Volgens de Hoge Raad moet een werkgever loon en onregelmatigheidstoeslag (
ORT) doorbetalen over bovenwettelijke vakantiedagen. Dit geldt ook als de werknemer de toegekende vakantie later heeft ingezet voor andere doeleinden, zoals werkweekverkorting.
Werknemers hebben volgens de wet recht op volledig loon over hun vakantie. Dat geldt ook voor het doorbetalen van een vaste onregelmatigheidstoeslag (
ORT). Werkgevers en werknemers mogen daarover in een (collectieve) arbeidsovereenkomst (geen afspraken maken ten nadele van de werknemer. En dat geldt niet alleen voor de in de wet voorgeschreven minimumvakantie van viermaal de wekelijkse arbeidsduur (infographic). Het geldt ook voor toegekende vakantie-uren boven het wettelijke minimum, de bovenwettelijke vakantie. En het geldt bovendien ook als de toegekende vakantie-uren worden ingezet voor andere doelen, zoals het uitruilen voor werktijdverkorting.
NS-werknemers eisten onregelmatigheidstoeslag over bovenwettelijke uren
De zaak die speelde bij de Hoge Raad was aangespannen door werknemers van de NS tegen hun werkgever. De NS kende werknemers bovenwettelijke vakantiedagen toe. Daarover waren in 2016 afspraken gemaakt met de vakbonden. De werknemers kregen toen met terugwerkende kracht tot 2012 een onregelmatigheidsvergoeding over hun wettelijke vakantie-uren. Volgens de afspraken hoefde de werkgever geen onregelmatigheidstoeslag te betalen over de bovenwettelijke uren, maar daar was een aantal werknemers het niet mee eens. Bovendien wilden zij ook loon en onregelmatigheidstoeslag over de bovenwettelijke uren die zij hadden ingezet voor werktijdverkorting. Oudere werknemers konden vrije uren inzetten om de werkweek te verkorten naar 32 uur, om de duurzame inzetbaarheid te bevorderen.
Moment van toekenning van de vrijetijdsaanspraak is beslissend
De Hoge Raad stelde de werknemers in het gelijk. Volgens de rechter valt een aanspraak op vrije tijd in de wet onder het begrip 'vakantie' als deze aanspraak op het moment van toekenning bedoeld is om te herstellen en ontspannen. Als de vrijetijdsaanspraak met dit doel is toegekend, verandert de aard van deze aanspraak niet als de werknemer de uren later inzet voor andere doeleinden. Het toekenningsmoment is beslissend. En de verplichting om het volledige loon door te betalen, geldt in de wet voor alle vakantie. Dus ook voor de bovenwettelijke vakantie-uren, oordeelde de Hoge Raad. En dat geldt dan ook voor het (door)betalen van de onregelmatigheidstoeslag omdat die deel uitmaakt van het loon.
Hoge Raad, 9 juni 2023, ECLI (verkort): 816