Veertien miljoen jonge Europeanen tot 30 jaar zijn NEET. Een NEET is 'Not in Employment, Education or Training'. Deze jongeren gaan niet (meer) naar school, hebben geen werk en doen geen poging zich bij- of om te scholen. Neet-jongeren zijn niet of nauwelijks politiek of maatschappelijk geïnteresseerd en staan wantrouwend tegenover de overheid
NB: Het is gebruikelijk dat de jeugdwerkloosheid (leeftijd 15 tot 25 jaar, tenzij anders gedefinieerd) hoger ligt dan de totale werkloosheid, omdat jongeren na afloop van hun opleiding vaak eerst nog moeten zoeken naar een baan. Ook het missen van een startkwalificatie (zie onder) en omdat jongeren vaak een tijdelijk contract hebben zijn belangrijke redenen dat jongeren meer werkloos zijn.
Gelet op de eisen die op de arbeidsmarkt worden gesteld, lopen vooral de jongeren die de school verlaten zonder startkwalificatie (diploma) een extra groot risico op werkloosheid. Een startkwalificatie is volgens de overheid het minimale onderwijsniveau dat nodig is om kans te maken op duurzaam werk. Een startkwalificatie is een havo of vwo-diploma of een mbo-diploma vanaf niveau 2. Een vmbo-diploma wordt dus niet gezien als een startkwalificatie.
Elk jaar verlaten ruim 40.000 jongeren het onderwijs zonder een diploma op zak, een meer dan ongewenste ontwikkeling want de banen voor niet-gediplomeerden en jongelui zonder werkervaring liggen niet voor het oprapen. Zorgen voor de gevolgen van massale drop-out waardoor een ‘verloren generatie’ kan ontstaan, hebben ertoe geleid dat de regering zich tot doel heeft gesteld extra arbeidsplaatsen te creëren.
Studieperspectief is een website die jongeren op een snelle en overzichtelijke manier informatie verschaft over het actuele arbeidsmarktperspectief van MBO, HBO en WO opleidingen in verschillende regio’s. De website is zo ontwikkeld dat deze uitstekend te gebruiken is op een smartphone.
Het stadsbestuur Amsterdam geeft in 2014 € 500.000 euro aan 13 projecten die jongeren tussen de 15 en 27 jaar aan een baan moeten helpen. Na een oproep ontving de gemeente ruim 100 voorstellen, waaruit de projecten zijn geselecteerd. Zoals de game Ready4Work020, waarbij jongeren door het uitvoeren van 'challenges' 'rewards' kunnen verdienen. Challenges zijn opdrachten die in het werkelijke leven worden uitgevoerd bij de overheid, bedrijven of maatschappelijke organisaties. Rewards zijn bijvoorbeeld speeddates met werkgevers, leren netwerken en sollicitatietrainingen.
Zie onderaan ook alinea Ready4Work online carrière gamevoor jongeren.
Een voorhoedegroep van 26 bedrijven gaat investeren in jongeren door vacatures voor starters, extra leerbanen en stages te bieden (2015). Ook stellen ze hun medewerkers en hun kennis en expertise beschikbaar om het netwerk van jongeren te vergroten of om migrantenjongeren als bedrijfsmentor te coachen. Dit hebben de bedrijven tijdens de start van de WerkWeek in Den Haag afgesproken met minister Asscher en Mirjam Sterk, ambassadeur Aanpak Jeugdwerkloosheid, in het “Jongerenakkoord”.
Bedrijven als Thales Nederland, Hilton, Unilever, DB Schenker Logistics, VNO-NCW Midden & MKB Midden, Tata Steel, Nestlé Nederland, Koninklijke Metaalunie, Coca-Cola Enterprises Nederland, Samsung, MBKMACH3 Limburg, de Rijksoverheid, KPN, FrieslandCampina, Capgemini, Albron, Nuon*, Philips, ABN AMRO, Albert Heijn, Siemens, Gemeente Den Haag, Rabobank, Randstad Nederland, Schiphol Group en de Belastingdienst gaan zich te komende tijd inzetten om de kansen voor jongeren op werk te vergroten. Ook sporen ze andere bedrijven waarmee ze samenwerken aan om een actieve bijdrage te leveren aan de bestrijding van de jeugdwerkloosheid.
