Wet Werk en Zekerheid (Aanzegtermijn)

Datum laatste wijziging: 1 maart 2018  |  Trefwoorden: , ,

Inhoud

  1. Inhoud aanzegtermijn
  2. Jurisprudentie

Inhoud aanzegtermijn

De werkgever is verplicht tijdelijke krachten met een contract van zes maanden of langer uiterlijk een maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst schriftelijk (brief of e-mail) laten weten of de werkgever de arbeidsovereenkomst wil voortzetten en onder welke voorwaarden. De aanzegtermijn geldt ook voor opvolgende contracten van zes maanden of langer.



Verzuimt een werkgever dit, dan is hij de werknemer een maand loon verschuldigd, ook als de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet (en bij niet tijdige nakoming een vergoeding naar rato).
Zegt een werkgever i.p.v. (minstens) 1 maand van te voren eerst na 3 weken de overeenkomst op, dan is de werkgever 3 weken vergoeding verschuldigd.

Geeft de werkgever wel aan de overeenkomst te willen voortzetten, maar niet tegen welke voorwaarden, dan wordt de arbeidsovereenkomst geacht te zijn voortgezet voor dezelfde tijd (maar ten hoogste voor een jaar) op de vroegere (bestaande) voorwaarden.

Tenslotte, alle lopende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd van zes maanden en langer die eindigen na 1 februari 2015 moeten worden aangezegd.

NB: Wanneer in de arbeidsovereenkomst geen vaste einddatum is opgenomen, bijvoorbeeld bij een project, is de aanzegtermijn niet van toepassing. Voor uitzendovereenkomsten met een uitzendbeding geldt evenmin een aanzegtermijn.

Jurisprudentie

Een onderneming voldoet aan de wettelijke aanzegtermijn als bij het aangaan van een tijdelijk contract is vastgelegd dat de arbeidsovereenkomst niet verlengd zal worden, zie betreffende jurisprudentie van mei 2015.

Ketenregeling: te laat aangezegd. Drie maanden voordat het tweede contract zou eindigen was er al sprake van een aantal opeenvolgende contracten die in totaal 36 maanden duurde. Volgens de rechter is er daardoor via de ketenregeling een contract voor onbepaalde tijd ontstaan, zie deze jurisprudentie d.d. 18 mrt. 2016.

Wanneer de werkgever uit zichzelf niet bereid is om deze vergoeding te betalen, moet de werknemer binnen twee maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd naar de rechter stappen. Het verzoekschrift moet dan ook binnen deze termijn zijn ingediend bij de rechtbank. De kantonrechter te Almere oordeelde op 31 maart 2016 dat een verzoek dat een minuut te laat werd ingediend, resulteert in verval van het recht.


Ga terug naar subrubriek Wet Werk en Zekerheid.