Inhoud
- Onderscheid Beroepsopleidende en Beroepsbegeleidende leerweg
- CHRP Certificering van HR Professionals
- Daling aantal leerbedrijven tot staan gebracht
- Maatregelen MBO-opleidingen moeten vakmanschap in de spotlight zetten
- Leerwerkbedrijven huiveren van transitievergoeding
- Opleidingsbedrijven Bouw luiden noodklok
- Centraal register beroepsopleidingen
- MBO moet sneller inspelen op nieuwe beroepen
- Professionalisering startende MBO-docenten
- € 43,5 miljoen voor betere aansluiting MBO met bedrijfsleven
- Zonder praktijkovereenkomst geen afdrachtvermindering onderwijs
- UWV biedt scholingsvouchers voor werkzoekenden
- Wordrecruiter.nl gelanceerd
- Doorstroom MBO naar HBO moet beter
- Technische universiteiten vol voor techneuten
- Lonen van -leerlingen en het wettelijk minimumjeugdloon
- Jongeren zonder startkwalificatie vaker geen baan
- Helft leert door na beroepsopleidende leerweg MBO
- MBO-diploma nu net zo duur als universitaire master
- Vroege aanmelding moet overstap naar MBO verbeteren
- OV-kaart voor minderjarige MBO'ers en meer inspraak
- Meer vaste banen voor MBO’ers met startkwalificatie
- 140.000 jongeren zonder opleiding en baan
- Meer vrijheid voor MBO in de regio
- Scholingsvouchers UWV enorm succes
- Verhoging lonen BBL als minimumjeugdloon stijgt
- ROVC Techbarometer helpt bij keuze bijscholing technisch personeel
- Gooi deuren MBO open voor werkenden
- Ruim 5100 leden doen kennistoets NBA
- Hogeschool Utrecht haalt de praktijk binnen
- Randstad verviervoudigt in 2018 haar vakopleidingen
- Bouwbedrijven besteden minst aan cursussen
- MBO’ers met niet-westerse achtergrond na doorstroom naar HBO minder succesvol
- Jongeren met startkwalificatie presteren duidelijk beter op de arbeidsmarkt
- Ouders stop met pushen, VMBO is geen bezigheidstherapie
- Lerarentekort in basisonderwijs leidt tot meer pabo-studenten
- Ruim helft werkenden leert bij
- Voor nieuwe programmeerschool in Amsterdam zijn collegegeld en vooropleiding niet nodig
- Bezuinigen op praktijkleren kost tienduizenden leer-werkbanen
- Coalitie verdeeld over verlagen studiedruk eerstejaars, hoger onderwijs tegen
- Studie Nederlands is alleen in het buitenland populair
- Anderstalige entreestudenten werken zich de blubbers
- 40 nieuwe keuzedelen naar de minister
- Extra middelen voor zij-instroom
- Nieuwe MBO-portal KiesMBO.nl
- MBO vanuit werk of uitkering
- Vertraagde MBO-studenten krijgen financiële hulp
- Lerarenontwikkelfonds verder via CAOP
- Studie in Cijfers geactualiseerd
- Minister van OCW informeert Tweede Kamer over evaluatie SBB
- Mismatch talenten en bedrijfsleven groeit
- MKB opleidingsaanbod voor energietransitie
- Pilots praktijkleren met de praktijkverklaring in MBO van start
- Frisse wind Roem & Poen voorkomt uitval
- Kennis behouden over specialistisch vakmanschap
- MBO-studentenfonds in de maak
- 100 miljoen extra voor onderwijs
- Aan de slag met MBO-certificaten
- Leren in de praktijk naar een nog hoger niveau
- Verdere stijging aantal MBO-vacatures
- Nieuwe opleidingsaanpak volwassenen in de zorg
- Buitenlandse studenten: positieve en negatieve ervaringen in Nederland
- Bezuinigingen SBB
- Nieuwe School voor Autotechniek, topopleiding MBO niveau 3 en 4
- Site Beroepsonderwijs en bedrijfsleven
- Maatschappelijke kosten en baten beroepsbegeleidende leerweg (BBL)
- MBO-ers studeren na behalen examen niet verder
- Nieuwe MBO-certificaten voor medewerkers thuiszorg
- Jongeren zonder startkwalificatie werken minst vaak
- Alumni omscholen om personeelskrapte te bestrijden
- Docenten in hoger onderwijs krijgen eigen prijs
- Eenvoudiger regels voor keuzedelen
- Beroepsonderwijs en bedrijfsleven geven impuls aan een leven lang ontwikkelen
- 70 duizend jongeren zonder startkwalificatie hebben geen werk
- Aanpassing dienstverlening SBB tot en met 6 april 2020
- Vervolg dienstverlening SBB tot 1 juni 2020
- Statushouders volgen vaker mbo-opleiding en op steeds hoger niveau
- Werkgevers krijgen extra subsidie voor aanbieden BBL-plekken
- Voorschot Praktijkleren MBO 2019-2020
- Auping houdt thuiswerkende mbo-studenten bij het bedrijf betrokken
- Vanaf juni 2020 Subsidie Praktijkleren weer mogelijk
- Begeleiding bij het zoeken naar nieuw werk en inkomen
Onderscheid Beroepsopleidende en Beroepsbegeleidende leerweg
In Nederland maken we onderscheid tussen de Beroepsopleidende leerweg en de Beroepsbegeleidende leerweg:
Beroepsopleidende leerweg (praktijkdeel van ten minste 20% en minder dan 60%)
De
beroepsopleidende leerweg (
BOL) is een Nederlandse onderwijsvorm behorende tot het
middelbaar beroepsonderwijs (
MBO) en wordt gegeven op een
Regionaal opleidingencentrum (
ROC) of een
Agrarisch Opleidingencentrum (AOC).
Een beroepsopleidende leerweg omvat een praktijkdeel van ten minste 20% en minder dan 60%. Er wordt in deze opleiding meer tijd in school doorgebracht dan bij de andere leerweg in het middelbaar beroepsonderwijs: de beroepsbegeleidende leerweg ().
Op het
ROC/AOC zijn drie opleidingsmogelijkheden behorende tot de beroepsopleidende leerweg:
- de vakopleiding (twee tot vier jaar) een opleiding tot volledig zelfstandige uitvoerder van werkzaamheden;
- de middenkaderopleiding (drie tot vier jaar) en;
- de specialistenopleiding (kopstudie van één tot twee jaar) een opleiding tot volledig zelfstandige uitvoerder van werkzaamheden. Hierbij is sprake van een brede inzetbaarheid of specialisatie. Een leerling kan na een opleiding op niveau 4 doorstromen naar het hoger beroepsonderwijs.
Tegenwoordig wordt deze manier van opleiden ook aangeduid met de term MBO-dagonderwijs.
Beroepsbegeleidende leerweg (praktijkdeel zestig pROCent of meer)
De
beroepsbegeleidende leerweg () of
MBO - werkend leren, tot 1997 leerlingwezen of leerlingenstelsel genoemd, is de Nederlandse vorm van
duaal onderwijs binnen het
middelbaar beroepsonderwijs (
MBO) en wordt gegeven op een Regionaal opleidingencentrum (
ROC) of een Agrarisch Opleidingencentrum (AOC).
De beroepsbegeleidende leerweg is een combinatie van werken en leren, waarbij de leerling in dienst van een bedrijf is en daarnaast een opleiding volgt. In de bedraagt het praktijkdeel zestig pROCent of meer van de studieduur en is daarmee meer dan in de beroepsopleidende leerweg (
BOL). Bovendien heeft de leerling een leerwerkovereenkomst ('praktijkovereenkomst'), terwijl de leerling die de beroepsopleidende leerweg volgt, praktisch werkt in een vaak onbetaalde
stage.
Met zit de leerling gewoonlijk één tot twee dagen in de week op school en werkt hij vier tot drie dagen in de week bij een erkend leerbedrijf of organisatie. De praktische ervaring doet hij op in zijn werk. De theorie en begeleiding krijgt de leerling op school.
De duur van de opleiding is afhankelijk van het instroomniveau van de leerling (onderwijs op maat), en duurt gewoonlijk voor niveau 2 twee jaar.
CHRP Certificering van HR Professionals
Met ingang van april 2014 is het voor HR Professionals mogelijk om zich te toetsen aan de kwaliteitsnormen van HR Certificering via het traject van
CHRP (Certified HR Professional). Een initiatief van de
NVP (Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement & Organisatieontwikkeling).
Meer weten?
Daling aantal leerbedrijven tot staan gebracht
De erkenning van 18.000 nieuwe leerbedrijven in 2013 heeft er voor gezorgd dat het aantal leerbedrijven op peil is gebleven. Ook het aantal openstaande
MBO-vacatures bleef stabiel na een lange periode van daling. In de sectoren handel en horeca nam het aantal vacatures zelfs toe. Het aantal bij UWV ingeschreven werkzoekende jongeren liep wel verder op. Dit staat in de nieuwe Basiscijfers van SBB (Stichting Beroepsopleidingen Bedrijfsleven) en UWV. (Bron: SBB, 11 nov. 2013)
Maatregelen MBO-opleidingen moeten vakmanschap in de spotlight zetten
MBO-scholen moeten zich beter kunnen profileren met kleine, unieke opleidingen voor bijvoorbeeld pianotechnicus, prothesemaker, schoenhersteller of restauratiemedewerker. Dat staat in een brief van minister Bussemaker van Onderwijs aan de Tweede Kamer.
De baankansen van specialistische beroepen zijn vaak goed. Krimp, vergrijzing en onbekendheid met deze beroepen leiden echter tot minder medewerkers en studenten aan de opleidingen. Minister Asscher gaat op verzoek van SP-Kamerlid Ulenbelt nadenken over mogelijkheden om de ondernemingsraadverkiezingen voor alle bedrijven op dezelfde dag of in dezelfde week te houden. Voormalig minister De Geus van SZW had dat in 2004 voorgesteld in zijn plannen voor een Wet medezeggenschap werknemers, maar die wet heeft de eindstreep nooit gehaald. Volgens Ulenbelt is de nationale dag voor OR-verkiezingen in België een succes. Asscher vindt het een ‘leuk idee,’ maar ziet nog wel praktische bezwaren. Minister Asscher gaat op verzoek van SP-Kamerlid Ulenbelt nadenken over mogelijkheden om de ondernemingsraadverkiezingen voor alle bedrijven op dezelfde dag of in dezelfde week te houden. Voormalig minister De Geus van SZW had dat in 2004 voorgesteld in zijn plannen voor een Wet medezeggenschap werknemers, maar die wet heeft de eindstreep nooit gehaald. Volgens Ulenbelt is de nationale dag voor OR-verkiezingen in België een succes. Asscher vindt het een ‘leuk idee,’ maar ziet nog wel praktische bezwaren. (Bron en meer: Rijksoverheid, 27 feb. 2015)
Leerwerkbedrijven huiveren van transitievergoeding
Verschillende sectoren vrezen dat leerbedrijven in het nauw komen door de transitievergoeding* in het ontslagrecht. De transitievergoeding, die per 1 juli 2015 aan vertrekkende werknemers moet worden betaald, geldt ook voor het merendeel van de 129.000
MBO-leerplekken. Leerbedrijven kunnen vanaf 1 juli aangeslagen worden voor een vertrekpremie van zo’n 2.000 euro per student. Een leerling die zijn studie heeft afgerond en geen baan krijgt bij zijn leerbedrijf kan daar in theorie aanspraak op maken.
