Korting AOW

Datum laatste wijziging: 23 juni 2020  |  Trefwoorden: , , , , , , , , , , ,

Inhoud

  1. Korting niet in Nederland woonachtig
  2. Cijfers
  3. Aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO)
  4. Kan het pensioen worden gekort?
  5. AOW gekort omdat heffingen niet zijn afgedragen, incorrect
  6. Tienduizenden ouderen ontvangen ten onrechte geen AIO
  7. Wetsvoorstel Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen
  8. Pensionado zwaar belast
  9. Hoe wordt de korting wegens verblijf buitenland berekend?

Korting niet in Nederland woonachtig

De hoogte van het AOW-pensioen wordt beïnvloed door het aantal jaren dat men verzekerd is voor de AOW. Voor elk jaar dat men tussen 15 en 65 jaar niet verzekerd in Nederland woonachtig (met uitzonderingen) was, wordt de AOW-uitkering met 2% gekort.

Een deel van hen heeft ook geen of weinig aanvullend pensioen en moet daarom naar de bijstand voor een aanvulling op het inkomen. Door het groeiende aantal onvolledige AOW-uitkeringen is het aantal bijstandsuitkeringen aan 65-plussers in de afgelopen tien jaar verdubbeld. Dit terwijl het totale aantal bijstandsuitkeringen met 29 procent is gedaald. Vooral door de toegenomen internationale migratie zijn er meer mensen die geen volledige AOW-rechten hebben opgebouwd. Enerzijds gaat het om mensen die op volwassen leeftijd naar Nederland zijn geïmmigreerd. Onder hen zijn veel arbeidsmigranten die vanaf de jaren zestig naar Nederland kwamen. Anderzijds betreft het mensen die voor hun 65e Nederland hebben verlaten.

Cijfers

Aantal huishoudens AIO (gemiddeld, x 1.000) bedroeg in 2012 40 (Bron: Jaaroverzicht Beleidsinformatie SZW 2008 - 2012, blz 14).

NB: In juni 2009 woonde een op de tien AOW’ers in het buitenland. Tien jaar geleden was dit nog een op de twintig. Het aantal AOW-gerechtigden in het buitenland steeg in tien jaar tijd met ruim 80 procent tot 268 duizend. In meer dan 90 procent van de gevallen gaat het om onvolledige AOW-uitkeringen (Bron CBS).

Aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO)

Voor personen ouder dan 65 jaar, met een onvolledig AOW-pensioen en weinig ander inkomen, ligt het inkomen waarschijnlijk onder het sociaal minimum. In dat geval kan men (sinds 1-1-2010) een beroep doen op een ‘aanvullende inkomensvoorziening ouderen’ (AIO) uit de Wet werk en bijstand (WWB). Voor meer informatie, zie site Overheid.

Vanaf december 2011 wordt de AIO verlaagd voor gepensioneerden die in het buitenland wonen. De verlaging hangt samen met het recht op zorg, dat Nederland volgens de Europese regels moet betalen. Reden voor Nederland om geld in te houden op de AOW van de bewuste pensionado's*.

Tienduizenden ouderen onder bestaansminimum krijgen geen aanvulling (AIO) op AOW, aldus de Rekenkamer

Uitvoering van AOW door SVB gebeurt doelmatig

De Sociale Verzekeringsbank voert namens de overheid de AOW (Algemene ouderdomswet) goed en met relatief lage uitvoeringskosten uit. Daardoor ontvangen bijna 3,5 miljoen rechthebbende ouderen maandelijks AOW. Hiermee was in 2018 € 37,2 miljard gemoeid. Wie ondanks de algemene ouderdomsuitkering een inkomen onder het bestaansminimum heeft, kan een beroep doen op een aanvullende uitkering. De helft van de mensen die daar recht op hebben krijgt die aanvulling niet. Hierdoor hebben tienduizenden ouderen minder inkomen dan zij zouden kunnen hebben.

