Inhoud
- Papieren inkomen
- Geen structurele oplossing
- Problematiek kwijtschelding
- Antwoord op vragen Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz)
- Toenemend aantal zzp-ers vraagt bijstand aan
- Kamer wil nadere oplossing voor Bbz-problematiek
- Aantal zelfstandigen in bijstand niet gedaald
- Bijstandsregeling voor ondernemers wordt eenvoudiger
Papieren inkomen
Als een zelfstandige onvoldoende eigen inkomsten heeft, kan hij van de gemeente een leenbijstand krijgen. De gemeente kan vervolgens de lening omzetten in 'een bedrag om niet' (kwijtschelden). Deze kwijtschelding kan leiden tot de terugvordering van aanzienlijke bedragen aan toeslagen. De Belastingdienst ziet de kwijtschelding namelijk als inkomen en vordert eerder betaalde toeslagen terug, omdat het inkomen te hoog is. Het moeten terugbetalen van toeslagen kan tot ernstige betalingsnood leiden. De kwijtschelding is namelijk 'papieren inkomen', het geld is eerder al ontvangen. Het papieren inkomen is er de oorzaak van dat de zelfstandige onder de bijstandsnorm kan zakken.
Geen structurele oplossing
De problematiek speelt al langer. Steeds meer burgers wenden zich - ten einde raad - tot de Nationale ombudsman. De afgelopen jaren heeft de Nationale ombudsman een tientallen klachten ontvangen. Deze klachten betreft steeds de terugvordering van toeslagen door de Belastingdienst.
Problematiek kwijtschelding
Anno 2016 vindt onderzoek plaats naar een oplossing van de problematiek van het zogenaamde ‘papieren inkomen'. Een mogelijke oplossing in de fiscaliteit is die waarbij de kwijtgescholden leenbijstand voor levensonderhoud het inkomenskarakter behoudt en belast blijft, maar niet meer in het inkomen van de zelfstandige wordt betrokken en daardoor ook niet meetelt voor het toetsingsinkomen voor de toeslagen. Hierdoor vervallen de nadelige gevolgen voor de toeslagen maar treden tegelijkertijd ook andere financiële gevolgen op voor een (ander) deel van de doelgroep.
Naast onderzoek naar deze oplossing, worden van andere alternatieven de voor- en nadelen in kaart gebracht. Er wordt naar gestreefd uiterlijk eind 2016 uitsluitsel te geven. Aldus het antwoord (23 maart 2016) van staatsecretaris Wiebes op Kamervragen.
Antwoord op vragen Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz)
Het - voor de leek nauwelijks te begrijpen - antwoord van staatssecretaris Wiebes is als volgt:
'Door het karakter van een netto toezegging heeft het Bbz ingeval van kwijtschelding van de lening voor de uitkeringsgerechtigde tot gevolg dat de verschuldigde loonheffing over het papieren inkomen, door de uitkeringsgerechtigde als voorheffing kan worden verrekend met zijn inkomstenbelasting. Behalve de kwijtschelding van de lening is er een onbedoeld voordeel in de vorm van verrekening. Dit laatste valt weg op het moment dat gekozen wordt voor de eindheffingsvariant omdat het papieren inkomen dan niet meer als inkomen van de uitkeringsgerechtigde wordt beschouwd. Het nettobedrag van de bijstand verandert dus niet, maar de bijstandsgerechtigde kan de verschuldigde (en door de gemeente afgedragen) loonheffing onder het eindheffingsregime niet meer verrekenen, zoals dat bij het huidige regime wel het geval is. Hij voegt daaraan toe dat hierbij bedacht worden dat als gevolg van eindheffing het verzamelinkomen lager wordt en dat daarmee een mogelijk hoger recht op inkomensafhankelijke regelingen ontstaat. Hij acht daarom compensatie voor het wegvallen van het voornoemde onbedoelde voordeel niet noodzakelijk.' (Bron: Tax Live,
29 sep. 2016)
Toenemend aantal zzp-ers vraagt bijstand aan
Volgens het IMK, Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf, is het aantal bijstandsaanvragen door zelfstandige ondernemers met vijf procent toegenomen in het vierde kwartaal 2016 die groei komt vooral voor rekening van zzp-ers.
