Doordat de werkgever vaak behoorlijke financiële risico's loopt bij (langer durende) ziekte van zijn werknemer - denk o.m. aan de kosten van tijdelijke vervanging door een uitzendkracht, de hoogte van de gedifferentieerde premie WGA en bij commerciële functies het mogelijke verlies van klanten - is het vanzelfsprekend dat de werkgever streng zal willen selecteren op de gezondheid bij het aannemen van personeel. Echter, per 1 januari 1998 is de Wet op de Medische Keuringen (WMK) van kracht geworden. Deze wet staat alleen in specifieke gevallen keuringen toe als de bewuste functie bijzondere eisen stelt aan de sollicitant op het punt van de medische geschiktheid in verband met het aangaan van arbeidsovereenkomsten, levens-, pensioen- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, zie onder. Het doel van de wet is kansarme personen in staat te stellen een arbeidscontract overeen te komen en verzekeringen tegen normale premies af te kunnen sluiten.
Het verbod op het stellen van vragen over gezondheid en ziekte(verzuim) van een sollicitant staat nu duidelijker in de wet. Voorheen stond in de wet een verbod op het stellen van gezondheidsvragen bij andere beoordelingen dan een medische keuring. Door de termen 'andere beoordelingen' en 'medische keuring' niet meer in de wet te gebruiken, moet duidelijk worden dat het begrip 'keuring' ook betrekking heeft op gezondheidsvragen in sollicitatiegesprekken. De wetswijziging is ingegaan per 1 oktober 2012
Per 1 februari 2002 is de regeling Aanstellingskeuringen van kracht geworden, die het sluitstuk van de Wet op de medische keuringen vormt. In deze regeling wordt een nadere invulling gegeven aan aanstellingskeuringen, onder meer:
In 2005 is van het Ministerie van SZW een Leidraad Aanstellingskeuringen verschenen om bedrijfsartsen en Arbodiensten te helpen bij het uitvoeren van aanstellingskeuringen. Regels zijn:
Vanaf 12 oktober 2012 heeft een ondernemingsraad het recht een klacht over een aanstellingskeuring in de dienen. Door een wijziging in de Wet op de medische keuringen (WMK) kan elke OR zich voortaan met een klacht tot de Commissie Klachtenhandeling Aanstellingskeuringen (CKA) wenden.
De Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (CKA) is speciaal in het leven geroepen om klachten en vragen over aanstellingskeuringen te behandelen. Sollicitanten, werkgevers of keurend artsen met een klacht over een aanstellingskeuring konden zich al tot de CKA wenden. De CKA vindt het belangrijk dat de OR van de regels rond aanstellingskeuringen op de hoogte is een dat de OR de bestuurder op de geldende regels wijst.
Door de wetswijziging van de WMK beschikt de OR nu ook over het klachtrecht. Daarmee is de OR een erkende partij die een klacht over een aanstellingskeuring bij de CKA kan indienen. De OR heeft al een belangrijke rol bij het wijzigen, vaststellen of intrekken van het aanstellingskeuringenbeleid op basis van het instemmingsrecht (artikel 27 lid 1 sub d en e van de Wet op de ondernemingsraden). De aanpassing van de WMK biedt de OR en andere medezeggenschapsorganen de gelegenheid die rol meer invulling te geven. De OR heeft nu meer gelegenheid binnen de eigen organisatie op de correcte naleving van de WMK en het aanstellingskeuringenbeleid toe te zien (Bronnen: Aanstellingskeuringen.nl, 1 okt. 2012 en Besluit aanstellingskeuringen).
NB: Naast ondernemingsraden of vergelijkbare medezeggenschapsorganen kunnen ook sollicitanten, werkgevers en keurend artsen bij de CKA een klacht over een aanstellingskeuring indienen.
In artikel 18 van de Arbowet staat geschreven 'De werkgever stelt de werknemers periodiek in de gelegenheid een onderzoek te ondergaan, dat erop is gericht de risico's die de arbeid voor de gezondheid van de werknemers met zich brengt zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.' In de risico-inventarisatie staat omschreven welke (groepen) medewerkers met welke risico's te maken kunnen krijgen in het werk. Uiteraard kunnen organisaties - ook als er geen risico's aanwezig zijn - aan het personeel een Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO) aanbieden.
