Het aantal werkende 65-plussers* is de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. In 2003 ging het nog om 73 duizend personen, in het eerste kwartaal van dit jaar waren dat er 182 duizend. De toename zou te verklaren zijn door toenemende financiële onzekerheid. Ook is de uitzendmarkt voor 65-plussers groeiende, ziet de brancheorganisatie voor uitzendbureaus NBBU.
* Beter is te spreken over mensen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt of ouder zijn.
Verder is nu zeven procent van de ondernemers in Nederland ouder dan 65 jaar, zou blijken uit gegevens van het Ondernemingsplein (fusie Kamer van Koophandel en Syntens). In 2008 was dit nog vier procent. De stijging komt volgens de krant doordat steeds meer ondernemers niet stoppen met hun zaak, vaak omdat het in crisistijd lastig is hun bedrijf te verkopen. Ook starten 65-plussers nog 'een lang gedroomde onderneming'. Voor hen zijn de financiële risico's kleiner doordat zij een vangnet hebben door de AOW of een klein pensioen.
In antwoord op de vergrijzing in bedrijven, hebben FNV Bondgenoten en werkgeversvereniging AWVN een werktijdregeling bedacht voor 55-plus werknemers. Uitgangspunt is dat drie oudere werknemers het werk van twee fulltime functieplaatsen doen. Ze werken dan ieder twee derde van hun arbeidstijd tegen 85 procent van hun oude salaris. Door invoering van de triobaanregeling kunnen ouderen langer gezond aan het werk gehouden worden. Met name in bedrijven waar veel werknemers al vele jaren in onregelmatige en/of nachtarbeid werken en het bedrijf vaak niet de mogelijkheid heeft om voor deze oudere medewerkers vrijstelling van nachtarbeid te regelen (Bron: HNW inbedrijf, 15 mrt 2011).
Als werkgevers niks doen holt het arbeidsvermogen van hun werknemers hard achteruit naarmate zij ouder worden. De afname van het werkvermogen blijkt tussen het 53ste en 67ste levensjaar gemiddeld in totaal 25 procent te zijn. Aangezien de gemiddelde leeftijd in organisaties oploopt nemen de financiële consequenties ook toe.
Het goede nieuws is, dat werkgevers die een integrale aanpak toepassen voor het verbeteren van het werkvermogen, deze afname voor bijna 95 procent kunnen herstellen. Hierbij doen zich grote verschillen voor tussen de effecten van langer lopende programma’s en eenmalige, projectmatige interventies. De laatste leiden slechts tot kortstondige effecten die in de loop van de tijd tot nul afnemen.
Het aantal mensen die na hun 65ste voor het eerst een bedrijf beginnen, is in vijf jaar tijd verdubbeld. De 65-plussers verzilveren hun jarenlang opgebouwde kennis, verdienen een extraatje of willen van nut blijven voor de maatschappij. Dat concludeert de Kamer van Koophandel op basis van nieuwe cijfers.
De manier waarop gemeenten oudere bijstandsgerechtigden helpen aan het werk te komen is onvoldoende effectief. Er wordt weinig rekening gehouden met de specifieke ondersteuning die nodig en doeltreffend is voor de grootste groep oudere bijstandsgerechtigden die ver af staat van de arbeidsmarkt. Dit stelt de Inspectie SZW in haar rapport (2013) “Perspectief voor oudere werklozen?”.
De Inspectie is van mening dat de dienstverlening effectiever kan worden ingevuld, op een manier die voor een grotere groep oudere bijstandsgerechtigden kansen biedt om weer aan slag te gaan. Dit kan bijvoorbeeld door een betere diagnose, de werkloze aanspreken op het verbreden van zijn of haar zoekgedrag, directe bemiddeling naar vacatures en het maken van structurele afspraken met werkgevers. Hierdoor kan tevens de negatieve beeldvorming bij werkgevers over oudere werklozen worden doorbroken.
Minister Asscher heeft het OESO-rapport ‘Ageing and Employment Policies: Netherlands 2014’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Het rapport bevat een analyse van de arbeidsmarkt voor ouderen in Nederland, met beleidsaanbevelingen voor het vergroten van het aanbod van en de vraag naar arbeid van ouderen.
De OESO concludeert dat Nederland met de maatregelen om werk lonender te maken, vervroegde uittredingsroutes via de VUT af te sluiten, de uittreding via arbeidsongeschiktheid in te perken en de AOW- leeftijd te verhogen, tot de landen behoort die de afgelopen jaren de meeste vooruitgang hebben geboekt ten aanzien van het vergroten van de arbeidsparticipatie van ouderen. De arbeidsparticipatie van 55-64 jarigen lag in 2012 in Nederland met 58,6% boven het OESO gemiddelde van 54%. De participatiegraad van 65-69 jarigen blijft met 12,7% wel achter bij het OESO gemiddelde van 19,3%. De effectieve uittreedleeftijd in 2012 lag in Nederland met 63,6 jaar voor mannen en 62,3 jaar voor vrouwen boven het Europese gemiddelde, maar nog (beperkt) onder het OESO gemiddelde.