* De energieproducent Nuon gaat in 2019 Vattenfall heten, net als het Zweedse moederbedrijf.
Naarmate jongeren ouder worden, komen ze vaker geld tekort. Eén op de zes mbo'ers heeft een schuld. Gaan jongeren op zichzelf wonen, dan neemt de schuldensituatie toe. Wat zijn de oorzaken en hoe kunnen de financiële problemen worden voorkomen?
Onderscheid wordt gemaakt tussen formele en informele schulden:
Uit Nibud-onderzoek ('Kans op financiële problemen') blijkt dat iemands houding en financiële vaardigheden van grote invloed zijn op het ontstaan van financiële problemen. Gebrekkig financieel beheer, financiële onwetendheid en geen behoefte hebben om te sparen en vooruit te plannen, vergroten de kans op financiële problemen.
Een impulsieve, verleidinggevoelige en statusgevoelige houding vergroot de kans dat iemand moeilijk met geld om kan gaan, niet kan rondkomen en schulden heeft. De invloed van reclame en het willen meedoen met rages en trends speelt hierin een rol.
Ook in 2015 wil de gemeente Amsterdam de werkloosheid onder jongeren aanpakken. De gemeente stelt € 500.000 beschikbaar voor initiatieven die bijdragen in de aanpak tegen jeugdwerkloosheid in Amsterdam. Deze subsidieregeling is onderdeel van het onlangs gepresenteerde ‘Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid 2015 – 2018’.
In 2014 zijn er in totaal 107 subsidie aanvragen ingediend. Daarvan kregen 13 organisaties subsidie om hun project te realiseren. De verwachting is dat in 2015 tien tot vijftien subsidieaanvragen gerealiseerd worden.
Een onderdeel van SBB is het National Reference Point (NRP) Nederland. Elke lidstaat van de Europese Unie heeft een NRP. Bij het NRP kunnen mensen terecht met vragen over het beroepsonderwijs in Nederland of het buitenland.
De Stichting Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (Bureau SBB) verbetert de aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt. Zij willen hiermee voldoende en deskundige vakmensen opleiden. Bureau SBB ondersteunt het bedrijfsleven en beroepsonderwijs bij problemen op het gebied van kwalificatiestructuur, examens, beroepspraktijkvorming en opleidingsaanbod. Daarnaast coördineert en ondersteunt Bureau SBB de samenwerkingsprojecten van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven.
Een onderdeel van SBB is het National Reference Point (NRP) Nederland. Elke lidstaat van de Europese Unie heeft een NRP. Bij het NRP kunnen mensen terecht met vragen over het beroepsonderwijs in Nederland of het buitenland.
NB: Het Centraal Orgaan van Landelijke Opleidingsorganen van het bedrijfsleven, beter bekend als Colo, was de vereniging van zeventien kenniscentra die elk bedrijfstakgewijs georganiseerd zijn. In januari 2012 ging de Colo op in de SBB.
Brussel wil de jeugdwerkloosheid in de Europese Unie versneld aanpakken. De Europese Commissie trekt in 2015 één miljard euro uit om meer jongeren aan een baan te helpen. ''Onze jongeren hebben banen nodig, en wel nu. Het is onaanvaardbaar dat vandaag de dag meer dan één op de vijf jongeren op de arbeidsmarkt geen job kan vinden'', aldus de Belgische commissaris.
De steun is vooral bedoeld voor regio's met meer dan 25 procent jeugdwerkloosheid. Nederland met 9,6% jeugdwerkloosheid hoort daar niet bij.
Met een mobiele app de vacaturemarkt opschudden, dat is de bedoeling van de nieuwe app Jobtease. Want sollicitatiebrieven en cv’s sturen is niet meer van deze tijd, maar video's en apps zijn in. ‘Solliciteren moet leuk, snel, makkelijk en mobiel zijn’, zegt oprichter Jamal Oulel. Met Jobtease kunnen werkzoekers een video opnemen van 60 seconden waarin ze zichzelf presenteren. Zij reageren niet op vacatures, maar de app koppelt hen aan potentiële werkgevers.