Een PAGO is geen gezondheidsonderzoek, het doel is eventuele risico's van het werk te voorkomen en te beperken. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een bedrijfsarts, eventueel in dienst van een Arbodienst. Deelname aan de PAGO is vrijwillig. Alleen als de werknemer dit wil, bespreekt hij de uitkomst van het onderzoek met de werkgever.
Werknemers mogen niet worden gekeurd voor verzekeringen die zij via de werkgever kunnen of moeten afsluiten. Het gaat om de volgende verzekeringen:
Een uitzondering geldt voor wijzigingen in een pensioenverzekering, bijvoorbeeld als de werknemer het ouderdomspensioen wenst om te zetten in een nabestaandenpensioen.
Een andere uitzondering betreft de 'vragengrens'. Boven een verzekerd bedrag van € 160.000 (de 'vragengrens') moet de verzekerde voor een overlijdensrisicoverzekering vaak een medische keuring ondergaan. Beneden dat bedrag hoeft de betrokkene van de verzekeraars alleen maar een gezondheidsverklaring in te vullen. Die verklaring kan aanleiding geven tot een nader onderzoek. Iemands rechten bij een keuring voor een verzekering zijn vastgelegd in de WGBO (Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst) en de WMK (Wet op de Medische Keuringen). Alleen artsen mogen medische keuringen uitvoeren. De keuringsarts mag niet de huisarts of specialist zijn.
De verzekeraars zijn gebonden aan het Protocol Verzekeringskeuringen (2011).
Hoewel in 'normale' situaties geen medische keuring plaats vindt, is het niet toegestaan dit te compenseren door tijdens het sollicitatiegesprek vragen over de gezondheid te stellen. De toekomstige werknemer van zijn kant mag echter geen gezondheidsklachten verzwijgen die hem zullen hinderen in het uitoefenen van zijn functie, de zogeheten mededelingsplicht. Uit jurisprudentie is gebleken dat de kantonrechter in dergelijke gevallen een ontslag billijkt.
Een werkgever mag het medisch dossier van zijn werknemers niet inzien. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) vindt het medisch beroepsgeheim en het recht op privacy zwaarder wegen dan het recht op een eerlijk proces. Een medisch dossier mag wel, via de rechter, door een onafhankelijke deskundige worden onderzocht. De lidstaten van de Europese Unie zijn verplicht uitspraken van dit Hof na te leven c.q. uit te voeren.
Op initiatief van De Nieuwe Bedrijfsarts is op 18 maart 2014 Terug naar de Bedoeling (TB) opgericht. Een platform van een voor bedrijfsartsen, die innovatief, ondernemend, adviserend en organisatiegericht te werk (willen)gaan, met als motto: dat kan anders, dat kan beter (Bron: De Nieuwe Bedrijfsarts, 31 mrt. 2014).
Als een werknemer weigert om mee te werken aan een keuring die voor het uitvoeren van bepaalde werkzaamheden verplicht is, mag de werkgever hem op staande voet ontslaan. Aldus het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10 juni 2014.
Instanties als het UWV, gemeenten, verzekeraars en Arbodiensten vragen mensen onnodig om hun medische dossier. Dat gebeurt in een derde van de gevallen, blijkt uit een peiling waarvan patiëntenfederatie NPCF vanavond de resultaten naar buiten bracht. De instanties omzeilen daarmee het medisch beroepsgeheim, stellen de NPCF en de landelijke artsenfederatie KNMG in een gezamenlijke verklaring (Bron: AD / ANP, 7 sept. 2014).
Een bedrijfsarts heeft een opleiding arbeid en gezondheid doorlopen bij een instelling die door de SGRC (Sociaal Geneeskundige Registratie Commissie) erkend is als opleidingsinrichting bedrijfsgeneeskunde. De opleiding duurt vier jaar bij een fulltime dienstverband. De bedrijfsarts is specialist arbeid en gezondheid, een sociaal-geneeskundige specialisatie op het gebied van arbeidsomstandigheden, preventie, advisering en belasting-belastbaarheid. De titel bedrijfsarts is voorbehouden aan de medisch deskundigen die geregistreerd zijn in het Register van Sociaal Geneeskundigen. Om geregistreerd te blijven moet een bedrijfsarts voldoen aan strikte nascholing- en visitatieverplichtingen waarna iedere 5 jaar een herregistratie verzoek moet worden ingediend.
