meedoen en wordt bereikt met het gemeentelijke kinderarmoedebeleid. Hierdoor kunnen kinderen zich breder ontwikkelen en wordt de kans op sociale uitsluiting kleiner. Extra aandacht gaat daarbij uit naar werkende armen met kinderen. Dit is een grote groep die nog onvoldoende wordt bereikt. Het kabinet wil met gemeenten, de SER en de Kinderombudsman kijken hoe het deze gezinnen beter kan bereiken.

Het kabinet zet daarnaast in op een verdere daling van het aantal arme huishoudens met kinderen de komende jaren. Cijfers van het CBS en SCP laten sinds 2014 een lichte afname zien van het aantal huishoudens met een risico op armoede. (Bron: Min. SZW, 1 apr. 2019)

Extra geld voor Kinderombudsman

Het budget voor het instituut van de Kinderombudsman gaat vanaf 2019 structureel omhoog. De ministerraad heeft op voorstel van minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hiermee ingestemd. In 2019 is er 350.000 euro extra beschikbaar. In 2020 komt daar nog eens 150.000 euro bovenop. Uit de evaluatie van de Wet Kinderombudsman bleek dat sommige taken van het instituut minder prioriteit kregen, zoals het geven van voorlichting over kinderrechten en het houden van toezicht op klachtbehandeling door andere instanties.

Nederland kent sinds 1 april 2011 een Kinderombudsman. De Kinderombudsman heeft tot taak te bevorderen dat de rechten van kinderen worden nageleefd. Hij doet dit in elk geval door het geven van voorlichting en informatie, het geven van gevraagd en ongevraagd advies over wetgeving en beleid, het instellen van onderzoek naar het naleven van kinderrechten en het houden van toezicht op de afhandeling van klachten. De Kinderombudsman is onderdeel van Bureau Nationale ombudsman. (Bron: Captise, 7 jun. 2019)

UWV stapt af van laagste beslagvrije voet bij meerdere beslagleggers

UWV hanteert binnenkort niet langer de laagst berekende beslagvrije voet als meerdere partijen beslag leggen op een uitkering. In plaats daarvan zal UWV de beslagvrije voet aanhouden van de beslaglegger die de afdracht uit het beslag krijgt. Dat heeft UWV aan de Nationale ombudsman laten weten.

In zijn rapport Overheidsinstanties moeten bij beslaglegging bestaansminimum garanderen uit 2017 signaleerde de ombudsman al dat mensen (ver) onder het bestaansminimum kunnen komen door het beleid van UWV om bij meerdere beslagleggers uit te gaan van de laagst berekende beslagvrije voet. Hij is aan de hand daarvan in gesprek gegaan met UWV om een oplossing te zoeken. Ook in zijn rapport Invorderen vanuit het burgerperspectief uit februari 2019 drong hij ombudsman aan op een andere werkwijze. De ombudsman is blij dat UWV nu een volgende stap zet in het belang van de burger. (Bron: Nationale ombudsman, 9 jul 2019)

Meer Nederlanders gaan in 2019 naar de Voedselbank

Het aantal huishoudens dat in Nederland hulp ontvangt van de Voedselbank stijgt. In de eerste helft van 2019 was er een stijging van 8 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2018.

Voedselbanken Nederland meldt dat het aantal kinderen dat voedselhulp krijgt gestegen is met 7 procent. Daarnaast worden relatief meer alleenstaanden en éénoudergezinnen geholpen.

De voedselbanken hebben begin 2019 de toelatingsnorm verruimd. Iemand die maximaal € 225 per maand heeft te besteden aan eten en kleding, aan alles behalve de vaste lasten, mag zich melden (was in 2018 nog € 215).

Nederland telt 169 voedselbanken die actief zijn in 365 gemeentes. In 2018 hebben 33.000 gezinnen hulp ontvangen van een voedselbank, in totaal 140.000 personen.

Rotterdam: van tweedeling naar meerdeling

Rotterdam wordt ook wel de stad van twee snelheden genoemd. Aan de ene kant kent de stad een sterke economische ontwikkeling en verbetert het imago naar de buitenwereld. Aan de andere kant heeft de stad een van de hoogste armoedecijfers van Nederland en deelt daarmee niet iedereen in het economische succes van Rotterdam. Vaak wordt er van een ‘tweedeling’ in de stad gesproken tussen de ‘haves’ en ‘have nots’. Een dergelijke tweedeling doet echter geen recht aan de gelaagdheid van verschillen in de stad. Er is eerder sprake van een ‘meerdeling’ in de stad.

