2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Gehuwden en samenwonenden | € 1.689,30 | € 1.687,36 | € 1.734,16 | € 1.940,78 | € 2.017,64 |
Alleenstaand, ouder met kind | € 1.328,71 | € 1.331,36 | € 1.365,65 | € 1.522,52 | € 1.519,24 |
Alleenstaande, ouder zonder kinderen | € 1.328,71 | € 1.331,36 | € 1.365,65 | € 1.522,52 | € 1.519,24 |
Alleenstaande met één of meer meerderjarige personen | € 844,65 | € 843,68 | € 867,08 | € 970,39 | € 1.008,82 |
In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met het eigen vermogen. Bij de IOAW wordt wel rekening gehouden met andere inkomsten. Bij de IOAZ wordt rekening gehouden met andere inkomsten en het eigen vermogen. Van het vermogen dat iemand meer heeft dan € 166.431,- in 2024 wordt jaarlijks drie procent verrekend met de uitkering.
Voor mensen die een IOAZ-uitkering krijgen en een pensioentekort hebben, geldt dat zij tot maximaal € 160.026,- voor aanvullende pensioenvoorzieningen mogen hebben in 2024 zonder dat dit met hun uitkering wordt verrekend.
Ga terug naar Uitkeringen oudere werklozen IOAW en IOAZ.