Wanneer brutolooncomponenten worden ingeruild voor een onbelaste vergoeding of verstrekking (zoals een fiets), dan wordt in principe ook het premieloon voor de heffingen verlaagd. Dat leidt tot een verlaging van de premielasten. Deze vrijval van werkgeverslasten kan aanmerkelijk zijn.
Daar waar vaak een half procentje meer of minder kan leiden tot hevige onrust en zelfs stakingen, wordt veel te weinig aandacht besteed aan het vriendelijk belonen tegen lagere lasten.
Handig gebruikmaken van alle fiscale mogelijkheden en het verruilen van onbelaste vergoedingen voor brutolooncomponenten voor onbelaste vergoedingen, levert een aanzienlijk voordeel op voor zowel de werkgever als de werknemer.
Ondanks de geringe tot matige deelname geeft het voorbeeld al aan, dat de implementatiekosten (ongeveer € 28.000, eenmalig, bij 500 medewerkers) al in het eerste jaar zijn terugverdiend door de vrijval van werkgeverslasten.
Een werkgever die een cafetariasysteem kent, wordt over het algemeen als een aantrekkelijke werkgever gezien. Uit onderzoek van
dr.Miranda Langedijk blijkt dat werknemers een dergelijke regeling zeer waarderen, zelfs wanneer zij persoonlijk geen keuzes maken.
Vrij gekozen arbeidsvoorwaarden drukken personeelskosten
Werkgevers kunnen aanzienlijk besparen op hun personeelskosten door werknemers zelf secundaire arbeidsvoorwaarden te laten kiezen. Werkgevers zijn echter terughoudend om dergelijke keuzeprogramma’s te implementeren, doordat ze de kosten te hoog inschatten. Dat blijkt uit internationaal onderzoek van Mercer Marsh Benefits.
60% van de West-Europese bedrijven laat werknemers tot op zekere hoogte arbeidsvoorwaarden kiezen. Van de zeventien landen waar het onderzoek werd uitgevoerd, zijn keuzeprogramma’s met name populair in Spanje (84% van de werkgevers), Groot Brittannië (74%) en Polen (67%). Hoe groter het bedrijf, hoe vaker werknemers hun secundaire arbeidsvoorwaarden kunnen kiezen. 73% van de bedrijven met meer dan 5.000 werknemers doet dat, tegenover 37% bij kleinere bedrijven (<250 werknemers).
Van de Nederlandse bedrijven die werknemers flexibele arbeidsvoorwaarden bieden, doet 70% dat om aan te sluiten bij behoeften en waarden van een divers personeelsbestand; veel vaker dan in de ons omringende landen. 72% van de ondervraagden doet het omdat vrije keuze goed bijdraagt aan de personeelsdoelstellingen van hun bedrijf. 56% gebruikt programma’s om zich te onderscheiden van concurrerende werkgevers. 55% ziet de betrokkenheid van werknemers meetbaar toenemen. 54% hoopt er talent meer vast te houden. 40% hoopt op deze manier gebruik te maken van lokale belastingvoordelen.
82% van de werkgevers in Europa, het Midden Oosten en Afrika noemt de verwachte kosten van een employee choice-programma als belangrijkste reden om hier niet aan te beginnen. Dat is echter ongegrond. 43% van de bedrijven stelt geld te besparen, en 23% constateert in ieder geval niet duurder uit te zijn. Vrijekeuzeprogramma’s worden bovendien door werknemers goed ontvangen: 76% is positief. Naast de hoge ingeschatte kosten, vrezen bedrijven ook administratieve rompslomp (81%).
(Bron: Mercer,
23 jun. 2014)