Inhoud
- Veranderingen
- Wet langdurige zorg
- Wlz-indicatie
- Overgangsrecht
- Inkomensafhankelijke bijdragen
- Wijziging 2016
- Minder mensen met indicatie langdurige zorg met verblijf
- Pleegouders houden belastingvrijstelling van hun vergoedingen
Veranderingen
Nederland staat aan de vooravond van een ingrijpende stelselwijziging van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (
AWBZ) wordt vervangen door de Wet langdurige zorg (Wlz). Daarnaast raken de wijzigingen de Zvw, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet.
Wet langdurige zorg
Per 1 januari 2015 is de Wet langdurige zorg (Wlz) ingevoerd die de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (
AWBZ) vervangt. De Wlz is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben, bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking.
Wlz-indicatie
Om zorg vanuit de Wlz te krijgen, heeft iemand een Wlz-indicatie nodig. Zie site
Overheid.
Overgangsrecht
Voor mensen met een
AWBZ-indicatie die doorloopt in 2015, geldt een
overgangsrecht AWBZ.
Inkomensafhankelijke bijdragen
De inkomensafhankelijke bijdrage
AWBZ gaat over in de nieuwe inkomensafhankelijke premie voor de Wet langdurige zorg, zie
Wet langdurige zorg (tabellen).
Voor zorg met verblijf zijn er 2 soorten eigen bijdragen: een lage en een hoge eigen bijdrage. De eerste 6 maanden betaalt u meestal de lage eigen bijdrage. Daarna hangt het van uw persoonlijke omstandigheden af of u een lage of hoge bijdrage gaat betalen. Dit is onder andere afhankelijk van uw inkomen, vermogen, leeftijd en gezinssamenstelling.
Het
CAK berekent uw eigen bijdrage. U kunt ook zelf berekenen hoe hoog uw eigen bijdrage ongeveer is op de
website van het CAK. Deze berekening geeft een benadering; het definitieve bedrag dat u moet betalen kan hiervan afwijken.
Wijziging 2016
De belangrijkste wijziging betreft het op één lijn brengen van de beleidsregels, zodat voor alle cliënten dezelfde regels gelden voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). De planning is: afhandeling Tweede Kamer vóór 20 oktober 2015 en Eerste Kamer vóór 20 december 2015.
Minder mensen met indicatie langdurige zorg met verblijf
De laatste jaren krijgen steeds minder mensen een indicatie voor langdurige zorg met verblijf, in 2015 voor het eerst minder dan 200.000 personen.
Tot 2015 werd de langdurige zorg gefinancierd vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (
AWBZ) en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Na de transitie in 2015 is deze zorg ondergebracht bij de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Zorgverzekeringswet en de Jeugdwet. Sinds 2015 valt verblijf vanwege een psychiatrische aandoening grotendeels onder de Zorgverzekeringswet. (Bron: CBS,
Trends 2017)
Pleegouders houden belastingvrijstelling van hun vergoedingen
Pleegouders houden voor de vergoedingen die ze ontvangen voor het bieden van pleegzorg een belastingvrijstelling. Ze hoeven nu en in de toekomst de vergoedingen niet op te geven bij hun aangifte inkomstenbelasting. Dit voorstel heeft staatsecretaris Snel donderdag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het kabinet wil dat kinderen opgroeien in een zo huiselijk mogelijke situatie. Pleegouders spelen daarbij een cruciale rol. Het is daarom volgens het kabinet van groot belang dat er voldoende pleegouders worden geworven, dat pleegouders zo min mogelijk uitstromen en dat iedereen, ongeacht zijn of haar financiële situatie, pleegouder kan worden.
Voor pleegouders geldt sinds 1 januari 2013 een wettelijke belastingvrijstelling van de pleegvergoedingen, ongeacht het aantal pleegkinderen dat ze opvangen. Voorheen gold de vrijstelling alleen bij opvang van drie of minder pleegkinderen. Bij de invoering is wel aangegeven dat na 5 jaar een evaluatie zou volgen. Die is inmiddels afgerond. (Bron: Min. Fin, 8 nov. 2018)