Dat koppelen gebeurt mede op basis van de feedback van andere werkzoekers, ‘de community’, zoals Jobtease de inmiddels 3000 gebruikers van zijn app omschrijft. Zij kunnen de clips van anderen beoordelen op een 30-tal onderdelen. Als er enkele tientallen van dit soort reviews binnen zijn kan de app vervolgens mensen gaan aan- dan wel afraden voor bepaalde functies. Vacaturesites zijn volgens Jamal Oulel (24) en mede-oprichter Germaine Statia gebruiksonvriendelijk, staan vol met oude vacatures en gebruikers krijgen amper feedback. Een markt die rijp is voor disruptie dus, vooral voor de doelgroep van Jobtease: werkzoekers van 18 tot 34 jaar.
Uit onderzoek van de Inspectie SZW (2015) blijkt dat ruim de helft van de jonge werklozen die een bijstandsuitkering ontvingen, na een jaar nog steeds in de bijstand zitten. De Inspectie constateert dat gemeenten ruime beleidsmatige en organisatorische aandacht hebben voor deze groep, maar dat in de begeleiding van jongeren richting werk en scholing nog winst valt te behalen in de professionalisering en aansturing van de gemeentelijke uitvoering en door meer samen te werken met het lokale bedrijfsleven.
Steeds meer jongeren in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs maken hun opleiding af. Het aantal jongeren dat in 2014 voortijdig de schoolbanken verliet, daalde met 1970 vergeleken met 2013.
Vooral mbo-scholen wisten veel voortgang te boeken. De uitval daalde daar naar 5,2 procent. Minister Jet Bussemaker (Onderwijs) maakte de gegevens bekend tijdens een bezoek aan ROC Midden Nederland. Deze school in de provincie Utrecht liet van alle mbo-scholen de grootste absolute daling zien. Door een stevige verzuimaanpak zijn er hier ruim 170 minder voortijdige schoolverlaters.
In de komende jaren wordt door Min SZW extra ingezet op de aanpak van jeugdwerkloosheid onder migrantenjongeren en een betere aansluiting tussen onderwijs en het bedrijfsleven. Met 100 werkgevers worden in 2015 afspraken gemaakt om jongeren zo snel mogelijk aan de slag te krijgen.
De arbeidsparticipatie onder jongeren die geen onderwijs meer volgen, lag in het eerste kwartaal van 2015 op 76,0 procent. In het eerste kwartaal van 2005 was dit nog 76,7 procent. Vooral het aantal niet-studerende jongeren dat voltijd werkt is afgenomen, zowel onder mannen als vrouwen. (Bron: CBS, 20 jul. 2015)
Minister Asscher heeft het mislukken van een pot van 300 miljoen euro om jeugdwerkloosheid tegen te gaan weggestopt in de begroting voor 2016.
In de afspraken voor de begroting van 2014 tussen de coalitie en D66, ChristenUnie en SGP werd destijds afgesproken dat jeugdwerkloosheid zou worden bestreden door een premiekorting voor werkgevers. Hiervoor was in totaal 300 miljoen beschikbaar, waarmee 28.000 uitkeringsgerechtigde jongeren geholpen zouden kunnen worden. In 2014 werden er echter slechts ongeveer 3.200 kortingen toegewezen.
In de begroting 2016 blijkt 253 miljoen van dit budget geschrapt. Er staat bij vermeld dat "De raming van de uitgaven aan premiekorting jongeren is naar beneden bijgesteld op basis van realisatiecijfers." (Bron: Nu, 30 nov. 2015)
Circa 66 duizend jongeren zitten zonder werk en volgen ook geen onderwijs. Voor het UWV en gemeenten is dit een onzichtbare groep, het bestaan van deze groep baart wel zorgen. Het kabinet wil dat deze jongeren onderwijs volgen en/of werk krijgen. Dit schrijft minister Asscher Min SZW mede namens minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (nov. 2015) aan de Tweede Kamer.