* De maximale hoogte van de transitievergoeding wordt vermeld in subrubriek
Transitievergoeding (tabellen).
Leerbedrijven hebben nu veel studenten, die uiteindelijk ergens anders aan het werk gaan. Een onduidelijke uitwerking kan slecht uitvallen voor de jeugdwerkloosheid. Het kan een prikkel zijn die leerbedrijven ertoe dwingt om alleen studenten aan te nemen die uiteindelijk een baan bij het bedrijf krijgen. (HR Praktijk,
18 mrt. 2015)
Opleidingsbedrijven Bouw luiden noodklok
Het beroepsonderwijs in de bouw moet op de schop omdat het onbetaalbaar dreigt te worden. Daarvoor waarschuwt Bouwend Nederland.
Het aantal leerwerkplekken is sinds 2008 meer dan gehalveerd, van 11.000 tot minder dan 5.000 in 2014. Een aantal opleidingsbedrijven is gedwongen gefuseerd. Ook de kwaliteit van de opleiding is onder druk komen te staan, zegt Peter Postma, voorzitter van de vakgroep Opleidingsbedrijven bij Bouwend Nederland. Dat komt volgens hem niet alleen door crisiseffecten, maar ook door de erosie van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO) dat te lijden heeft onder de kabinetsbezuinigingen. 'Je merkt dat leerlingen met minder bagage binnenkomen. Er in het voortraject veel minder ruimte voor praktijkonderwijs'.
De sector kan dat volgens Bouwend Nederland steeds minder goed zelf, doordat die vastzit aan
CAO-afspraken: opleidingsbedrijven halen hun inkomsten uit het detacheren van leerlingen bij bouwprojecten, maar ze zitten daarbij vast aan een minimumtarief van 180% van het minimumloon. Dat is zo hoog dat hun (minder productieve) leerlingen niet meer kunnen concurreren met zzp'ers, die vaak veel meer ervaring hebben. Het gat is zo groot dat leerlingen vaak enorm terug moeten in verdiensten nadat ze afstuderen. (Bron: Bouwend Nederland, 9 apr. 2015)
Centraal register beroepsopleidingen
Crebo staat voor 'Centraal register beroepsopleidingen'. Volgens de beherende instantie, DEO, is het een systematische verzameling gegevens over beroepsopleidingen en bijbehorende opleidings- en exameninstellingen. De opleidingen in het Crebo register worden jaarlijks vastgesteld. Onder Crebo-opleidingen treft men beroepsopleidingen aan meestal
MBO-niveau) die zijn erkend door de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Economische Zaken.
Het Crebo-certificaat kan van belang zijn omdat dat recht geeft op toepassing van de
afdrachtvermindering onderwijs startkwalificatie.
Ook
jurisprudentie (8 april 2016) staaft het feit dat een Crebo-certificaat essentieel is om voor afdrachtvermindering in aanmerking te komen.
MBO moet sneller inspelen op nieuwe beroepen
Het moet voor
MBO-scholen gemakkelijker worden om hun opleidingen aan te passen aan wat het bedrijfsleven in de regio aan arbeidskrachten nodig heeft. Ze moeten ook sneller kunnen inspelen op nieuwe beroepen. Minister Jet Bussemaker van Onderwijs begint daarom met een experiment in 2016. (Bronnen: ANP en PO Actueel)
Professionalisering startende MBO-docenten
Goede begeleiding van startende docenten leidt tot minder uitval en versnelling van de professionalisering. Dat is de conclusie uit onderzoek naar het primair –en voortgezet onderwijs. Startende
MBO-docenten zijn veelal zij-instromers en kunnen via verschillende opleidingsroutes docent worden. (Bron en meer:
Panteia, 19 apr. 2016)
€ 43,5 miljoen voor betere aansluiting MBO met bedrijfsleven
Zeventien samenwerkingsprojecten rondom
MBO-scholen in heel Nederland krijgen € 43,5 miljoen om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren. Minister Bussemaker heeft de zeventien projecten die geld krijgen uit het regionaal investeringsfonds bekendgemaakt. Doel van het fonds is
MBO-studenten nog beter voor te bereiden op de huidige en toekomstige arbeidsmarkt, door hen al tijdens hun studie te laten werken met state of the art-technieken en -methoden.
Opvallende rode draad in de gehonoreerde voorstellen is de maatschappelijke invalshoek. Zo zitten er zes projecten op het gebied van zorg en welzijn bij en leggen drie opleidingen een accent bij kwetsbare jongeren, goede loopbaanoriëntatie en goede doorstroom naar het
HBO. Ook zijn veel techniekprojecten gehonoreerd waar vanuit het bedrijfsleven dringend behoefte aan is. (Bron: Rijksoverheid, 23 mei 2016)
Zonder praktijkovereenkomst geen afdrachtvermindering onderwijs
Voor de situatie waarin het niet mogelijk is reeds voorafgaand een ondertekende praktijkovereenkomsten over te leggen heeft de wetgever een alternatief gecreëerd, bestaande uit het overleggen van een verklaring van het regionaal opleidingscentrum (
ROC). Er kan geen twijfel over bestaan dat die verklaring moet bestaan op het moment dat een beroep wordt gedaan op de afdrachtvermindering. Aldus het arrest d.d.
15 jan. 2016.
UWV biedt scholingsvouchers voor werkzoekenden
Dit is een subsidie voor een opleiding of voor het bekostigen van een traject voor het behalen van een ervaringscertificaat. Met de scholingsvoucher voor werkzoekende kun je je laten bij- of omscholen naar een kansberoep. De scholingsvoucher kan worden gebruiken voor 1 of meerdere opleidingen in hetzelfde vakgebied. Werkzoekenden kunnen hiervan gebruikmaken als:
- zij hun baan zijn kwijtgeraakt en een WW-uitkering ontvangen; of als zij een arbeidsovereenkomst hebt of als zelfstandige werken; en
- zij een opleiding volgen in de richting van een kansberoep of met een ervaringscertificaat (EVC) willen bewijzen dat zij geschikt zijn voor werk bij een toekomstige werkgever.
De voorwaarden voor het scholingsvoucher voor werkzoekende zijn:
- De aanvraag mag maximaal € 2.500 (inclusief btw) zijn. Daaronder vallen dan alle kosten die bij de opleiding horen, zoals inschrijfkosten, studiemateriaal en collegegeld.
- Plaatsen van het cv op werk.nl, registratie door UWV als werkzoekende.
- Het beroep waarvoor de opleiding wordt gedaan, moet zijn opgenomen in de kansberoepenlijst. (Bron: UWV.nl)
Wordrecruiter.nl gelanceerd
De overheid heeft het vak Recruiter benoemd tot kansberoep. Met een scholingsvoucher van het
UWV kunnen werkzoekenden opleidingen volgen die hun kans op werk vergroten. ARTRA en de Hogeschool voor Recruitment zijn hierop ingesprongen en lanceren de uitgebreide opleiding
Wordrecruiter.nl. Met deze opleiding worden potentials opgeleid voor een baan in de recruitmentbranche. Recruiters zijn de spil van de economie. Zij weten als geen ander hoe je de juiste mensen aan de juiste bedrijven verbindt. Ook brancheorganisaties
ABU en de NBBU zijn erg enthousiast over dit nieuwe concept en omarmen de opleiding volledig.
De opleiding ‘Word Recruiter’ omvat 3 weken les en bestaat uit 14 onderdelen waaronder competentiegericht interviewen, vacature-intake, netwerken & pitchen en afsluitend een Recruitment examen. Aan het einde van de opleiding nodigt ARTRA werkgevers uit om corporate Recruiters te selecteren.
Er zijn 2 soorten scholingsvouchers: de scholingsvoucher voor werkzoekenden en de scholingsvoucher voor werkzoekende 50-plussers. Werkzoekenden van 50 jaar of ouder kunnen beide scholingsvouchers aanvragen.
Red.: Goed initiatief. Of een opleiding van 3 weken genoeg is, valt te bezien.
Doorstroom MBO naar HBO moet beter
De haperende doorstroom van MBO naar
HBO is een groeiend probleem. Uit cijfers van de Vereniging Hogescholen blijkt dat bijna een op de drie MBO'ers die naar het
HBO zijn gegaan die opleiding niet afmaakt. Bijna een kwart van alle
HBO-studenten is doorgestroomd uit het MBO. De uitval neemt de laatste jaren toe, vooral onder mannelijke MBO'ers van niet-westerse afkomst.
De cijfers komen overeen met wat blijkt uit een reeks rapporten: de ongelijkheid in het Nederlands onderwijs neemt toe. Kinderen uit achterstandsmilieus schoppen het minder ver op school dan kinderen van hoogopgeleide ouders. Met de verkiezingen in zicht wil minister Bussemaker die ongelijkheid tegengaan. Voor de verbetering van de doorstroom (hoe?) is 4 miljoen euro uitgetrokken.
Met het afschaffen van de studiefinanciering vorig jaar, overigens ook een initiatief van Bussemaker, is de drempel om door te studeren voor veel MBO-studenten verhoogd. Het deel van de MBO'ers dat zich inschreef voor een
HBO-opleiding daalde het afgelopen jaar van 48 naar 41 pROCent. (Bron: De Volkskrant, 5 sep. 2016)
Technische universiteiten vol voor techneuten
De vier technische universiteiten gaan een numerus fixus instellen voor acht studies. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van dit jaar. De maatregel is nodig omdat de technische universiteiten de groeiende instroom van studenten niet meer aankunnen, zegt Victor van der Chijs, bestuursvoorzitter van de Universiteit Twente in Het Financieele Dagblad, 19 oktober 2016. 'Het probleem is dat het kabinet de geldkraan heeft dichtgedraaid, terwijl het aantal technische studenten in tien jaar tijd met 50 pROCent is toegenomen.'
Jammer dit alles, want er juist voor techneuten veel belangstelling. (Bron: De Telegraaf, 20 okt. 2016)
Lonen van -leerlingen en het wettelijk minimumjeugdloon
Driekwart van de ’ers verdient qua uurloon minstens 110% van het wettelijk minimum(jeugd)loon. Circa 3% verdient per uur minder dan 90% van het minimumloon. Van circa 6% van de ingeschreven -leerlingen zijn geen lonen bekend.