Ouderen die onder het bijstandsniveau uitkomen hebben vaak onvoldoende AOW-rechten opgebouwd (bijvoorbeeld door verblijf in buitenland) of moeten het als stel doen met één uitkering, omdat de jongere partner nog geen AOW krijgt. Uit een data-analyse van de Algemene Rekenkamer blijkt dat 48 tot 56 % van de rechthebbende huishoudens geen beroep doet op de aanvullende AIO-uitkering. Dat zijn 34.000 tot 51.000 huishoudens, zo staat in het op 13 november 2019 gepubliceerde onderzoek Ouderdomsregelingen ontleed.
Hoe vraag je zo'n AIO uitkering aan

SVB kan doelgroep niet goed bereiken

Uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat niet-gebruikers vooral te vinden zijn in de leeftijd tussen 70 en 80 jaar of in de categorie mensen zonder migratieachtergrond.
De SVB spant zich in om meer ouderen gebruik te laten maken van de regeling, maar heeft gegevens van uitkeringsinstantie UWV en de Belastingdienst nodig om ouderen die de aanvullende inkomensregeling niet gebruiken op te sporen. Volgens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is dat vanwege de privacywetgeving niet mogelijk.

Aanbevelingen en reactie minister

De minister van SZW is er in zijn reactie op de bevindingen niet helder over hoe hij het lage gebruik van de aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen gaat oplossen. De Algemene Rekenkamer dringt er bij de minister op aan te bekijken hoe de belemmeringen voor een doeltreffender aanpak bij de aanvullende regeling weg te nemen bijvoorbeeld door te kijken of koppeling van gegevens onder bepaalde voorwaarden mogelijk is.
In het rapport doet de Algemene Rekenkamer verder aanbevelingen hoe de minister van SZW de informatie over de ouderdomsregelingen aan het parlement inzichtelijker kan maken. Ook is een aanbeveling opgenomen om de financiering van deze regelingen te vereenvoudigen. De minister van SZW kondigt in zijn reactie aan deze aanbevelingen over te nemen

* Van Dale 'Rijke, fitte gepensioneerden die het ervan nemen'.

Kan het pensioen worden gekort?

Pensioenfonds ABP geeft aan een gepensioneerde minder ouderdomspensioen als hij een lagere AOW van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) krijgt. Dat komt omdat ABP voor 1995 vrouwen niet als zelfstandig rechthebbende op AOW beschouwde.

De SVB kort op de AOW als iemand met een ander persoon het huis gaat delen. Hij/zij krijgt dan niet langer AOW voor een alleenstaande, maar voor samenwonenden omdat de woonkosten worden gedeeld. Dat is per maand 350 euro minder. Als hij/zij intrekt bij iemand zonder inkomen, wordt de AOW niet gekort. (Bron: De Volkskrant, 28 okt. 2017)

Samenwonen

De hoogte van een AOW-pensioen is afhankelijk van persoonlijke omstandigheden. Veranderingen in je privéleven kunnen dus grote gevolgen hebben voor de AOW. De belangrijkste zetten we hier op een rij.
Een kind dat bij zijn gepensioneerde ouders intrekt, of een AOW’er die bij een kind gaat inwonen, ondervindt geen gevolgen voor de AOW. Weliswaar beschouwt de SVB iedere meerderjarige persoon met wie je een gezamenlijke huishouding voert, als een ‘partner’, maar voor een eigen kind, vader of moeder geldt een uitzondering. Woon je met een eigen kind of ouder in een huis, dan ontvang je AOW voor een alleenstaande. 
Woon je echter met een partner samen in hetzelfde huis of ben je gehuwd of ga je trouwen, dan wordt je AOW uitkering op 50% van het bedrag voor gehuwden of samenwonenden gesteld.

AOW gekort omdat heffingen niet zijn afgedragen

Ik werd getroffen door het volgende bericht: “De Belastingdienst, (bedoeld wordt kennelijk de SVB) heeft weer iets nieuws bedacht om te plukken van die ’rijke’ AOW-ers? Omdat een werkgever ruim 50 jaar geleden, door een foutje, geen AOW-premie zou hebben afgedragen wordt man van 73 jaar met 15 euro per maand gekort op zijn AOW.

Hoeveel bedraagt de AOW?
De AOW bedraagt 2% van de volledige AOW-uitkering voor ieder jaar dat iemand in de periode van 50 jaar voorafgaand aan het bereiken van de AOW-leeftijd voor de AOW verzekerd is geweest. Het betreft behoudens uitzonderingen de periode waarin men in Nederland heeft gewoond en/of in Nederland heeft gewerkt en dienaangaande aan de loonbelasting onderworpen was, met dien verstande dat de tijd waarin men in Nederland woonde en in het buitenland werkte (grensarbeider was) niet meetelt, maar de tijd dat men in Nederland woonde en helemaal niet werkte wel. Het aantal jaren dat meetelt wordt individueel bepaald, dus de tijd waarin iemand in Nederland woonde terwijl zijn/haar partner in het buitenland werkte telt voor hem/haar wel mee. De totale tijdsduur wordt tot op de dag nauwkeurig bepaald en vervolgens naar boven afgerond op hele jaren.

