Loon en minimumloon CAO Bouw en Infra
De
CAO Bouw & Infra maakt onderscheid tussen bouwplaatswerknemers en UTA-werknemers:
Bouwplaatswerknemers
Onder bouwplaatswerknemers vallen alle functies die op de bouwplaats zelf worden uitgevoerd. Denk aan timmerman, dakdekker, kraanmachinist, metselaar, opperman, tegelzetter, elektromonteur of schilder. De functies zijn ingedeeld in groepen (A t/m E). Deze indeling is onder meer gebaseerd op opleiding, ervaring, mate van leidinggeven en mate van zelfstandigheid.
Aan bouwplaatswerknemers moet het zogeheten ‘garantieloon’ worden betaald. Dit is het minimumuurloon waarop een werknemer recht heeft volgens zijn leeftijd en functie-indeling. Voorlieden, instructeurs en leermeesters moet bovenop dit garantieloon nog een verplichte toeslag worden gegeven. Zie de loontabellen (
1 juli 2019)
UTA-werknemers
De afkorting UTA staat voor ‘Uitvoerend Technisch Administratief’. Onder deze brede groep vallen functies als werkvoorbereider, planner, calculator of uitvoerder. Maar ook de medewerkers van personeelszaken, de salarisadministratie en het secretariaat horen hierbij. UTA kent een onderverdeling in zes functieniveaus (1 t/m 6).
Voor UTA-werknemers gelden vaste salarisschalen en loontabellen. Per functiegroep is aangegeven welk loon volgens de
CAO minimaal moet betalen. Ook het maximumloon ligt vast. Zie de loontabellen (
1 juli 2019)
Overige CAO's Bouw
De bouwnijverheid kent een groot aantal andere
CAO’s met eigen loonvoorschriften:
Overige regels
De werkgever is verplicht de afspraken in de
CAO na te leven. Minder mag niet. Meer loon betalen of betere regelingen treffen mag wel, maar je moet dit dan voor alle werknemers laten gelden.
Volgens de wet is een werkgever verplicht om een zieke werknemer in de eerste twee jaar van zijn ziekte minimaal 70 procent van zijn loon door te betalen. In het eerste jaar mag de werkgever daarbij niet onder het minimumloon komen.