-leerlingen van 18, 19, en 20 jaar worden mogelijkerwijs uitgezonderd van de aangekondigde stijging van het wettelijk minimumjeugdloon (WMJL). Deze uitzonderingspositie is relevant voor circa 4% van alle huidige -leerlingen. Zij verdienen straks minder dan het reguliere minimumloon, maar meer dan het minimumloon dat op hen van toepassing is (‘leerlingloon’). (Bron:
CPB,
6 okt. 2016)
Jongeren zonder startkwalificatie vaker geen baan
Steeds meer niet-onderwijsvolgende jongeren zonder startkwalificatie hebben geen baan. Had in 2008 ruim 70 procent van deze jongeren een baan, inmiddels is dat gedaald naar minder dan 60 pROCent. Ook jongeren mét een startkwalificatie hebben minder vaak een baan dan voor de economische crisis. Sinds 2014 werken deze jongeren wel weer iets vaker en had bijna 90 procent een baan in het tweede kwartaal van 2016. (Bron:
CBS, 3 nov. 2016)
Helft leert door na beroepsopleidende leerweg MBO
Zeven op de tien leerlingen met een
BOL-voltijdopleiding op het niveau MBO-1 blijven na afronding van de opleiding onderwijs volgen. Binnen het MBO geldt alleen een diploma van dit niveau niet als startkwalificatie. Volgens de overheid biedt een diploma dan onvoldoende kansen om te kunnen slagen op de arbeidsmarkt. Leerlingen tot 18 jaar die niet in het bezit zijn van een startkwalificatie moeten daarom onderwijs blijven volgen.
Vanaf het tweede MBO-niveau telt een diploma als startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Toch bleven in 2015 nog zes op de tien MBO-2 leerlingen uit de
BOL-voltijd doorleren na het behalen van het diploma. In vrijwel alle gevallen betrof dit een MBO-opleiding. Leerlingen van MBO-3 en -4 stroomden het minst door naar andere opleidingen. Minder dan de helft van deze leerlingen volgden in het schooljaar na afronding van hun
BOL-voltijdopleidingen nog steeds (bekostigd) onderwijs.
Alleen MBO-leerlingen die een niveau 4-diploma hebben behaald, kunnen doorstromen naar het HBO. Dit deed 40 pROCent van de
BOL-leerlingen die in 2014/’15 een voltijdopleiding op dit niveau afrondden. Deze doorstromers zijn onderdeel van de eerste lichting studenten die door een wetswijziging geen basisbeurs meer ontvangen. Van de groepen die in 2012/’13 en 2013/’14 een diploma haalden, stroomde 47 pROCent door naar het HBO. Dat is duidelijk meer dan een jaar later, maar ook iets meer dan een jaar eerder. Mogelijk hebben MBO’ers die al van plan waren om te beginnen met een HBO-opleiding, dat direct gedaan om de afschaffing van de basisbeurs voor te zijn. Afgezien van deze twee tussenliggende jaren is er sprake van een afnemend percentage MBO-4-gediplomeerden die naar het HBO gaan. (Bron: CBS, 21 de. 2016)
MBO-diploma nu net zo duur als universitaire master
Een
MBO-diploma op niveau 4 van de beroepsbegeleidende leerweg () is in 2015 bijna net zo duur geworden als een universitair masterdiploma. De kosten voor dit type diploma stegen in 2015 met 7 duizend euro naar ruim 156 duizend euro. De stijging was verreweg het hoogst van alle onderwijstypen. Afhankelijk van het diploma stegen de onderwijskosten 2,2 tot 4,8 procent. Het gaat hiermee om de totale kosten die gemaakt worden om het onderwijs tot het einddiploma te verzorgen, vanaf de basisschool.
De overheid, bedrijven en huishoudens betalen allen mee aan de
kosten voor onderwijs, maar de bijdrage van de overheid is verreweg het grootst. (Bron:
CBS, 22 dec. 2016)
Vroege aanmelding moet overstap naar MBO verbeteren
Om de overgang naar het MBO te verbeteren komt er – net als in het hoger onderwijs – een vervroegde aanmelddatum voor MBO-opleidingen. Studenten moeten voortaan uiterlijk 1 april hun studiekeuze kenbaar maken.
Met de vervroegde aanmelding heeft de MBO-school meer tijd om de aanmeldprocedure zorgvuldig te doorlopen. Tevens wordt voorkomen dat jongeren overhaast een studiekeuze maken. De verplichte aanmelddatum geldt niet alleen door scholieren die uit het VO komen, maar ook voor MBO-studenten die van opleiding willen veranderen. (Bron en meer: MBO-today, 29 dec. 2016)
OV-kaart voor minderjarige MBO'ers en meer inspraak
De 120.000 studenten die een
BOL-opleiding doen in het MBO en nog geen 18 zijn, hebben vanaf januari 2017 recht op een OV-studentenkaart. Tot die datum was de OV-studentenkaart voorbehouden aan 18-plussers.
Studenten en scholieren krijgen in 2017 meer invloed op het reilen en zeilen van hun onderwijsinstelling. Dat krijgt op verschillende manieren vorm. Zo krijgen studentenraden in het MBO met ingang van 1 januari 2017 instemmingsrecht bij het schoolkostenbeleid. Dit komt erop neer dat zij mogen meepraten over de leermiddelen die een school verplicht stelt, met als doel de kosten voor de studenten beheersbaar te houden. (Bron: ROC.nl, 28 dec. 2016)
Meer vaste banen voor MBO’ers met startkwalificatie
Scholieren die het onderwijs vanuit het
MBO hebben verlaten zonder startkwalificatie hebben een jaar later minder vaak betaald werk dan diegenen met startkwalificatie. Ze hebben ook vaker flexibele en parttime banen. Vier jaar later is dit verschil niet rechtgetrokken.
Gediplomeerden met een startkwalificatie zijn volgens de overheid voorbereid om te beginnen op de arbeidsmarkt. Binnen het
MBO leiden opleidingen op niveau 2 of hoger op tot een startkwalificatie. Ook het halen van een HAVO- of VWO-diploma leidt tot een startkwalificatie. Van de 83 duizend leerlingen die in het schooljaar 2008/’09 het onderwijs verlieten vanuit het
MBO en nog geen 23 jaar waren, had 63 procent een startkwalificatie. Binnen vijf jaar behaalde een aanvullende 7 pROCent dit alsnog, bijvoorbeeld door later toch weer aan een
MBO-opleiding te beginnen.
MBO’ers met startkwalificatie die een jaar na schoolverlaten een baan als werknemer hadden, waren vaker vast in dienst (
37 pROCent) dan de schoolverlaters zonder startkwalificatie (
24 pROCent). Vier jaar later was dit verschil groter geworden, al kwamen vaste contracten in beide groepen vaker voor. Vijf jaar na schoolverlaten had
54 procent van degenen met, en
38 procent van de schoolverlaters zonder startkwalificatie een vast dienstverband. (Bron:
CBS, 17 feb. 2017)
140.000 jongeren zonder opleiding en baan
140.000 jongeren van 23 tot 27 jaar volgen geen opleiding en hebben ook geen baan. De
MBO Raad, de de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO) en enkele wethouders van grote steden, willen dat dit probleem wordt aangepakt. De
MBO Raad gaf in mei vorig jaar al een waarschuwing aan de politiek: De
MBO Raad maakt zich zorgen over ruim 138.000 23-plussers die door een steeds groter wordende afstand tot de arbeidsmarkt als gevolg van de economische crisis, robotisering en digitalisering, verdringing door hoger opgeleiden en het verdwijnen van bepaalde beroepen, buiten de boot vallen op de arbeidsmarkt. Deze jongeren hebben geen werk en volgen geen onderwijs. Bijna de helft van hen beschikt niet over een afgeronde beroepsopleiding of startkwalificatie.
Niet alleen hebben zij te maken met een te laag opleidingsniveau op een toch al ongunstige arbeidsmarkt, vaak kampen zij ook met persoonlijke complexe problemen. Schulden, gezondheidsproblemen, psychische en sociale problemen, demotivatie en een gebrek aan perspectief zijn hen niet vreemd. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen roept de
MBO Raad de politieke partijen dan ook op laagopgeleide jongeren naar een hoger niveau te brengen door hen financiële middelen én begeleiding te geven. Wat moet er gebeuren?
- Organiseer (regie op) persoonlijke begeleiding. Deze specifieke groep van 23-plussers is gebaat bij iemand die hen persoonlijk begeleidt en motiveert bij het vinden en van scholing en werk. Ook nadat zij gestart zijn met hun opleiding of bij hun nieuwe werkgever.
- Zorg voor een inkomen. Qua inkomen zitten deze mensen behoorlijk klem. Deze groep is gebaat bij een traject van leren en werken (). Maar een -plek kunnen ze vaak niet bemachtigen omdat de meeste werkgevers niet geneigd zijn deze doelgroep een dienstverband aan te bieden. Bovendien mogen werkzoekenden geen - of BOL-opleiding volgen met behoud van hun uitkering.
- Zorg voor maatwerkscholing. Via leren en werken zal deze groep naar een hoger MBO-niveau gebracht moeten worden. Dit vraagt een aparte aanpak, combinaties van trajecten, samenwerking tussen publieke en private aanbieders, versnelde opleidingen, denken in mogelijkheden in het arrangeren van scholing.
(Bron: AboutHRM, 21 feb. 2017)
Meer vrijheid voor MBO in de regio
Het
MBO in de regio krijgt meer ruimte om af te wijken van de regels. Scholen en werkgevers in de regio weten vaak goed wat er nodig is om leerlingen in de goede opleiding te geven. Zij verdienen daarom meer vrijheid om hun onderwijs in te richten, vindt minister Bussemaker. De bewindsvrouw schrijft dit in haar kabinetsreactie op twee adviezen (van de Onderwijsraad en de SER) over de toekomst van het beroepsonderwijs. Voorwaarde die ze stelt aan de ruimte die ze biedt is dat belanghebbenden binnen de school en de regio ermee instemmen en de kwaliteit van het onderwijs op orde is.
De afgelopen periode heeft Bussemaker de teugels al laten vieren bij scholen die hebben bewezen dat ze de extra vrijheid aankunnen. Zo kan worden afgeweken van de norm die bepaalt dat een leerling 1000 uur les per jaar moet krijgen. Ook heeft zij het mogelijk gemaakt meer te variëren in de inhoud van de opleiding met de introductie van keuzedelen. Nu wil ze daarbij nog een stap verder gaan, door bijvoorbeeld te kijken of er kan worden afgeweken van de eisen rondom onderwijsduur.
Nu nog is in de wet vastgelegd hoe lang een opleiding moet duren, maar het kan wenselijk zijn als scholen hier in kunnen variëren. Zo kan het voor havo-scholieren mogelijk zijn om een
MBO-opleiding sneller te doorlopen. Deze mogelijkheid maakt het voor havisten ook aantrekkelijk om te kiezen voor een
MBO-opleiding. Ook voor werkenden kan het inkorten van de opleiding het aantrekkelijker maken om weer een opleiding te volgen. Ze vraagt de SER om te onderzoeken of er meer ruimte noodzakelijk is. (Bron: Nieuwsbank, 28 feb. 2017)
Scholingsvouchers UWV enorm succes
Met smileys en uitroeptekens twittert Eric Sellmeijer: 'Ik heb wel veel op het
UWV gemopperd, maar ik heb vandaag mijn vakdiploma fietstechniek gehaald!' De 53-jarige oud-installateur uit Zaanstad is een van de ruim 12 duizend mensen die gebruik maakten van de scholingsvoucher: een cheque van maximaal 2.500 euro. Bij een fietsenmaker in Amsterdam heb ik nu de baan van mijn leven.'
