Ooit hadden we de Ambachtsschool
Opinie | zo 4 dec 2022 | Bron: HR-kiosk & De Volkskrant | Auteur: Andries Bongers | Trefwoorden: Ambachtsschool, Vakarbeider, Mammoetwet
Vakarbeid laag op de ladder
In de 50-er jaren van de vorige eeuw werd in de 6e klas op de Lagere School geselecteerd welke kinderen naar het hoger onderwijs (HBS en Gymnasium) gingen of naar de MULO-school. Afvallers gingen naar de Ambachtsschool. Dit laatste was voor ouders die zelf ook metselaar, timmerman of elektricien waren (moeders werkten vaak niet) een tegenvaller. Dat hun kind niet geselecteerd werd voor het hoger onderwijs dat ging nog, maar zelfs niet voor de MULO, werd als een teleurstelling ervaren.
Ja, een vakarbeider stond toen in aanzien wel laag op de ladder.
Een aantal jaren later werd de Ambachtsschool LTS genoemd, dat klonk al een stuk beter en er was doorstroming mogelijk naar de MTS en soms daarna naar de HTS.
Wat ook prima werkte om de vakbekwaamheid te vergroten, was het leerlingenstelsel en de avondschool voor specifieke vakkennis.
De mammoetwet
In 1999 werd het VMBO ingevoerd (een verzameling van allerlei opleidingen) waar meestal vakbekwaamheid een bijzaak was geworden. Het doel was meestal dat de leerling naar de MAVO of in een enkel geval naar de HAVO kon doorstromen met opleidingen zonder enige vakbekwaamheid op het gebied van techniek en bouw.
Grote tekorten aan vakbekwame techneuten
Al jarenlang klagen we erover dat we geen of in ieder geval onvoldoende vakbekwame “bouwvakkers” hebben. Aannemers zijn gedwongen om buitenlandse krachten aan te nemen, die wel enige ervaring maar meestal geen gedegen kennis hebben c.q. vakdiploma.
En zoals zo vaak gebeurt, klagen we wel, maken lange rapporten, analyseren, maar nemen geen concrete maatregelen.
We hebben wel het
STAP-budget geïntroduceerd, waarvoor iedereen die in Nederland woont zich kan kwalificeren om een softe opleiding te volgen die door allerlei schimmige instituten wordt aangeboden. "Kost u niets, dus doe het maar". Lees een
STAP te ver
Daar zou uiteraard ook een opleiding bij kunnen zitten voor een vakarbeider, maar om iemand van niets naar een volwaardige technische opleiding te begeleiden is meer dan een bedrag van € 1000,00 nodig.
Voor het gebrek aan meubelstoffeerders, lijstenmakers, metselaars, elektriciens en schilders, zullen we weer gedegen beroepsonderwijs moeten optuigen, waarbij ook de waardering voor het vak op een veel hoger plan moet komen.
Beroepsonderwijs is een blinde vlek
In de Volkskrant las ik een opiniestuk van Elrie Bakker-Derks, voorzitter en Yvonne de Ruijter, directeur van AmbachtNederland.
Zij stellen dat in de academische wereld van minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) ruim een half jaar geleden nog geen mbo’ers bestonden. Het beroepsonderwijs was een ‘blinde vlek’. Helaas schiet naar hun mening het kabinet ook nu weer in de bekende reflex. Men denkt ook dit probleem met geldsmijterij op te lossen. Zonder visie of zicht op het effect van besteding van alweer honderden miljoenen.
STAP-budget
De Nationale Ombudsman constateerde onlangs dat een crisis niet wordt opgelost met systemen, wetten en beleid die zelf de crisis veroorzaakt hebben. Maar dat is wel precies wat hier gebeurt, volgens de auteurs. We investeren nog meer geld, in nog meer van hetzelfde en gooien weer honderden miljoenen bij dezelfde instituten over de
STAP-schutting.
Complementaire opleidingsstructuur
Als oplossing zien Bakker-Derks en De Ruijter een nieuwe, complementaire opleidingsstructuur, waarbij leerlingen ná het mbo verder worden opgeleid in een leerbedrijf en zich daar specialiseren in een ambacht. Deze oplossing vraagt echter om een minister die kan omdenken en die de moed heeft om buiten de bestaande kaders te werken. Immers een dergelijke structuur past niet binnen het ‘formele onderwijs’ en dan lopen we in Nederland al snel dood. Om in de analyse van de Nationale Ombudsman te spreken, we lopen liever honderd keer op de verkeerde weg, dan dat we één keer van het gangbare pad durven af te wijken.
Ik onderschrijf dit volledig.
Lees meer