Uit onderzoek blijkt dat 40% van de MKB-bedrijven bereid is oudere sollicitanten uit te nodigen voor een gesprek. Ook willen bedrijven werkzoekende 55-plussers helpen door hun netwerk beschikbaar te stellen.
Het onderzoek is gedaan in opdracht van MKB-Nederland en UWV. De resultaten van het onderzoek werden 8 april bekendgemaakt tijdens de Week van de Ondernemer in Utrecht. Beide organisaties gaan samen campagne voeren om de positie van 55-plussers op de arbeidsmarkt te verbeteren.
Een werkgever op elke vijf vindt dat personeel van 55 jaar of ouder meer kost dan het opbrengt. En tien procent van de werkgevers vindt dat ouderen in het algemeen slechter functioneren dan jongere werknemers. Andere maatregelen gericht op duurzame inzet, waaronder mobiliteit en aannemen van arbeidsgehandicapten, zijn voor de meeste werkgevers nog een ver-van-mijn-bed show. Deze conclusies komen uit het onderzoek ‘Vraag naar arbeid 2013’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Voortaan komen niet alleen werkloze 55-plussers, maar ook werkzoekenden vanaf 50 jaar in aanmerking voor bijvoorbeeld een sollicitatietraining of geld voor scholing. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt € 34 miljoen extra vrij om de kansen op werk voor ouderen te vergroten, zo schrijft hij in een brief (2014) aan de Tweede Kamer.
M.i.v. 2016 wordt de ouderenkorting verlaagd met € 83. Daarnaast wordt ook de ouderentoeslag in box 3 afgeschaft. Ouderen met een maximum box 1-inkomen van € 19.895 (cijfers 2014) en een box 3-vermogen van maximaal € 279.708 per belastingplichtige hebben nu recht op een verhoging van hun heffingsvrije vermogen in box 3 van maximaal € 27.984. Deze toeslag zal worden afgeschaft.
De scholingssubsidies die oudere werklozen sinds oktober kunnen aanvragen, worden nauwelijks gebruikt. Ook de beloning die uitzendbureaus krijgen bij het plaatsen van ouderen is nog geen succes. Dat blijkt uit de evaluatie van het ‘actieplan 55pluswerkt’ van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Werkloze 55-plussers kunnen bij het UWV een scholingsvoucher aanvragen van maximaal 750 euro. Zij kunnen aanspraak maken op deze subsidie als ze een intentieverklaring hebben van een werkgever. Dat betekent dat de werkgever verklaart dat hij van plan is de 55-plusser aan te nemen, als die een bijscholing gedaan heeft. Ook kunnen 55-plussers de subsidie aanvragen als de opleiding gericht is op een ‘kansberoep’, een beroep waarvoor in veel vacatures zijn in de regio van de werkloze.
Van het budget van ruim 4,5 miljoen euro dat hiervoor tot en met mei 2014 beschikbaar voor was, is echter 85 procent op de plank blijven liggen, blijkt uit een tussentijdse evaluatie van minister Asscher. Bijna 45 procent van de aanvragen werd niet gehonoreerd, grotendeels doordat ze te laat waren ingediend. De bon moet namelijk worden aangevraagd voordat de scholing begint. Asscher kondigt in een brief aan de Tweede Kamer aan dat de aanvraagtermijn voor de scholingsbon wordt verruimd. Aangezien veel scholingstrajecten duurder blijken, wordt het maximale bedrag bovendien verhoogd naar duizend euro.
Bijna driekwart van de werknemers boven de 55 volgde in 2013 geen opleiding. 9 van de 10 oudere werknemers die wel een opleiding volgde, vond dat dit het functioneren verbeterde.
De 'gouden kooi' met luxe regelingen voor oudere werknemers is in een snel veranderende wereld niet langer houdbaar. Als Nederland concurrerend wil blijven, moeten ouderen daarom een stap terug doen ten gunste van jongeren. Dit staat in een vertrouwelijke notitie waarmee de werkgevers in 2015 het CAO-overleg met de vakbonden in gaan.