De
IMK-index is gebaseerd op het aantal ondernemers dat een beroep doet op bijstandverlening voor zelfstandigen in de vorm van krediet en/of uitkering bij gemeenten in Nederland. Op
155.nl is een zelftest opgenomen waarmee ondernemers kunnen vaststellen of zij tot de doelgroep van deze regeling behoren. In het afgelopen kwartaal deden 1300 ondernemers die test en daarvan bleek ruim 60% te voldoen aan de criteria voor bijstand. (Bron: IMK, 12 jan. 2017)
Kamer wil nadere oplossing voor Bbz-problematiek
Met ingang van 1 januari 2017 is de Bbz-problematiek (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen) van het ‘papieren inkomen’ van zzp-ers als gevolg van de omzetting van leenbijstand en haar gevolgen voor de toeslagen opgelost.
In antwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Omtzigt (CDA) en Groot (PvdA) schreef staatssecretaris Wiebes (Financiën) op
1 februari 2017 dat hij niet bereid is om de Bbz-problematiek met terugwerkende kracht op te lossen.
De bewindsman komt hier echter niet mee weg. Op 23 februari 2017 nam de Tweede Kamer een door de hierboven genoemde Kamerleden ingediende motie aan, waarin de regering wordt verzocht de juridische mogelijkheden nader te onderzoeken om het mogelijk te maken dat deze ondernemers een aanvraag kunnen indienen om alsnog gecompenseerd te worden voor de fiscale nadelen als gevolg van het papieren inkomen voor de jaren 2014, 2015 en 2016.
Aantal zelfstandigen in bijstand niet gedaald
Volgens het IMK, Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf, is het aantal bijstandsaanvragen door zelfstandige ondernemers in het afgelopen jaar niet verminderd, ondanks de algehele economische opleving.
Meer zelfstandigen vinden hulp via
155-Help-een-Bedrijf. De index is gebaseerd op het aantal ondernemers dat een beroep doet op bijstandverlening voor zelfstandigen (Bbz) in de vorm van krediet en/of uitkering bij circa 300 gemeenten in Nederland. Het IMK beoordeelt voor die gemeenten of ondernemingen die een beroep doen op bijstand, in de kern wel levensvatbare bedrijven zijn. In de helft van die gevallen blijkt dit zo te zijn. In de overige gevallen wordt de gemeente geadviseerd geen bijstand te verlenen. De IMK-Index bleef in het derde kwartaal stabiel t.o.v. dezelfde periode in 2016.
In het afgelopen jaar had 155 online contact met 115.000 ondernemers en deden ruim 6.000 ondernemers een zelftest. Daarvan bleek 62 procent te voldoen aan de criteria om in aanmerking te komen voor een
kleineondernemersregeling. 155-Help-een-Bedrijf wordt ingezet bij circa de helft van alle Nederlandse gemeenten. (Brisk, 25 okt. 2017)
Bijstandsregeling voor ondernemers wordt eenvoudiger
De regelgeving voor ondernemers met financiële problemen die een beroep doen op het
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) wordt met ingang van 1 januari 2020 op een aantal punten aangepast. De regeling wordt eenvoudiger, zowel voor mensen die een beroep doen op het Bbz als ook voor gemeenten die deze uitvoeren. Ook is sterker verankerd dat de bijstandsregeling dient voor het tijdelijk ondersteunen van ondernemers met een levensvatbaar bedrijf. Dit staat in een algemene maatregel van bestuur van staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarmee de ministerraad heeft ingestemd.
Het Bbz biedt perspectief aan startende ondernemende bijstandsgerechtigden en vormt een vangnet voor gevestigde zelfstandigen met een tijdelijk financieel probleem. Het doel achter de regeling is dat de ondernemer het bedrijf kan voortzetten en dat na enige tijd bijstandsverlening niet meer nodig is. Om deze reden zal de aparte regeling, waarmee ondernemers van 55 jaar en ouder hun niet-levensvatbare bedrijf met financiële ondersteuning kunnen voortzetten tot aan de pensioengerechtigde leeftijd, vanaf 1 januari 2020 worden afgebouwd. Voor ondernemers in de binnenvaart die een beroep op het Bbz doen, geldt dat zij voortaan een bijstandsaanvraag in de woongemeente indienen in plaats van bij een centrumgemeente. De mogelijkheid voor ondernemers om met terugwerkende kracht bijstand aan te vragen, komt te vervallen. De wijzigingen hebben geen gevolgen voor ondernemers die nu gebruik maken van de Bbz-regeling.
De ministerraad heeft ermee ingestemd de algemene maatregel van bestuur voor advies aan de Raad van State te zenden (mei 2019).