Wegens overweldigend succes heeft uitkeringsinstantie
UWV de nieuwe bijscholingsregeling begin maart stopgezet. Er kwamen zoveel aanvragen binnen dat de subsidiepot met 36 miljoen euro al ruim voor het eind van dit jaar op is. Of er een doorstart komt, hangt af van het volgende kabinet.
Voor de cheque kwamen niet alleen werkzoekenden met een WW-uitkering in aanmerking. Ook mensen met een baan en zzp'ers konden hem aanvragen. Voorwaarde was dat zij een opleiding kozen uit een lijst met 'kansberoepen'. Die varieerden van ict tot transport en van onlinemarketing tot techniek. (Bron: Volkskrant, 19 apr. 2017)
Verhoging lonen BBL als minimumjeugdloon stijgt
Sinds 1 januari kunnen werkgevers een vergoeding krijgen voor werknemers met een laag inkomen: het lage-inkomensvoordeel (liv). Door de loonkosten van deze werknemers laag te houden, worden werkgevers gestimuleerd hen in dienst te houden of te nemen. Tot nog toe gold dit voordeel echter niet voor
BBL-ers. Aan de wens van een aantal organisaties en branches, die deze lonen wel wilden kunnen laten stijgen, is nu gehoor gegeven.
Als werkgevers ervoor kiezen de lonen van hun
BBL-leerlingen net zo te laten stijgen als bij andere jongeren die in dienst zijn, dan komen
BBL-leerlingen ook in aanmerking voor het jeugd-liv, net als een werknemer van dezelfde leeftijd die ook wordt beloond op het niveau van het minimum jeugdloon
1. Om daarvoor in aanmerking te komen wordt alleen gekeken naar het uurloon: als dat binnen de grenzen van het jeugd-liv ligt, komt voortaan ook de
BBL-leerling hiervoor in aanmerking. (Bron: AWVN, 24 mei 2017)
1 Zie subrubriek
Leeftijdsbeloning (WML) ROVC Techbarometer helpt bij keuze bijscholing technisch personeel
ROVC Techbarometer helpt bij keuze bijscholing technisch personeel
Bedrijven hebben behoefte om technici bij te scholen, maar HR-medewerkers tasten geregeld in het duister als zij een opleiding moeten selecteren voor technisch personeel. Bijna een kwart geeft aan hier moeite mee te hebben.
Leidinggevenden moeten in kaart brengen wat iemand kan en wat hij zou moeten kunnen. Het vergelijken van de aanwezige competenties met het gewenste profiel laat eenvoudig de ontbrekende competenties van een medewerker zien. Deze ‘gap’ vormt de basis van het persoonlijk ontwikkelplan van de medewerker. Vervolgens kijk je naar de behoefte aan technische vaardigheden vanuit de organisatie. Op basis hiervan kan er een praktijkgerichte opleiding gekozen worden.
Het rapport De ROVC TechBarometer geeft inzicht in de relevante trends voor de techniek. Het rapport is gratis aan te vragen via de link:
www.rovc.nl/techbarometer. (Bron: About
HRM, 21 juni 2017)
Gooi deuren open voor werkenden
Het MBO moet een veel belangrijker rol gaan spelen bij de (permanente) ontwikkeling van werkenden. Daarvoor moet bestaande wetgeving snel worden aangepast zodat werkenden, óók na werktijd en op zaterdag, hun kennis daar eenvoudig kunnen bijspijkeren.
Dat schrijven VNO-NCW en MKB-Nederland aan de Tweede Kamer met het oog op de behandeling van de OCW-begroting 2018. De ondernemingsorganisaties trekken hierin samen op met de MBO-raad en met de NRTO (de private onderwijsaanbieders), zodat leven lang ontwikkelen echt tot volle wasdom komt in Nederland. (Bron: VNO-NCW, 4 dec. 2017)
Ruim 5100 leden doen kennistoets NBA
Openbaar accountants, intern accountants en overheidsaccountants die in 2017 controlewerk deden (wettelijke of vrijwillige controles van de jaarrekening) moesten tussen 1 september en 1 december de online kennistoets 2017 afronden. Inmiddels blijken 5164 leden geslaagd te zijn voor de toets. In 2014, het eerste jaar waarin de kennistoets werd afgenomen, waren dat er 4751. Aanvankelijk was de toets echter alleen bestemd voor openbaar accountants. Een evaluatie wordt in het eerste kwartaal van 2018 verwacht.
De kennistoets omvat veertig gesloten vragen die betrekking hebben op de VGBA, VIO en de controle- en overige standaarden. Met het succesvol afronden van de kennistoets geven deelnemers blijk te beschikken over actuele kennis, zoals bedoeld in de
Verordening op de kennistoets. (Bron: AVaccountancy, 11 dec. 2017)
Hogeschool Utrecht haalt de praktijk binnen
Studenten Accountancy aan de Hogeschool Utrecht (HU) krijgen zoveel mogelijk ‘real life’ opdrachten, ter voorbereiding op een carrière als registeraccountant of administratieconsulent. Mét moderne software, onder meer van CaseWare.
De HU ziet al langer in dat de basis van het accountantsberoep in toenemende mate digitaal is. Dat beseft ook oud-studente Talitha Steenbeek, sinds 2015 werkzaam bij Baker Tilly Berk. Aan Nyenrode Business University vervolgt ze haar opleiding tot registeraccountant. Een getalenteerde student, volgens haar HU-docenten. Steenbeek dankt haar aanstelling aan haar vakbekwaamheid, maar zelf denkt ze dat haar huidige positie ook een beetje op CaseWare terug te voeren is. (Bron: AVaccountancy, 8 dec. 2017)
Randstad verviervoudigt in 2018 haar vakopleidingen
Met de groeiende mismatch tussen vacatureaanbod en geschikte kandidaten noemt Randstad de flinke opschaling van het zelf opleiden van mensen noodzakelijk. Met name in de sectoren die het meest te kampen hebben met het niet aansluiten van vraag en aanbod; zorg, bouw, techniek en transport.
In 2018 starten nieuwe opleidingen tot chauffeurs, helpenden/verzorgenden, procesoperators, verspaners, lassers en schilders. De verschillende nieuwe opleidingen geven allemaal 100% baangarantie. (Bron: Randstad,
5 dec. 2017)
Bouwbedrijven besteden minst aan cursussen
Bedrijven die werknemers aan cursussen laten deelnemen, besteden in doorsnee 1 000 euro per cursist per jaar. Bedrijven in de delfstoffenwinning geven het meest uit aan cursussen en bouwbedrijven het minst.
In 2015 ging bij 76 procent van de Nederlandse bedrijven personeel op cursus, zo blijkt uit het onderzoek. Grote bedrijven laten hun personeel vaker op deze manier bijscholen (96 procent) dan middelgrote (89 procent) en kleine bedrijven (72 procent). Grote bedrijven geven 1 100 euro per cursist per jaar uit, middelgrote en kleine bedrijven 1 000 euro.
In 2015 besteedden bedrijven in de delfstoffenwinning in doorsnee 2 800 euro per cursist, het meest van alle bedrijfstakken. Bovendien laten bedrijven in deze bedrijfstak hun personeel het vaakst een cursus doen en hieraan ook de meeste uren besteden. Horeca- en bouwbedrijven geven het minst uit aan cursussen, respectievelijk 700 en 600 euro per deelnemer. (Bron:
CBS,
27 dec. 2017)
MBO’ers met niet-westerse achtergrond na doorstroom naar HBO minder succesvol
MBO’ers met een niet-westerse migratieachtergrond stromen vaker door naar het
HBO dan anderen, maar zijn vervolgens minder succesvol. Bij de doorstroom en het studiesucces spelen naast migratieachtergrond nog veel meer achtergrondkenmerken een rol.
Van alle studenten met een niet-westerse achtergrond die doorstromen van MBO naar
HBO haalt 29 pROCent binnen vijf jaar het diploma. Bij hun medestudenten is dit 52 procent.
Volgens het
CBS is de groep MBO’ers met een niet-westerse migratieachtergrond inder succesvol op het HBO door uiteenlopende redenen. Zo zouden lager onderwijs- en inkomensniveau van de ouders en de gezinssamenstelling een rol kunnen spelen. Naast de migratieachtergrond zijn er nog veel oorzaken voor het studiesucces. Andere factoren die niet zijn meegekomen in het onderzoek en vaak ook moeilijker te meten zijn, zijn kennelijk van meer invloed. Te denken valt bijvoorbeeld aan intelligentie, motivatie, inspirerende docenten en de gekozen opleiding. (Bron:
CBS, 24 jan. 2018)
Jongeren met startkwalificatie presteren duidelijk beter op de arbeidsmarkt
Jongeren met een startkwalificatie (een diploma op minimaal MBO2-, havo- of vwo-niveau) doen het beduidend beter op de arbeidsmarkt dan degenen zonder startkwalificatie. Dit blijkt uit het op 8 februari 2018 verschenen studie van het
Centraal Planbureau (
CPB) waarvoor 230.000 jongeren gedurende negen jaar zijn gevolgd in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.
Deze conclusie geldt voor hen op alle onderzochte arbeidsmarktuitkomsten: werk, economische zelfstandigheid, baanzekerheid (vaker een vast contract) en werkzekerheid (meer tijd werkend doorgebracht na afstuderen).
Ouders stop met pushen, VMBO is geen bezigheidstherapie
Minister voor
Basis- en Voortgezet Onderwijs, Arie Slob, wil een einde maken aan het slechte imago van het VMBO als "vergaarbak" en een soort "restonderwijs". Ouders moeten dan ook stoppen met hun pogingen om hun kind met een VMBO-niveau naar de havo te krijgen.
Het aantal leerlingen op VMBO's daalt verder, zo werd in januari bekend. Slob signaleert een trend; hoger opgeleide ouders stellen alles in het werk om hun kind ook op een hoog schoolniveau te krijgen. Hij snapt wel dat een advocaat graag wil dat zijn zoon ook rechten gaat studeren. "Maar je moet niet je eigen idealen opleggen op een manier dat het verstikkend gaat werken." Het VMBO is een zeer goede opleiding, is de nadrukkelijke boodschap van Slob. Twee van zijn kinderen hebben ook op het VMBO gezeten. (Bron: NOS, 9 feb. 2018)
Lerarentekort in basisonderwijs leidt tot meer pabo-studenten
Het lerarentekort heeft een aanzuigende werking op de Lerarenopleiding Basisonderwijs (pabo's) . Het aantal aanmeldingen voor de lerarenopleiding in het basisonderwijs stijgt flink ten opzichte van vorig jaar. Vooral de deeltijdopleidingen, waarmee studenten versneld kunnen afstuderen, zijn in trek.