Door de crisis, de globalisering en de snelle ict-ontwikkelingen gaan de veranderingen in hoog tempo door en het is de hoogste tijd dat ook de arbeidsvoorwaarden zich aan die nieuwe realiteit aanpassen. We moeten durven versoberen. Dat is voor ouderen pijnlijk, maar wel noodzakelijk', zegt Harry van de Kraats, directeur van werkgeversvereniging AWVN. De werkgeversvereniging adviseert honderden bedrijven van VNO-NCW en MKB Nederland bij het CAO-overleg. 'Extra vrije dagen en vrijstelling van onregelmatige diensten passen niet bij mensen die blijven werken tot ze de stijgende AOW-leeftijd hebben bereikt.'
Oudere werknemers zijn eerder bereid en gemotiveerd om langer door te werken als ze van hun werkgever goede scholingskansen krijgen, dan als ze ontzien worden met bijvoorbeeld extra verlofdagen of een lichter takenpakket.
Dat blijkt uit onderzoek van het ROA (Research Centre for Education and the Labour Market) van de Universiteit Maastricht. Traditioneel kijken werkgevers en werknemers er in het kader van CAO-onderhandelingen juist tegenovergesteld tegenaan. Seniorendagen en andere ontziemaatregelen worden als verworven rechten beschouwd door werknemers, en werkgevers hebben de indruk dat investeren in scholing voor ouderen niet meer loont. Onterecht, zo blijkt uit dit onderzoek.
De uitzendbranche weet steeds meer 50plussers aan werk te helpen via de scholingsvoucher en plaatsingsfee. "Het Actieplan 50pluswerkt is nu goed op stoom gekomen" schrijft minister Asscher in een brief aan de Tweede Kamer.
Het aantal verstrekte fees in 2015 was in de eerste twee maanden al meer dan in heel 2014. In 2015 zijn tot en met 17 mei reeds 3.500 scholingsvouchers en 2.964 plaatsingsfees verstrekt. Daarbij geldt dat er sprake is van een vertragingseffect omdat de eerste aanvraag pas na 3 maanden dienstverband ingediend kan worden. Voor heel 2015 is de prognose dat 5.500 scholingsvouchers worden uitgedeeld en 7.500 plaatsingsfees.
Om de hoge werkloosheid onder ouderen tegen te gaan, moet worden gesneden in de vele leeftijdsvoordelen voor ouderen die zijn opgenomen in CAO's. Bijvoorbeeld seniorendagen maken hen te duur voor werkgevers.
Dat stelde het Centraal Planbureau (CPB) in een rapport (2015). Veel oudere werklozen hebben naar verwachting weinig aan het economische herstel dat is ingezet. Om hen weer aan het werk te krijgen, zijn hervormingen nodig op de arbeidsmarkt. De relatief hoge lonen, leeftijdsafhankelijke ontslagvergoedingen en pensioenkosten maken 50-plussers duurder. Ook hebben ouderen vaak allerlei 'ontziemaatregelen’ in CAO’s, die hen extra rechten of minder plichten geven.
Commentaar redactie (Andries Bongers): Ouderen zijn per definitie niet te duur, wanneer ze ook een loon verdienen overeenkomstig hun prestatie en niet op basis van anciënniteit. Seniorendagen komen alleen voor bij zware beroepen en bij de overheid, zoals N.B. het CPB. Doelstellingen zijn er nauwelijks bij de overheid en een periodiek krijg je daar bijna automatisch tot het maximum van de schaal, zonder een relatie met de geleverde prestatie. Overigens is het grootste probleem, dat het aantal arbeidsplaatsen niet zal toenemen, ondanks de verbetering van de economie. Al 50 jaar houdt het aantal arbeidsplaatsen geen gelijke tred met het BNP. En vooral de laatste tijd zien we veel arbeidsplaatsen vervallen door globalisering en automatisering. Door het vervallen van de VUT zullen ook steeds meer ouderen (na hun 60ste, gedwongen) blijven werken. De enige oplossing is om allemaal minder te gaan werken. Bijvoorbeeld 10% minder werken, 10% minder loon en 10% minder heffingen. En dan vooral een zuinige Overheid die geen geld in bodemloze putten smijt of over de balk (naar andere landen). Mijn inschatting is dat alle positieve berichten van het kabinet over de economie en de relatie met de werkgelegenheid "jumping to conclusion" is, wat helaas niet zal uitkomen.
Uit onderzoek (2015) van pensioenonderzoeksinstituut Netspar naar het personeelsbeleid van 1.400 werkgevers blijkt dat - in tegenstelling tot de overheid - de meeste werkgevers langer doorwerken tot de pensioenleeftijd niet belangrijk vinden.
De werkgevers ontwikkelen wel maatregelen om oudere werknemers te ontzien, zoals seniorendagen en het verlichten van taken. Maar tegelijker tijd wordt op hen bezuinigd op zaken als training en scholing.