Jongeren tussen 18 en 23 jaar die geen startkwalificatie hebben, geen opleiding volgen, niet werken en geen uitkering ontvangen, worden door hun gemeente de komende tijd weer op weg geholpen naar een opleiding of een baan. Daarnaast wordt de Participatiewet zo aan dat ook de groep jongeren van 23 tot 27 vanaf 2017 door een koppeling van gegevens 'in beeld' kan komen en hulp kan krijgen.
In 2015 bleek dat ongeveer 66.000 jongeren onder de 27 met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt, het contact verloren hebben met de instanties die hen op weg naar een baan kunnen helpen. Ze zijn uit beeld geraakt. (Bron: Rijksoverheid, 18 apr. 2016)
De werkloosheid is de afgelopen twee jaar sterk gedaald onder 25- tot 30-jarigen: van 7,3 procent in het tweede kwartaal van 2014 naar 5,0 procent in het tweede kwartaal van 2016. Toch zijn zij van alle 25- tot 45-jarigen nog steeds het vaakst werkloos.
De 25- tot 30-jarigen van nu startten op de arbeidsmarkt in een tijd van economische neergang die eind 2008 begon. In de afgelopen crisisjaren nam de werkloosheid van deze groep sterk toe. In het tweede kwartaal van 2013 piekte het werkloosheidspercentage van 25- tot 30-jarigen op 7,7 procent. Vijf jaar eerder was dat nog 2,6 procent.
De werkloosheid van 25- tot 30-jarigen daalt al voor het derde jaar op rij. Het door de crisis ontstane verschil in werkloosheidspercentage ten opzichte van de daaropvolgende leeftijdsgroepen is daardoor in het tweede kwartaal van 2016 grotendeels verdwenen. (Bron: CBS, 17 aug. 2016)
Nederland telde in 2015 bijna 2,5 miljoen jongeren van 15 tot 27 jaar. Ongeveer twee derde van deze jongeren volgde onderwijs; een derde niet meer. De meeste jongeren – net geen 1,6 miljoen – werkten. Dat zijn er ruim 50 duizend meer dan in 2014. De arbeidsdeelname onder jongeren was in 2015 met 64 procent iets lager dan onder 27-plussers (66 procent). Van de niet onderwijs volgenden werkte bijna 80 procent en van de scholieren en studenten 56 procent. De arbeidsdeelname van jongeren lag in 2015 nog niet op het hoge niveau van 2008 (68 procent), toen de economische crisis aan het eind van dat jaar intrad.
(Bron: CBS, Jaarrapport 2016 Landelijke Jeugdmonitor, dec. 2016)
De jeugdwerkloosheid is al acht maanden lager dan het laagste punt voor het begin van de economische crisis in 2008. In Europees verband staat Nederland in de top drie van landen met de laagste jeugdwerkloosheid. Alleen in Duitsland en Tsjechië is deze nog lager.
In het eerste kwartaal van 2018 waren, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 104 duizend jongeren van 15 tot 25 jaar werkloos. Dat is 7,2 procent van de jonge beroepsbevolking. Tien jaar geleden - eerste kwartaal van 2008 - was dat 8,5 procent.
In Nederland is de jeugdwerkloosheid relatief laag vergeleken met andere Europese landen. Alleen Duitsland en Tsjechië hadden in 2017 een lager percentage. Gemiddeld over alle EU-landen was sinds 2003 het niveau van de jeugdwerkloosheid het laagst in 2007. Toen was 15,5 procent van de jonge Europese beroepsbevolking werkloos. In dat jaar lag de jeugdwerkloosheid in Nederland lager dan die van Duitsland en Tsjechië. In deze beide landen daalde de werkloosheid onder jongeren sinds 2007 in verhouding echter sterker dan in Nederland. Ook in Hongarije en Polen nam de jeugdwerkloosheid relatief sterk af.
De jeugdwerkloosheid is het hoogst in de Zuid-Europese landen Griekenland, Spanje en Italië. In deze landen nam de werkloosheid relatief sterk toe ten opzichte van tien jaar geleden. (Bron: CBS, 2 juli 2018)