Criteria
Het feit of er wel of geen premie is betaald is niet bepalend voor de AOW en ook niet voor de andere sociale wetten. De basis (van het recht) is namelijk of men vanaf zijn 15e levensjaar onafgebroken in Nederland heeft gewoond. Dat een werkgever mogelijk geen afdracht van de (wel) ingehouden heffingen heeft gedaan, doet helemaal niet ter zake.
Bij de sociale wetten geldt ongeveer dezelfde criteria namelijk: niet of er wel of geen premie is afgedragen, maar of er aantoonbaar een dienstverband is geweest, bepaalt of er wel of geen recht op een WW-uitkering is. Dus stel dat de medewerker wel salarisspecificaties kan overleggen, maar een werkgever om wat voor reden ook (malafide of faillissement) geen heffingen/premies heeft afgedragen, doet niet ter zake m.b.t. de vaststelling van het recht op een uitkering WW.
Ik neem aan dat de maatregel van de AOW wordt teruggedraaid.

Andries Bongers

Wetsvoorstel Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen

Het eerste wetgevingspakket in het kader van de uitwerking van het pensioenakkoord gaat in internetconsultatie. Onderdeel van het pakket is het voorstel om deelnemers het recht te geven om bij pensionering eenmalig maximaal tien procent van de waarde van het opgebouwde ouderdomspensioen op te nemen als bedrag ineens. (Bron: Rijksoverheid, 19 nov. 2019)

Zie ook Werknemer kan deel pensioen straks in één keer opnemen.

Pensionado zwaar belast

Vanwege belastingverdragen die Nederland met andere EU-landen heeft gesloten, is het normaal gesproken fiscaal voordelig voor gepensioneerden om zich in het buitenland te vestigen. Zij hoeven namelijk in bijna alle gevallen geen belasting te betalen aan de Nederlandse staat over hun pensioenuitkering. Aldus Bas Dieleman, belasting- en pensioenadviseur, die voor de Vrije Universiteit onderzoek deed naar de gevolgen van de 10%-opname.

De zaak verandert bij die 10% van de pensioenuitkering (zie het wetsvoorstel Wet bedrag ineens, hierboven). Dan mag de Nederlandse belastingdienst ineens ook belasting gaan heffen op de uitkering. „Voor alle gepensioneerden die in het buitenland wonen, pakt dat slechter uit”, aldus Dieleman. En de belasting kan in bepaalde landen nog een stuk hoger uitvallen. (Bron: Nieuws Koerier, 22 feb. 2020)

Hoe wordt de korting op de AOW vanwege verblijf buitenland berekend?

Voor ieder jaar dat een rechthebbende in het buitenland woont of werkt, wordt de AOW met 2% gekort.
Wanneer er meerdere niet verzekerde (gebroken) tijdvakken zijn, worden deze bij elkaar opgeteld om de korting voor de AOW te berekenen. De totaal niet-verzekerde periode wordt in jaren naar beneden afgerond. Bij de berekening van de korting wordt een jaar ingedeeld in 360 dagen en telt 1 maand 30 dagen.
Het gaat dus om de situatie van 50  verzekeringsjaren (15 tot 65 jaar).

Voorbeeld

Een persoon (geboren 15-6-1955) heeft de (theoretische) pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar, die datum is in dit geval  15 juni 2020.
Er wordt dus (wanneer iemand in het buitenland woonachtig is geweest) de situatie in de periode 15 juni 1970 tot 15 juni 2020 beoordeeld.
Vanaf 16 oktober 1990 t/m 10 juli 1995 verbleef deze persoon in het buitenland. De niet-verzekerde periode is dan 4 jaren, 8 maanden en 25 dagen. Dit zou (als dit de enige periode zou zijn) afgerond worden op 4 jaren en levert dan een korting op van 4 x 2% = 8%.
Maar stel dat dezelfde persoon ook niet verzekerd is geweest in de periode 5 februari 2001 t/m 11 november 2001. Dat is een periode van 0 jaren, 9 maanden en 7 dagen.
Deze periode wordt dan samengeteld met de eerdere periode. De totale niet verzekerde perioden komen dan uit op: 5 jaren, 6 maanden en 2 dagen. Naar beneden afgerond is dat 5 jaren, wat een korting geeft van 10%.
Voor de goede orde: er is geen maximum aan de korting.