Om sociaaleconomische verschillen tussen mensen te duiden wordt vaak gebruikt gemaakt van het begrip ‘sociale klasse’, dat refereert aan het inkomen of het beroep dat mensen hebben. Vanuit dit perspectief worden doorgaans drie groepen onderscheiden: de lagere klasse ook wel getiteld arbeidersklasse, de middenklasse en de hogere of eliteklasse.

Onderzoekers in Groot-Brittannië en Nederland, zoals bij het Sociaal en Cultureel Planbureau, geven anno 2019 een nieuwe invulling aan de sociale klasse, gebaseerd op het werk van de bekende socioloog Pierre Bourdieu (1930-2002). Daarbij kijken ze niet alleen naar de economische positie (het economisch kapitaal), maar ook naar sociaal en cultureel kapitaal dat mensen bezitten.

Aanpak armoede kinderen per gemeente anders

De aanpak van armoede onder kinderen verschilt te veel per gemeente. Een effectieve aanpak ontbreekt en het landelijk sociaal vangnet schiet tekort. Dat staat in het rapport ‘Kansen voor kinderen: een postcode-tombola’ van kinderrechtenorganisaties Defence for Children en Save the Children (oktober 2019).

Volgens het onderzoek schiet de rijksoverheid tekort in haar rol en de uitbesteding van de aanpak aan gemeenten leidt, wellicht onbewust en onbedoeld, tot willekeur. De aanpak van armoede onder kinderen kent weinig duidelijke kaders. Een subsidie voor een laptop is in Edam-Volendam bijvoorbeeld beperkt tot 160 euro, terwijl die zo’n 8 kilometer verderop in Purmerend 625 euro bedraagt.

In het onderzoek staat verder dat door de decentralisatie een spanningsveld is ontstaan tussen de positie van de landelijke overheid en die van de lokale overheden. Gemeenten willen eigen beleid kunnen voeren, maar om armoede effectief te kunnen bestrijden is bemoeienis van de rijksoverheid nodig.

Cijfers armoede 2018

In 2018 maakten 264 duizend minderjarige kinderen deel uit van een gezin met een inkomen onder de lage-inkomensgrens, net zoveel als het jaar ervoor. Het aantal kinderen in een gezin dat al minstens vier jaar moest rondkomen van een laag inkomen is met bijna 5 duizend gedaald, naar 103 duizend.

Na een stijging in de crisisjaren daalde het aantal kinderen met risico op armoede tussen 2014 en 2017. De groep kinderen met langdurig armoederisico is sinds 2015 jaarlijks kleiner geworden. In 2018 had 8,1 procent van alle minderjarige kinderen met risico op armoede te maken, voor 3,3 procent was dat al minimaal vier jaar zo. (Bron: CBS, 9 dec. 2019)

Landelijke campagne kinderarmoede

Kinderarmoede komt vaker voor dan veel mensen denken. Zo schat 70 procent van de Nederlanders het aantal kinderen dat in Nederland onder de armoedegrens leeft te laag in of geeft aan geen idee te hebben van de omvang van kinderarmoede. Dit blijkt uit onderzoek onder ruim tweeduizend Nederlanders in opdracht van Samen voor alle Kinderen (Sam&). Gemiddeld groeit 1 op de 12 kinderen in ons land op in armoede. Vanuit de overtuiging dat je dit vraagstuk alleen sámen kunt oplossen, starten zij vandaag hun campagne met als doel in 2020 alle kinderen in armoede te bereiken. Zodat zij gewoon mee kunnen doen.

Sam& biedt één digitaal loket waar ouders en intermediairs (zoals bijvoorbeeld leerkrachten, schuldhulpverleners, huisartsen of wijkteams) eenvoudig een aanvraag kunnen indienen voor meerdere kindvoorzieningen van de bij Sam& aangesloten partijen in hun gemeenten. “Wanneer kinderen die opgroeien in armoede er gewoon bij horen en zich kunnen ontwikkelen, neemt de kans af dat zij als zij volwassen zijn in eenzelfde situatie terechtkomen. Daarom roepen wij alle Nederlanders op om een steentje bij te dragen. Via onze portal vind je informatie over wat je kunt doen. Bijvoorbeeld door te signaleren en door te verwijzen als men kinderarmoede vermoedt, dit bespreekbaar te maken of je in te zetten.”

