In 2014 werkten ongeveer 55.000 mensen bij Europese instellingen. Ongeveer 33.000 ambtenaren werken voor de Europese Commissie, bij het Europees Parlement werken 6000 ambtenaren en de overige 16.000 mensen zijn medewerker bij één van de overige instellingen en agentschappen van de Europese Unie of werken als tolk/vertaler. In 2013 werd 5,6 procent van de EU-begroting besteed aan de administratie en bestuur van de EU.
Het ligt niet op de weg van HR-kiosk uitvoerig bij de EU-organisatie stil te staan. Voor geïnteresseerden zie o.m. Europese instellingen en organen.
Een startende EU-ambtenaar in de laagste rang heeft een basissalaris van 2.300 euro bruto per maand, bij een topambtenaar in de hoogste rang loopt dit op tot 16.000 euro per maand.
EU-ambtenaren hebben dus een mooi statuut, al zijn er begin dit jaar enkele opmerkelijke besparingen op hun loonpakket doorgevoerd. Zo werden de salarissen van de EU-ambtenaren voor 2013 en 2014 bevroren, en werd er een nieuwe "solidariteitsheffing" van 6% ingevoerd. Hierdoor is het nettosalaris van de meeste EU-ambtenaren gedaald. Tegen 2020 moet het hele bezuinigingspakket op het Europese ambtenarenapparaat 2,7 miljard euro aan besparingen opleveren, en op lange termijn nog eens 1,5 miljard euro.
Een mooi gebaar, maar medelijden hoeven we nu ook weer niet te krijgen: een Europese ambtenaar verdient gemiddeld 5.000 euro bruto per maand.
De loopbaanstructuur van de Europese Commissie bestaat uit één salarisschaal met 16 rangen. Elke rang wordt onderverdeeld in vijf salaristrappen, elk met een bijbehorende salarisverhoging. Om de twee jaar gaat een EU-ambtenaar een salaristrap omhoog, tot hij de laatste trap in de rang heeft bereikt.
Het basissalaris van een ambtenaar bij de Europese Commissie varieert van circa 2.300 euro bruto per maand voor een pas aangeworven AST 1-ambtenaar, tot zo’n 16.000 euro per maand voor een topambtenaar in rang AD 16 met meer dan vier jaar anciënniteit.
Een Europese ambtenaar betaalt geen inkomstenbelasting aan het land waar hij werkt of vandaan komt. In plaats daarvan is het salaris dat de Europese Commissie uitbetaalt, onderworpen aan een communautaire belasting die rechtstreeks naar de EU-begroting gaat.
Deze belasting wordt geheven op het belastbare deel van het salaris volgens een progressief tarief oplopend van 8% tot 45%.
In juni 2013 werd beslist om een nieuwe "solidariteitsheffing" van 6% in te voeren, bovenop de huidige belastingschalen (die dus maximaal 45% bedragen). Voor de twee hoogste ambtenarenrangen en voor de Europees commissarissen bedraagt de solidariteitsheffing 7%. De solidariteitsheffing trad in werking op 1 januari 2014.
Een EU-ambtenaar is onderworpen aan een bijdrage voor sociale zekerheid: pensioenen, ziektekostenverzekering en ongevallenverzekering. Een EU-ambtenaar draagt 10,25% van zijn basissalaris bij om later pensioen te ontvangen.
Een Europees ambtenaar die zijn vaderland heeft moeten verlaten om voor de Europese Commissie te komen werken, heeft recht op een ontheemdingstoelage van 16% van zijn basissalaris.
De Commissie biedt een aantal gezinstoelagen om de kosten van gezinsonderhoud in het buitenland te dekken, ze zijn afhankelijk van de gezinssituatie van de ambtenaar. Zo is er onder meer een kostwinnerstoelage, een gezinstoelage, een toelage voor schoolgaande kinderen en een toelage voor nog niet leerplichtige kinderen.
EU-ambtenaren hebben geen recht op vakantiegeld en ontvangen geen eindejaarsuitkering.
