Duurzame inzetbaarheid, ook wel levensfasebewust personeelsbeleid wordt steeds belangrijker voor organisaties en personeel. Maar wat is duurzame inzetbaarheid? Ieder zich respecterende organisatie of wetenschapper heeft dit op eigen wijze omschreven. De redactie HR-kiosk meent er goed aan te doen de honderden definities u te onthouden. We laten het bij een gering aantal definities van min of meer willekeurig gekozen organisaties en/of wetenschappers.
Optimaal blijven werken met een duurzame inzetbaarheid, zo luidt het concept ‘maintenance of workability’ (MWA - afkomstig uit Finland). Belangrijke begrippen die met MWA in verband zijn te brengen: werkvermogen, groeimogelijkheden en inzetbaarheid.
Kern van MWA is het individuele ‘werkvermogen’ - het vermogen om het werk, maar even goed aspecten van het dagelijks leven, aan te kunnen (coping) en daarbij het gevoel van controle te hebben. Het begrip heeft betrekking op fysieke en mentale vermogens die nodig zijn om te kunnen werken, op competenties en op motivatie. De toevoeging ‘maintenance' maakt het begrip dynamisch. Essentieel voor het kunnen blijven werken is het onderhouden en verbeteren van het werkvermogen.
Duurzame inzetbaarheid gaat niet alleen over hoe je gezond de pensioengerechte leeftijd haalt, maar ook over levenslust. Vitaliteit of levenslust is de basis voor een leven lang presteren. Vitale mensen weten wanneer ze hard werken moeten afwisselen met rust. Dit geldt niet alleen voor het leveren van topsportprestaties.
Vitale mensen wisselen hard werken af met perioden van rust. Volgens oud atleet Van den Hoogenband zijn er veel overeenkomsten tussen een topprestatie in een zwembad en een topprestatie op de werkvloer. "Ik wil niet de betweter uithangen omdat ik een paar keer in een bak water de overkant heb weten te halen, maar de samenleving kan heel veel leren van de kennis die topsporters in de sport hebben opgedaan. Ik werd pas succesvol toen ik bepaalde blokken heel hard trainde en bepaalde blokken heel hard mijn rust pakte."
Zo stapte de zwemkampioen over van hard naar slim trainen. "Ik werd pas succesvol toen ik bepaalde blokken heel hard trainde en bepaalde blokken heel hard mijn rust pakte. En toen ik zwemmen, een individuele sport, ging zien als teamsport" (Bron: HR-kiosk, 2015)
Ook dit begrip hangt samen met duurzame inzetbaarheid. Sociale innovatie is vernieuwing van het arbeidsproces, met als doel de arbeidsproductiviteit en de arbeidsparticipatie te verhogen. Sociale innovatie houdt in dat in mens en organisatie wordt geïnvesteerd, bijvoorbeeld door het werk anders te organiseren, gezondheidsbeleid in te voeren, het kennisniveau en employability (inzetbaarheid) van werknemers te verhogen, arbeidsvoorwaarden te moderniseren en door sociaal beleid te koppelen aan de bedrijfsdoelstellingen. Sociale innovatie is dus meer dan het doorvoeren van technologische vooruitgang, zoals het ontwikkelen van nieuwe producten, diensten en processen. Alternatieve begrippen voor sociale innovatie zijn innovatief organiseren en slimmer werken.
Bij sociale innovatie zijn vele partijen (o.m. management, werknemers, klanten, politiek/overheid, vakbonden) en arbeidsaspecten (o.m. bedrijfscultuur, arbeidsparticipatie, beloningsbeleid, employability, markt) betrokken.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is een relatief nieuw begrip. Het gaat bij MVO om het vinden van een balans tussen mens (people), milieu (planet) en winst (profit). Is de balans niet goed, dan lijdt een van deze drie elementen daaronder. MVO is een ontwikkeling die de laatste jaren steeds nadrukkelijker aanwezig is en steeds meer als een standaard manier van produceren wordt gezien.
Hoewel de 'mens' wordt genoemd - dat kan te maken hebben met duurzame inzetbaarheid - gaat MVO veel verder, ook milieu en winst zijn belangrijke aandachtspunten.