De aanhoudende onvrede in het basisonderwijs lijkt nieuwe studenten er niet van te weerhouden voor het vak te kiezen. Integendeel. Het aantal aanmeldingen van pabo's lag vorige week bijna 15 pROCent hoger dan vorig jaar. In totaal gaat het om drieduizend aanmeldingen. Het aantal aanmeldingen voor deeltijdstudies steeg zelfs met meer dan 50 pROCent. (Bron: De Volkskrant, 13 feb. 2018)
Ruim helft werkenden leert bij
Om aan het werk te blijven op de snel veranderende arbeidsmarkt is het voor mensen met betaald werk van belang dat ze zich regelmatig bijscholen. Werkenden, zowel werknemers als zelfstandigen, doen dat vooral buiten de schoolbanken. In 2016 volgt 52 procent van de 25- tot 65-jarige werkenden
scholing voor het werk. Het gaat dan om doorgaans kortdurende cursussen, bedrijfsopleidingen, trainingen, privélessen, workshops en seminars.
Laagopgeleiden volgen minder vaak werkgerelateerde cursussen dan hoogopgeleiden: 29 pROCent van de laagopgeleide werkenden neemt deel aan dergelijke cursussen, van de hoogopgeleiden is dit bijna 68 pROCent. Hoogopgeleiden worden hiervoor beduidend vaker dan laagopgeleiden gecompenseerd door hun werkgever. (Bron:
CBS, 5 mrt. 2018)
Voor nieuwe programmeerschool in Amsterdam zijn collegegeld en vooropleiding niet nodig
Collegegeld en vooropleiding zijn niet nodig; wel talent, creativiteit en doorzettingsvermogen. Op het voormalige marineterrein in Amsterdam verrijst de ideële ict-school Codam van TomTom-topvrouw Corinne Vigreux.
Jongeren in een jaar of drie leren programmeren en samenwerken om vervolgens uit te vliegen naar de Googles - of TomToms - van deze wereld. Vooropleiding noch collegegeld is vereist en de onderwijsmethode is onorthodox. De benodigde miljoenen komen van de ideële stichting van Vigreux, die ze in 2005 oprichtte met het geld dat binnen stroomde met de beursgang van TomTom.
Een van de doelstellingen van de stichting is het helpen van kansarme jongeren. Eerder al steunde de van oorsprong Française projecten met dat doel in Engeland en Frankrijk. (Bron: RSSCockpit,
9 mrt. 2018)
Bezuinigen op praktijkleren kost tienduizenden leer-werkbanen
VNO-NCW, MKB-Nederland en FNV maken zich ernstig zorgen over de financiering van het praktijkleren in de beroepsgerichte leerweg (BBL). Het ministerie van OCW heeft al een bezuiniging van 7 miljoen euro aangekondigd. 'Dat mag geen opmaat zijn naar het verder uitkleden van de subsidieregeling praktijkleren. Fors bezuinigen op de BBL kost 40.000 leer-werkbanen per jaar en met name in het mkb', zo waarschuwen de sociale partners. 'Terwijl die banen juist nu hard nodig zijn om de broodnodige vakmensen op te leiden en de tekorten in het mkb te bestrijden.'
Erkende leerbedrijven investeren zelf gemiddeld € 12.000 per jaar in een BBL-student (MBO, 4 dagen praktijk, 1 dag theorie). De subsidieregeling voorziet in een tegemoetkoming van maximaal € 2.700. Fried Kaanen, vice-voorzitter van MKB-Nederland en voorzitter van Koninklijke Metaalunie, vreest dat name in het mkb leerbanen zullen verdwijnen als de subsidie wegvalt. 'Voor kleinere bedrijven zijn die kosten het moeilijkst op te brengen. Die subsidie is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van de begeleiding van MBO-studenten op de werkvloer door een hiervoor getrainde praktijkbegeleider en is echt nodig om leerbanen betaalbaar te houden.' (Bron:
VNO-NCW, 21 jun. 2018)
Coalitie verdeeld over verlagen studiedruk eerstejaars, hoger onderwijs tegen
De coalitie is verdeeld over het voorstel van onderwijsminister Van Engelshoven om de druk op eerstejaarsstudenten aan universiteiten en hogescholen te verlichten. De universiteiten zijn verrast door het plan en zijn tegen. Ook de hogescholen voelen zich overvallen, maar zij willen niet inhoudelijk reageren.
De minister wil wettelijk regelen dat studenten vanaf 2020 na het eerste jaar door mogen met hun studie als ze 40 van de 60 studiepunten hebben gehaald. Nu ligt de lat bij de meeste universiteiten en hogescholen hoger. (Bron: 4Nieuws,
3 sep. 2018)
Studie Nederlands is alleen in het buitenland populair
Een studie Nederlands is in het buitenland vele malen populairder dan in Nederland zelf. De bachelorstudie trok hier vorig jaar ruim 700 studenten, verspreid over meerdere universiteiten. Over de grens volgen naar schatting 14 duizend studenten een opleiding Nederlands aan de universiteit.
Dit blijkt uit cijfers van Dienst Uitvoering Onderwijs (Duo) en de Taalunie. In Nederland is de interesse in de studie de laatste jaren gekelderd. Begonnen in 2008 nog meer dan 500 eerstejaars een studie Nederlands, vorig jaar waren dat er ruim 200. En dit jaar is het aantal eerstejaars opnieuw gedaald, blijkt uit een rondgang langs universiteiten. (Bron: De Volkskrant, 17 dec. 2018)
Anderstalige entreestudenten werken zich de blubbers
“Geef mij ze maar.” Zo ging teamleider Mar-Jan van Galen van
MBO Amersfoort met veertien studenten van start met de entreeopleiding voor anderstaligen (EVA). En daar heeft ze geen spijt van. Zes jaar later telt haar afdeling 360 studenten en kan ze al veel succesverhalen delen.
“De opleiding is elk jaar groter geworden”, vertelt Mar-Jan. “We geven les met 23 docenten en negen stagiairs die de opleiding sociaal werk volgen. Bovendien hebben we vier collega’s op het stagebureau. Onze studenten komen overal vandaan, van Afghanistan tot Oekraïne en Eritrea. Bij elkaar zijn dat wel dertig verschillende nationaliteiten. Maar voor het onderwijs maakt dat eigenlijk niet uit: iedereen spreekt verplicht Nederlands.” (Bron: Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, 4 okt. 2018)
40 nieuwe keuzedelen naar de minister
In vervolg op eerdere afspraken - zie boven alinea '
Meer vrijheid voor MBO in de regio' - presenteerde het bestuur van SBB op 2 oktober 2018 een nieuwe reeks keuzedelen aan minister Van Engelshoven van OCW. Naar verwachting zal de minister de keuzedelen op korte termijn vaststellen.
Er is een reeks van
40 nieuwe keuzedelen opgesteld. Voorbeelden zijn: Maken van een museumproduct, Verdieping keramiek: mallen maken en Werken met een industriële robot. (Bron: Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, 11 okt. 2018)
Extra middelen voor zij-instroom
VNO-NCW, MKB-Nederland en de MBO Raad zijn blij dat Onderwijsminister Van Engelshoven snel gehoor heeft gegeven aan hun gezamenlijke oproep om het budget voor zij-instromers te verhogen. De minister maakte tijdens een debat in de Tweede Kamer over de aanpak van het lerarentekort bekend dat zij voor dit jaar 1,8 miljoen euro extra uittrekt voor de subsidieregeling voor scholing en begeleiding.
Ook vanaf 2019 worden extra middelen beschikbaar gesteld voor de zij-instroomsubsidie. (Bron:
VNO-NCW, 11 okt. 2018)
Nieuwe MBO-portal KiesMBO.nl
Hoe werkt het
MBO? Welke beroepen vind ik interessant en uit welke opleidingen kan ik dan kiezen? Hoe groot is de kans dat ik een baan vind als ik mijn opleiding heb afgerond? Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ingrid van Engelshoven lanceerde vandaag op Helen Parkhurst in Almere de portal KiesMBO.nl.
KiesMBO.nl is de nieuwe
MBO-portal voor leerlingen en studenten die een keuze willen maken voor studie en beroep. De portal geeft jongeren in het VOo en
MBO en hun ouders een overzicht van
MBO-opleidingen, beroepen en toekomstige kansen op de arbeidsmarkt. Ook voor docenten en decanen is KiesMBO.nl een waardevolle tool, bijvoorbeeld ter ondersteuning van de lessen loopbaanoriëntatie en –begeleiding. De portal integreert de inhoud van de websites
MBO Stad en Beroepeninbeeld.nl, die voortaan naar KiesMBO.nl zullen doorverwijzen. (Bron: Beroepsonderwijs & Bedrijfsleven, 8 nov. 2018)
MBO vanuit werk of uitkering
In 2017/’18 volgden bijna een half miljoen mensen een
MBO-opleiding. Dat is meer dan bij het
HBO of
WO. Van de 127 duizend studenten die in 2016/’17 begonnen aan een MBO-opleiding kwamen 108 duizend van een vooropleiding (meest VMBO) en waren 12,5 duizend daarvoor werkende of uitkeringsontvanger. Deze laatste groep koos vooral voor zorgopleidingen.
Drie kwart van de werkenden en uitkeringsontvangers die in 2016/’17 aan een MBO-opleiding begonnen, waren 25 jaar of ouder. Van deze groep kozen 9 op de 10 voor de beroepsbegeleidende leerweg van het MBO. Hierbij combineren ze werk met een of twee dagen per week school.
Van de beroepsbevolking had 32 pROCent in 2017 MBO-2, -3 of -4 als hoogst behaalde onderwijsniveau. In 2003 was dit ongeveer net zo hoog. Deze diploma’s gelden als startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Dit is niet het geval voor VMBO en MBO-1. Het aandeel mensen zonder startkwalificatie is de afgelopen jaren steeds verder afgenomen. De groep mensen met een diploma op HBO-niveau of hoger is gegroeid. (Bron: CBS,
19 nov. 2018)
Vertraagde MBO-studenten krijgen financiële hulp
MBO-studenten die met een goede reden vertraging oplopen en daardoor hun studiefinanciering verliezen, krijgen in de toekomst financiële hulp van het ministerie van Onderwijs. Er wordt volgens het wetsvoorstel jaarlijks 10 miljoen euro voor vrijgemaakt.
Het gaat om studenten die bijvoorbeeld zwanger of ziek zijn. Ook leden van een studentenraad komen ervoor in aanmerking, evenals minderjarige studenten uit gezinnen met een minimuminkomen. Het geld wordt verdeeld onder alle
MBO-instellingen en die mogen het naar eigen inzicht uitgeven. Voor het hoger onderwijs bestaat al een fonds voor vertraagde studenten. (Bron: Metronieuws, dec. 2018)
Lerarenontwikkelfonds verder via CAOP
Het ministerie van OCW heeft het CAOP gevraagd om de ondersteuning van het Lerarenontwikkelfonds (LOF)* vanaf 1 januari 2019 op zich te nemen. Ook andere taken die bij de Onderwijscoöperatie lagen, gaan naar het CAOP: de samenwerking in Leraar 24 (met Kennisnet en het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek) en de ondersteuning van de Bevoegdhedencommisie nieuwe vakken. Dat laat minister Slob weten in de brief
Onderzoeken Onderwijscoöperatie, die hij op 7 december 2018 aan de Tweede Kamer stuurde. (Bron: CAOP, 19 dec. 2018.
* Het LOF is een subsidieregeling die wordt gecoördineerd door een programmateam van leraren uit het primair en voortgezet onderwijs.