Over de jaarlijkse loonsverhoging voor de EU-ambtenaren was er grote onenigheid tussen de Europese Commissie en de Raad van ministers, die de lidstaten vertegenwoordigt.
EU-ambtenaren krijgen geen automatische loonindexering. Hun lonen worden aangepast aan het loonniveau van nationale parlementen. Voor 2011 en 2012 hadden de EU-ambtenaren op die manier recht op een loonsverhoging van 1,7%.
De Raad van ministers, die de lidstaten vertegenwoordigt, verzette zich daartegen. De Europese Commissie stapte daarop naar het Europees Hof van Justitie omdat de EU-ambtenaren eigenlijk recht hadden op deze loonsverhoging.
Het Hof gaf de Commissie ongelijk, in die zin dat er in de periode 2011 en 2012 sprake was van een bijzondere economische situatie, waardoor er mocht afgeweken worden van de gangbare verhoging van de salarissen. Door de financieel-economische crisis is het gemiddelde loon van de nationale ambtenaren in de verschillende lidstaten met 1,8% achteruitgegaan, en dus is het volgens het Hof niet verantwoord de Europese ambtenaren meer te geven.
In 2011 besloot de Raad van Ministers in het kader van de crisis en de nodige bezuinigingen de arbeidsvoorwaarden voor EU-ambtenaren te versoberen. Hiermee werd de gebruikelijke jaarlijkse opwaartse aanpassing van het salaris omgebogen. De lidstaten beriepen zich op de 'crisisclausule' uit het ambtenarenstatuut. Het Europees Hof van Justitie stelde de Raad in het gelijk nadat EU-ambtenaren dat besluit aanvochten. Het volgende pakket aan maatregelen is aangenomen:
De pensioenleeftijd gaat van 63 naar 66 jaar voor nieuwe ambtenaren (65 jaar voor de huidige ambtenaren). Het wordt gemakkelijker om tot 70 jaar te werken, en de levensverwachting en de pensioenleeftijd worden aan elkaar gekoppeld.
(Bron: Jobat.be e.a., 28 mrt 2014)
Leden van de Europese Commissie betalen maximaal 45 procent belasting over het salaris. Daar komt nog een extra heffing van 7 procent bovenop.
Het salaris van een Europarlementarier bedraagt per 1 augustus 2015 ca. 98 duizend euro. Daarnaast hebben zij recht op allerlei vergoedingen van kosten die zij als parlementarier maken. Dit zijn bijvoorbeeld onkostenvergoedingen voor de huur van kantoorruimtes, dagen dat zij aanwezig zijn bij vergaderingen en het op en neer reizen.
In de periode 2002 tot en met 2004 gingen 530 ambtenaren van de Europese Commissie van 55 jaar of ouder met pensioen. Hun uitkering bedroeg tussen de zestig en zeventig procent van hun laatste salaris. Dit was een tijdelijke regeling die inderdaad bedoeld was om ruimte te scheppen voor ambtenaren uit de tien nieuwe EU-landen die in 2004 toetraden.
Hoe hoog de pensioenenuitkeringen waren die de ambtenaren kregen is volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken onbekend. De Europese Commissie liet eerder, in antwoord op een schriftelijke vraag uit het Europees Parlement, alleen weten dat het vroegpensioen onder de algemene regeling tot 2004 lager is dan 9.000 euro per maand.
Gezien het feit dat er rond 2004 maandsalarissen van zo’n 15.000 euro werden betaald aan topambtenaren bij de EU is het niet uitgesloten dat enkele ambtenaren die van de tijdelijke pensioenregeling gebruik maakten wel degelijk een maandelijkse toelage van zo’n 9.000 euro kregen en wellicht dus nog krijgen (als ze nog in leven zijn). Zestig tot zeventig procent van 15.000 euro is namelijk zo’n 9.500 euro. Staatssecretaris Timmermans betitelde de tijdelijke regeling voor vervroegde uittreding in zijn antwoord uit 2010 dan ook als „nogal riant”.
