Arbeidsmarktregio's en Werkbedrijven

Datum laatste wijziging: 15 december 2017  |  Trefwoorden: , , ,

Inhoud

  1. Opdracht
  2. 35 miljoen euro voor invoering Participatiewet
  3. Meer banen voor mensen met beperking door herontwerp werkprocessen
  4. Uitgifte Participatie Certificaat
  5. Werken met een arbeidsbeperking levert meer op dan bijstand

Opdracht

De 35 arbeidsmarktregio's hebben tot taak om mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. In elk arbeidsmarktregio wordt een Werkbedrijf ingericht. Gemeenten hebben de lead bij de Werkbedrijven. Werkgevers- en werknemersorganisaties nemen deel aan het bestuur. De Werkbedrijven spelen een belangrijke rol bij het plaatsen van mensen op de extra banen uit de banenafspraak die de sociale partners met het kabinet hebben gemaakt. Bovendien betrekken gemeenten de Werkbedrijven bij het organiseren van beschut werk. In elke regio wordt een basispakket aan functionaliteiten onder regie van het Werkbedrijf georganiseerd. Werkbedrijven hebben onder andere als doel om werkgevers die mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen te 'ontzorgen'. In de Werkkamer werken gemeenten en sociale partners dit verder uit.

35 miljoen euro voor invoering Participatiewet

Staatssecretaris Klijnsma van SZW stelt € 35 miljoen extra beschikbaar (2015) voor de invoering van de Participatiewet. Het geld is bedoeld voor de inrichting van de 35 regionale Werkbedrijven.

De regionale Werkbedrijven krijgen een belangrijke rol krijgen bij de uitvoering van de Participatiewet. In deze bestuurlijke samenwerkingsverbanden werken de gemeenten binnen de arbeidsmarktregio’s samen met UWV, regionale werkgevers en vakbonden aan de bemiddeling van mensen met een arbeidsbeperking naar werk. Vaak zijn ook het onderwijs en het SZW-bedrijf hierbij betrokken.

Meer banen voor mensen met beperking door herontwerp werkprocessen

Werkgevers die invulling willen geven aan hun toezegging om 125.000 extra banen voor mensen met een beperking te creëren, doen er goed aan het Inclusief Herontwerp van Werkprocessen (IHW) toe te passen. Met de IHW-methode, die ontwikkeld is door de Universiteit Maastricht en UWV wordt op de werkplek onderzocht of werkprocessen anders georganiseerd kunnen worden om daarmee passende banen voor mensen met een beperking te creëren. Bijkomend voordeel voor de werkgever is dat de methode kostenbesparend werkt. Dit blijkt uit het evaluatierapport van het pilotproject dat de Universiteit Maastricht en UWV in samenwerking met het Slotervaartziekenhuis hebben uitgevoerd.

De methode-IHW is aan een praktijktoets onderworpen in het Slotervaartziekenhuis. Gedurende het pilotproject zijn bijna honderd Wajongers aan de slag gegaan bij het ziekenhuis. De resultaten van het project laten zien dat de methode-IHW geschikt is voor het bedrijfsmatig en op grote schaal creëren van passend werk voor mensen uit de doelgroep. De kosten-baten analyse bewijst dat het inschakelen van mensen met een beperking in het arbeidsproces kostenbesparend voor de werkgever kan zijn, ondanks een hogere begeleidingsnoodzaak.

Uitgifte Participatie Certificaat

Wethouders, Kamerleden en werkgeversorganisaties ondersteunen de decentrale uitgifte van Participatie Certificaat via gemeenten voor extra werkgelegenheid en sociale cohesie in de regio. Namens de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam (185.000 inwoners) start het participatiebedrijf Stroomopwaarts MVS met het uitgeven en inzetten van het Participatie Certificaat. En is daarmee het eerste participatiebedrijf in Nederland dat via decentrale uitgifte van Participatie Certificaten haar inspanningen op het gebied van arbeidsparticipatie een nieuwe impuls geeft.

Een Participatie Certificaat vertegenwoordigt een financiële waarde die kan worden benut om een kandidaat extra ondersteuning te bieden om aan het werk te gaan, mét een contract. Het geld wordt bijvoorbeeld ingezet voor reiskosten, cursussen en begeleiding. (Bron: Opnaarde100000.nl, 6 mrt. 2017)

Werken met een arbeidsbeperking levert meer op dan bijstand

Staatssecretaris Tamara van Ark koerst aan op een regeling waarbij het inkomen van mensen met een arbeidsbeperking wordt aangevuld tot minimumloon. Dit gaat om mensen die vanuit de Participatiewet met loondispensatie gaan werken. Als zij meer uren gaan werken, stijgt het inkomen mee. Van Ark gaat samen met gemeenten, werkgevers, cliëntenraden, vakbonden en andere betrokkenen een loonaanvullingsregeling ontwerpen die hier voor zorgt.

In het regeerakkoord is afgesproken om loonkostensubsidie in de Participatiewet te vervangen door loondispensatie. Van Ark heeft de zorgen gehoord over hoe de nieuwe regeling er uit zou gaan zien. Daarom besluit zij tot een regeling te komen met de volgende randvoorwaarden:
  • Het inkomen van mensen die gaan werken met een loonaanvulling moet hoger zijn dan wat zij aan uitkering zouden krijgen zonder werk. Ook moeten mensen die méér uren gaan werken er ook vooruitgaan. Van Ark koerst er op dat mensen met een arbeidsbeperking worden aangevuld op een niveau van het minimumloon per gewerkt uur.
  • De regeling moet voor werkgevers eenvoudig zijn om uit te voeren en aansluiten bij regelingen waar zij al mee te maken hebben. Immers, werkgevers leveren de banen. Op dit moment hebben werkgevers te maken met loondispensatie voor mensen die vanuit de Wajong een aanvulling krijgen en met loonkostensubsidie voor mensen die werken via de Participatiewet. Eenduidigheid voor werkgevers in de regelingen vergroot de kans dat zij mensen met een arbeidsbeperking aannemen en zorgt dus voor meer werk.
(Bron: Rijksoverheid, 14 dec. 2017)

Ga terug naar subrubriek Participatiewet.