Studie in Cijfers geactualiseerd
De gegevens van Studie in Cijfers zijn geactualiseerd. Voor alle
MBO-opleidingen zijn nieuwe gegevens beschikbaar over de studenttevredenheid, het startsalaris, de doorstroom binnen het
MBO en het percentage gediplomeerden met werk.
Studie in Cijfers is beschikbaar op de websites van alle deelnemende scholen. De cijfers worden ook gepubliceerd op
KiesMBO.nl. (SBB ontwikkelde Studie in Cijfers in opdracht van het ministerie van OCW. Zie ook:
Studie in Cijfers.
Minister van OCW informeert Tweede Kamer over evaluatie SBB
Minister Van Engelshoven van OCW informeerde op 21 januari 2019 de
Tweede Kamer per brief over de evaluatie van SBB. De minister noemt hierin de overheveling van wettelijke taken, in ruim drie jaar tijd, van zeventien kenniscentra naar één landelijke samenwerkingsorganisatie een prestatie van formaat.
Sinds 1 augustus 2015 is SBB bij wet verantwoordelijk voor taken die voorheen bij zeventien afzonderlijke kenniscentra waren belegd. Taken zoals het adviseren van de minister van OCW over de kwalificatiestructuur, de kwaliteitsborging en het zorgen voor voldoende aanbod van leerbedrijven. In 2018 is de wet geëvalueerd. Hieruit blijkt – zo schrijft de minister – dat SBB een prestatie van formaat heeft geleverd en dat de doelen van de wet grotendeels zijn gerealiseerd.
De evaluatie laat zien dat SBB*, hoewel het werk met fors minder middelen moest worden verricht, in staat bleek de wettelijke taken op hetzelfde niveau te vervullen. Verder blijkt dat de ‘bestuurlijke drukte’ over het geheel genomen werd verminderd. Onderwijs en bedrijfsleven geven aan dat één landelijke organisatie en gecoördineerde sectorale afstemming een betere basis biedt om versneld innovaties binnen de kwalificatiestructuur mogelijk te maken.
* Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) (in dit geval dus geen Staatsbosbeheer, ook afgekort SBB).
Mismatch talenten en bedrijfsleven groeit
De mismatch tussen talenten en het bedrijfsleven in Nederland groeit. Vaardigheden van professionals sluiten minder goed aan op de vraag naar skills vanuit werkgevers ten opzichte van vorig jaar. Dat blijkt uit de
Global Skills Index van
Hays.
Het indexcijfer ging van een 5.3 naar een 5.9. Dat is hoger dan de norm (5). De trend is niet alleen in Nederland zichtbaar, maar ook in de rest van Europa zijn er steeds meer vacatures en zoeken mensen tegelijkertijd langer naar werk. Met name Frankrijk, Luxemburg en Spanje hebben grote problemen met het matchen van vraag en aanbod. Buurlanden België en Duitsland ervaren de minste problemen, maar ook daar is een stijgende lijn zichtbaar. (Bron: About
HRM,
8 feb. 2019)
MBO opleidingsaanbod voor energietransitie
30 januari ondertekenden dertien organisaties uit het
MBO, het bedrijfsleven en de overheid het convenant
MBO-aanbod klimaattechniek. De organisaties willen komen tot een
MBO-opleidingsaanbod dat meebeweegt met de veranderingen in de energietransitie, circulariteit en klimaatadaptatie.
De afspraken uit het convenant sluiten aan op het recente ontwerp-klimaatakkoord en laten zien dat
MBO en bedrijfsleven inspringen op de vraag van de markt naar meer gespecialiseerde vakkrachten. De ministers Van Engelshoven (OCW) en Ollongren (BZK) tekenden het convenant samen met vertegenwoordigers van organisaties uit de sector Onderwijs en Bouw & Techniek.
De ondertekening vond plaats op een bijzondere locatie in Zoetermeer: de voormalige Tango-garage in de wijk Palenstein. Dit is een van de eerste wijken in Nederland die aardgasvrij wordt gemaakt. De gemeente Zoetermeer laat deze wijk ombouwen tot een innovatieve leeromgeving voor energietransitie voor onder meer de studenten van
MBO-Rijnland. (Bron: Beroepsonderwijs & Bedrijfsleven,
30 jan. 2019)
Pilots praktijkleren met de praktijkverklaring in MBO van start
Op 4 februari gingen twaalf regionale samenwerkingsverbanden van onderwijs, bedrijfsleven en organisaties voor werk en inkomen daadwerkelijk van start met de pilots praktijkleren met een praktijkverklaring in het
MBO.
De pilots zijn bedoeld voor werkzoekenden en werkenden zonder startkwalificatie, voor wie het behalen van een volledig
MBO-diploma (incl. entreeopleiding) of een
MBO-certificaat vooralsnog niet haalbaar lijkt. Op verzoek van de ministeries van OCW en SZW startte SBB eind 2018 in nauwe samenwerking met de Programmaraad (Divosa, VNG, UWV en Cedris) met de voorbereiding van regionale samenwerkingsverbanden op deelname aan de pilots.
De samenwerkingsverbanden zijn actief in de arbeidsmarktregio’s Fryslan, Groningen en Noord-Drenthe, Drenthe, Zwolle, Twente, Noord-Holland Noord, West-Brabant, Noordoost-Brabant, Midden-Limburg, Zuid-Limburg, Rijnmond en Holland Rijnland. Daarnaast gaat een landelijke pilot van start van werkgevers in de uitzendbranche onder regie van
stichting DOORZAAM (voorheen STOOF). (Bron: Beroepsonderwijs & Bedrijfsleven,
13 feb. 2019)
Frisse wind Roem & Poen voorkomt uitval
Een frisse wind. Daarmee helpen de praktijkopleider en stagiairs de uitval onder
MBO-studenten te voorkomen. Het erkende leerbedrijf
Roem & Poen, een project van
ROC West-Brabant, draait inmiddels zes jaar. Wat is het en hoe komt het zo succesvol?
Naar voorbeeld van MBORijnland in Leiden bieden onze eigen studenten sociaal werk als stage de deelnemende MBO-studenten een-op-een begeleiding. Het is dus voor en door studenten.”
In de eerste gesprekken gaan de stagiair van Roem & Poen en de student samen op zoek naar een droom. Hebben ze de droom gevonden, dan linken ze die aan een aantal beroepen. Daarop volgt een realitycheck door een bezoek aan een bedrijf, een open dag, enzovoorts. Pas dan kijken ze naar een passende opleiding. Is de student daarmee gestart of vervolgt hij of zij met nieuwe motivatie de huidige opleiding, dan blijft de stagiair – vaak ook vanuit de ontstane vriendschap – als nazorg contact houden. (Bron en meer: Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven,
4 mrt. 2019)
Kennis behouden over specialistisch vakmanschap
Hoe behouden we de kennis over het specialistisch vakmanschap? Om deze vraag te beantwoorden is een onderzoek gestart naar de verankering van het specialistisch vakmanschap.
Het onderzoek is gebaseerd op verschillende recente studies over het kleinschalig vakmanschap. Daarnaast zijn zes beroepen uit de sector onderzocht, namelijk: de natuursteenbewerker, de steigerbouwer, de creatief vakman, de schoenhersteller, de goud- en zilversmeden, juweliers en horlogemakers.
Uit de eerste resultaten van het onderzoek blijkt dat het kleinschalig specialistisch vakmanschap op de kaart staat bij de samenleving, beleid en politiek. De opleidingen en beroepen hebben een fundamentele plek in het
MBO gekregen. Dit is onder andere bereikt door de ophoging van de bekostigingsfactor, een eigen sectorkamer en marktsegmenten en het alleenrecht als een opleiding dreigt te verdwijnen. (Bron: BB,
12 mrt. 2019)
MBO-studentenfonds in de maak
De ministerraad heeft op voorstel van minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ingestemd met de oprichting van een
MBO-studentenfonds. Uit dit fonds kunnen
MBO-studenten die met een goede reden vertraging oplopen, een vergoeding van hun school krijgen als ze geen studiefinanciering meer ontvangen. Het gaat bijvoorbeeld om studenten die ziek zijn, zwanger worden of een beperking hebben.
In dit fonds wordt 10 miljoen euro gestort. Het beschikbare geld wordt verdeeld onder alle
MBO-instellingen. De instellingen zijn vrij om de precieze invulling van het fonds te bepalen, omdat zij de problematiek het beste kunnen inschatten.
De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer. Naar verwachting kan het wetsvoorstel in het najaar 2019 bij de Tweede Kamer worden ingediend.
100 miljoen extra voor onderwijs
Zoals in ieder jaar lekt de Voorjaarsnota van het kabinet voortijdig uit. Ook nu weer. In de Voorjaarsnota 2019 die uiterlijk 1 juni 2019 zal uitkomen, staat geschreven dat structureel 100 miljoen euro extra voor onderwijs is bestemd. Incidenteel komt hier voor de komende vijf jaar nog een bedrag van circa 90 / 100 miljoen euro per jaar bij.
Het onderwijs krijgt dit geld omdat er meer leerlingen en studenten zijn dan was geraamd. Een deel van het bedrag moet het techniekonderwijs, exacte vakken en ict stimuleren. Deze opleidingen zijn belangrijk voor de toekomst van Nederland.
Al met al zal in 2019 niet minder dan 42 miljard naar het ministerie van Onderwijs gaan.
Redactie: Opmerkelijk, geen woord over een verhoging van salarissen of komt dat nog?
Aan de slag met MBO-certificaten
30 april 2019 zijn de eerste veertien
MBO-certificaten voor beroepsgerichte onderdelen van opleidingen gepubliceerd in de Staatscourant. Met een
MBO-certificaat kunnen werkenden en werkzoekenden hun positie op de arbeidsmarkt versterken. Na de pilotscholen kunnen nu ook alle andere scholen samen met werkgevers ermee aan de slag.
In 2018 introduceerden beroepsonderwijs en bedrijfsleven een pilot voor veertien
MBO-certificaten, als nieuw instrument voor leven lang ontwikkelen. Datzelfde jaar zijn de pilotscholen al met de scholingstrajecten gestart. Nu minister van OCW Ingrid van Engelshoven de eerste veertien certificaten heeft vastgesteld, zijn ook andere scholen in de gelegenheid om daarmee aan de slag te gaan.
Leren in de praktijk naar een nog hoger niveau
VDL Groep in Eindhoven en SBB tekenden op 9 mei 2019 een
samenwerkingsovereenkomst. De partners intensiveren de samenwerking om de kwaliteit van het leren in de praktijk van stagiairs en
BBL*-studenten naar een nog hoger niveau te tillen.
Wereldwijd telt
VDL Groep 104 werkmaatschappijen. Van de 63 locaties in Nederland zijn 52 VDL-bedrijven erkend als leerbedrijf. In totaal begeleidt VDL jaarlijks ongeveer 450
MBO-studenten van niveau 1 tot en met 4 in uiteenlopende studierichtingen, zoals techniek (onder andere lassen, mechatronica, verspanen en assemblage), pROCestechnologie, economie, automotive en logistiek. De meer dan 100 VDL-praktijkopleiders worden ondersteund door een kleine groep adviseurs van SBB, zodat een optimale begeleiding van de stagiairs en
BBL-studenten gewaarborgd blijft.