Ondertussen zijn de reguliere mogelijkheden voor EU-ambtenaren om vervroegd uit te treden overigens ingeperkt. Vervroegd pensioen is nu mogelijk bij 58 jaar. De normale pensioenleeftijd ligt op 66 jaar. Timmermans concludeerde in 2010 dan ook dat de riante vervroegde uittredingsregeling rond 2004 geen „structureel probleem” was. (Bron: NRC, 7 mei 2014)
Het aanvullende pensioen van zo’n duizend voormalige Europarlementariërs wordt niet gekort, ook al kampt hun pensioenfonds met grote tekorten. Het fonds heeft een dekkingsgraad van slechts 37 procent. De rekening wordt doorgeschoven naar het Europees Parlement: op de begroting is 270 miljoen opzij gezet om het gat te dichten.
In Nederland mogen fondsen met een dekkingsgraad onder de 105 procent de pensioenen niet verhogen. Bij een veel lagere dekkingsgraad worden de pensioenen zelfs gekort. In Brussel zijn de pensioenen vorig jaar – ondanks het tekort – opnieuw verhoogd.
Ook enkele Nederlandse Europarlementariërs maken gebruik van het omstreden pensioen. (Bron en meer: Reetketel, 17 feb. 2017)
Het Europees Parlement kost de Europese belastingbetaler steeds meer geld. Het zal niet lang meer duren voordat het budget door de grens van 2 miljard euro per jaar schiet. Een eigen chauffeursdienst met 110 chauffeurs? Het Europees Parlement draait er zijn hand niet voor om. Of het laten invliegen van drieduizend journalisten voor de Europese verkiezingen? Ook dat kan allemaal, betaald uit de begroting van het Parlement.
Een eigen chauffeursdienst met 110 chauffeurs? Het Europees Parlement draait er zijn hand niet voor om. Of het laten invliegen van drieduizend journalisten voor de Europese verkiezingen? Ook dat kan allemaal, betaald uit de begroting van het Parlement.
In 2018 komt de begroting uit op ruim 1,95 miljard euro. In 2011 was er nog bijna 300 miljoen euro minder nodig. Sindsdien is er niet of nauwelijks inflatie geweest, maar liepen de kosten toch jaarlijks op.
Volgens Europarlementariërs Dennis de Jong (SP) en Gerben-Jan Gerbrandy (D66), Nederlanders die in de begrotingscontrolecommissie van het Parlement zitten, is de manier waarop het geld wordt uitgegeven zeer ondoorzichtig. De hoogste ambtenaar van het Europees Parlement, de Duitser Klaus Welle, zorgt er daardoor zonder veel tegenspraak voor dat de begroting steeds maximaal wordt opgerekt. (Bron: De Telegraaf, 13 maart 2018)
De rechts-populistische* fractie in het Europees Parlement - Europa van Naties en Vrijheid (ENF) - heeft bijna een half miljoen euro onterecht gedeclareerd. Dat blijkt uit een rapport van accountantskantoor EY. Er is onder meer te veel geld besteed aan flessen champagne, cadeautjes en etentjes.
* Populisme: Politieke stroming die nadruk legt op een sterke en directe band tussen de leider en de grote massa van het volk. (Latijn: populus=volk) In Nederland denkt men dan aan Pim Fortuyn.
De fractie, waar partijen zoals de PVV , het Franse Front National en het Duitse AfD bij aangesloten zijn, krijgt nog een laatste kans om de uitgaven alsnog te verantwoorden. Anders moet het bedrag worden terugbetaald, aldus het Budgetcomité van de EU.
Ook PVV-Europarlementariër Auke Zijlstra wordt beticht van buitensporige uitgaven aan relatiegeschenken. Zijlstra laat in een reactie weten verbijsterd te zijn. (Bron: Europa Nu, 30 mei 2018)
Red.: Opmerkelijk dat alleen de rechts-populistische fracties worden genoemd. Moeten we daaruit opmaken dat de andere fracties brandschoon zijn?
NB: De delegatie van GroenLinks in het Europees Parlement is een handtekeningenactie gestart om Europarlementariërs te dwingen openheid te geven over waar zij hun maandelijkse kantoorvergoeding aan uitgeven.