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondersteunt de campagne van Sam& actief. Staatssecretaris Tamara van Ark is blij met de bundeling van krachten. (Bron: Nieuws SZW, 16 jan. 2020)

Armoede is geen puur financiële kwestie

Mensen vallen niet alleen buiten de gemeenschap, ze gaan zichzelf ook als minderwaardig beschouwen, als een last. Daardoor ontstaat zelfuitsluiting. Er is een verschil tussen armoede en diepe armoede. Bij “gewoon” arme mensen zijn de sociale relaties vaak nog wel intact, deze mensen zijn vaak nog best gelukkig met wat ze wél hebben. Ik gebruik overigens liever het woord welzijn dan armoede, juist omdat het om veel meer gaat dan geld."

Aldus promovendus Anika Altaf die reis naar Bangladesh, Ethiopië en Benin om te achterhalen waarom westerse ontwikkelingsorganisaties de allerarmsten zo moeilijk weten te bereiken. “Ik kwam erachter dat geld maar een klein onderdeel is van diepe armoede. Het gaat ook om relaties en hoe je over jezelf denkt. Veel mensen zeiden tegen me dat ze minder moeite hadden met honger of weinig geld als ze maar relaties met anderen hadden. De dagen van de allerarmsten zijn vaak eenzaam en donker.” (Bron: Vrij Nederland, 15 jan. 2020)

School kan bijdragen aan terugdringen van kinderarmoede

In 2017 heeft de SER in zijn advies Opgroeien zonder armoede al gewezen op de rol van scholen bij een effectieve aanpak van armoede onder kinderen. Daar is toen ook aandacht gevraagd voor de bijkomende kosten van onderwijs.

De ministeries van SZW en OCW hebben op 13 februari 2020 een handreiking - opgesteld door lectoraten van Hogeschool Rotterdam en Hanzehogeschool - openbaar gemaakt in samenwerking met oa Stichting Leergeld, het Jeugdeducatiefonds, de Kinderombudsman en de SER. Het is een waardevolle en vooral heel praktische handreiking voor scholen. (Bron: Rijksoverheid)

Groei voedselbanken in 2019

Het aantal mensen dat gebruikmaakt van voedselbanken is in 2019 met 8 procent toegenomen. Volgens Voedselbanken Nederland komt dit mede doordat drempels zijn verlaagd om de banken te bezoeken en er intensief wordt samengewerkt met andere partijen uit het sociaal domein.

In 2019 ontvingen 151.000 mensen een voedselbijdrage en daarmee hielpen de voedselbanken 8 procent meer klanten dan in het voorgaande jaar, blijkt uit de laatste cijfers. Wekelijks melden zich inmiddels 35.000 huishoudens die voor korte of langere periode afhankelijk zijn van de voedselbank. Er werden relatief meer ouderen en alleenstaanden geholpen. De laatste groep is met 44 procent ook de grootste.

Voedselbanken zijn ervan overtuigd dat het aantal mensen dat niet in staat is om voldoende eten te kopen nog veel groter is dan de groep die ze nu helpen. Schaamte is nog steeds de meeste genoemde reden om niet aan te kloppen voor hulp. In 2019 startten ze daarom het project Onder de Radar om drempels te verlagen. (Bron: Voedselbanken, 3 maart 2020)

Hulpvragers voedselbank slechts topje van de ijsberg

Een groeiende groep Nederlanders doet langer dan drie jaar een beroep op hulp van de voedselbank. Het afgelopen jaar ging het om 15 procent van het klantenbestand van de voedselbank, vijf jaar geleden was dat nog 5 procent. Dat maakte de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken vandaag bekend. (Bron: Nibud, 3 mrt. 2020)

Lage sociaal-economische status, minder lange levensverwachting

Het kabinet is van plan de Sociaal-Economische Raad (SER) om zeven adviezen te vragen. De ministerraad heeft daar op voorstel van minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mee ingestemd.