*
BBL of
BOL, wat is het verschil? BBL staat voor een Beroeps Begeleidende Leerweg en een
BOL opleiding kent een Beroeps Opleidende Leerweg. Wat is het verschil? Het belangrijkste verschil zit in het feit dat de student in een BBL-traject een arbeidsovereenkomst heeft met een werkgever en daarnaast vaak een dag in de week les volgt bij bijvoorbeeld een ROC. Een student in een
BOL-traject heeft de juridische status van student/ scholier en loopt tijdens zijn opleiding één of meer stages bij een bedrijf of organisatie. Hierdoor heeft een
BOL-student recht heeft op studiefinanciering (mits hij/zij ook voldoet aan andere voorwaarden) en een BBL-student heeft dat niet. Het laatste geldt als de student ouder is dan 18 jaar.
Verdere stijging aantal MBO-vacatures
In 2018 ontstonden ruim 541.000 vacatures op
MBO-niveau. Dit is een stijging van 7 procent ten opzichte van een jaar eerder. De stijging geldt voor veruit de meeste beroepsgroepen. De grootste stijging is te zien bij retail, technische installaties en systemen, winkelambacht en transport en logistiek. Van een daling is met name sprake bij zorg, afbouw en onderhoud en metaal en metalektro.
De instroom van jongeren in de WW is in de periode van januari tot en met april 2019, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, afgenomen met 4 procent. Die daling gold voor de meeste sectoren, vooral in de landbouw, bosbouw en visserij, de detailhandel en de uitzendbranche. Van een toename is sprake in de horeca, het openbaar bestuur, vervoer en opslag en de bouwnijverheid.
De regio’s met de grootste afname zijn Gorinchem, Zeeland en Stedendriehoek en Noordwest-Veluwe. De regio’s met een toename van het aantal nieuwe WW-uitkeringen voor jongeren zijn Helmond-De Peel, Flevoland, Midden-Brabant en Noordoost-Brabant.
Nieuwe opleidingsaanpak volwassenen in de zorg
De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en ActiZ hebben de handen ineengeslagen voor een nieuwe opleidingsaanpak voor volwassenen: via leereenheden. Deze aanpak maakt van maatwerk voor doorstromers en zij-instromers realiteit. Tijdens het congres (mei 2019) ‘Onderwijs op maat’ maakten alle betrokken partijen uit de branches en het onderwijsveld de balans op, na een succesvolle eerste fase met toepassing van leereenheden. Er was unanimiteit over het volgende doel: een landelijke dekking.
Door de dubbele vergrijzing (maatschappelijk en sectoraal) groeit het personeelstekort in zowel de gehandicaptenzorg als de ouderenzorg. Veel nieuwe medewerkers moeten aangetrokken worden via zij-instroom, maar zonder relevant zorgdiploma kunnen ze niet zomaar aan de slag. Voor medewerkers die willen doorstromen is een extra opleiding erbij vaak een flinke belasting. Voor de huidige en voor de vele nieuwe, volwassen instromers die nodig zijn, is het daarom noodzakelijk dat het beroepsonderwijs beter aansluit bij hun wensen en leerbehoeften.
Door, met steun van de
VWS-directie Langdurige Zorg, opleidingen in kleinere eenheden aan te bieden, wordt het aantrekkelijk om voor de zorg te kiezen of door te stromen naar een andere functie of branche. De MBO-certificaten of diploma’s die met de leereenheden behaald kunnen worden, hebben civiel effect en dus binnenkort een landelijke dekking. Hierdoor worden zij-instroom en doorstroom makkelijker dan ooit. Deze aanpak brengt voor belangstellenden bovendien werk en privé beter in balans.
Buitenlandse studenten: positieve en negatieve ervaringen in Nederland
De enquête (begin 2019) is afgenomen op initiatief van het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO), de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en het Erasmus Student Network Nederland (ESN). Deze drie organisaties constateren dat het aantal internationale studenten in Nederland snel stijgt en willen daarom graag weten hoe deze studenten hun verblijf in ons land ervaren.
Positief
- niveau docenten
- inzet van de universiteit
- Nederlandse universiteiten onderscheiden zich door hun internationaal oriëntatie
Negatief
- vaak geen betaalbare woningen: buitenlandse studenten maken minder kans en/of moeten soms meer huur betalen
- geen mogelijkheden Nederlands te leren
- vinden van aansluiting bij Nederlandse medestudenten
- het missen van psychische ondersteuning, velen ervaren zeer tot extreem veel stress
Bezuinigingen SBB
De Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) stuurde op
26 juni 2019 een brief aan de Tweede Kamer om aandacht te vragen voor een op handen zijnde bezuiniging van 1,5 miljoen euro. Uit de Voorjaarsnota bleek dat het ministerie van OCW heeft besloten om geen loon- en prijsbijstelling aan SBB uit te keren.
Beroepsonderwijs en bedrijfsleven werken binnen SBB samen aan de optimale aansluiting tussen beroepsonderwijs en arbeidsmarkt. Een aansluiting die, juist in deze tijden van grote tekorten op de arbeidsmarkt en de daaruit voortkomende noodzaak tot een leven lang ontwikkelen, van groot belang is. Daarbij komt dat het aantal bbl-studenten toeneemt. Het niet uitkeren van de loon- en prijsbijstelling aan SBB komt neer op een bezuiniging van structureel 1,5 miljoen euro.
De brief is ondertekend door bestuursvoorzitter van SBB Ineke Dezentjé Hamming en duovoorzitter Ton Heerts. Hij is mede verstuurd namens de
MBO Raad,
VNO-NCW, MKB-Nederland, NRTO, LTO Nederland, FNV, CNV, AOb en UnieNFTO.
Nieuwe School Autotechniek, topopleiding MBO niveau 3 en 4
De nieuwe opleiding is opgezet door ROC Midden Nederland in samenwerking met Innovam en Goflex, aanbieder van werk-leertrajecten. De proef met deze nieuwe opleiding start met ten minste twaalf leerlingen. Ingangsdatum is september 2019.
Een nieuwe opleiding, daar wil onze redactie meer van weten en bellen we met Sjef ten Berge van Goflex. Hij licht toe wat dit opleidingstraject bijzonder maakt. “HBO is voor veel gemotiveerde leerlingen te theoretisch, terwijl wij zien dat het MBO nadrukkelijk is toegespitst op de huidige techniek die er zo nu en dan niet meer toe doet. Wij mikken op de praktische technicus die het qua opleiding verder schopt dan de basis MBO-leerling.”
Lees meer over deze nieuwe beroepsopleiding.
Site Beroepsonderwijs en bedrijfsleven
Deze site geeft de lezer informatie over tal van onderwerpen. Eerst getallen over de aantallen
BBL- en
BOL-studenten die, in studiejaar 2018-2019 - gerangschikt volgens de niveau's 1 t/m 4, dit onderwijs volgen. Het zijn er bijna 500.000.
De site laat het daar niet bij
- Onderwijsinstellingen / MBO-instellingen verzorgen het onderwijs. Er zijn 43 ROC's (regionale opleidingscentra), 12 AOC's (agrarische opleidingscentra) en 11 vakscholen. Daarnaast bieden ook particuliere instellingen MBO-opleidingen.
- Arbeidsmarkt / In Nederland werken ruim 8,5 miljoen mensen, waarvan ongeveer 3,5 miljoen het middelbaar onderwijs als hoogst behaald onderwijsniveau hadden. Zij werken in veel verschillende sectoren. De jaarlijkse vervangingsvraag naar net afgestudeerde MBO-studenten is groot.
- Stageplaatsen en leerbanen / MBO-studenten volgen een deel van hun opleiding in de praktijk. Dat gebeurt bij 247.000 erkende leerbedrijven, waarvan er 9.500 zijn gevestigd in het buitenland. Meer dan 300.000 praktijkopleiders begeleiden deze jongeren. Meestal zijn deze praktijkopleiders gecertificeerd. De 430 adviseurs praktijkleren van SBB ondersteunen hen.
- Praktijktijd / Jaarlijks sluiten bedrijven en studenten ruim 450.000 praktijkovereenkomsten af. BOL-studenten hebben een praktijktijd van meer dan 40% van hun opleiding. BBL-studenten brengen 80% van hun studietijd in de praktijk door. Studenten komen na hun diplomering vaak in dienst van hun stagebedrijf: 40% van de BOL-studenten en 82% van de BBL-studenten.
Ga desgewenst komende jaren naar de site, type op internet ''Beroepsonderwijs en bedrijfsleven'' en je komt er vanzelf.
Maatschappelijke kosten en baten beroepsbegeleidende leerweg (BBL)
De beroepsbegeleidende leerweg (
BBL) combineert een middelbare beroepsopleiding met het minimaal drie dagen per week opdoen van praktijkervaring bij een leerbedrijf. Die combinatie blijkt van grote maatschappelijke waarde voor Nederland. Het saldo van maatschappelijke kosten en baten van de
BBL bedraagt bijna 1,4 miljard euro per jaar.
De baten zitten vooral in een hogere productie door de ontwikkeling van meer kennis en vaardigheden bij
BBL-studenten, waardoor de arbeidsproductiviteit hoger ligt en de werkloosheid lager dan in een situatie zonder
BBL-opleiding. Tegenover die baten staan vooral hogere kosten voor de begeleiding van
BBL-studenten door medewerkers van leerbedrijven en – in mindere mate – door MBO-instellingen.
MBO-ers studeren na behalen examen niet verder
MBO-studenten kiezen steeds vaker voor een baan in plaats van verder studeren. In 2010 studeerde 44 procent van de
MBO-ers door, in 2018 was dat nog 39 procent. De redenen zijn duidelijk:
- Voor afgestudeerde MBO-ers is het anno 2019 gemakkelijk een baan te vinden. Jongens veelal in de bouw en techniek, meisjes vooral in de zorg.
- Het bij- en verder studeren kan vaak binnen de baan.
- Het volgen van hoger onderwijs is vanwege het leenstelsel niet populair.
(Bron:
CBS, De Telegraaf, derden)
Nieuwe MBO-certificaten voor medewerkers thuiszorg
Op 30 september 2019 reikte minister van OCW Ingrid van Engelshoven de eerste
MBO-certificaten voor beroepsgerichte onderdelen van een opleiding uit aan 34 medewerkers van Haagse Wijk- en Woonzorg, variërend in leeftijd van 34 tot 62 jaar. Met deze certificaten zijn de werknemers breder inzetbaar én blijven ze behouden voor de sector.
De medewerkers haalden eerder het diploma Helpende zorg en welzijn op niveau 2. Zij verrijken dat nu met een
MBO-certificaat, behaald na afronding van een onderdeel van de opleiding Verzorgende IG* op niveau 3. (Bron:
Beroepsonderwijs & Bedrijfsleven)
* IK ben ik, IJ bent jij of het water bij Amsterdam, maar wat betekent nu IG? Na enig zoeken: Individuele Gezondheidszorg.