De titel bedrijfsarts is een wettelijk beschermde titel. In artikel 17 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) is bepaald dat het recht om een specialisten titel te voeren voorbehouden is aan degenen die zijn ingeschreven in het betreffende erkende specialisten register.
De term arbo-arts is een niet wettelijk vastgelegd begrip en zegt niets over de ervaring, opleiding en deskundigheid van de arts. Het geeft alleen aan dat de arts bij een arbodienst werkt als basisarts of als anios* zonder extra aanvullende opleiding in de arbodienstverlening werkt. Niet geregistreerde bedrijfsartsen werken in de praktijk onder supervisie van een geregistreerde bedrijfsarts. Voor arbo-artsen gelden dus geen verplichte nascholingseisen zoals die wel gelden voor bedrijfsartsen.
* Een ANIOS (arts niet in opleiding tot specialist) is een (basis)arts die verbonden is aan een bepaalde afdeling maar niet in opleiding is voor het specialisme van die afdeling. Dit in tegenstelling tot de zogenoemde AIOS (arts in opleiding tot specialist).
In de Verenigde Staten overweegt een aantal grote bedrijven om genetische tests onderdeel te maken van het gezondheidsbeleid. Met de uitkomsten van deze tests, in combinatie met coaching over voeding en beweging, worden medewerkers geholpen bij afvallen en een gezondere levensstijl en worden ernstige aandoeningen zoals diabetes en hartfalen voorkomen.
Duurzame inzetbaarheid staat steeds meer in de belangstelling, een logisch gevolg van onder meer de vele wetten die maken dat arbeidsongeschiktheid de werkgevers veel geld kost. Een stap verder is dat onderzoeksinstituut IZA signaleert dat werkgevers steeds vaker voor nieuw personeel kiezen dat van meet af aan fit is.
Dit laatste staat op gespannen voet met Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ). Ook zal de medische keuring niet mogen worden ingezet om alleen fit personeel aan te stellen. En tenslotte, wat te denken van de quotumregeling, onderdeel van de nieuwe Participatiewet, die bedrijven verplicht om tenminste 5% arbeidsgehandicapten in dienst te hebben?
Het UWV krijgt er veertig tot vijftig keuringsartsen bij om achterstanden bij de uitkeringsinstantie weg te werken. Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken heeft de uitbreiding aan de Tweede Kamer gemeld. De artsen worden opgeleid om van duizenden mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering te beoordelen of ze daar nog wel recht op hebben. (Bron: Z24, 6 feb. 2016)
De Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (CKA) constateert in haar jaarverslag 2015 opnieuw dat de Wet op de medische keuringen (Wmk) en de bepalingen daarin met betrekking tot aanstellingskeuringen, niet altijd worden nageleefd.
In veel gevallen heeft het onjuist toepassen van de wet te maken met onvoldoende kennis, of het bestaan van misverstanden bij de werkgever en/of sollicitanten. Om die reden heeft de CKA eind 2015 een informatiecampagne gehouden. In 2016 zal de CKA verder gaan op de ingezette weg om werkgevers en sollicitanten goed te informeren.
Op 10 oktober 2016 is de campagne Bedrijfsarts worden. De campagne biedt studenten, basisartsen en zij-instromers een moderne inkijk in het beroep en hoopt daarmee de instroom in de opleiding tot bedrijfsartsen te vergroten.
Gedurende de 10 weken durende campagne vertellen tien ambassadeurs over hun werk als bedrijfsarts. De tien ambassadeurs zijn een mix van artsen in opleiding en geregistreerde bedrijfsartsen. Zij zullen de komende tien weken op meerdere manieren van zich laten horen en zien. Dat doen ze via onder andere blogs, vlogs en reportages op de site www.bedrijfsartsworden.nl, maar ook via Instagram, Facebook en LinkedIn. Ook maken de artsen tijd vrij voor meeloopdagen, kennismakingsgesprekken, voorlichting aan studieverenigingen en gastcolleges. (Bron: Min. SZW, 10 okt. 2016)