Uitspraak Hoge Raad geeft ZZP-ers valse hoop

Opinie  |  ma 24 feb 2025  |  Bron: HR-kiosk & ZZPnederland  |  Auteur: Andries Bongers  |  Trefwoorden: , , , , , , , ,

Uitspraak van de Hoge Raad geeft veel ZZP-adepten de indruk dat de wet DBA of VBAR anders beoordeeld moet worden

Allerlei ZZP-organisaties en ook Thierry Aartsen (VVD-kamerlid) doen allerlei pogingen om de “wet op de verzekeringsplicht” anders uit te leggen dan ooit is bedoeld. De wet DBA en het wetsvoorstel VBAR, waarvan ik al meerdere malen heb aangegeven, dat in deze schijnbaar nieuwe wetten op geen enkele manier andere criteria worden gehanteerd, dan de wet, die in 2006 door het UWV werd overgedragen aan de Belastingdienst om te handhaven. E.e.a. op basis van een duidelijk convenant in 2005.
Door steeds maar weer andere criteria te noemen, die niet in de oorspronkelijke en ook niet in nieuwe wetgeving staan beschreven, zijn er Kamerleden en belangengroepen, die vanuit hun persoonlijke visie vinden dat de wet niet deugt of anders moet worden uitgelegd.  Ook de Belastingdienst die meer dan 10 jaren VAR-verklaringen heeft afgegeven, heeft het oorspronkelijke  spelregelveld enorm vervuild.

Wensdenken

Thierry Aartsen en anderen menen nu dat de Hoge Raad in hun wensdenken tegemoet komt, maar daar ging de vraag en het antwoord van de Hoge Raad helemaal niet over.

Bij het bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst, geldt geen vaste rangorde tussen de verschillende meewegende factoren. Ondernemerschap is daarbij een volwaardig criterium. Dit blijkt uit recente antwoorden van de Hoge Raad. Deze beantwoordde prejudiciële vragen die het hof stelde in de zaak Uber. De antwoorden lijken van grote invloed op het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR), maar de schijn bedriegt.
Een belangrijke vraag in de zaak rond Uber-chauffeurs was namelijk of zij een arbeidsovereenkomst hebben met Uber. De Hoge Raad stelt dat dit mede afhangt van de vraag of de chauffeur zich in het economisch verkeer als ondernemer profileert. Dit oordeel volgt op de vragen die door het hof zijn voorgelegd.

Advies van de advocaat-generaal

Vorig jaar gaf advocaat-generaal (AG) De Bock het advies om persoonlijke ondernemerscriteria slechts een beperkte rol te laten spelen bij de beoordeling van een arbeidsrelatie. Volgens haar zijn ze relevant, maar kunnen ze niet doorslaggevend zijn als andere factoren wijzen op een arbeidsovereenkomst. Redactie: relevant zijn slechts de bekende 3 factoren: gezagsverhouding, persoonlijke dienstverrichting en loon.

Hetzelfde werk, maar toch ondernemer

De Hoge Raad wijkt echter af van dit advies. Volgens de Hoge Raad kan er wel verschil zijn tussen twee werkenden met hetzelfde werk voor dezelfde opdrachtgever: wie als ondernemer werkt, valt mogelijk buiten een arbeidsovereenkomst, terwijl dat voor iemand zonder ondernemerschap wél het geval kan zijn.
De Hoge Raad heeft zich gebogen over deze min of meer academische, theoretische vraag of het mogelijk c.q. waarschijnlijk is, dat een ZZP-er en een werknemer exact hetzelfde werk doen, maar de ZZP-er toch kan worden aangemerkt als zelfstandig ondernemer. Lees eventueel

Valse hoop

Ja, dat kan, maar dan mag er geen sprake zijn van een gezagsverhouding, geen verplichte persoonlijke dienstverrichting en er is ook geen sprake van loon. Een vrij uitzonderlijke en praktisch onbestaanbare situatie. Overigens: het sturen van een factuur, wil nog niet zeggen, dat er geen sprake is van loon. Alleen bij een aanneemsom kun je mogelijk stellen dat er geen uurtarief is afgesproken.
Op zich is deze uitspraak helemaal niet zo bijzonder, maar de geschetste omstandigheden zijn wel heel uitzonderlijk, zo niet onwaarschijnlijk.
Maar om hier nu hoop uit te putten, dat iedere ZZP-er geen werknemer zou kunnen zijn in de zin van de sociale wetgeving, c.q. de Wet DBA of de VBAR is voorbarig zo niet tegen beter weten in. Of anders gezegd dat de uitspraak van de Hoge Raad tegemoetkomt aan de wens van veel ZZP-ers om als zelfstandig ondernemer te worden aangemerkt, is slechts valse hoop.

Vergeefs protest

Het gebeurt allemaal onder luid protest, ziet hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp van de Universiteit van Amsterdam. Beide partijen klagen over onduidelijke regels. ZZP'en is fijn. Mensen willen hun belastingvoordeel als ondernemer niet kwijt. En voor bedrijven is het duurder om uitzendkrachten of gedetacheerden in te schakelen. Die moet je doorbetalen bij ziekte en vakanties, zegt hij.  Dit laatste is beslist onjuist, immers het uitzendbureau of detacheringsbureau is de werkgever. Wat wel speelt is dat het uitzendbureau gewoon verdient aan de uitzendkracht, die per definitie daarom duurder is, maar kan ook door de "inlener" makkelijker kan worden afgezegd.

 
Lees meer

Andries Bongers

Andries Bongers Meer info

Eindredacteur bij HR-kiosk.nl en Directeur van HR-kiosk BV, Directeur en consultant De Bongerd VOF, was Bestuurslid NVP, is Auteur "Fiscaal Vriendelijk Belonen", Partner van Merknemers.nu
Interesse: Beloningsmanagement, Arbeidsrecht, HR Generalist, Columnist. Visie over Personeelsbeleid  Interview dr. Miranda Langedijk op pagina 6/10