Om de koopkracht van gepensioneerden in 2016 te repareren wordt de ouderenkorting eenmalig met 222 euro verhoogd, tot een inkomen van circa € 35.000. In 2016 bedraagt de ouderenkorting daarmee 1187 euro.
U heeft het niet gemakkelijk. Niet omdat u 50+ bent. En ook niet omdat u werkzoekend bent. U weet zelf ook dat u in de kracht van uw leven bent en dat het met die baan uiteindelijk wel goed komt. Maar wel omdat u keer op keer het slachtoffer bent van eenzijdige en negatieve berichtgeving in de media.
Beste 50+ werkzoekende, een blog van Anne-Marije Buckens, Directeur 50 Company, Auteur Het Grote 50+ Werkboek
Het aantal WW-uitkeringen dat verstrekt is aan 55-plussers is in vijf jaar tijd verdubbeld. Gingen in september 2010 nog 62 duizend werkloosheidsuitkeringen naar mensen van 55-plus tot aan de AOW-leeftijd, vijf jaar later waren dat er 135 duizend. Ook in verhouding met andere leeftijdsgroepen ontvangen de 55-plussers de meeste WW-uitkeringen. (Bron: CBS, 30 nov. 2015)
De Universiteit van Melbournes Neuroscience Instituut heeft onderzocht hoeveel uur optimaal zou zijn voor werknemers om te werken. Applied Economic and Social Research toonde aan dat voor elk uur dat werknemers werken tot een maximum aantal uur van 25 per week, hun cognitieve functie (alle processen die betrokken zijn bij het opnemen en verwerken van informatie) gestaag toeneemt. Elk uur dat mensen boven deze grens werken, veroorzaakt juist een afname in hun cognitieve functie.
De onderzoekers stellen daarbij dat werknemers ouder dan 40 jaar die meer dan 25 uur per week werken, het zwaarder hebben bij het herstellen van hun cognitieve functie. Het onderzoek roept vele vragen op. (Bron: PW De Gids, 26 apr. 2016)
Uit onderzoek van MWM2 in opdracht van Randstad blijkt dat werkloosheid onder 50-plussers volgens werkgevers vooral aan de instelling van de 50-plusser ligt. Zo zeggen werkgevers over oudere werknemers dat ze star (36%) of te duur (46%) zijn en niet willen ontwikkelen (24%). Ruim de helft van de werkgevers geeft overigens toe dat deze vooroordelen ongegrond zijn (59%).
Met het programma +POWER wil Randstad de perceptie onder werkgevers rondom 50-plussers in positieve zin veranderen en vooral de pluspunten van hen benadrukken. (Bron: Flex Nieuws, 12 mei 2016)
Werkzoekende vijftigplussers moeten een eerlijke kans krijgen op de arbeidsmarkt. Dat is de inzet van het actieplan Perspectief voor vijftigplussers dat minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op 7 juni 2016 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Kern van de aanpak is om vijftigplussers te ondersteunen bij het vinden van nieuw werk, werknemers wendbaarder te maken en werkgevers minder terughoudend te laten zijn bij het aannemen van nieuw personeel. Het actieplan loopt in 2017 en 2018 en kost 68 miljoen euro. Het actieplan dat samen met de sociale partners is opgesteld, houdt het volgende in:
De werkgever die een uitkeringsgerechtigde van 56 jaar of ouder of een arbeidsgehandicapte in dienst neemt, komt in aanmerking voor een mobiliteitsbonus (voorheen premiekorting ouderen)voor maximaal drie jaar. De leeftijd voor de mobiliteitsbonus is per 1 januari 2015 verhoogd van 50 jaar naar 56 jaar.
De no-riskpolis voor oudere langdurig werklozen wordt in 2016 nieuw leven ingeblazen. Minister Asscher wil de maatregel invoeren voor werkzoekenden boven de 56 jaar. De regeling is bedoeld voor werknemers die zijn geboren vóór 8 juli 1954 (nu 62 jaar en ouder) en ten minste 52 weken onafgebroken een WW-uitkering hebben ontvangen. De uitkering begint na dertien weken ziekte en duurt maximaal twee jaar (104 weken). De hoogte van de uitkering ligt het eerste jaar tussen de 70% en 100% van het (max.) dagloon en is het tweede jaar 70% van het maximale dagloon.
Het bestaande Actieplan 50PlusWerkt (dat afloopt per 1 oktober 2016) voorziet in een scholingsvoucher als een werkgever een werknemer met een WW-uitkering in dienst neemt die 50 jaar of ouder is op de eerste dag van zijn opleiding. Vanaf 1 mei 2016 zijn scholingsvouchers* beschikbaar om mensen, waaronder vijftigplussers, om te scholen naar een kansrijk beroep.
