De werkgever is verplicht tijdelijke krachten met een contract van zes maanden of langer uiterlijk een maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst schriftelijk (brief of e-mail) laten weten of de werkgever de arbeidsovereenkomst wil voortzetten en onder welke voorwaarden. De aanzegtermijn geldt ook voor opvolgende contracten van zes maanden of langer.
Verzuimt een werkgever dit, dan is hij de werknemer een maand loon verschuldigd, ook als de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet (en bij niet tijdige nakoming een vergoeding naar rato).
Zegt een werkgever i.p.v. (minstens) 1 maand van te voren eerst na 3 weken de overeenkomst op, dan is de werkgever 3 weken vergoeding verschuldigd.
Geeft de werkgever wel aan de overeenkomst te willen voortzetten, maar niet tegen welke voorwaarden, dan wordt de arbeidsovereenkomst geacht te zijn voortgezet voor dezelfde tijd (maar ten hoogste voor een jaar) op de vroegere (bestaande) voorwaarden.
Tenslotte, alle lopende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd van zes maanden en langer die eindigen na 1 februari 2015 moeten worden aangezegd.
NB: Wanneer in de arbeidsovereenkomst geen vaste einddatum is opgenomen, bijvoorbeeld bij een project, is de aanzegtermijn niet van toepassing. Voor uitzendovereenkomsten met een uitzendbeding geldt evenmin een aanzegtermijn.