Bedrijfsvakschool

Datum laatste wijziging: 16 februari 2019  |  Trefwoorden: , , ,

Inhoud

  1. Inleiding
  2. Groei
  3. Bedrijfsvakschool Tata Steel
  4. Proef ondernemingen rechtstreeks financieren die een bedrijfsschool hebben
  5. Bedrijfsvakschool Techniek Drenthe
  6. Maintec Automotive leidt zelf personeel op
  7. Bedrijfsscholen terug van weggeweest
  8. DEEN leerbedrijf en praktijkopleider in de sector handel
  9. Leerbedrijf worden?
  10. Start experiment om mbo-opleidingen regionaal vorm te geven

Inleiding

In de jaren negentig van de vorige eeuw stopten veel bedrijven met hun vakschool omdat die te duur werd. Inmenging van de overheid maakte opleiden bovendien ingewikkeld. De overheid legde steeds meer nadruk op goed algemeen vormend onderwijs voor de hele bevolking. Dat betekende dat vakken als Nederlands, Engels, rekenen en burgerschap in elke vervolgopleiding verplicht werden. De overheid legde de taak te examineren neer bij Regionale Opleidingscentra (ROC’s) en verplichtte een bepaald aantal klokuren theorieonderwijs.

ROC’s namen het werk van de bedrijfsvakscholen over. Dit ging niet altijd van harte. Kritische noten waren veelvuldig en hardnekkig: 'Veel ROC’s laten technische leerlingen bergen papierwerk produceren en hebben te weinig oog voor het handwerk in de dagelijkse praktijk' en 'ROC's luisteren slecht naar de wensen van bedrijven met leerwerkplekken.'

Marije Hulsbosch van de MBO Raad, de brancheorganisatie van de ROC’s, wordt moe van de discussie dat onderwijs en arbeidsmarkt slecht op elkaar zouden aansluiten. 'Mbo-scholen zitten bijna dagelijks met bedrijven om tafel om naar hun wensen te luisteren. Maar het mbo moet van de overheid steeds breder opleiden. Het wordt te duur kleine, specialistische opleidingen in de lucht te houden', 'En als bedrijven studenten dan toch specialistisch willen scholen, zetten ze een bedrijfsvakschool op. Samen met een mbo-school. Want die hebben ze nodig voor scholing en examinering. Dus bij bedrijfsvakscholen werken bedrijven en mbo-scholen nog altijd samen. Alleen net op een andere manier.' (Bron: NRC, 16 nov. 2013)

Groei

Het aantal bedrijfsvakscholen groeit. Hiermee proberen bedrijven de tekorten aan geschoold personeel op te vangen en kunnen ze het onderwijs beter laten aansluiten bij de praktijk van hun eigen bedrijf. Komend schooljaar beginnen verschillende nieuwe initiatieven, waaronder De Techniek Academie.

Hans Mulder, beleidsmedewerker van het opleidingsfonds van de grootmetaal, het A+O Metalelektro: 'Het komt steeds vaker voor dat bedrijven de lead nemen, omdat ze zien dat het de ROC's niet gaat lukken. ROC's lopen achter. Dat kan je ze niet kwalijk nemen. Bedrijven innoveren voortdurend, Nederland staat in de top-tien van patenten, en ROC's kunnen dan niet elke keer het laatste machinepark op school hebben staan.'

Inmiddels zijn er zeker vijftig bedrijfsvakscholen. Ook slaan bedrijven soms de handen ineen om in de regio hun eigen opleiding van de grond te krijgen. Het bedrijfsleven wil de daling van het aantal leerlingen dat een technische opleiding kiest een halt toe roepen. 'Techniek moet je doen,' zegt Jacques de Groot, projectleider van De Techniek Academie. 'Maar het is veel minder zichtbaar geworden, waardoor jongeren geen goed beeld meer hebben van het vak.'

Vaak komen de leerlingen in het eerste of tweede jaar al in dienst van een bedrijf en verdienen het minimumloon. De kosten komen voor een groot deel voor rekening van de bedrijven en betalen zich snel terug.

