Landelijke politici, maar ook commissarissen van de Koningin, gedeputeerden, burgemeesters en wethouders krijgen te maken met een kortere periode dat ze wachtgeld krijgen. Het kabinet vindt het gerechtvaardigd dat ook huidige landelijke en lokale politici bijdragen aan bezuinigingen op de overheid zoals VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie die hebben afgesproken.
Op 11 mei 2102 besloot het kabinet de wachtgeldregeling voor politici en bestuurders met 10 maanden in te korten. De huidige maximumduur van 4 jaar van het wachtgeld wordt ingekort tot 3 jaar en 2 maanden, zoals die ook bij de WW geldt.
Vraag: Gaat het hier voor de politici c.s. om een standaardregeling (altijd 3 jaar en 2 maanden) of om een maximumregeling (maximaal 3 jaar en 2 maanden, maar het kan ook minder zijn)?
(Bron: InOverheid, 11 mei 2012)
Opmerking: De regeling geldt voor politici en bestuurders, de lijst is erg summier: geldt de regeling ook voor leden van de Eerste en Tweede Kamer, voor hooggeplaatsten van de Provinciën, leden van de Hoge Raad, hoofden van Deelraden et cetera. En wat te doen als in hun aanstellingsovereenkomst staat dat zij bij ontslag recht hebben op doorbetaling tot aan de pensioengerechtigde leeftijd (65 jaar of nog later)?