* Een scholingsvoucher is een subsidie voor een opleiding die men bij het UWV kan aanvragen.
Als een werkgever iemand met een WAO-, WIA-, WAZ-, Wajong-, Ziektewet- of WW-uitkering in dienst wil nemen of een werkzoekende die moeilijk aan werk komt en van wie nog niet geheel duidelijk is of hij geschikt is voor de functie, kan de werkgever voor deze werkzoekende een proefplaatsing bij het UWV aanvragen. De werknemer werkt twee maanden bij de werkgever met behoud van uitkering. De werkgever betaalt geen loon.
Voor een proefplaatsing geldt dat de werkgever de bedoeling moet hebben om de werknemer een dienstverband aan te bieden van minimaal 6 maanden. En voor minimaal hetzelfde aantal uren als de proefplaatsing. Na proefplaatsing mag de werkgever geen proeftijd meer afspreken met de werknemer. De werkgever sluit tijdens de proefplaatsing voor de werknemer een aansprakelijkheidsverzekering af.
Zeuren over leeftijdsdiscriminatie van ouderen op de arbeidsmarkt heeft geen zin. Ouderen moeten zelf hun verantwoordelijkheid nemen, betoogt Errol Keyner. Dat geldt ook voor hemzelf.
Wij ouderen vooral zelf onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Als jongeren de ouderen verdringen van de arbeidsmarkt, moeten ouderen of productiever of goedkoper worden.
Wanneer je houterig op je toetsenbord zit te rammen als ware het een typemachine uit het midden van de twintigste eeuw, terwijl een (veel goedkopere) jongeling elegant en spelenderwijs binnen enkele minuten een ICT-applicatie weet te gebruiken, weet je dat je op achterstand raakt.
Onze rijkere werk- en levenservaring zal niet voor altijd voldoende compensatie bieden. Wij moeten zelf zorgen waar voor ons geld te bieden. Dus zelf bijscholen waar nodig. En als het allemaal niet meer zo gemakkelijk gaat, harder je best doen of een deel van je vrije tijd opofferen ter compensatie van je lagere productiviteit.
En wanneer dat allemaal onvoldoende blijkt, dan zullen we door de zure appel moeten bijten en ons aantrekkelijker moeten maken voor werkgevers. Dat betekent akkoord gaan met veel lagere lonen en loonnevenkosten voor die ouderen die in de productiviteitsrace zijn achteropgeraakt. Misschien ligt daar nu eens wel een faciliterende of zelfs dwingende rol voor de overheid. (Bron: Z24, 19 aug. 2016)
Zie ook column "Hoe ouder, hoe beter" uit 2007
Sinds 1 september 2016 (het nieuwe schooljaar) is het Hoger Onderwijs voor Ouderen (HOVO) belast met btw. De Belastingdienst heeft aan HOVO-instellingen kenbaar gemaakt dat individuele cursussen wel kunnen voldoen aan de btw-vrijstelling voor onderwijs. Bij twijfel kan dit met de inspecteur worden afgestemd. Voorheen konden de HOVO-instellingen de btw-vrijstelling benutten op grond van een goedkeuring voor Volksuniversiteiten, maar die is ingetrokken. Universiteiten en hogescholen bieden HOVO-cursussen aan voor mensen van 50 jaar of ouder. Het aanbod betreft cursussen op het gebied van onder andere kunst, filosofie, (cultuur)geschiedenis, exacte vakken en psychologie. (Bron: Fiscasus, okt. 2016)
De aanleiding voor deze actualisering is de uitspraak van de Hoge Raad van 22 januari 2016. Op basis van deze uitspraak zijn onderwijsinstellingen onder voorwaarden geen BTW verschuldigd over het in samenwerking verzorgen van onderwijs.
Voor 50-plussers die niet vanuit een uitzendbaan in de WW komen, kan uitzendwerk een opstap zijn naar een andere baan. Dit blijkt uit het Kennisverslag ‘Werkloze 50-plussers en uitzendwerk’ van UWV waarin wordt onderzocht of uitzendwerk voor werkloze 50-plussers betere kansen biedt op een niet-uitzendbaan.
Wie uitzendwerk verricht ontwikkelt recente werkervaring en bouwt daarbij een relevant netwerk op. Ook kunnen werkgevers tijdens uitzendwerk bekijken of een werknemer geschikt is. Langdurig uitzendwerk kan voor werkgevers echter een signaal zijn dat iemand kennelijk niet in staat is om een niet-uitzendbaan te vinden en daarom minder geschikt is. (Bron: UWV, 13 maart 2017)
Er is niet één generatiepact en er is niet één set van regels voor een generatiepact. Generatiepact is de naam voor verschillende regelingen met hetzelfde doel:
De CAO stimuleert gemeenten te kijken naar de mogelijkheden van een generatiepact. De in de CAO genoemde vorm (de zogenoemde 80/90/100-regeling) is daarbij één van de mogelijkheden. De CAO verplicht gemeenten niet om een generatiepact te sluiten. Meerdere gemeenten hebben al een generatiepact. Voorbeelden staan op de website van het A+O fonds.