Jongeren zonder startkwalificatie werken minst vaak
In 2018 had ruim twee derde van de jongeren van 15 tot 27 jaar betaald werk. Jongeren met een startkwalificatie waren vaker aan het werk dan jongeren zonder startkwalificatie. Degenen met een startkwalificatie die geen onderwijs meer volgden hadden het vaakst werk, jongeren zonder startkwalificatie die nog wel onderwijs volgden het minst vaak. Dat meldt het
CBS op basis van de Landelijke Jeugdmonitor. (Bron:
CBS,
29 okt. 2019)
Alumni omscholen om personeelskrapte te bestrijden
Hogescholen willen een grotere rol gaan spelen in het oplossen van de enorme personeelstekorten. De Nederlandse hogescholen willen alumni* gaan aanschrijven om ze te attenderen op banen in sectoren met personeelstekorten. Volgens voorzitter Maurice Limmen van de Vereniging Hogescholen kunnen hbo-instellingen zo op grote schaal mensen omscholen en de problemen op de arbeidsmarkt tegengaan.
Limmen wil het contact met alumni intensiveren in het kader van een leven lang leren en omdat veel mensen in de toekomst hun baan zullen verliezen. 'We willen dat het logisch wordt dat mensen bij ons terugkeren', zegt Limmen. Limmen wijst voor de financiering naar drie partijen: de onderwijsinstellingen, de werkgevers en de overheid. 'Er zijn een heleboel mensen die het geld niet hebben liggen om zich om te scholen en er zou een publieke financiering moeten komen voor publiek onderwijs'. (Bron: BNR, 4 nov. 2019)
* Alumni: Oud studenten en afgestudeerden van een universiteit of hogeschool.
Docenten in hoger onderwijs krijgen eigen prijs
De overheid komt met een Onderwijsprijs om goed onderwijs aan hogescholen en universiteiten te waarderen. De onderscheiding wordt jaarlijks uitgereikt aan een docententeam van een hogeschool en een universiteit.
De winnende groepen krijgen elk 2,5 miljoen euro, die bedoeld is als een „steun in de rug”, aldus onderwijsminister Ingrid van Engelshoven. De werkdruk in het hoger onderwijs is enorm hoog „Het piept en het kraakt”, zei Van Engelshoven in het programma WNL
(Bron: Metro, 1 dec. 2019).
Eenvoudiger regels voor keuzedelen
Er moeten minder en eenvoudiger regels komen voor keuzedelen in het mbo, dat vindt minister van OCW Ingrid van Engelshoven. Daarom stuurde de minister vandaag een brief aan de Tweede Kamer met een veranderaanpak (18 december 2019). SBB* is verheugd over de voorstellen, waar vermindering van administratieve lasten en behoud van kwaliteit hand in hand gaan.
* SBB: Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven
Mbo-studenten volgen keuzedelen om zich te verbreden of verdiepen of om zich voor te bereiden op een vervolgopleiding. Op dit moment is het aanbod aan keuzedelen vaak beperkt. Doordat de minister daarin meer vrijheid biedt, kunnen studenten zich door meer maatwerk beter voorbereiden op een baan of vervolgopleiding. Voor scholen zorgen de maatregelen tot vermindering van administratieve lasten.
Een andere maatregel waarmee de minister de toepassing van keuzedelen verder wil verbeteren, is een korter en eenvoudiger proces van totstandkoming van nieuwe keuzedelen. Met name in de regio krijgen scholen en bedrijven meer ruimte om naar behoefte keuzedelen te ontwikkelen. Op die manier kunnen scholen ontwikkelingen en innovaties sneller in het onderwijsprogramma verwerken.
Beroepsonderwijs en bedrijfsleven geven impuls aan een leven lang ontwikkelen
Beroepsonderwijs en bedrijfsleven zien kansen op het gebied van een leven lang ontwikkelen in het mbo, zodat werkenden en werkzoekenden een goede positie houden op de arbeidsmarkt en in de samenleving. De tien praktische, realistische en effectieve voorstellen die dat mogelijk maken zijn gebundeld in een positionpaper. De ministers ontvingen de eerste exemplaren uit handen van voorzitter van SBB Ineke Dezentjé Hamming, duovoorzitter Frank van Hout en directievoorzitter Hannie Vlug. (Datum:
30 jan. 2020)
70 duizend jongeren zonder startkwalificatie hebben geen werk
Van de 181 duizend jongeren van 15 tot 27 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs hebben verlaten, hadden 70 duizend geen werk in 2019. Dat zijn er relatief veel vergeleken met de jongeren die wel een startkwalificatie hebben. Een veel voorkomende reden om niet te werken is een ziekte of beperking. Als ze werk hebben, is dat vaker op een lager beroepsniveau dan werkende leeftijdsgenoten met een startkwalificatie. Van de 625 duizend jongeren die geen onderwijs volgen, maar wel een startkwalificatie hebben, hebben 66 duizend geen werk. (Bron:
CBS, 19 feb. 2020)
Aanpassing dienstverlening SBB tot en met 6 april 2020
De dienstverlening van Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBB) aan leerbedrijven en scholen blijft grotendeels beschikbaar. De maatregelen die in het hele land gelden door het coronavirus leiden tot en met 6 april 2020 wel tot een aantal aanpassingen.
Aspirant-leerbedrijven
SBB adviseert scholen om studenten vooral bij bestaande leerbedrijven te plaatsen. Adviseren en erkennen van aspirant-leerbedrijven ter plaatse kunnen we nu niet doen. Erkenningen aan aspirant-leerbedrijven kunnen we dus voorlopig ook niet afgeven. SBB kan de kwaliteit en veiligheid van de leeromgeving van de student anders onvoldoende beoordelen.
Uitbreiding van erkenningen bij bestaande leerbedrijven
De erkenningsaanvragen die binnenkomen bij bestaande leerbedrijven (uitbreiding of verlenging) handelt SBB zo veel mogelijk tijdig telefonisch of via Skype af.
Vervangende stageplaatsen voor studenten
We krijgen signalen dat studenten soms niet meer bij hun leerbedrijf terechtkunnen voor hun stage. Is er voor een student een vervangende stageplek nodig? Dan kunnen studenten, ouders of de school een melding doen. Een adviseur van SBB kijkt dan samen met de school of er een vervangende, reeds erkende stageplek in de buurt beschikbaar is.
(Bron: SBB, 20 mrt. 2020)
Vervolg dienstverlening SBB tot 1 juni 2020
De dienstverlening van SBB aan leerbedrijven en scholen blijft grotendeels beschikbaar. De maatregelen die in het hele land gelden door het coronavirus leiden tot 1 juni wel tot een aantal aanpassingen. (Bron en meer details, Beroepsonderwijs Bedrijfsleven,
3 apr. 2020)
Statushouders volgen vaker mbo-opleiding en op steeds hoger niveau
Van de asielzoekers die in 2015 een verblijfsvergunning kregen, volgde 43 procent op 1 oktober 2019 onderwijs. De meesten deden dan een mbo-opleiding. Sinds 2015 volgen de statushouders* ook steeds vaker een mbo-opleiding op een hoger niveau. (Bron:
CBS, 17 apr. 2020)
* Statushouder: Asielzoeker van wie het verzoek is ingewilligd en die een (legale) verblijfsstatus heeft gekregen.
Werkgevers krijgen extra subsidie voor aanbieden BBL-plekken
De regering komt bedrijven in de sectoren landbouw, horeca en recreatie de komende vijf jaar tegemoet in de loonkosten voor plekken in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Voor dit doel komt een extra 10,6 miljoen euro beschikbaar. Dat is de uitkomst van de motie Heerma (CDA) die onlangs tijdens de behandeling van de Wet arbeidsmarkt in balans is aangenomen. De motie gaat samen met een investering in de scholing van werknemers van jaarlijks 12 miljoen euro. (Bron: (
VNO-NCW,
14 mei 2020)
Voorschot Praktijkleren MBO 2019-2020
De
RVO, Rijksdienst voor ondernemend Nederland, gaat voor de subsidieregeling Praktijkleren voorschotten uitkeren. Dit maakte zij op 8 mei jl. bekend op hun website. Het doel van de voorschotregeling is om werkgevers tijdens de coronacrisis tegemoet te komen in reeds gemaakte kosten, en om te bevorderen dat praktijkleerplaatsen in het mbo kunnen blijven bestaan. Goed nieuws voor veel organisaties!
In de vierde week van mei opent het loket voor deze aanvragen en kan je als organisatie je verzoek tot voorschot praktijkleren indienen. Maar let op, niet voor alle leerlingen kun je een voorschot aanvragen. Heb je als organisatie mbo-leerlingen die actief zijn geweest in de periode 1 augustus 2019 t/m 16 maart 2020, dan komen zij in aanmerking voor de voorschotten. Dit betekent dus dat er voor hbo-leerlingen en promovendi vooralsnog geen voorschot aangevraagd kan worden. (Bron: OAZ,
14 mei 2020)
Auping houdt thuiswerkende mbo-studenten bij het bedrijf betrokken
4 miljoen mondkapjes voor de zorg, daarmee haalt bedden- en matrassenproducent Koninklijke Auping de laatste weken volop het nieuws. Erkend voor meer dan dertig mbo-opleidingen, is het bedrijf ook voor scholen in de regio van belang. Zelfs nu de stagiairs noodgedwongen thuiszitten, houdt het bedrijf ze betrokken.
Ook als erkend leerbedrijf timmert Auping aan de weg. Zo begeleiden de praktijkopleiders aankomende vakmensen die een opleiding volgen tot meubelstoffeerder, machinaal houtbewerker, commercieel medewerker, monteur elektrotechnische installaties, bedrijfsadministrateur, ruimtelijk vormgever, enzovoorts. (Bron:
26 mei 2020)
Vanaf juni 2020 Subsidie Praktijkleren weer mogelijk
Heeft u een werk- leerplaats gedurende het schooljaar 2019/2020 aangeboden? Dan heeft u mogelijk recht op de Subsidie Praktijkleren. Het maximale subsidiebedrag per deelnemer bedraagt 2.700 euro subsidie per schooljaar.
De Subsidieregeling Praktijkleren is er om werkgevers te stimuleren om leerplaatsen aan te bieden en is een tegemoetkoming in de kosten voor de begeleiding van een leerling of student. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de werk- leerplaats gedurende het schooljaar 2019/ 2020 zijn aangeboden aan een leerling die deelneemt aan onderwijs binnen een van de vele categorieën. (Bron en overzicht categorieën: Flynth,
28 mei 2020)
Begeleiding bij het zoeken naar nieuw werk en inkomen
Door het corona-virus verdwijnt of verschuift werk. Tegelijkertijd ontstaat er ook nieuw werk. Het kabinet wil de mensen die nu in onzekerheid verkeren de zekerheid geven dat ze aanspraak kunnen maken op passende begeleiding bij het zoeken naar nieuw werk en inkomen. Kabinet, werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties,
UWV, gemeenten en scholen gaan hiervoor intensief samenwerken. En waar dat nodig is achter één loket. De inzet is dat mensen direct van de ene baan naar de andere gaan zonder in een uitkering terecht te komen. (Bron: Rijksoverheid,
23 sep. 2020)