Inhoud
- Werkgeverslasten dalen in meeste gevallen in 2017
- LKV niet meer altijd maximaal drie jaar toepassen
- Werkgeverslasten omhoog in 2019
Werkgeverslasten dalen in meeste gevallen in 2017
De werkgeverslasten dalen in 2017 voor de meeste organisaties. Met name personeel met lagere en middeninkomens worden goedkoper. Zo hoeft voor een bouwvakker met een modaal inkomen maandelijks 17 euro minder lasten te worden afgedragen. De meeste uitzonderingen zijn te vinden in de overheidssector: zowel ambtenaren met een laag, midden als hoger inkomen worden in 2017 duurder voor overheidsinstanties. Dit komt voornamelijk door hogere pensioenafdrachten. (Bron en meer: ADP,
5 jan. 2017)
LKV niet meer altijd maximaal drie jaar toepassen
Als uw organisatie in aanmerking wil komen voor een loonkostenvoordeel (
LKV) voor een werknemer uit de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden, is daar per 2020 geen maximumduur meer aan verbonden. De tegemoetkoming geldt zolang de werknemer aan de voorwaarden voldoet.
Als een werknemer aantoonbaar tot de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden behoort, kan uw organisatie een loonkostenvoordeel (
LKV) voor hem aanvragen via de loonaangifte. Momenteel kan die loonkostensubsidie maximaal drie jaar duren vanaf het moment dat de werknemer in dienst komt. In de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid staat echter dat de
LKV voor deze doelgroep per 2020 niet langer beperkt is tot drie jaar. Uw organisatie kan deze tegemoetkoming per 2020 dus voor onbepaalde duur aanvragen, zolang de werknemer aan de voorwaarden voor het
LKV voldoet.
Deze voorgenomen uitbreiding van het loonkostenvoordeel voor de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden moet het arbeidsmarktperspectief van werknemers met een arbeidsbeperking structureel verbeteren. Er zijn geen plannen bekend om de looptijd van het loonkostenvoordeel voor de andere drie doelgroepen te verlengen. Voor het aannemen van oudere uitkeringsgerechtigden, het aannemen van arbeidsgehandicapte werknemers en het herplaatsen van arbeidsgehandicapte werknemers blijft dus een beperkte looptijd gelden.
Werkgeverslasten omhoog in 2019
Wat laat het eerste loonstrookje van 2019 zien voor werknemers en werkgevers? In zijn netto inkomen gaat bijna iedereen er dit jaar op vooruit. Voor werkgevers is het beeld minder rooskleurig: de werkgeverslasten stijgen over vrijwel de hele linie. Alleen werkgevers in de bouw zijn spekkoper: in deze sector wordt arbeid juist goedkoper.
Leuker kunnen we het niet maken was jarenlang het motto van de Belastingdienst. Makkelijker kon het volgens de fiscus wel en dat is ook weer het goede voornemen voor de komende jaren. Het kabinet zet de eerste stappen naar het tweeschijvenstelsel in 2021. Dit betekent dat de belastingtarieven in de tweede en derde schijf van het huidige stelsel stapsgewijs gelijk worden getrokken met het nieuwe tarief in de eerste schijf. Dit maakt dat het systeem inderdaad wordt vereenvoudigd.
Eenvoudiger betekent niet goedkoper. Werkgevers gaan dit jaar meer betalen voor arbeid. Dat zit hem vooral in het stijgen van de premies. De werkgeversbijdrage voor de Zorgverzekeringswet gaat omhoog, evenals de premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds. De meest opmerkelijke stijging is die voor het Algemene werkloosheidsfonds, uit dit fonds worden de
WW-uitkeringen bekostigd. (Bron en meer: PW,
4 jan. 2019)