Veel werknemers die vanuit het buitenland naar Nederland komen om te werken, kunnen gebruik maken van de zogenaamde 30%-regeling. Dat houdt in dat 30% van het salaris als vergoeding wordt betaald en niet wordt belast en ook niet premieplichtig is. Daardoor stijgt het nettoloon. Dit is een compensatie voor de extra kosten (extraterritoriale kosten) die deze werknemer maakt om in Nederland te werken.
Om van deze regeling gebruik te kunnen maken, moet wel aan voorwaarden worden voldaan. De werknemer moet in loondienst zijn bij een Nederlandse werkgever, moet over een specifieke deskundigheid beschikken die op de Nederlandse arbeidsmarkt bijna niet te vinden is, moet buiten Nederland geworven zijn (meer dan 150 kilometer vanaf de Nederlandse grens) en er moet toestemming zijn gegeven door de Nederlandse belastingdienst.
Deze 30%-regeling wordt met ingang van 1 januari 2024 versobert. Vanaf 1 januari zal het alleen nog mogelijk zijn om van de regeling gebruik te maken als het salaris minder is dan € 223.000 (zogenaamde Balkenendenorm in 2023) en kan maximaal 5 jaar van de regeling gebruik worden gemaakt. Verder wordt de 30%-regeling in de loop van de tijd verlaagd. In de eerste 20 maanden geldt de regeling over 30% van het salaris, over de tweede 20 maanden over 20% van het salaris en daarna over 10% van het salaris.
Voor werknemers die al gebruik maken van de regeling geldt een overgangstermijn.
Werkgevers kunnen in plaats van de 30%-regeling ook de daadwerkelijke extraterritoriale kosten vergoeden. Zij kunnen elk jaar kiezen voor de vergoeding van de werkelijke kosten of toepassing van de 30%-regeling.
Voor 2024 is het salaris voor werknemers van 30 jaar en ouder, met een specifieke deskundigheid, vastgesteld op € 46.107 (2023 : € 41.954).
Voor buitenlandse werknemers die jonger zijn dan 30 jaar en beschikken over een mastertitel -Nederlandse graad in wetenschappelijk onderwijs of een gelijkwaardige graad in een ander land dan Nederland behaald – is het bruto salaris voor 2024 vastgesteld op € 35.048 (2023: € 31.891).
Voor buitenlandse werknemers die wetenschappelijk onderzoek doen bij een onderzoeksinstelling is voor toepassing van de 30%-regeling geen minimum salaris eis van toepassing.
Buitenlandse werknemers die tijdelijk in Nederland komen werken, komen onder bepaalde omstandigheden in aanmerking voor de 30%-regeling. De regeling houdt in dat de werkgever aan de werknemer een belastingvrije vergoeding mag betalen ter dekking van de extra kosten van het verblijf in Nederland (extraterritoriale kosten). De vergoeding bedraagt maximaal 30% van het loon, inclusief de vergoeding.
Voorwaarden om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling:
Een werknemer wordt geacht te voldoen aan de voorwaardelijke specifieke deskundigheid als de beloning van de werknemer hoger is dan een vastgestelde salarisnorm. De salarisnorm wordt jaarlijks geïndexeerd. Voor 2023 is de salarisnorm vastgesteld op een belastbaar jaarsalaris van € 41.954 (2022: € 39.467). Deze salarisnorm van € 41.954 is exclusief de eindheffingsbestanddelen en dus exclusief de 30%-vergoeding. In de meeste gevallen is geen sprake meer van specifieke controle op schaarste, maar dit gebeurt wel als bijvoorbeeld alle werknemers met een bepaalde deskundigheid aan de salarisnorm voldoen.
Voor wetenschappers en werknemers die arts in opleiding tot specialist zijn, geldt geen salarisnorm. Voor werknemers die instromen en jonger zijn dan 30 jaar en hun masterdiploma hebben behaald, geldt voor 2022 een salarisnorm van € 31.891 (2022: € 30.001). Het masterdiploma moet vergelijkbaar zijn met een masterdiploma in het Nederlandse wetenschappelijk onderwijs.
Als de werkgever voor een werknemer die naar Nederland komt van de 30%-regeling gebruik wilt maken, moet deze werknemer onder andere een specifieke deskundigheid hebben. Voor het aantonen van die specifieke deskundigheid geldt een inkomensnorm, die ieder jaar wordt geïndexeerd.
In 2022 is sprake van een specifieke deskundigheid als de werknemer een belastbaar jaarloon heeft dat meer is dan € 39.467, exclusief de gerichte vrijstelling.
Voor werknemers die in het wetenschappelijk onderwijs een Nederlandse mastertitel hebben behaald of een gelijkwaardige buitenlandse titel, en die jonger zijn dan 30 jaar, moet het belastbaar jaarloon meer zijn dan € 30.001, exclusief de gerichte vrijstelling.