Maar ook de industrie kent het generatiepact. Zo heeft Tata Steel in haar CAO (2017) staan dat werknemers van 60 jaar of ouder er voor mogen kiezen om 50 procent te gaan werken, waarbij ze tot 90 procent van hun salaris behouden. De pensioenopbouw blijft daarbij wel 100 procent. Het gat in het rooster wordt weer opgevuld met jongere werknemers.
Nederland benut onvoldoende het werkpotentieel van werknemers van 55 jaar en ouder. Ons bruto nationaal product (BNP) loopt hierdoor 48 miljard euro mis. Als alle OESO-landen hun beroepsbevolking tussen de 55 en 69 jaar naar het Zweedse arbeidsparticipatieniveau brengen (75,5 procent), zou dit ruim 1700 miljard euro opleveren. Dat blijkt uit de jaarlijkse Golden Age-index van PwC.
In de afgelopen decennia is de levensverwachting verder gestegen. We worden niet alleen ouder, maar zijn ook fitter op hogere leeftijd. Daardoor kunnen mensen ook langer doorwerken. Soms moet dit, om pensioenuitkeringen over een langere tijd mogelijk te maken. We leven immers veel langer na de reguliere pensioenleeftijd van 65 jaar.
Langer werken stelt vooral oudere werknemers voor een grote uitdaging: kunnen ze goed doorwerken tot een hogere leeftijd en zullen er banen voor hen zijn? Zij moeten zich aanpassen, omdat onder andere door technologie banen snel aan het veranderen zijn. (Bron: PwC, juli 2017)
Het aantal werkende 55-plussers is sinds 2003 bijna verdubbeld. Dat komt deels door de vergrijzing, maar ook los daarvan zijn er fors meer ouderen aan het werk. In totaal zijn 1,6 miljoen 55-plussers nog aan de slag, zij vormen samen bijna 20 procent van de werkende bevolking. In 2003 waren er in totaal ongeveer drie miljoen Nederlanders van 55 jaar of ouder. Dat waren er dertien jaar later vier miljoen. Van die groep had in 2003 27 procent werk, dat is in 2016 gestegen tot bijna 40 procent.
Vooral onder mensen tussen de 60 en 65 jaar nam de arbeidsparticipatie flink toe. Bij de mannen in die leeftijdsgroep verdubbelde het percentage werkenden bijna, dat is nu 63 procent.
Bij de vrouwen is de toename helemaal spectaculair. Had in 2003 nog maar 14 procent van de vrouwen tussen de 60 en 65 betaald werk, in 2016 was dat 43 procent.
De pensioenleeftijd lag op het meetmoment vorig jaar op 65 jaar en 6 maanden. Boven die leeftijd neemt de arbeidsparticipatie dan ook sterk af, hoewel er nog heel wat 65-plussers aan het werk waren. Een op de tien mannen werkt door boven de AOW-leeftijd, meestal als zelfstandige of flexibele arbeidskracht. De meesten doen dat wel in deeltijd. Bij vrouwen neemt de arbeidsparticipatie boven de 65 jaar sneller af. (Bron: CBS & Nu, 13/14 okt. 2017)
Redactie: Een belangrijk aspect van de toename van ouderenparticipatie is het afschaffen van de VUT per 1-1-2006. Er was nog wel een overgangsrecht voor een enkeling, maar in 2015 de VUT definitief is geëindigd.
Oudere werknemers hebben meer kans om vervangen te worden door intelligente technologie dan jongere werknemers. In Nederland worden oudere werknemers momenteel veel ingezet voor werk dat geautomatiseerd kan worden, waardoor de kans dat zij worden vervangen door automatisering en robotisering groot is, zo’n 50%. Dit blijkt uit het Twin Threats of Aging and Automation rapport van Marsh & McLennan Companies’ Global Risk Centre.
