Voorbeelden cafetariasystemen in Nederland Welzijn De 60.000 werknemers in de welzijnssector krijgen meer keuzemogelijkheden de eigen arbeidsvoorwaarden samen te stellen. Per 1 januari 2004 geldt de CAO a la carte regeling. Eerder bereikten bonden en de werkgevers hierover een akkoord. Met de a la carte regeling kunnen de werknemers de arbeidsvoorwaarden aanpassen aan de eigen wensen. Het kan gaan om extra vrije tijd (voor bijvoorbeeld sabbatsverlof), meer pensioenopbouw of extra salaris. Werknemers krijgen de mogelijkheid bronnen te ruilen voor doelen. Bronnen die werknemers mogen inzetten zijn bijvoorbeeld vakantie-uren, compensatie-uren en seniorenverlof. Geldbronnen zijn het salaris, de eindejaarsuitkering en bijzondere toeslagen. Met het inzetten van deze bronnen wordt het mogelijk doelen te realiseren als extra verlof of extra geld. Gemeente Hoorn Medewerkers kunnen belast loon ruilen voor onbelast loon. Een deel van het loon (bronnen) wordt daardoor gebruikt om een of meer faciliteiten (doelen) uit het arbeidsvoorwaardenpakket te bekostigen. De medewerker kan op verzoek deelnemen aan de cafetariaregeling. De medewerker heeft de keuze uit een aantal doelen en bronnen. De beschikbare doelen zijn: · het aan- of verkopen van vakantie-uren · bedrijfsfitness · fietsproject · vakbondscontributie · reiskostenvergoeding · lening voor een computer. De beschikbare bronnen zijn: · (een deel van) de vakantie-uren · (een deel van) de bruto vakantietoeslag · (een deel van) de bruto eindejaarsuitkering · (een deel van) de bezoldiging |
Individuele keuzen in het arbeidsvoorwaardenpakket (IKAP) De keuzemogelijkheden die het IKAP biedt, zijn meer of uren werken, minder vakantie en belastingvoordeel. Rijksambtenaren kunnen ervoor kiezen om: • hun inkomen verhogen door meer te werken. Maximaal 100 uur per kalenderjaar wordt extra uitbetaald. Voor ambtenaren die vallen onder de Rechterlijke macht geldt dat ze maximaal 200 uur per kalenderjaar extra uitbetaald mogen krijgen. Per week mogen beide groepen maximaal 40 uur werken; • een bepaalde periode minder uren werken. Per kalenderjaar kunnen ze maximaal 80 uur minder werken bij een 36-urige werkweek. Voor ambtenaren die minder uren per week werken geldt een maximum naar verhouding; • vakantie-uren te laten uitbetalen. Na het inleveren van vakantiedagen moet de ambtenaar minimaal 144 uur vakantie overhouden (ongeveer 18 dagen) bij een 36-urige werkweek. Ook hier geldt dat bij een kortere werkweek het minimaal aantal uren naar verhouding is. Rijksambtenaren kunnen belastingvrij van de volgende mogelijkheden gebruikmaken: • bedrijfsfitness; • een fiets voor woon-werkverkeer en een fietsverzekering; • de inrichting van een thuiswerkruimte; • vakliteratuur; • openbaar vervoerkaarten die de ambtenaar mede voor reizen naar het werk gebruikt (bijvoorbeeld een OV-jaarkaart of een eerste klas jaartrajectkaart, in plaats van de tweede klas jaartrajectkaart die via de werkgever verstrekt is); • studie/opleiding voor het werk; • vakbondscontributies. Rijksambtenaren kunnen een belastingvrije vergoeding laten uitbetalen om deze zaken te betalen. Ze kunnen kiezen uit welke van de volgende bronnen die vergoeding komt: • maximaal 10 procent van het jaarsalaris; • vakantietoeslag; • vergoeding voor meer uren werken; • vergoeding voor minder vakantie. |