Bedrijfsvakschool Tata Steel

Tata Steel, voorheen Corus, in Velsen, heeft de bedrijfsvakschool altijd in stand gehouden als strategisch instrument om de instroom en kwaliteit van het personeel te kunnen beïnvloeden. Rolf Deen van de Tata Steel Academy: “Een leerling die van onze bedrijfsschool komt, kan meteen in het productie proces worden ingezet. Dat scheelt twee tot tweeënhalf jaar inwerktijd. (Bron: De Volkskrant)

In het gevecht op de arbeidsmarkt om technisch personeel heeft Tata Steel een voorsprong dankzij de eigen bedrijfsschool die in 1939 werd opgericht door Hoogovens. ‘Ruim de helft van al onze medewerkers in de productieafdelingen is via onze bedrijfsschool binnengekomen’, zegt Jeroen Klumper die de Academy ruim twee jaar lang heeft geleid. Het FD schetst de aanpak en positionering van deze bedrijfsschool die opleidt in procestechniek, werktuigbouw, elektrotechniek en logistiek. Wie deze bbl-opleiding voltooid, krijgt een landelijk erkend mbo-diploma en een baan. De leerlingen leren in achttien weken praktische vaardigheden en zijn dan klaargestoomd om de fabriek in te gaan, leren in de praktijk verder.

Maarten Schouten, manager recruitment Tata Steel Europe, merkt dat arbeidsmarktcommunicatie steeds belangrijker voor bedrijven. “Open dagen, banenmarkten, social media, je moet alle knoppen bedienen om de juiste mensen hier te krijgen. Zeker wat betreft toptechnici concurreren we met de Shells, de Akzo’s en de Heinekens van deze wereld.” Lees meer, bron: FD, 17 januari 2017

Proef ondernemingen rechtstreeks financieren die een bedrijfsschool hebben

Minister Bussemaker is bereid te kijken of er een proef kan plaatsvinden met het rechtstreeks bekostigen van bedrijven die MBO-scholieren opleiden binnen hun bedrijf. Het rechtstreeks bekostigen van bedrijven mag (nog) niet. Het gaat om bedrijven die jongeren opleiden en daarvoor docenten, lokalen en materiaal uit eigen middelen ter beschikking stellen.

Anno 2015 moeten de bedrijfsscholen nog een samenwerkingsverband dienen te hebben met een erkende school op MBO- en/of HBO-niveau. In Nederland zijn er circa 60 bedrijfsscholen, die 20 tot 50 leerlingen opleiden.

Bedrijfsvakschool Techniek Drenthe

Bedrijfsvakschool Techniek Drenthe (BVT) is gevestigd in Zuidoost Drenthe. Een stichting met verschillende technische bedrijven uit Zuidoost Drenthe als leden. De BVT is een kleinschalig initiatief en houdt zich bezig met het behoud en instroom van technici op het gebied van verspanen. De BVT heeft een modern ingericht opleidingscentrum aan de Anna Paulownalaan in Emmen. In deze ruimte wordt zowel de praktijk, als de daarbij behorende theorielessen gegeven. In het praktijkcentrum komt de leerling in aanraking met verschillende conventionele- en CNC-machines en materialen.

BVT Drenthe biedt een leer- en werkovereenkomst aan; deze overeenkomst heeft de duur van de opleiding. Tijdens de opleiding is de leerling in dienst van BVT Drenthe en leiden ze hem/haar op tot een goede vakman/vrouw in een technisch beroep. De leerling krijgt les en ondersteuning van gekwalificeerde docenten en instructeurs. Zij werken of hebben zelf jarenlang gewerkt in het bedrijfsleven en weten waar een goede vakman/vrouw aan moet voldoen. Tijdens de opleiding is de leerling verzekerd van werk en inkomen. (Bron: RegioHoogeveen.nl, 5 juli 2016)

Maintec Automotive leidt zelf personeel op

Maintec Automotive heeft Carflex Academy opgericht, om cursisten op te leiden voor veelgevraagde automotive-functies. In een eigen garage in Zeist stoomt Maintec cursisten klaar voor de arbeidsmarkt. Daarbij maakt men gebruik van de ervaring die is opgedaan in fietstechniek, met Bikeflex Academy.