Het onderzoek wijst uit dat van alle OESO-landen het percentage ouderen onder werklozen in Nederland het snelst stijgt. Binnen 16 jaar steeg het percentage van een werkloze bevolking tussen de 50-64 jaar van 14% naar 30%. ‘Tegenwoordig willen veel bedrijven versneld de nieuwste intelligente technologieën toepassen, wat grote gevolgen kan hebben voor oudere werknemers. Het kan leiden tot meer werkloosheid, toenemende ongelijkheid en tot extra druk op de sociale vangnetten’. ‘Oudere werknemers vormen een belangrijk deel van de workforce, maar als zij hun vaardigheden en kennis niet genoeg aanpassen aan de huidige ontwikkelingen, lopen zij het risico buitengesloten te worden.,’ (Bron: Mercer, 15 aug. 2018)
Oudere werklozen hebben grote moeite om weer een baan te vinden, zelfs nu veel werkgevers zeggen dat ze zitten te springen om werknemers. Anders dan soms wordt geopperd, ligt dat niet aan onwil of onrealistische salariseisen. Ze solliciteren niet minder vaak dan jongere werkzoekenden en ook het verlangde loon verschilt niet erg.
Dat stellen arbeidsmarktdeskundigen Jan Dirk Vlasblom en Joop Schippers in het Tijdschrift voor Arbeidsmarktvraagstukken. Vlasblom werkt voor het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en Schippers is als hoogleraar verbonden aan de Universiteit van Utrecht.
Ouderen kunnen solliciteren zoveel ze willen, werkgevers zien ze niet staan.
Radar
Hun bevindingen lijken aan te sluiten bij de verzuchtingen van Tof Thissen, directeur van het UWV Werkbedrijf. Die zei eerder dit jaar tegen het FD dat werkgevers oudere werkzoekenden onvoldoende op de radar hebben en ze daarom geen eerlijke kans geven. Van de bijna negen miljoen mensen met betaald werk, zijn er anderhalf miljoen ouder dan 55. Dat is meer dan ooit. Tegelijkertijd zijn ouderen vaker en langer werkloos dan jongeren.
Aan de hand van gegevens uit een tweejaarlijkse enquête onder geselecteerde huishoudens, het zogeheten SCP-Arbeidsaanbodpanel, hebben de onderzoekers getoetst of harder zoeken en lagere eisen inderdaad leiden tot een hogere kans op een baan. De overheid verplicht langdurig werklozen momenteel een baan op een 'lager niveau' te accepteren. In de praktijk komt dat neer op een lager salarisniveau.
Sprookje
Dit beleidsuitgangspunt lijkt weinig hout te snijden. De suggestie dat ouderen eerder in hun loopbaan steeds meer zijn gaan verdienen en zichzelf daarom uit de markt prijzen door bij een sollicitatie te vragen om een vergelijkbaar salarisniveau, blijkt een sprookje. Grote sprongen in salaris maken werknemers voor hun 40ste, daarna komt er in de regel niet veel meer bij. Bovendien zien jongeren van nu hun loon veel harder stijgen dan ouderen destijds op die leeftijd.
Als werkgevers ouderen toch als duurder ervaren dan sollicitanten van middelbare leeftijd, komt dat dus door bijkomende kosten, zoals leeftijdsgebonden ‘ontziemaatregelen’, extra verlofdagen, pensioen of ziekte, niet omdat de werknemer zelf zo veel meer loon mee naar huis neemt.
Nooit goed
Gemiddeld genomen blijkt het loon dat een sollicitant van rond de 55 verwacht dan ook niet veel te verschillen van dat wat iemand rond de 30 verlangt. Alle werkzoekenden, ouderen niet uitgezonderd, blijven onder het gemiddelde niveau op de markt, om zo hun kansen te vergroten. Er is nauwelijks verband tussen dit zogenaamde reserveringsloon en de kans op werkhervatting, terwijl er wel een duidelijk verband met leeftijd is aan te wijzen. Dit duidt er volgens het artikel op dat het drastische bijstellen van de looneisen er niet toe leidt dat een werkzoekende sneller een baan vindt.
Volgens de onderzoekers kunnen oudere werkzoekenden het eigenlijk nooit goed doen. Als ze vasthouden aan het vorige functie- en salarisniveau vinden werkgevers dat ze gezien hun lagere productieniveau een toontje lager moeten zingen. Maar als ze inderdaad lager gaan zitten, nemen werkgevers hen niet serieus. In ieder geval kunnen ze hun kansen zelf niet of nauwelijks beïnvloeden door vaker te solliciteren of lagere eisen te stellen.
Kortzichtig
Een woordvoerder van MKB-Nederland zegt dat de werkgeversvereniging bij de eigen achterban voortdurend hamert op de kansen en mogelijkheden van 55-plussers. Zo roept de organisatie werkgevers op om bij elke vacature in ieder geval één oudere op te roepen. 'Inmiddels is toch wel duidelijk dat oudere werknemers niet vaker ziek, flexibel en “bij de tijd” zijn. Werkgevers voor wie dit soort vooroordelen nog steeds een rol speelt, zijn kortzichtig.'