Een eerste vraagstuk waarover het kabinet de SER advies wil vragen is de relatie tussen gezondheidsverschillen en de sociaal-economische status van burgers. Burgers met een lage sociaal-economische status hebben vaker gezondheidsproblemen en een minder lange levensverwachting. Hoe kunnen wij deze gezondheidsverschillen verklaren, voorkomen en verkleinen? (Bron: Rijksoverheid, 8 mei 2020)

Verminderen van armoede mogelijk maar kost geld en banen

Met het huidige kabinetsbeleid neemt de armoede in Nederland de komende jaren met ruim een kwart toe. De stijging van armoede komt met name door de verlaging van de bijstand tot en met 2035. Dit terwijl armoede in Nederland een hardnekkig probleem is dat de kwaliteit van leven voor circa één miljoen mensen dagelijks ondermijnt. Dit is nog zonder de effecten van de coronacrisis mee te rekenen. Gerichte maatregelen om armoede te verminderen zoals de verhoging van de bijstand, zijn effectief, maar kosten geld en vaak banen blijkt uit het op 18 juni 2020 verschenen onderzoek Kansrijk Armoedebeleid van het Centraal Planbureau (CPB) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Boterhammenman zorgt voor Nederlandse kinderen die honger hebben

Johan de boterhammenman, zoals ze hem noemen, smeert al drie jaar iedere schooldag zo’n tachtig boterhammen om hongerige kinderen op drie Rotterdamse basisscholen door de dag te helpen. Boterhammen met kaas en boterhammen met halal worst: kruimels op de wereldhongersnood, maar evengoed onmisbaar voor tientallen kinderen die in de klas nu wat minder sloom of vervelend worden door hun lege maag. Bron: De Volkskrant, 31 aug. 2020)

Extra geld voor versterken gemeentelijke aanpak schulden en armoede

Het kabinet heeft met gemeenten en andere partijen afspraken gemaakt om de aanpak van schulden en armoede te versterken. Door de coronacrisis krijgen naar verwachting meer mensen te maken met ernstige financiële problemen. Het kabinet stelt 146 miljoen euro beschikbaar om onder meer de gemeentelijke schuldhulpverlening toe te rusten voor een grotere toestroom van hulpvragen. Ook komt er extra inzet op het signaleren van armoede in gezinnen. Met de afspraken wil het kabinet bewerkstelligen dat mensen snel aan de bel trekken bij geldzorgen, weten waar zij welke hulp kunnen krijgen en zo problematische schulden voorkomen. (Bron: Rijksoverheid, 28 sep. 2020)

Nederlanders onderschatten hoeveel kinderen in armoede leven

De meeste Nederlanders onderschatten hoeveel kinderen in ons land in armoede leven, meldt Stichting Ideële Reclame (SIRE). Volgens het CBS leeft een op de dertien Nederlandse kinderen in armoede. Geldgebrek is vooral in de steden een probleem, en treft in meer dan de helft van de gevallen mensen met een niet-westerse migratieachtergrond. Met het huidige kabinetsbeleid zal armoede met ruim een kwart toenemen, berekenden het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Planbureau in 2020.

Bijna de helft van de Nederlanders denkt dat de ouders van kinderen in armoede niet werken en ongeveer een kwart ziet geldgebrek als de verantwoordelijkheid van ouders zelf. Maar in werkelijkheid heeft 37 procent van de kinderen in armoede ouders die werken. (Bron: MSN, 5 mrt. 2021)

SEO publiceert kansenatlas voor Nederland

Welke gemeentes in Nederland bieden inwoners de beste kans om uit de armoede te komen? De SEO Kansenatlas beantwoordt deze vraag met behulp van gegevens die miljoenen Nederlanders volgen. Zo is het mogelijk de bronnen van ongelijkheid te traceren naar de plekken waar mensen zijn opgegroeid. (Bron: SEO, 5 mrt. 2021)

Corona treft Amsterdammers met migratieachtergrond zwaarder

Uit het onderzoek komt naar voren dat Amsterdammers met een migratieachtergrond vaker opgenomen worden in het ziekenhuis met Covid-19 dan Amsterdammers met een Nederlandse achtergrond. Ze maakten twee tot vier keer vaker een infectie door en het sterftecijfer was bijna 1,5 keer hoger.

Verklaringen daarvoor kunnen volgens de onderzoekers slechtere woon- en werkomstandigheden zijn, vaker voorkomende onderliggende aandoeningen als diabetes en overgewicht, en taboe over en angst voor het hebben van een infectie. (Bron: ND, 20 mei 2021)

Gemeenten en maatschappelijke organisaties bereiken meer kinderen in armoede

Gemeenten hebben de afgelopen jaren meer kinderen bereikt met hun beleid om kinderarmoede terug te dringen. Dit blijkt uit onderzoek dat minister Koolmees vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Gemeenten zouden nog meer kunnen doen om kinderen te ondersteunen die opgroeien in arme gezinnen met werkende ouders. (Bron: Nieuwsszw.nb, 9 juli 2021)