Ook gemeenten en UWV’s hebben belangstelling. Omdat de startkwalificaties beperkt zijn, zien zij het als een kans om mensen uit een uitkeringssituatie te krijgen. (Bron: About HRM, 25 sep. 2017)

Bedrijfsscholen terug van weggeweest

Alleen al in de technologische industrie zijn er tegenwoordig zo’n 60 bedrijfsscholen. Daarmee beleeft de vakschool een ware heropleving.

Brancheorganisaties als de FME zien dat er nu weer meer aandacht voor bedrijfsscholen vanuit het bedrijfsleven. ‘Het is niet zozeer dat bedrijven weer eigen bedrijfsscholen oprichten volgens het klassieke model’, laat de brancheorganisatie weten. Het doel is niet meer om jonge werknemers te kneden en ze veertig jaar bij het bedrijf te houden. ‘De observatie is nu veel eerder dat bedrijven erop anticiperen dat er te weinig goed opgeleide jongeren in de techniek en ict zijn en dat reguliere opleidingen moeite hebben mee te bewegen met de voortdurend veranderende behoeften van bedrijven.’

De opleiding bestaat uit zes weken in de schoolbanken op het lokale ROC. De rest van het schooljaar is het volle bak aan de slag, het vak leren op de werkvloer. (Bron: De Volkskrant, 10 okt. 2018)

DEEN leerbedrijf en praktijkopleider in de sector handel

Bij DEEN is het opleiden en ontwikkelen van talenten een kernwaarde. Al meer dan 10 jaar biedt DEEN als werkgever al haar werknemers de mogelijkheid om een MBO- of HBO-studie te volgen. Deze opleidingen worden vanuit het eigen opleidingshuis door DEEN zelf verzorgd in samenwerking met NCVB Bedrijfsopleidingen. Voor de HBO-opleiding wordt samengewerkt met hogeschool Stenden. (Bron en meer: MT, 27 okt. 2018)

NB: Zie ook de prijs 2017 voor de Beste Werkgever (Glassdoor).

Leerbedrijf worden?

U wilt erkend leerbedrijf worden omdat u een mbo-student gaat begeleiden of er een zoekt. Om leerbedrijf te worden moet u eerst een erkenning aanvragen.

Erkenning aanvragen

Voordat u de echte erkenningsaanvraag start, doorloopt u een korte vragenlijst. Daardoor ziet u, wat er nodig is om uw aanvraag tot een succes te maken. Vervolgens kunt u direct doorgaan met de echte aanvraag. Een adviseur praktijkleren van SBB neemt binnen tien werkdagen contact met u op, om de aanvraag te bespreken. (Bron en meer informatie: BB., nov. 2018)

Start experiment om mbo-opleidingen regionaal vorm te geven

Volgend kalenderjaar start een experiment waar mbo-instellingen de ruimte krijgen om samen met werkgevers de aansluiting tussen hun onderwijs en de (regionale) arbeidsmarkt te versterken. De ministerraad heeft met dit experiment ingestemd op voorstel van minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Binnen het experiment Ruimte in de regio krijgen instellingen meer ruimte voor innovatie en regionale invulling van het onderwijsprogramma. Ze kunnen zelf – in samenspraak met werkgevers – opleidingen gaan ontwikkelen en ontwerpen. Deze opleidingen bestaan uit een landelijk deel, een regionaal deel en mogelijk een regionaal keuzedeel. In het regionaal deel kunnen instellingen het onderwijs afstemmen op de specifieke behoeften van de regionale arbeidsmarkt. Dit doen zij samen met lokale werkgevers. (Bron: Rijksoverheid, 7 d