Ze wijst er wel op dat de gevraagde en aangeboden vaardigheden niet altijd op elkaar aansluiten. 'We zien soms ook dat bedrijven met relatief veel ouderen in dienst bij nieuwe vacatures juist op zoek gaan naar wat jongere collega’s voor een goede mix van jong en oud.'
Werkgevers discrimineren oudere werknemers. Ze bieden hun medewerkers vanaf 56 jaar veel minder vaak cursussen en trainingen aan dan de rest van hun personeel. Dat blijkt uit een onderzoek van pensioeninstituut Netspar, mei 2019.
Onderzoeker Raymond Montizaan, arbeidseconoom aan de Universiteit van Maastricht, noemt het 'een treurig verhaal' dat werkgevers nog steeds minder in oudere werknemers investeren dan in jongeren. Werknemers moeten steeds langer blijven werken. Om dat vol te houden, is het essentieel dat oudere werknemers getraind en geschoold blijven.
Het probleem zit deels ook bij de werknemers zelf. De bereidheid om cursussen of trainingen aan te nemen blijkt te dalen naarmate de leeftijd vordert. "De animo onder werknemers daalt inderdaad, maar dat komt ook omdat ze de verkeerde soort cursussen krijgen aangeboden”, zegt Montizaan. De trainingen zouden bijvoorbeeld vooral op jongeren gericht zijn.
60-jarigen in 2011 werkten tot hun pensioenleeftijd twee tot drie keer zo vaak als 60-jarigen uit 2001. Het aandeel 60-jarigen met vroegpensioen is in tien jaar juist gehalveerd. Ook het aandeel met inkomsten uit een arbeidsongeschiktheids- of ziekte-uitkering is lager onder de 60-jarigen uit 2011. (Bron CBS, 20 mei 2019).
Redactie: Als het een beetje meezit, zullen we het aantal werknemers dat in 2019 doorwerkte tot aan de pensioenleeftijd in 2027 (2019 + 8 jaar) mogen aanschouwen.
Oudere werknemers hebben meer kans om vervangen te worden door intelligente technologie dan jongere werknemers. In Nederland worden oudere werknemers momenteel veel ingezet voor werk dat geautomatiseerd kan worden, waardoor de kans dat zij worden vervangen door automatisering en robotisering groot is, zo’n 50%. Dit blijkt uit het Twin Threats of Aging and Automation rapport van Marsh & McLennan Companies’ Global Risk Centre.
Experts van Oliver Wyman en Mercer onderzochten de risico’s van de ouder wordende workforce tegenover automatisering op de werkvloer. Dit deden ze voor 16 landen in Azië, Europa en Noord- en Zuid-Amerika. David Sanderse, CEO bij Mercer Nederland: ‘Automatisering maakt een ongekend hoge productiviteit mogelijk, waardoor bedrijven kunnen investeren in zowel nieuwe inkomstenstromen als jongere werknemers. Investeren in jong talent wordt echter lastig nu de jongere bevolking afneemt. Met een workforce die in 2030 voor 32% uit mensen tussen de 50 en 64 jaar bestaat, kunnen overheden en bedrijven het zich niet veroorloven oudere medewerkers te negeren.’ (Bron: Mercer, 15 aug. 2019)
De meeste werkende 65-plussers zijn jonger dan 70, maar in 2018 waren er ook 88 duizend 70-plussers aan het werk. De groei van het aantal werkende 65-plussers komt deels door vergrijzing van de bevolking.
De meeste 70-plussers met betaald werk zijn werkzaam als zelfstandige, in verreweg de meeste gevallen zonder personeel. Zij werken ook relatief vaak in een kleine deeltijdbaan. De werkende 65- tot 70-jarigen hebben veel vaker een grote deeltijdbaan of werken voltijd. (Bron: CBS, 21 sep. 2019)
Pensioengerechtigde werknemers moeten, naar Amerikaans voorbeeld, de mogelijkheid krijgen om via een ‘overbruggingsbaan’ hun voltijdse carrière rustig af te bouwen tot volledig stoppen met werken.
Deze vorm tussen betaald en onbetaald werk adviseert de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving aan kabinet en parlement vandaag in het rapport ‘De derde levensfase: het geschenk van de eeuw' (8 januari 2020). Nu werken in Nederland de meeste mensen fulltime bij een baas en stoppen ze daar plotsklaps compleet mee op pensioengerechtigde leeftijd.
NB: Lees ook het advies ‘De derde levensfase: het geschenk van de eeuw’ van het adviesorgaan van de overheid om de groep vitale gepensioneerden beter te benutten.
Ga terug naar rubriek Categorieën werknemers.