Geen vakantietoeslag over de ploegentoeslag – afwijken per cao mag

Opinie  |  di 1 mrt 2022  |  Bron: Salaris Vanmorgen  |  Auteur: Andries Bongers  |  Trefwoorden: , , ,

Ploegentoeslag is geen looncomponent, die als uitzondering wordt genoemd in de Wet Minimum Loon en Vakantietoeslag. Daarom moet over ploegentoeslag ook vakantiegeld worden betaald.

Een opmerkelijke uitspraak

In het onderhavige geval vond de rechter dat het hier toch om een uitzondering ging. Een werknemer van KLM maakte zijn zaak aanhangig bij de rechter. De werknemer vindt dat hij over de periode vóór de nieuwe cao’s (ook) recht heeft op vakantietoeslag over de ploegentoeslag. Wat oordeelt de kantonrechter?   
 
Op grond van de cao voor KLM-grondpersoneel hebben werknemers die onder de werkingssfeer van die cao vallen sinds mei 2019 recht op vakantietoeslag over de door hen ontvangen ploegentoeslag. De werknemer in deze zaak vindt dat hij over de periode daarvoor ook recht heeft op vakantietoeslag over de ploegentoeslag. In die periode golden andere cao’s. De kantonrechter vindt dat er in die cao’s rechtsgeldig is afgeweken van de wet en dat geen vakantietoeslag over de ploegentoeslag verschuldigd is.
 
Het gaat in deze zaak om de vraag of KLM nog vakantiegeld aan de werknemer moet betalen over de ploegentoeslag die hij tussen mei 2015 en april 2019 heeft ontvangen.

Vakantietoeslag betalen

In de cao kan worden bepaald dat over de ploegentoeslag geen vakantietoeslag is verschuldigd. Werkgevers zijn gehouden om vakantietoeslag te betalen over alle geldelijke inkomsten uit hoofde van een dienstbetrekking. Dat staat in artikel 6 WML. In lid 1, onderdeel a tot en met i van dat artikel staat welke looncomponenten daar niet onder vallen. In principe zou vakantietoeslag moeten worden betaald over ploegentoeslag. Maar KLM voert aan dat hiervan in de cao is afgeweken.

Afwijken bij cao

De werknemer erkent dat KLM op grond van artikel 16 WML bij cao mag afwijken maar de werknemer vindt, zo begrijpt de kantonrechter, dat wat in de cao staat niet kwalificeert als een afwijking. Daarom moet volgens de werknemer ook over de ploegentoeslag vakantietoeslag worden betaald.

Cao-norm

Of met artikel 10.3 van de cao van de wettelijke regeling is afgeweken, moet worden bepaald aan de hand van de cao-norm.

Geen salaris in de zin van de cao
De kantonrechter is het eens met hetgeen KLM heeft aangevoerd, namelijk dat de ploegentoeslag geen salaris is in de zin van de cao, omdat de ploegentoeslag is geregeld in bijlage 3D bij de cao en niet in de bijlage. De werknemer is hierop bij repliek ook niet ingegaan. Hij heeft daarin alleen gezegd dat de ploegentoeslag volgens hem een gegarandeerde vaste toeslag is. De kantonrechter stelt daarom vast dat ploegentoeslag niet onder het begrip ‘salaris’ in de zin van artikel 1.15 en 10.3 van de cao valt.

Gegarandeerde vaste toeslag?

KLM vindt dat in de cao een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen ploegentoeslag (volgens KLM een vaste toeslag) en een gegarandeerde vaste toeslag. Zij verwijst daarvoor naar artikel 10.14 van de cao waarin de gegarandeerde vaste toeslagen en de (eventuele) vaste ploegentoeslag apart worden genoemd.
 
De werknemer vindt daarentegen dat er geen duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen beide looncomponenten in de cao. Volgens hem had het op de weg van KLM gelegen beide begrippen (gegarandeerde vaste toeslag en vaste toeslag) in de cao te definiëren.

Werknemer: wettelijke regeling

De werknemer vindt dat, omdat KLM dat heeft nagelaten en de afwijking van de wettelijke regeling daarmee onvoldoende uit de cao blijkt, de wettelijke regeling van toepassing moet zijn.
 
De kantonrechter volgt de werknemer hierin niet. Zoals hiervoor overwogen moet de vraag of met artikel 10.3 van de cao wordt afgeweken van de wettelijke regeling, worden beantwoord aan de hand van de cao-norm. Gelet op die norm is de gehele tekst van de cao, waaronder artikel 10.14, relevant bij de uitleg van artikel 10.3. Dat de verschillende toeslag-begrippen niet gedefinieerd zijn doet daar niet aan af en is in dit geval niet doorslaggevend.

Afhankelijk van werken in basisrooster?

Artikel 10.14. biedt dan ook ondersteuning voor het standpunt van KLM. Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of de ploegentoeslag een gegarandeerde toeslag is. Volgens KLM is dat niet het geval, omdat de ploegentoeslag afhankelijk is van het werken in een basisrooster. Het basisrooster wijzigt voortdurend; twee keer per jaar.

Werknemer: inherent aan (aard) functie

Als een werknemer onbetaald verlof of ouderschapsverlof op zou nemen ofl.,vrijstelling krijgt voor bepaalde diensten, geldt ook een ander (of helemaal geen) basisrooster. De werknemer is het daar niet mee eens. Volgens hem is de ploegentoeslag niet verbonden met, of afhankelijk van het basisrooster, maar inherent aan (de aard van) zijn functie.

Rechter: geen gegarandeerde toeslag

De kantonrechter vindt dat aannemelijk is geworden dat de ploegentoeslag grotendeels inherent is aan de functie die de werknemer uitoefent, maar dat dit niet wegneemt dat de ploegentoeslag (ook) afhankelijk is van het basisrooster. Gelet op hetgeen KLM daarover heeft aangevoerd, kan niet worden vastgesteld dat de ploegentoeslag een gegarandeerde toeslag is. Daarbij is mede van belang dat KLM heeft aangevoerd dat er meerdere toeslagen bestaan die (wél) een gegarandeerd karakter hebben (en dus ook een vaste omvang of hoogte).
 
De cao bevat geen verdere aanwijzingen voor de juistheid van het standpunt van de werknemer, en er is evenmin sprake van een toelichting die daarop zou kunnen wijzen.
Rechtsgeldig afgeweken van wet
Gelet op de hiervoor besproken omstandigheden is de kantonrechter van oordeel met artikel 10.3 van de cao rechtsgeldig is afgeweken van de wettelijke regeling. KLM hoeft daarom over de periode mei 2015 tot en met april 2019 geen vakantietoeslag over de ploegentoeslag te betalen. De vraag vanaf welk moment de loonvordering van de werknemer is verjaard, behoeft daarom ook geen verdere bespreking meer.
 
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van de werknemer afwijst.
 
Uitspraak Rechtbank Noord-Holland, 15 december 2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:12421

Andries Bongers

Andries Bongers Meer info